Subsidieverordening ‘Elke PEUTER een KANS! 2020 – 2022’

Geldend van 06-03-2020 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2020

Intitulé

Subsidieverordening ‘Elke PEUTER een KANS! 2020 – 2022’

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Blaricum;

Overwegende dat:

het college van burgemeester en wethouders met het vaststellen van de notitie ‘Elke PEUTER een KANS!’ heeft besloten het mogelijk te maken dat een kinderopvangcentrum peuters een peuter- en/of vve-programma kan aanbieden tegen een gereduceerd tarief;

ter uitwerking daarvan een nadere regeling op grond van de algemene subsidieverordening is gewenst;

Gelet op:

Artikel 2, lid 3 van de van de Algemene subsidieverordening Blaricum 2011 en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

B E S L U I T:

Vast te stellen de

Subsidieverordening ‘Elke PEUTER een KANS! 2020 – 2022’,

luidend als volgt:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a. Adviestabel: VNG Adviestabel ouderbijdrage peuterwerk, die gemeenten kunnen gebruiken om voor de gesubsidieerde peuterspeelzalen een inkomensafhankelijke tariefstelling vast te stellen

  • b. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Blaricum

  • c. Kinderdagverblijf: een voorziening van kinderopvang, zoals bedoeld in de wet, die is ingeschreven in het register kinderopvang

  • d. Kinderopvang: de opvang van kinderen, zoals bedoeld in de Wet Kinderopvang

  • e. Kinderopvangtoeslagtabel: een tabel waarin is terug te vinden welk bedrag ouders terugkrijgen van de kinderopvang via de belastingdienst. De teruggave is inkomensafhankelijk

  • f. Kostwinnersgezin: een gezin waarvan één van de ouders werkt / kostwinner is

  • g. Peuter: een kind in de leeftijd van 2 tot 4 jaar woonachtig in de gemeente waarop de regeling van toepassing is

  • h. Peuteropvang: de opvang van peuters, waarbij de peuters een peuter- en/of vve-programma aangeboden krijgen

  • i. Register kinderopvang: het landelijk register kinderopvang (LRK), zoals bedoeld in de Wet Kinderopvang

  • j. Subsidieverordening: de subsidieverordening ‘Elke PEUTER een KANS! 2020 - 2022’ gemeente Blaricum

  • k. Toetsingsinkomen: het bedrag waarmee door de belastingdienst wordt gerekend om te bepalen of een ouder recht heeft op een toeslag en hoe hoog de toeslag is. Voor het bepalen van de hoogte van het toetsingsinkomen is ook het toetsingsinkomen van een eventuele partner van belang

  • l. VVE-peuter: een peuter met een door het consultatiebureau geïndiceerde achterstand of risico op taalachterstand op basis van lexilijst en / of op basis van opleidingsniveau en/of sociale factoren in de omgeving van het kind, waardoor risico op taalachterstand wordt vergroot

  • m. VVE-programma: een landelijk erkend peuterprogramma voor een VVE-peuter met extra ondersteuning, gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen op het gebied van rekenen, taal, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling

  • n. Wet: Wet kinderopvang.

Artikel 2 Doelstelling en doelgroep

  • 1. Ouders van 2 en 3 jarigen die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag van het rijk worden gestimuleerd om hun peuters gebruik te laten maken van het kinderdagverblijf op basis van een verlaagd tarief.

Ouders kunnen in aanmerking komen voor het betalen van een verlaagd tarief indien één van de ouders of beide ouders niet werkt/werken. Afhankelijk van hun toetsingsinkomen betalen zij een aangepast uurtarief aan het kinderdagverblijf. In artikel 7 worden de drie inkomensgroepen uiteengezet.

  • 2. Peuters met een VVE-indicatie wordt extra ondersteuning geboden om achterstanden te verhelpen c.q. de doorgaande leerlijn te bevorderen. Op basis van deze indicatie komen de ouders (ongeacht ouders wel of geen recht hebben op kinderopvangtoeslag) in aanmerking voor het betalen van een tarief van €1,- per uur voor de opvang aan het kinderdagverblijf.

  • 3. De kinderdagverblijven kunnen op grond van deze regeling in aanmerking komen voor de hierin beschreven subsidie, teneinde hen in staat te stellen de verlaagde tarieven als bedoeld in de leden 1 en 2 te hanteren en een VVE-programma aan te bieden.

Artikel 3 Grondslag voor de subsidie

  • 1. Kostwinnersgezinnen:

Het in de kinderopvang aanbieden van maximaal 2 dagdelen van 4 uur per week van een peuterprogramma aan een peuter (waarvan de ouder kostwinner is) inwonend in Blaricum in een boekjaar, waarbij 40 weken per boekjaar het uitgangspunt is.

  • 2. Voorschoolse educatie:

Het in de kinderopvang aanbieden van maximaal 4 dagdelen van 4 uur per week van een peuterprogramma aan een door het consultatiebureau geïndiceerde peuter inwonend in Blaricum voor een VVE-programma in een boekjaar, waarbij 40 weken per boekjaar het uitgangspunt is. Per groep is de bezetting gemaximaliseerd op 50% doelgroepkinderen.

Artikel 4 Vereisten subsidieaanvrager en -aanvraag

  • 1. Aanvraag kan worden ingediend door een houder van een in de gemeente gevestigd kinderdagverblijf dat staat ingeschreven in het register kinderopvang en voldoet aan de vereisten en kwaliteitseisen uit de Wet Kinderopvang en de hieruit voortvloeiende regelgeving.

  • 2. Aanvraag kan in principe alleen via een digitaal aanvraagformulier in een afgeschermde digitale omgeving worden ingediend.

  • 3. De uiterste datum voor indienen van een aanvraag voor de activiteiten als hiervoor bedoeld in artikel 3 is 2 januari van het betreffende kalenderjaar.

  • 4. Bij de subsidieaanvraag worden gegevens gevraagd waaruit blijkt:

  • a. de periode waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

  • b. het bedrag van de aanvraag waarvoor subsidie wordt gevraagd (artikel 4), met de toelichting de te verwachten aantallen peuters, aantal peuters van ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag, aantal VVE-geïndiceerde peuters (als mogelijk) en bedragen. Daarmee is de aangevraagde subsidie een voorlopig subsidiebedrag (voorschot). De hoogte van het aan te vragen bedrag is maximaal 30% boven de reguliere aanvraag.

  • 5. Gelet op de beoogde stimulerende werking van deze regeling wordt ter (voorlopige) bekostiging van de op het moment van aanvraag nog niet bekende groei, het op de aanvraag voor kostwinnersgezinnen betrekking hebbende bedrag van de aanvraag automatisch verhoogd met 30%.

  • 6. Indien gedurende het kalenderjaar er sprake is van een toename van het aantal peuters die voor deze regeling in aanmerking komen waarvan de daarmee gemoeide subsidie hoger is dan de 30%, zoals in artikel 5 lid 5 is verwoord, kan ten behoeve van het betreffende kinderdagverblijf een aanvullende subsidie worden toegekend. Hierbij wordt rekening gehouden met de datum van aanmelding van de peuter in relatie met de periode waarin de peuter gebruik maakt van de voorziening.

  • 7. Subsidie voor de VVE vindt plaats op basis van het gemiddelde aantal opgevangen VVE-peuters op de tel-data 1 april en 1 oktober van het betreffende kalenderjaar.

  • 8. Het basisbedrag VVE bedraagt €2.100,- per gemiddeld aantal VVE-peuters als bedoeld in lid 7.

Artikel 5 Verantwoording en vaststelling subsidie

  • 1. De subsidieontvanger, zoals omschreven in artikel 4, lid 1, dient uiterlijk 1 juni in het jaar na afloop van het kalenderjaar de aanvraag tot vaststelling in bij het college;

  • 2. De aanvraag tot vaststelling bevat:

  • a. een overzicht van het aantal peuters;

  • b. het daadwerkelijk aantal uren dat peuters zijn opgevangen;

  • c. én de hierbij horende toetsingsinkomen van ouders waar subsidie voor is gevraagd en/of van het aantal VVE-geïndiceerde peuters per 1 april en 1 oktober van het betreffende jaar en dat zij daadwerkelijk zijn opgevangen. Het peiljaar van het toetsingsinkomen is altijd twee jaar gelegen voor het kalenderjaar waarvoor de subsidie is gevraagd.

Artikel 6 Subsidiebedragen voor peuteropvang

  • 1. Het maximale uurtarief, zoals weergegeven in de tabel in lid 3, wordt jaarlijks aangepast aan de voor dat jaar gepubliceerde adviestabel VNG ouderbijdrage peuterwerk.

  • 2. De volgende subsidiebedragen worden gehanteerd:

Normtarief: adviestabel VNG (max. €8,17 in 2020)

Peuteropvang

2 dagdelen van 4 uur / per dagdeel per week gedurende 40 weken (maximaal 320 per jaar) à maximaal €8,17 per uur

Ouders met een geïndiceerde VVE- peuter

Ouders die wel recht hebben op kinderopvangtoeslag van het Rijk

Geen gemeentelijke subsidie.

Wel gemeentelijke subsidie (zie ook artikel 2, lid 2).

Ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag van het Rijk

De gemeente subsidieert het verschil tussen €8,17 en het maximaal uurtarief per inkomensgroep per gerealiseerd uur voor peuters minus de ouderbijdrage conform onderstaande kinderopvangtoeslagtabel:

Toetsingsinkomensgroepen Uurtarief

- Tot €25.000 Max. €2

- Van €25.001 tot €50.000 Max. €4

- Van €50.001 tot €65.000 Max. €6

Uurtarief kent een maximum van 420 uur per jaar

De gemeente subsidieert- ongeacht of ouders wel of geen recht hebben op kinderopvangtoeslag van het Rijk- het verschil tussen €8,17 en het specifiek voor VVE-peuters geldende uurtarief van €1,- per uur bij een maximum van 4 dagdelen van 4 uur per dagdeel per week met een maximum van 40 weken. Het basisbedrag is €2.100 per geïndiceerde peuter.

(maximum 640 uur per jaar).

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze regeling geldt van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2022, met dien verstande dat ook nadien kan worden beslist ter zake van aanvragen voor (vaststelling van) subsidie voor het tot en met 31 december 2022 geldende tijdvak.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de B&W vergadering van 22 oktober 2019.

Burgemeester en wethouders voornoemd,

burgemeester,

J. de Zwart-Bloch

de secretaris,

M. Kilic-Karaaslan