Richtlijnen compensatie onttrekking woonruimte 2013

Geldend van 06-07-2013 t/m heden

Intitulé

Richtlijnen compensatie onttrekking woonruimte 2013

Burgemeester en wethouders van de gemeente Blaricum;

overwegende dat het wenselijk is richtlijnen vast te stellen ten behoeve van het onttrekken van woonruimte;

gelet op artikel 3.7 van de Huisvestingsverordening Gooi en Vechtstreek 2011 – eerste wijziging;

BESLUITEN:

I. tot het vaststellen van Richtlijnen compensatie onttrekking woonruimte 2013, luidende als volgt:

Deel

Artikel 1

Indien vergunning tot onttrekking van woonruimte wordt verleend als bedoeld in artikel 3.2 Huisvestingsverordening Gooi en Vechtstreek 2011 – eerste wijziging, ingeval dat het belang van het behoud en de samenstelling van de woonruimtevoorraad groter is dan het belang van de aanvrager, zal de aanvrager naar keuze dienen zorg te dragen voor het bieden van compensatie door gelijkwaardige vervangende woonruimte die aan de bestaande woningvoorraad wordt toegevoegd dan wel het bieden van financiële compensatie overeenkomstig artikel 5 van dit besluit.

Artikel 2

Onder compensatie door het aanbieden van gelijkwaardige woonruimte wordt verstaan, dat nieuwe

woonruimte wordt gecreëerd of bedrijfsruimte wordt omgezet in woonruimte, die door burgemeester en

wethouders gelijkwaardig wordt geacht aan de onttrokken woonruimte.

Artikel 3

De berekening van de bijdrage vindt plaats op basis van het aantal vierkante meters gebruiksvloeroppervlak volgens de norm NEN 2580, voor zover deze in de onttrekking is begrepen.

Ter bepaling van het in sub 1 bedoelde gebruiksoppervlak, worden bij twee of meer gebruiksfuncties in een gebouw de volgende (evenredige delen van) ruimtes niet meegerekend, indien zij niet worden onttrokken: de gemeenschappelijke verblijfsruimten en/of sanitaire ruimten en de ruimte voor de kortste looproute hiernaartoe vanaf het deel met de afzonderlijke gebruiksfunctie, en de gemeenschappelijke verkeersruimte.

Artikel 4

Bij het vaststellen van de bijdrage ter compensatie zal geen onderscheid worden gemaakt tussen zelfstandige en niet-zelfstandige woonruimte (conform de begripsbepaling van de Huisvestingsverordening Gooi en Vechtstreek 2011 – eerste wijziging), of samenvoeging van woonruimte.

Artikel 5

Als de vergunning tot onttrekking in beginsel wordt verleend, dan wordt er een tarief van € 200,= per m2 zoals bedoeld in artikel 3 berekend, zijnde minimaal benodigd om vervangende woonruimte te creëren.

Dit tarief wordt jaarlijks per 1 januari aangepast aan het CBS prijsindexcijfer van de bouw van het voorafgaande jaar.

Artikel 6

De bijdragen zullen worden gestort in de reserve volkshuisvesting van Blaricum en worden gelabeld . De gelabelde gelden zullen worden benut voor het creëren en / of verbeteren van woonruimte .

Artikel 7

De onttrekking zal pas mogen plaatsvinden nadat de verschuldigde bijdrage is voldaan.

Artikel 8

Wanneer de aanvrager de onttrekking van de woonruimte kan compenseren door het beschikbaar stellen van vervangende woonruimte, zal hem daartoe tot maximaal één jaar de gelegenheid worden geboden. Hij dient dan vooraf een waarborgsom te storten, gelijk aan de financiële bijdrage, welke op grond van artikel 5 verschuldigd zou zijn.

De waarborgsom vervalt aan de in artikel 6 genoemde reserve, wanneer niet binnen twaalf maanden na het besluit van burgemeester en wethouders tot het toestaan van de woonruimteonttrekking vervangende woonruimte is aangeboden of met het stichten daarvan daadwerkelijk is begonnen.

II. De Richtlijnen ter compensatie van onttrekking woonruimte d.d. 12 december 2002 worden ingetrokken.

III. Dit besluit treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan.

Ondertekening

Blaricum, 7 mei 2013
Burgemeester en wethouders van Blaricum
de secretaris de burgemeester