Regeling vervallen per 02-09-2016

Beleidsregels Bibob Bladel 2016

Geldend van 02-09-2016 t/m 01-09-2016

Intitulé

Beleidsregels Bibob Bladel 2016

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bladel, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft:

overwegende dat de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur hen beleidsruimte verschaft bij de besluitvorming omtrent het toepassen van hun uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden;

gelet op het bepaalde in de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 3, 27, 30a en 31 van de Drank- en Horecawet, artikel 30b van de Wet op de kansspelen, de artikelen 2.1, 2.17 en 2.20 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de artikelen 2:25 en 3:4 van de Algemene Plaatselijke Verordening.

besluiten:

vast te stellen de volgende beleidsregels:

Beleidsregel s voor de toepassing van de Wet b evordering integriteitsbeoordelinge n door het ope n baar bestuur

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

1.In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvraag: de aanvraag om een beschikking bedoeld in artikel 1 van de wet;

  • b.

    advies: het advies bedoeld in artikel 9 van de wet;

  • c.

    beschikkingen: alle besluiten waarop de wet kan worden toegepast;

  • d.

    bestuursorgaan: de burgemeester onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    betrokkene: de aanvrager van een beschikking, de houder van een vergunning, de subsidieontvanger, de gegadigde die wil deelnemen aan een aanbestedingsproces, de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een overheidsopdracht is of zal worden gegund, de onderaannemer;

  • f.

    overheid: rechtspersonen die krachtens publiekrecht zijn ingesteld;

  • g.

    semioverheid: rechtspersonen die met enig openbaar gezag zijn bekleed voor zover de aanvraag om een beschikking wordt ingediend in de uitoefening van hun publiekrechtelijke bevoegdheden;

  • h.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • i.

    Bibobtoets: de wijze van behandelen van een aanvraag waarbij met toepassing van de wet door het bestuursorgaan wordt beoordeeld of er redenen aanwezig zijn om de aanvraag te weigeren, respectievelijk de beschikking in te trekken of te beëindigen, daaraan voorschriften te verbinden dan wel een advies bij het Landelijk Bureau Bibob aan te vragen;

  • j.

    Landelijk Bureau Bibob: het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, als bedoeld in artikel 8 van de wet;

  • k.

    overheidsopdracht: een opdracht als bedoeld in artikel 1 van de wet en waarop de wet kan worden toegepast;

  • l.

    rechtspersoon met een overheidstaak: de gemeente Bladel;

  • m.

    RIEC: het Regionaal informatie- en expertisecentrum;

  • n.

    wet: de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Hoofdstuk 2 Publiekrechtelijke beschikkingen

Artikel 2.1 Toepassingsbereik bij nieuwe beschikkingen

  • 1. Het bestuursorgaan zal de Bibobtoets in beginsel toepassen met betrekking tot elke aanvraag om een beschikking zoals vermeld in:

    • a.

      artikel 3 van de Drank- en Horecawet voor de uitoefening van het horecabedrijf, met uitzondering van een dergelijke aanvraag, ingediend door een paracommerciële rechtspersoon als bedoeld in artikel 1 van die wet en waarvan de horeca-inrichting in eigen beheer van de rechtspersoon is en niet is verpacht aan een derde. Het bestuursorgaan kan van deze uitzondering afwijken en bij moverende redenen alsnog besluiten een Bibobtoets toe te passen;

    • b.

      artikel 30a van de Drank- en Horecawet voor de melding van een wijziging leidinggevende op het aanhangsel bij de vergunning;

    • c.

      artikel 30b van de Wet op de Kansspelen voor het aanwezig hebben van een of meer kansspelautomaten;

    • d.

      artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor zover het betreft het organiseren van evenementen met betrekking tot vechtsporten, zoals free fight (het vrije gevecht), vale tudo (Braziliaans Mixed Martial Arts), cage fight (kooigevecht), kickboksen en Muay Thai (Thaiboksen) in al hun varianten;

    • e.

      artikel 3:4 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de exploitatie van een seksinrichting en/of escortbedrijf.

  • 2. Het bestuursorgaan zal de Bibobtoets in beginsel toepassen met betrekking tot aanvragen om een beschikking als bedoeld in:

    • a.

      artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (omgevingsvergunning bouwactiviteit);

    • b.

      artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een inrichting als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van die wet (omgevingsvergunning inrichtingen Wet milieubeheer);

    • c.

      artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een activiteit waarvoor bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 2.17 van die wet is bepaald dat de beschikking in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de wet, kan worden geweigerd (omgevingsvergunning beperkte milieutoets voor bepaalde categorieën activiteiten).

  • 3. De Bibobtoets met betrekking tot een aanvraag als bedoeld in het tweede lid, aanhef en onder a, blijft beperkt tot de aanvragen met een bepaalde gebruiksfunctie en gebruiksoppervlakte (zie bijlage 1) of aanvragen die vallen onder specifieke risicocategorieën of risicogebieden dan wel waarbij sprake is van cumulatie van aanvragen of bijzondere gevallen en wordt uitgevoerd volgens de toetsingscriteria die zijn opgenomen in bijlage 1, behorende bij deze beleidsregels.

  • 4. De Bibobtoets met betrekking tot een aanvraag als bedoeld in het tweede lid, aanhef en onder b, blijft beperkt tot de inrichtingen die behoren tot de risicocategorie afval, vuurwerk, transportsector en automobielbranche, alsmede inrichtingen waar bewerking, verwerking of recycling van afval of reststoffen een belangrijk onderdeel is van het productieproces, en betreft zowel de aanvraag van een vergunning als ook een wijzigingsvergunning.

  • 5. De Bibobtoets wordt in beginsel niet toegepast indien de aanvraag als bedoeld in het tweede lid, aanhef en onder a, afkomstig is van:

    • a.

      overheidsinstanties;

    • b.

      semioverheidsinstanties;

    • c.

      door de Minister van Volkshuisvestiging conform het Woningbesluit 1932 middels een daartoe verstrekte vergunning toegelaten woning(bouw)corporaties;

    • d.

      door het college bij specifiek besluit aan te wijzen aanvragers zoals Publiek-Private Samenwerkingsconstructies van particuliere ondernemingen en overheid in bijvoorbeeld de ontwikkeling van een schouwburg of een winkelcentrum.

  • 6. De Bibobtoets wordt niet toegepast indien de aanvraag als bedoeld in het tweede lid, aanhef en onder b, afkomstig is van:

    • a.

      overheidsinstanties;

    • b.

      semioverheidsinstanties.

  • 7. Als bij een aanvraag vanuit eigen informatie of informatie verkregen van een of meer partners binnen het samenwerkingsverband RIEC of van het Openbaar Ministerie verkregen informatie als bedoeld in artikel 26 van de wet er duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen, dat bij de aanvraag sprake is van een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet, zal het bestuursorgaan de Bibobtoets in beginsel toepassen met betrekking tot elke aanvraag om een beschikking, zoals vermeld in:

    • a.

      artikel 2.1 eerste lid, aanhef, en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een inrichting als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van die wet, (omgevingsvergunning inrichtingen Wet milieubeheer), niet behorend tot de risicocategorieën en gevallen als bedoeld in artikel 2.1, vierde lid;

    • b.

      artikel 3 van de Drank- en Horecawet voor de uitoefening van het horecabedrijf, ingediend door een paracommerciële rechtspersoon als bedoeld in artikel 1 van de Drank- en horecawet en waarvan de horeca-inrichting in eigen beheer van de rechtspersoon is en niet is verpacht aan een derde.

  • 8. De Bibobtoets wordt in beginsel niet toegepast indien de aanvraag als bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder a en b, betrekking heeft op horeca die wordt aangeboden als ondersteuning van de nevenfunctie bij een andere dan ‘horeca’ of ‘recreatie’ bestemde hoofdfunctie (ondersteunende horeca). De horecagerelateerde activiteiten moeten uitsluitend zijn gericht op interne gasten/bezoekers van educatieve en andere activiteiten die een relatie hebben met de hoofdfunctie en de horecagerelateerde activiteiten mogen niet apart toegankelijk en bereikbaar zijn voor externe bezoekers (niet op of aan de weg).

Artikel 2.2 Toepassing in bijzondere situaties bij aanvragen voor een beschikking genoemd in artikel 2.1

  • 1. Het bestuursorgaan zal, naast de in artikel 2.1, eerste lid, aangeduide aanvragen bij een aanvraag voor de in artikel 2.1, tweede lid, genoemde beschikkingen ook overgaan tot een Bibobtoets als vanuit eigen informatie of informatie verkregen van een of meer partners binnen het samenwerkingsverband RIEC of van het Openbaar Ministerie verkregen informatie als bedoeld in artikel 26 van de wet er duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen dat bij de aanvraag sprake is van een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet.

  • 2. Als bij navraag door het bestuursorgaan bij het Landelijk Bureau Bibob blijkt dat tegen de aanvrager van een beschikking in de twee jaar voorafgaande aan de datum van indiening van een aanvraag genoemd in artikel 2.1 door het Landelijk Bureau Bibob een advies is uitgebracht of een aanvraag om een advies door het Landelijk Bureau Bibob in behandeling is genomen, dan moet worden over gegaan tot toepassing van de wet.

Artikel 2.3 Toepassingsbereik bij reeds verleende beschikkingen

  • 1. Het bestuursorgaan kan de wet in beginsel toepassen met betrekking tot reeds verleende beschikkingen indien:

  • a. de verleende beschikking betrekking heeft op een locatie, die gelegen is in een concreet bepaald gebied, dat op basis van een daartoe genomen besluit van het college na de verstrekking van de beschikking, is aangewezen als risicogebied;

  • b. de verleende beschikking onderdeel uitmaakt van een branche of onderdeel in deze branche, die op basis van een door het college genomen besluit na de verstrekking van de beschikking is aangewezen voor een Bibobtoets;

  • c. vanuit eigen informatie of informatie verkregen van een of meer partners binnen het samenwerkingsverband RIEC of van het Openbaar Ministerie verkregen informatie als bedoeld in artikel 26 van de wet er duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen dat bij de aanvraag sprake is van een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet;

  • d. bekend wordt dat tegen betrokkene in een andere gemeente bij een Bibobtoets een ernstige mate van gevaar is geconstateerd en aan betrokkene in de gemeente Bladel een soortgelijke beschikking is verleend.

  • 2. In geval aan betrokkene als bedoeld in het vorige lid, aanhef en onder d, in meer gemeenten binnen het samenwerkingsverband RIEC eerder al een soortgelijke beschikking is verleend, zal het bestuursorgaan het RIEC om coördinatie in de Bibobtoets verzoeken.

Hoofdstuk 3 Privaatrechtelijke transacties

Artikel 3.1 Toepassingsbereik bij aanbestedingen

[Gereserveerd]

Artikel 3.2 Toepassingsbereik bij vastgoed

[Gereserveerd]

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 4.1 Intrekking beleidsregels

De Beleidsregel toepassing Wet Bibob voor de horeca- en prostitutiebranche, vastgesteld op 21 december 2010 en de Bibob-beleidslijn gemeente Bladel betreffende aanvraag om Omgevingsvergunning Bouwactiviteit, laatstelijk gewijzigd op 16 december 2014, worden ingetrokken.

Artikel 4.2 Datum inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking daarvan.

Artikel 4.3 Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als Beleidsregels Bibob Bladel 2016

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 17 mei 2016.
Burgemeester en wethouders van Bladel voornoemd,
de secretaris, drs. E.L.C.M. Mol
de burgemeester, mr. A.H.J.M. Swachten
Aldus vastgesteld op 17 mei 2016.
De burgemeester van Bladel voornoemd,
Mr. A.H.J.M. Swachten

Bijlage 1: Toepassingscriteria, geldend voor de uitvoering van de Bibobtoets bij de aanvraag voor een beschikking als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (omgevingsvergunning bouwactiviteit).

Uitgaande van het doel van de Wet Bibob, het waarborgen van de integriteit van het bestuursorgaan en het voorkomen van ongewild faciliteren van criminele activiteiten en daarmee het tegenhouden van vergunningen waarbij een bepaalde mate van criminele beïnvloeding te verwachten valt, zal de uitvoering van de Bibobtoets plaatsvinden bij aanvragen, die vallen onder één van de hierna genoemde gevallen:

A. Gebruiksfunctie en gebruiksoppervlakte

Bouwprojecten van enige omvang worden onderworpen aan een Bibobtoets. In dit kader wordt een onderscheid gemaakt tussen kleinere en grotere bouwprojecten, dit bezien in combinatie met de gebruiksoppervlakte per gebruiksfunctie.

Als eerste uitgangspunt in deze beleidslijn geldt dat een Bibobtoets plaatsvindt in geval van een aanvraag voor een omgevingsvergunning-bouwactiviteit, waarbij sprake is van een gebruiksoppervlakte van meer dan het volgende aantal m2 per gebruiksfunctie:

Gebruiksfunctie

Gebruiksoppervlakte (in m 2 )

Bijeenkomstfunctie

500

Gezondheidsfunctie

455

Logiesfunctie

500

Onderwijsfunctie

455

Celfunctie

500

Kantoorfunctie

455

Sportfunctie

476

Winkelfunctie

500

Woonfunctie

500

Overige gebruiksfunctie

833

Industriefunctie (niet agrarisch)

1111

Industriefunctie (agrarisch)

2500

Cumulatief op zaakniveau

732

B. Cumulatie

Aanvragen voor een omgevingsvergunning-bouwactiviteit worden onderworpen aan een Bibobtoets vanaf de 4e aanvraag op jaarbasis van dezelfde aanvrager en/of betrokkenen met een gebruiksoppervlakte van meer dan het volgende aantal m2 per gebruiksfunctie:

Gebruiksfunctie

Gebruiksoppervlakte (in m 2 )

Bijeenkomstfunctie

50

Gezondheidsfunctie

45

Logiesfunctie

50

Onderwijsfunctie

45

Celfunctie

50

Kantoorfunctie

45

Sportfunctie

47

Winkelfunctie

50

Woonfunctie

50

Overige gebruiksfunctie

83

Industriefunctie (niet agrarisch)

111

Industriefunctie (agrarisch)

250

Cumulatief op zaakniveau

73

C. Risicocategorieën

Een volgend uitgangspunt is het aanwijzen van specifieke risicocategorieën, die gevoelig worden geacht voor criminele invloeden. Een aanvraag voor een omgevingsvergunning-bouwactiviteit wordt aan een Bibobtoets onderworpen, indien de gebruiksoppervlakte per gebruiksfunctie meer bedraagt dan de hieronder laagst genoemde gebruiksoppervlakte per gebruiksfunctie en minder bedraagt dan of gelijk is aan de hoogst genoemde gebruiksoppervlakte per gebruiksfunctie:

Gebruiksfunctie

Gebruiksoppervlakte (in m 2 )

Bijeenkomstfunctie

50 - 500

Gezondheidsfunctie

45 - 455

Logiesfunctie

50 - 500

Onderwijsfunctie

45 - 455

Celfunctie

50 - 500

Kantoorfunctie

45 - 455

Sportfunctie

47 - 476

Winkelfunctie

50 - 500

Woonfunctie

50 - 500

Overige gebruiksfunctie

83 - 833

Industriefunctie (niet agrarisch)

111 - 1111

Industriefunctie (agrarisch)

250 - 2500

Cumulatief op zaakniveau

73 - 732

enwaarbij sprake is van een of meerdere onderstaande risicocategorieën:

Risicocategorieën

  • ·

    Inrichtingen waarin bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet: logies wordt verstrekt (waaronder hotels, kamerverhuurbedrijven, pensions), dranken worden geschonken (waaronder horecabedrijven), of rookwaren of spijzen (waaronder coffeeshops) voor directe consumptie worden verstrekt;

  • ·

    Voor het publiek toegankelijke, besloten ruimten waarin bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet seksuele handelingen worden verricht, seksuele diensten worden aangeboden of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden (waaronder prostitutiebedrijven, darkrooms, seksbioscopen, sekswinkels, erotische massagesalons);

  • ·

    Een natuurlijke persoon, een groep van natuurlijke personen of een rechtspersoon die bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet seksuele handelingen verricht of seksuele diensten aanbiedt in een andere ruimte dan de bedrijfsruimte (waaronder escortbedrijven);

  • ·

    Inrichtingen die in het maatschappelijk verkeer worden aangeduid als smartshops, headshops of growshops;

  • ·

    Inrichtingen die zijn bestemd om het publiek de gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen als bedoeld in artikel 30c, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op de kansspelen (waaronder speelautomatenhallen en gamecenters);

  • ·

    Afvalbewerkings- en verwerkingsbedrijven;

  • ·

    Wisselkantoren;

  • ·

    Kapsalons;

  • ·

    Cadeauwinkels;

  • ·

    Belwinkels;

  • ·

    Internetcafé's;

  • ·

    Niet-geregistreerde uitzendbureaus;

  • ·

    Transportondernemingen;

  • ·

    Autohandel (verkoop en verhuur);

  • ·

    Sloopbedrijven;

  • ·

    Sportscholen;

  • ·

    Beauty-, welness- en saunabedrijven;

  • ·

    Im- en exportbedrijven (handelsondernemingen; bv. schoenen, kleren, onderdelen);

  • ·

    Vastgoedbedrijven;

  • ·

    Vrijplaatsen (locaties waar en/of groepen waartegen een effectief overheidsoptreden wordt belemmerd, leidend tot een maatschappelijk ongewenste situatie, waarbij aanwijzingen bestaan voor het aanwezig zijn van strafbare gedragingen waaronder (fiscale) fraude en waarbij we spreken over handhavingsknelpunten. De belemmering betreft soms een bestaande of vermeende dreiging, soms een sociaal-culturele hindernis);

  • ·

    Vuurwerkbranche.

NB.: Bovenstaande opsomming van risicocategorieën is niet limitatief. Deze risicocategorieën kunnen, indien nieuwe ontwikkelingen dit noodzakelijk maken, door het college worden aangepast.

D. Bijzondere gevallen

Naast de hiervoor genoemde gevallen waarbij als regel een zogenoemde Bibobtoets plaatsvindt, kan de Wet Bibob (binnen de mogelijkheden van de wet) ook in bijzondere gevallen worden ingezet als instrument in het kader van de handhaving van (lokaal) beleid. Om die reden zal, naast de hiervoor aangeduide gevallen, ook een Bibobtoets mogelijk zijn bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit, waarbij op basis van feiten en omstandigheden, of gebaseerd op (aanvullend) lokaal beleid, gemotiveerd een risico-inschatting conform de Wet Bibob in dat geval geboden is.

De burgemeester is via deze beleidslijn gemandateerd hiertoe dit besluit te nemen, gezien zijn/haar betrokkenheid en informatiewinning in het driehoeksoverleg.

Illegaal gestart

Als bijzonder geval wordt ook verstaan het reeds in aanvang hebben genomen van bouwactiviteiten, zonder dat daarvoor de vereiste vergunning is aangevraagd én de gebruiksoppervlakte per gebruiksfunctie meer bedraagt dan de hieronder laagst genoemde gebruiksoppervlakte per gebruiksfunctie en minder bedraagt dan of gelijk is aan de hoogst genoemde gebruiksoppervlakte per gebruiksfunctie:

Gebruiksfunctie

Gebruiksoppervlakte (in m 2 )

Bijeenkomstfunctie

50 - 500

Gezondheidsfunctie

45 - 455

Logiesfunctie

50 - 500

Onderwijsfunctie

45 - 455

Celfunctie

50 - 500

Kantoorfunctie

45 - 455

Sportfunctie

47 - 476

Winkelfunctie

50 - 500

Woonfunctie

50 - 500

Overige gebruiksfunctie

83 - 833

Industriefunctie (niet agrarisch)

111 - 1111

Industriefunctie (agrarisch)

250 - 2500

Cumulatief op zaakniveau

73 - 732

E. Risicogebied

Indien er sprake is van een gebruiksfunctie en een gebruiksoppervlakte als hiervoor vermeld onder D. en de aanvraag een locatie betreft die gelegen is in een door het college aangewezen risicogebied.

Toelichting Beleidsregels Bibob Bladel 2016