Regels voor voorwerpen op de weg en optochten

Geldend van 06-11-2010 t/m heden

Intitulé

Regels voor voorwerpen op de weg en optochten

Op grond van artikel 2:10 is het verboden om zonder vergunning van het college de weg anders te gebruiken dan waarvoor die bedoeld is. Hier wordt gedoeld op het plaatsen van voorwerpen op de weg. In artikel 2:10B staat dat het verbod niet geldt voor:

• Vlaggen, wimpels of vlaggenstokken;

• Zonneschermen;

• Voorwerpen of stoffen die noodzakelijkerwijze kortstondig op de weg gebracht worden in verband met laden of lossen ervan.

• Uitstallingen bij winkels;

• Voorwerpen die nodig zijn voor de inrichting van een werkterrein.

In artikel 2:10B staat verder dat het college regels kan geven voor het plaatsen van deze voorwerpen op de weg.

Het college stelt de volgende regels vast:

Deel Vlaggen, wimpels of vlaggestokken

Vlaggen, wimpels en vlaggestokken mogen geen gevaar of hinder opleveren voor personen of goederen en mogen niet voor commerciële doeleinden worden gebruikt.

Zonneschermen

Zonneschermen mogen slechts worden aangebracht boven het voor voetgangers bestemde gedeelte van de weg en

• elk onderdeel moet zich hoger dan 2,2 meter boven dat weggedeelte bevinden;

• elk onderdeel, in welke stand het scherm ook staat, moet zich minimaal 0,5 meter van het voor het rijverkeer bestemde gedeelte van de weg bevinden;

• elk onderdeel, in welke stand het scherm ook staat, mag niet meer dan 1,5 meter buiten de opgaande gevel reiken.

Uitstallingen bij winkels

• De uitstalling dient direct voor de winkel te worden geplaatst tegen de winkelgevel aan;

• De doorgang voor voetgangers mag door de uitstalling niet worden belemmerd en dient minimaal 1.50 meter te bedragen;

• De uitstalling mag niet breder zijn dan 1.50 meter;

• De uitstalling dient altijd een relatie te hebben met de in de winkel aangeboden waren of diensten;

• De uitstalling mag slechts gedurende de tijden waarop de winkel is geopend, op straat staan.

• De uitstalling bevindt zich niet voor een nooduitgang;

• De uitstalling bevindt zich niet voor de entree/deur van een winkel;

• De uitstalling bevindt zich niet voor de ingang van een woning

• De uitstalling mag slechts op het voetpad worden geplaatst. De uitstalling mag niet op een fietspad of op de rijbaan worden geplaatst.

• Op straat dient onder alle omstandigheden een strook van 4 meter vrij te blijven bestemd voor de hulpverleningsdiensten.

• De uitstalling mag niet worden verankerd in de weg.

• Kabels of leidingen van de winkels naar de uitstallingen zijn niet toegestaan.

• De bereikbaarheid van de brandkranen dient gegarandeerd te zijn.

• De winkelier dient alle schade te vergoeden die door het gebruik of het plaatsen van de uitstalling aan gemeente-eigendommen worden veroorzaakt.

Voorwerpen die nodig zijn voor de inrichting van een werkterrein

• Het voornemen tot plaatsing van containers of andere voorwerpen dient minimaal 10 werkdagen voorafgaande aan de plaatsing te worden gemeld bij de gemeente door middel van een tekening met opgave van locatie, aard en afmetingen van de container of de andere voorwerpen.

• Het college kan aanwijzingen geven ten aanzien van de precieze lokatie.

• De voorwerpen dienen geplaatst te worden zoals aangegeven op de tekening;

• Een container dient zodanig geplaatst c.q. omheind te worden dat er geen gevaar is voor weggebruikers en omwonenden. De hoeken dienen van rood-wit geblokte verticale planken te worden voorzien, welke tussen zonsondergang en -opgang op de juiste wijze moeten worden verlicht;

• De vrije doorgang voor het verkeer waaronder met name voetgangers en hulpdioensten mag niet worden belemmerd;

• De toegang tot woningen, opritten en garages dient vrij te blijven;

• De gemeentegrond dient na verwijdering van de materialen en voorwerpen in de oorspronkelijke staat te worden opgeleverd. Dit zal door een door ons aangewezen ambtenaar worden gecontroleerd;

• Alle schade die aan gemeenteeigendommen ontstaat, dient door de opdrachtgever en/of de persoon die de voorwerpen heeft geplaatst te worden vergoed;

• In geval het gebruik van de gemeentegrond door bijzondere omstandigheden (bijv. calamiteiten) door de gemeente noodzakelijk is, dient bovengenoemde grond op eerste schriftelijke of mondelinge aanzegging te worden ontruimd en in de oorspronkelijke staat te worden opgeleverd.

• Een container en andere voorwerpen ten behoeve van het werkterrein mogen blijven staan zolang de werkzaamheden voortduren, maar niet langer dan 2 maanden. Na 2 maanden moet een nieuwe melding worden ingediend waarbij wordt bekeken of de voorwerpen niet te veel overlast opleveren en verplaatst moeten worden.

Optochten

• aanwijzingen die door de politie worden gegeven moeten stipt worden opgevolgd;

• de organisator, de deelnemers en de personen die voor regeling en controle werkzaam zijn, moeten alle voorschriften nakomen, welke in het belang van de veiligheid van het verkeer door daartoe bevoegde ambtenaren in verband met de loop worden gegeven;

• de te volgen route mag niet door het aanbrengen van tekens op het wegdek worden aangegeven;

• de deelnemers mogen door geen andere motorvoertuigen worden voorafgegaan, begeleid of gevolgd dan door die van de politie en organisatoren;

• er dienen minimaal 2 gediplomeerde EHBO’ers aanwezig te zijn gedurende de optocht;

• de organisator zorgt zelf voor beveiliging van gevaarlijke kruisingen en punten. Wegen en paden mogen niet worden afgesloten;

• als het verkeer op enigerlei wijze moet worden geregeld, dan mag dit alleen door opgeleide, herkenbare en door de burgemeester benoemde verkeersregelaars;

• indien de optocht geen doorgang vindt, wordt hiervan zo spoedig mogelijk mededeling gedaan aan de politie en aan de burgemeester;

• de organisator neemt alle mogelijke maatregelen om te voorkomen dat de gemeente dan wel derden schade lijden ten gevolge van het gebruik van deze vergunning;

• alle door of namens het hoofd van de regiopolitie Gooi en Vechtstreek, door of namens het hoofd van de brandweer van Blaricum en/of door of namens de afdelingsmanager Aanleg en Beheer van de BEL Combinatie gegeven aanwijzingen worden onmid¬dellijk opgevolgd.

• Deelname aan de optocht geschiedt op eigen risico; motorvoertuigen dienen WAM verzekerd te zijn.

• De technische staat van meetrekkende wagens en/of voertuigen moet zodanig zijn, dat de optocht veilig kan verlopen voor zowel toeschouwers als deelnemers.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college in de vergadering van 10 augustus 2010.