Regeling vervallen per 06-10-2012

Beleidsregels voor de realisering van dienstencentra in het kader van de ontwikkeling van woonzorgzones in de gemeente Bladel

Geldend van 06-10-2012 t/m 05-10-2012

Intitulé

Beleidsregels voor de realisering van dienstencentra in het kader van de ontwikkeling van woonzorgzones in de gemeente Bladel

De raad van de gemeente Bladel;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 februari 2004;

besluit:

de uitgangspunten voor de realisering van dienstencentra in het kader van de ontwikkeling van woonzorgzones in de gemeente Bladel

vast te stellen.

De vergrijzing van de bevolking neemt in de komende twintig tot dertig jaar explosief toe. Het aantal ouderen neemt toe, onder andere omdat de naoorlogse geboortegolf in de komende jaren toetreedt tot de categorie ouderen, maar ook omdat grote aantallen migranten die zich sinds de jaren zestig van de vorige eeuw in Nederland gevestigd hebben, de pensioengerechtigde leeftijd bereiken. Bovendien stijgt door de betere leefomstandigheden en de ontwikkelingen in de medische sector de gemiddelde leeftijd, waardoor steeds meer mensen ouder worden dan 75 jaar. Deze combinatie van ontwikkelingen wordt vaak aangeduid met de term dubbele vergrijzing.

Tegelijkertijd is er sprake van een trendbreuk in het denken over de manier waarop de zorg voor ouderen, maar ook voor gehandicapten en chronisch zieken, georganiseerd moet worden. Daarbij wordt niet langer uitgegaan van opvang binnen de muren van zorginstellingen, maar juist van integratie van de zorg in het normale straatbeeld. Verzorgingstehuizen voor ouderen verdwijnen of krijgen een meer op intensieve zorg gerichte functie. Gehandicapten, chronisch zieken en psychiatrische patiënten, krijgen de zorg die zij nodig hebben bij voorkeur midden in de samenleving aangeboden; thuis in de eigen woonomgeving, of in een beschermde woonvorm in een gewone buurt. Alleen voor mensen met een zeer intensieve zorgvraag blijven mogelijkheden voor intramurale zorg (binnen de muren van een instelling) bestaan. Deze ontwikkeling wordt aangeduid met de term vermaatschappelijking van de zorg of ook wel met de term extramuralisering.

In de gemeente Bladel is in 2001 een traject in gang gezet om beleid te ontwikkelen waarmee dat proces van vergrijzing en vermaatschappelijking van de zorg, in goede banen kan worden geleid. Dat beleid wordt niet van achter een bureau uitgestippeld, maar in samenspraak met een groot aantal belanghebbenden tot ontwikkeling gebracht. Het beleidsontwikkelingsproces heeft een brede oriëntatie op de aspecten wonen, zorg en welzijn. Die oriëntatie is zelfs zo breed dat die niet beperkt is tot ouderen, gehandicapten en chronisch zieken. Ook voor starters op de woningmarkt is nadrukkelijk aandacht in het proces. Want als de jeugd geen mogelijkheden krijgt om zich in de eigen kern te vestigen, dan verschraalt de leefbaarheid van de dorpen in snel tempo. Het draagvlak van de resterende voorzieningen verschrompelt. Een gezonde leeftijdsopbouw is van levensbelang voor de toekomst van de dorpen. Het gaat om een interactief en integraal beleidsontwikkelingsproces.

In de fase van de visieontwikkeling is het concept van de woonzorgzone gekozen als streefdoel.

De woonzorgzone is een model waarvoor als belangrijke peilers gelden, woningen en een woonomgeving die geschikt zijn voor mensen met een zorgvraag, een zorgstructuur die garanties biedt voor een adequate zorgverlening, en een dienstencentrum waar maatschappelijke- en welzijnsdiensten beschikbaar zijn.

Bij de totstandkoming van de dienstencentra speelt de gemeente een belangrijke voorwaardenscheppende rol. In deze notitie leggen wij de uitgangspunten vast die de gemeente hanteert bij de realisering van dienstencentra in het kader van de woonzorgzones.

  • -

    Bij de realisering van een dienstencentrum speelt de bestaande infrastructuur voor zorg en welzijn een belangrijke rol. Voor het dienstencentrum wordt integratie in bestaande zorg- of welzijnsaccommodaties als uitgangspunt genomen. Alleen indien integratie feitelijk onmogelijk is, zal een alternatieve invulling overwogen worden. In de praktijk betekent dit, dat voor het onderbrengen van de functies die in het dienstencentrum gestalte moeten krijgen, bij voorrang gekeken wordt naar de mogelijkheden tot integratie in bestaande steunpunten voor ouderen, gemeenschapshuizen, activiteitencentra, et cetera.

  • -

    Indien bestaande accommodaties gedeeltelijk onderdak kunnen bieden aan functies die in het dienstencentrum gestalte moeten krijgen, is uitbreiding van de bestaande accommodatie één van de opties. Spreiding van functies over meerdere bestaande accommodaties is een andere optie. Zelfstandige huisvesting voor een dienstencentrum komt als laatste optie in beeld.

  • -

    Optimalisering van het gebruik van bestaande accommodaties voor zorg en welzijn heeft voorrang ten opzichte van uitbreiding of nieuwbouw van accommodaties voor zorg en welzijn. Medegebruik van bestaande ruimtes staat voorop. De functies die in het dienstencentrum gestalte moeten krijgen, zullen voor een belangrijk deel overdag worden uitgevoerd en in veel gevallen kunnen gemeenschapshuizen juist overdag nog ruimte aanbieden.

  • -

    Voor het beheer van de accommodatie wordt, c.q. blijft één organisatie verantwoordelijk. Het dienstencentrum, c.q. de organisatie die zich ten doel stelt vorm te geven aan de functies die in het dienstencentrum gestalte moeten krijgen, is gebruiker van de accommodatie. Alleen indien er sprake is van zelfstandige huisvesting voor een dienstencentrum, kan de verantwoordelijkheid voor beheer en gebruik in één organisatie verenigd worden.

  • -

    De functies die in het dienstencentrum gestalte moeten krijgen, omvatten naar de huidige inzichten:

    • o

      mogelijkheden voor dagopvang;

    • o

      mogelijkheden voor ontmoeting, sociaal contact;

    • o

      mogelijkheden voor praktische hulp, consultatie en informatie.

  • Door ervaringen die in de praktijk worden opgedaan kunnen in de toekomst nieuwe functies worden toegevoegd of reeds benoemde functies kunnen wijzigingen ondergaan.

  • -

    De ruimtelijke eisen voor de invulling van de genoemde functies zijn indicatief als volgt te bepalen:

    • o

      voor dagopvang, 30-35 m²;

    • o

      voor ontmoeting, sociaal contact, 100-125 m²;

    • o

      voor praktische hulp, consultatie en informatie, tenminste één ruimte van 5-10 m².

  • -

    Gelet op de zorgafhankelijkheid van de doelgroep moet bijzondere aandacht geschonken worden aan de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van het dienstencentrum.

    Dat houdt onder meer in, aandacht voor obstakelvrije loop- en rijroutes naar het dienstencentrum, automatische deuropener, sanitaire voorzieningen die ook voor gehandicapten bruikbaar zijn, functionele ruimten obstakelvrij bereikbaar en met het oog op de veiligheid, gesitueerd op de begane grond.

  • -

    Voor het stellen van kwalitatieve eisen aan de realisering van het dienstencentrum, zullen de bepalingen van de toekomstige Wet Maatschappelijke Zorg gehanteerd worden.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 11 maart 2004.
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,