Verordening op het recht van burgerinitiatief

Geldend van 17-07-2010 t/m heden

Intitulé

Verordening op het recht van burgerinitiatief

De gemeenteraad stelt de volgende regeling vast:

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder een burgerinitiatiefvoorstel: een voorstel van een initiatiefgerechtigde om een onderwerp op de agenda van de vergadering van de raad te plaatsen.

Artikel 2

Ongeldig is het verzoek dat:

a. niet door tenminste 25 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund;

b. niet is ondertekend door het bestuur van de indienende organisatie als bedoeld in artikel 3 lid 2.

c. een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat, of

d. niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5.

Artikel 3

  • 1 Initiatiefgerechtigd zijn:

    a. degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad alsmede ingezetenen van de gemeente van zestien jaar en ouder die met uitzondering van hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad.

    b. personen, die in Blaricum onroerend goed in eigendom hebben, werkzaam zijn in de gemeente Blaricum of bij de Kamer van Koophandel staan ingeschreven als zelfstandige in Blaricum, mits zij voldoen aan de vereisten van de Kieswet.

  • 2 In afwijking van het gestelde onder lid 1 sub b zijn ook maatschappelijke organisaties die in Blaricum werkzaam zijn initiatiefgerechtigd.

  • 3 Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het verzoek bepalend

Artikel 4

Een burgerinitiatiefvoorstel houdt niet in:

a. een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

b. een vraag over het gemeentelijk beleid;

c. een onderwerp dat overwegend het privé-belang van de indiener dient;

d. een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur;

e. een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur, of

f. een onderwerp waarover korter dan 2 jaar voor indiening van het burgerinitiatiefvoorstel door de raad een besluit is genomen mits sprake is van aantoonbare nieuwe feiten die, waren die bekend geweest ten tijde van het besluit hadden kunnen leiden tot een ander besluit.

g. Een onderwerp dat een wijziging van beleid betreft dat al in een vergevorderd stadium van ontwikkeling is, of al in uitvoering is.

Artikel 5

  • 1 Het verzoek ter plaatsing van een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt gericht aan de raad en schriftelijk ingediend bij de griffier.

  • 2 Het verzoek bevat tenminste:

    a. een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatiefvoorstel;

    b. een toelichting op het burgerinitiatiefvoorstel;

    c. de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de verzoeker en zijn plaatsvervanger, en

    d. een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen;

  • 3 Voor de indiening van het verzoek wordt gebruik gemaakt van het in bijlage 1 van deze verordening opgenomen model.

Artikel 6

  • 1 De raad beslist in de eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het verzoek of het burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt geplaatst en wanneer.

  • 2 Indien de raad het verzoek afwijst wegens strijd met artikel 4, onder a, kan de raad het voorstel doorzenden aan het bevoegde bestuursorgaan.

  • 3 Indien de raad het verzoek toewijst, zendt hij het burgerinitiatiefvoorstel via het presidium ter voorbereiding van besluitvorming door aan de daartoe aangewezen raadscommissie(s).

  • 4 De voorzitter van de raadscommissie nodigt de verzoeker schriftelijk uit voor de commissievergadering waarvoor het burgerinitiatiefvoorstel is geagendeerd. De verzoeker of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze commissievergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatiefvoorstel mondeling nader toe te lichten.

  • 5 Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatiefvoorstel een besluit heeft genomen wordt dit besluit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een daartoe gebruikelijke dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen en op de internetsite van de gemeente Blaricum.

  • 6 Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit schriftelijk mededeling gedaan aan verzoeker.

Artikel 7

In het burgerjaarverslag doet de burgemeester verslag over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking 6 weken na bekendmaking daarvan.

Artikel 9

Deze verordening kan worden aangehaald onder de titel “ Verordening op het recht van burgerinitiatief”

Ondertekening

Blaricum, 17 juni 2002

Bijlage Bijlagen

Burgerinitiatief Artikelsgewijze toelichting

Burgerinitiatief Bijlage 1

Burgerinitiatief Bijlage 2