Regeling vervallen per 04-01-2024

Verordening rekenkamercommissie gemeente Bladel 2021

Geldend van 19-03-2022 t/m 03-01-2024

Intitulé

Verordening rekenkamercommissie gemeente Bladel 2021

De raad van de gemeente Bladel;

gelezen het voorstel R20.123 van het presidium d.d. 12 oktober 2020;

gelet op hoofdstuk IVb, artikel 81oa van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening rekenkamercommissie gemeente Bladel 2021

Hoofdstuk 1 - ALGEMEEN

Artikel 1 - Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. Rekenkamercommissie: de commissie als bedoeld in artikel 2 van deze verordening.

  • b. Rechtmatigheid: de mate waarin rechtsregels op correcte wijze zijn geïnterpreteerd en toegepast.

  • c. Doeltreffendheid of effectiviteit: de mate waarin met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de beoogde maatschappelijke effecten zijn bereikt.

  • d. Doelmatigheid of efficiency: het streven om met een zo beperkt mogelijke inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken.

  • e. Gesubsidieerde instelling: organisatie met rechtspersoonlijkheid naar burgerlijk recht, die een geldelijke bijdrage in welke vorm dan ook van de gemeente ontvangt.

  • f. Ambtenaar: eenieder die in dienst is van c.q. werkzaamheden verricht voor de gemeente Bladel werkzaam is.

  • g. Vergadering: vergadering van de rekenkamercommissie.

Hoofdstuk 2 - TAAK, SAMENSTELLING EN BEVOEGDHEDEN VAN DE GEMEENTELIJKE REKENKAMERCOMMISSIE

Artikel 2 - Taak van de gemeentelijke rekenkamercommissie

  • 1. Er is een gemeentelijke rekenkamercommissie.

  • 2. De rekenkamercommissie onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur, alsmede van (gesubsidieerde) instellingen waarvan de activiteiten mede door de gemeente worden bekostigd.

  • 3. De rapporten van de rekenkamercommissie zijn in principe openbaar.

  • 4. De rekenkamercommissie stelt elk jaar voor 1 april een verslag op van haar werkzaamheden over het voorgaande jaar.

Artikel 3 - Benoeming en samenstelling gemeentelijke rekenkamercommissie

  • 1. De rekenkamercommissie bestaat uit twee leden waarvan een lid voorzitter is en een ander lid plaatsvervangend voorzitter. Zij worden door de raad benoemd voor de periode van vier jaar.

  • 2. De leden van de rekenkamercommissie kunnen voor maximaal 2 periodes van 4 jaar of in totaal maximaal 8 jaar worden benoemd.

  • 3. De leden kunnen geen lid zijn van een gemeentelijk bestuursorgaan, alsmede geen ambtenaar.

  • 4. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de ambtelijk secretaris als bedoeld in artikel 16 van deze verordening.

  • 5. Voorafgaand aan eventuele tussentijdse benoemingen pleegt de raad overleg met de rekenkamercommissie. 

Artikel 4 - Eed

Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden van de rekenkamer in de vergadering van de raad, in handen van de voorzitter, de volgende eed (verklaring en belofte) af:

“Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de rekenkamer benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.

Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.

Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de rekenkamer naar eer en geweten zal vervullen.

Zo waarlijk helpe mij God Almachtig! (Dat verklaar en beloof ik!)”.

Artikel 5 – Verboden betrekkingen

  • 1. Ter toetsing van de bepalingen van hoofdstuk IVb artikel 81oa, lid 3, juncto artikel van de Gemeentewet, doen de leden van de rekenkamercommissie jaarlijks aan de voorzitter van de raad schriftelijke opgave van de andere functies dan het lidmaatschap van de rekenkamercommissie die zij vervullen.

  • 2. De leden van de rekenkamercommissie verrichten geen andere werkzaamheden voor een of meer van de samenwerkende gemeenten dan die voor de rekenkamercommissie.

Artikel 6 - Einde van het lidmaatschap

  • 1. De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2. Het lidmaatschap van de leden eindigt:

  • a. op eigen verzoek;

  • b. bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

  • c. wanneer hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

  • d. indien hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surséance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

  • e. na het aflopen van de benoemingsperiode;

  • f. indien de wettelijke verplichting voor het hebben van een rekenkamercommissie wordt opgeheven en de raad besluit tot opheffing hiervan.

  • 3. De leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of andere gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie naar behoren te vervullen.

Artikel 7 - Vergoeding voor werkzaamheden van de voorzitter en leden van de rekenkamercommissie

  • 1. De leden van de rekenkamercommissie ontvangen een vaste maandelijkse bruto vergoeding van € 500 (voorzitter) en € 450 (lid). De gegevens worden via een ib-47 verklaring aan belastingdienst verstrekt.

  • 2. De reiskostenregeling van de penvoerende gemeente is van toepassing.

Artikel 8 - Openbaarheid/geheimhouding

  • 1. De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid. De rekenkamercommissie kan besluiten vergaderingen of bijeenkomsten in het openbaar te houden.

  • 2. De rekenkamercommissie kan op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, geheimhouding opleggen omtrent de inhoud van stukken die aan haar worden overgelegd alsmede het in een besloten vergadering daaromtrent behandelde.

  • 3. De geheimhouding wordt door allen, die bij de behandeling aanwezig waren en van deze stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de rekenkamercommissie haar opheft.

Artikel 9 - Budget rekenkamercommissie

  • 1. De raad stelt van de gelden die daartoe in de begroting zijn opgenomen jaarlijks de middelen ter beschikking voor een goede uitoefening van de werkzaamheden van de rekenkamercommissie:

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

  • a. de vergoedingen en onkosten van de leden;

  • b. de ambtelijk secretaris;

  • c. externe deskundigen die door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;

  • d. administratieve ondersteuning;

  • e. huisvesting van de rekenkamercommissie en de ambtelijk secretaris;

  • f. eventuele overige uitgaven die de rekenkamercommissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

HOOFDSTUK 3 – DE WERKWIJZE VAN DE GEMEENTELIJKE REKENKAMERCOMMISSIE

Artikel 10 - Reglement van orde

De rekenkamercommissie stelt, binnen drie maanden na benoeming van alle leden, een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad. 

Artikel 11 - Onderzoeksopdracht en bevoegdheden

  • 1. De rekenkamercommissie onderzoekt de rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid van het gemeentebestuur.

  • 2. De rekenkamercommissie stelt, jaarlijks vóór 1 oktober, het werkprogramma vast en beslist welke onderwerpen worden onderzocht.

  • 3. De rekenkamercommissie beslist, waar zij dit nodig acht in overleg met de raad, of en in hoeverre spoedeisende onderzoeksvragen het vastgestelde werkprogramma doorkruisen.

  • 4. De rekenkamercommissie kan de raad, gevraagd en ongevraagd adviseren.

  • 5. De rekenkamercommissie is bevoegd bij leden van een gemeentelijk bestuursorgaan en bij ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van het onderzoek. De secretaris van de rekenkamercommissie kan de rekenkamercommissie daarbij vertegenwoordigen. De leden van het gemeentelijke bestuursorgaan en de ambtenaren verstrekken desgevraagd alle inlichtingen die de rekenkamercommissie ter vervulling van haar taak nodig acht.

  • 6. De rekenkamercommissie kan zich laten bijstaan door deskundigen.

  • 7. Om de onderzoeken van de rekenkamercommissie naar behoren te kunnen uitvoeren zijn de stukken, die onder oplegging van geheimhouding aan de rekenkamercommissie ter beschikking worden gesteld, ook beschikbaar voor de secretaris van de rekenkamercommissie en de door de rekenkamercommissie aangewezen deskundigen.

Artikel 12 - Uitvoering van het onderzoek en rapportage

  • 1. De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet;

  • 2. De rekenkamercommissie kan de verzoeker(s) tot het verrichten van een onderzoek tussentijds informeren over de voortgang van een onderzoek;

  • 3. De rekenkamercommissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn in elk geval degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 4. Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport, de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college van burgemeester en wethouders en betrokkenen, aan de raad aangeboden en op de gemeentelijke website geplaatst.

  • 5. De raad beraadslaagt met betrekking tot onderzoeksrapporten, conclusies en aanbevelingen van de rekenkamercommissie in het openbaar.

     

HOOFDSTUK 4 – DE VERGADERINGEN VAN DE REKENKAMERCOMMISSIE

Artikel 13 - Vergaderfrequentie

  • 1. De rekenkamercommissie vergadert periodiek op door haar te bepalen dagen en tijdstippen.

  • 2. In bijzondere gevallen belegt de voorzitter in afwijking van die regel een vergadering. Hij gaat daartoe in elk geval over wanneer een lid hem dat onder opgaaf van de redenen heeft gevraagd.

 

Artikel 14 - Agenda

  • 1. De voorzitter roept de leden schriftelijk in vergadering bijeen, onder opgaaf van de punten die behandeld zullen worden.

  • 2. Hij zorgt dat stukken die op de agenda betrekking hebben tijdig aan de leden worden toegezonden of tijdig voor hen ter inzage worden gelegd.

  • 3. De rekenkamercommissie stelt bij aanvang van de vergadering de agenda vast.

  • 4. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter van het bepaalde in de vorige leden afwijken.

 

Artikel 15 - Vergaderquorum, stemmingsquorum

  • 1. Voor het houden van een vergadering is vereist dat beide leden, aanwezig zijn.

  • 2. De rekenkamercommissie beslist bij meerderheid van stemmen. Indien de stemmen staken beslist de stem van de voorzitter.

HOOFDSTUK 5 - ONDERSTEUNING VAN DE REKENKAMERCOMMISSIE

Artikel 16 - Secretariaat

  • 1. De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 2. De raad regelt de toewijzing van een secretaris.

  • 3. De secretaris is verantwoording verschuldigd aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop hij de ondersteunende taken verricht.

  • 4. De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging, de vorming van dossiers en verder voor alles wat nodig is voor een goede ondersteuning van het werk van de rekenkamercommissie.

  • 5. De rekenkamercommissie wordt op verzoek en waar nodig bijgestaan door de raadsgriffier.

HOOFDSTUK 6 - SLOTBEPALINGEN

Artikel 17 - Voorziening

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de rekenkamercommissie de raad gehoord. 

Artikel 18 – Slotbepalingen

  • 1. De “Verordening op de Rekenkamercommissie voor de gemeente Bladel” vastgesteld op 11 december 2008 vervalt.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening rekenkamercommissie Bladel 2021”.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 5 november 2020

De griffier, J. van der Wiel,

De voorzitter, R.P.G. Bosma

Bijlage 1 Artikelsgewijze toelichting

Verordening rekenkamercommissie gemeente Bladel 2021

Artikel 1 – Begripsbepalingen

Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven.

Artikel 2 - Taak van de gemeentelijke rekenkamercommissie

Wanneer de gemeente geen rekenkamer instelt, dienen op grond van artikel 81oa, hfst. IVb, van de Gemeentewet regels te worden vastgesteld voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie. Voor de

uitoefening van de rekenkamerfunctie zijn de artikelen 182, 184, 184a en 185 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3 - Benoeming en samenstelling gemeentelijke rekenkamercommissie

Gekozen is voor een volledig onafhankelijk functionerende rekenkamerfunctie met uitsluitend externe leden. De voorzitter en het lid van de rekenkamercommissie zijn dus niet in dienst van of

nauw betrokken bij de gemeentelijke bestuursorganisatie, noch politiek, ambtelijk of anderszins.

Op de voorzitter en het lid van de rekenkamercommissie is art. 81f van de Gemeentewet, behoudens het eerste lid, onder k en o, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4 – Eed

De verplichting tot het afleggen van een eed of verklaring en belofte vloeit voor een rekenkamer rechtstreeks voort uit artikel 81g van de Gemeentewet. De gemeentewet regelt dit echter niet voor de rekenkamerfunctie. Het is echter wel van belang dat de leden van de rekenkamercommissie een eed of verklaring en belofte afleggen. Om die reden is de verplichting tot het afleggen van de eed of verklaring en belofte in de verordening opgenomen.

Artikel 5 – Verboden betrekkingen

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 6 - Einde van het lidmaatschap

Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid (of soms verplichting) hen op non-activiteit te stellen in bepaalde situaties.

Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat voorzitter en/of lid worden ontslagen omdat de gemeenteraad de inhoudelijke analyses en oordelen van de rekenkamercommissie niet deelt.

Toegevoegd is een lid f in verband met de mogelijke opheffing van de wettelijke verplichting tot het hebben van een rekenkamerfunctie. Deze bepaling maakt het mogelijk dat de commissie wordt opgeheven en het lidmaatschap eindigt.

Artikel 7 - Vergoeding voor werkzaamheden van de voorzitter en leden van de Rekenkamercommissie

In dit artikel is vastgelegd dat de leden voor hun werkzaamheden een vaste maandelijkse vergoeding ontvangen. Deze vergoeding is voor de vergaderingen van de rekenkamercommissie, het formuleren van onderzoeksopdrachten en begeleiden onderzoeken en het verzorgen van de rapportage inclusief toelichting in de raadscommissie. Daarnaast ontvangen zij op declaratiebasis een reiskostenvergoeding.

Artikel 8 – Openbaarheid/geheimhouding

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 9 - Budget rekenkamercommissie

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 10 - Reglement van orde

De verplichting tot het vaststellen van een reglement van orde vloeit voor een rekenkamer rechtstreeks voort uit artikel 81i van de Gemeentewet. De gemeentewet regelt dit echter niet voor de rekenkamerfunctie. Reden waarom de verplichting tot het vaststellen van een reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden in de verordening is opgenomen. In het reglement van orde worden onderwerpen geregeld als de verhouding voorzitter-secretaris, de procedure die wordt gevolgd bij onderzoeken, hoe wordt omgegaan met verzoeken om onderzoek te verrichten enzovoorts. Het reglement wordt op de website geplaatst.

Artikel 11 - Onderzoeksopdracht en bevoegdheden

De rekenkamercommissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. Het in handen van de commissie leggen van de uitwerking van de vraagstelling en de vaststelling van de onderzoeksopzet bevordert de onafhankelijkheid.

De rekenkamercommissie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Het onderzoek van de commissie is gericht op structurele leereffecten en in mindere mate op incidenten. Toch kan een bepaald incident aanleiding zijn een onderzoek (ad hoc) in te stellen, bijvoorbeeld als de commissie van mening is dat uit onderzoek van dit incident ook in meer structurele zin lering kan worden getrokken.

Ook andere overwegingen kunnen aanleiding zijn om een onderzoek in te stellen. Het is aan de commissie om hiervoor criteria te ontwikkelen en voorliggende onderzoeksvragen daaraan te toetsen. Daarin betrekt de commissie ook de afweging in hoeverre ad hoc-onderzoek reeds in gang gezet onderzoek kan doorkruisen c.q. doen vertragen. De commissie informeert in voorkomende gevallen de raad over haar besluit en de onderliggende overwegingen.

Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek voor het vormen van objectieve oordelen over voldoende en relevante gegevens kan beschikken, is het van belang over zo ruim mogelijke bevoegdheden tot het inwinnen van informatie te beschikken. Daarom is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen bij alle (leden van de) gemeentelijke bestuursorganen en van alle ambtenaren van de gemeente. Voorts is de bevoegdheid geregeld om ook ten aanzien van informatie die bij derden berust inlichtingen in te winnen. Teneinde te waarborgen dat informatie van derden ook werkelijk beschikbaar komt zullen in subsidiebeschikkingen, overeenkomsten e.d. voortaan voorwaarden en bepalingen dienen te worden opgenomen.

De meerwaarde van de samenwerking zit onder meer in de mogelijkheid dezelfde onderzoeken in de deelnemende gemeenten uit te voeren. Door het benchmarkeffect kunnen gemakkelijker verbeterslagen worden gemaakt.

Van belang is ook dat de onderzoeken waar mogelijk betrekking hebben op onderwerpen uit de strategische agenda van de raad of de voorgenomen beleidsevaluaties. Door onderwerpen aan elkaar te koppelen kan, met respect voor de onafhankelijkheid van de rekenkamercommissie, “werk met werk” worden gemaakt.

De bevoegdheden van de commissie zijn vastgelegd in artikel 184 Gemeentewet t.w.:

  • 1.

    De rekenkamer heeft de in de volgende leden vermelde bevoegdheden ten aanzien van de volgende instellingen en over de volgende periode:

  • a.

    openbare lichamen, bedrijfsvoeringsorganisaties en gemeenschappelijke organen ingesteld krachtens de Wet gemeenschappelijke regelingen, waaraan de gemeente deelneemt, over de jaren dat de gemeente deelneemt in de regeling;

  • b.

    naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid waarvan de gemeente, alleen of samen met andere gemeenten, meer dan vijftig procent van het geplaatste aandelenkapitaal houdt, over de jaren dat de gemeente, alleen of samen met andere gemeenten, meer dan vijftig procent van het geplaatste aandelenkapitaal houdt;

  • c.

    andere privaatrechtelijke rechtspersonen waaraan de gemeente, alleen of samen met andere gemeenten, of een of meer derden voor rekening en risico van de gemeente of gemeenten rechtstreeks of middellijk een subsidie, lening of garantie heeft verstrekt ten bedrage van ten minste vijftig procent van de baten van deze instelling, over de jaren waarop deze subsidie, lening of garantie betrekking heeft.

  • 2.

    De rekenkamer is bevoegd bij de betrokken instelling nadere inlichtingen in te winnen over de jaarrekeningen, daarop betrekking hebbende rapporten van hen die deze jaarrekeningen hebben gecontroleerd en overige documenten met betrekking tot die instelling die bij het gemeentebestuur berusten. Indien een of meer documenten ontbreken, kan de rekenkamer van de betrokken instelling de overlegging daarvan vorderen.

  • 3.

    De rekenkamer kan, indien de documenten, bedoeld in het tweede lid, daartoe aanleiding geven, bij de betrokken instelling dan wel bij de derde die de administratie in opdracht van de instelling voert, een onderzoek instellen. De rekenkamer stelt de raad en het college van haar voornemen een dergelijk onderzoek in te stellen in kennis.

Artikel 12 - Uitvoering van het onderzoek en rapportage

Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij(en) de kans krijgt (krijgen) om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) concept-onderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betrokkenen worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden eruit te halen dan wel correcties voor te stellen. Indien van toepassing wordt de verantwoordelijke wethouder of het college de gelegenheid geboden om te reageren op de conceptaanbevelingen die de rekenkamer verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen. Tot slot brengt de rekenkamer een definitief rapport naar buiten met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen.

Ook kan de rekenkamer variatie aanbrengen in de manier waarop de uitkomsten van onderzoek naar buiten worden gebracht. Naast rapporten kan worden gedacht aan het organiseren van conferenties en workshops of zelfs het publiceren van handreikingen. Vanzelfsprekend zal hieraan een rapportage ten grondslag liggen.

Artikel 13 - Vergaderfrequentie

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 14 - Agenda

Met schriftelijk wordt mede bedoeld digitaal.

Artikel 15 - Vergaderquorum, stemmingsquorum

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 16 - Secretariaat

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 17 – Voorziening

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 18 – Slotbepalingen

Dit artikel behoeft geen toelichting.