Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen en heffingen 2019

Geldend van 22-12-2018 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen en heffingen 2019

De raad van de gemeente Binnenmaas;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 255 van de Gemeentewet, de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen, alsmede artikel 28, eerste lid, onder b, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990;

overwegende dat het gewenst is om regels te stellen voor het verlenen van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen;

besluit vast te stellen de: ‘Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen en heffingen 2019’

Artikel 1. Uitgesloten van kwijtschelding

Bij de invordering van de volgende belastingen en heffingen wordt geen kwijtschelding verleend voor:

  • de lijkbezorgingsrechten 2019;

  • de hondenbelasting 2019 ter zake van tweede en meerdere honden;

  • de toeristenbelasting 2019;

  • de watertoeristenbelasting 2019;

  • de precariobelasting 2019;

  • de leges 2019, met uitzondering van de leges voor een Nederlandse Identiteitskaart, voor de aanvraag van een gehandicaptenparkeerkaart en voor de aanvraag van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken;

Artikel 2. Percentage kosten van bestaan

Bij de invordering van de volgende belastingen en heffingen wordt in afwijking van artikel 16, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan vastgesteld op 100 percent:

  • de OZB 2019;

  • de roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting 2019;

  • de rioolheffing 2019;

  • de hondenbelasting 2019, ter zake van de eerste hond;

  • afvalstoffenheffing 2019 tot een maximaal bedrag van € 193,00;

  • de leges voor een Nederlandse identiteitskaart;

  • de leges voor aanvraag van een gehandicaptenparkeerkaart;

  • de leges voor aanvraag van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken.

Artikel 3. Kwijtschelding in geval van een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefent

Met betrekking tot een natuurlijke persoon die een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefent die een verzoek om kwijtschelding indient, is in plaats van de afdelingen 3 en 4 van hoofdstuk II van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 van overeenkomstige toepassing de afdeling 2 van hoofdstuk II van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, ten aanzien van de in artikel 2 genoemde belastingen en heffingen die geen (geheel of gedeeltelijk) verband houden met de uitoefening van dat bedrijf of beroep.

Artikel 4. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De ‘Verordening kwijtschelding 2018’ van 21 december 2017 wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van deze verordening, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening kwijtschelding 2019’.

  • 3. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 4. De datum van ingang van deze verordening is 1 januari 2019, met dien verstande dat zij slechts van toepassing is op belastingaanslagen ter zake van het belastingjaar 2019.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Binnenmaas, gehouden op 13 december 2018.

De griffier,

drs. ing. M.A.P. Muijzer - Van der Meijden

de voorzitter,

mr. drs. A.J. Borgdorff