Beleidsregels met betrekking tot het verlenen van standplaatsvergunningen in Blaricum 2019

Geldend van 28-07-2020 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels met betrekking tot het verlenen van standplaatsvergunningen in Blaricum 2019

In artikel 5.18 van de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Blaricum 2017 is het verbod opgenomen om een standplaats in te nemen of te hebben zonder vergunning van het college van burgemeester en wethouders. De vergunning kan worden geweigerd op de volgende gronden:

het hebben of innemen van een standplaats op een bepaalde locatie is strijd met

een geldend bestemmingsplan;

de standplaats voldoet hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet

aan redelijke eisen van welstand;

indien als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel

van de gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning voor een standplaats voor het verkopen van goederen een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt.

Een vergunning of ontheffing kan daarnaast in ieder geval worden geweigerd in het belang van:

de openbare orde;

de openbare veiligheid;

de volksgezondheid;

de bescherming van het milieu.

Als één of meer van bovenstaande weigeringsgronden zich voordoen, kan het college de aanvraag weigeren, het college is daar echter niet toe verplicht. In deze beleidsregel is neergelegd in welke situatie het college een aanvraag wel of niet zal weigeren.

1. Strijd met een geldend bestemmingsplan

In Blaricum worden al gedurende meerdere jaren op twee locaties standplaatsen ingenomen: op een locatie aan de Dorpsstraat en op een locatie bij het Winkelcentrum Bijvanck. Beide standplaatsen zijn gesitueerd op een verkeersbestemming die feitelijk is ingericht als voetgangersgebied. Omdat het innemen van een standplaats niet aangemerkt kan worden als het op reguliere wijze deelnemen aan het verkeer, kan gesteld worden dat het innemen van standplaatsen een vorm van met het bestemmingsplan strijdig gebruik is. Door beperkingen te stellen aan de exacte locatie en aan de afmetingen van een standplaats, kan het effect op de verkeersbestemming worden beheerst.

Beleid

Het college zal een aanvraag om vergunning voor het hebben en/of innemen van een standplaats op locaties Dorpsstraat en Uilebord (Bijvanck) niet weigeren wegens strijd met het bestemmingsplan, op grond van de volgende overwegingen.

Omdat beide standplaatsen gelegen zijn op korte afstand van de parkeervoorzieningen van een winkelgebied, is geen sprake van ongewenst grote verkeersaantrekkende werking.

Voor beide standplaatsen geldt dat de bruikbaarheid van de weg voor voetgangers niet wordt aangetast of dat op andere wijze de veiligheid van verkeersdeelnemers in het gedrang komt.

Om het ruimtelijke effect van de afwijking van het bestemmingsplan te begrenzen, maar ook om te voorkomen dat hinder voor bijvoorbeeld voetgangers zal ontstaan, beperkt het college de afmetingen van een standplaats tot 40 m2, op de locatie zoals aangegeven op de bijlagen bij deze beleidsregel.

Aanvragen om vergunning voor een grotere standplaats op deze locaties zullen worden geweigerd.

Vergunningen voor standplaatsen op andere locaties zullen alleen verleend worden als duidelijk is dat die standplaats in overeenstemming met het ter plaatse vigerende bestemmingsplan is, of als uit een ruimtelijke onderbouwing blijkt dat omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan ten behoeve van een standplaats kan worden verleend.

Om dit voorschrift goed te kunnen handhaven, zullen de hoeken van de opstelruimte op of in de bestrating worden gemarkeerd.

2. Redelijke eisen van welstand

Een aanvraag om vergunning voor het innemen en/of hebben van een standplaats zal getoetst worden aan redelijke eisen van welstand. De commissie voor ruimtelijke kwaliteit van Blaricum zal de aangevraagde standplaats beoordelen aan de hand van de criteria zoals die zijn neergelegd in de welstandsnota.

Beleid

Als de commissie voor ruimtelijke kwaliteit van Blaricum adviseert dat niet wordt voldaan aan redelijke eisen van welstand, zal de vergunning worden geweigerd.

3. Een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse

Het college overweegt hierbij dat deze bepaling niet gebruikt mag worden voor het beperken of anderszins reguleren van concurrentieverhoudingen tussen ondernemers in de gemeente. Gelet op het tijdelijke en ambulante karakter van een verkooppunt op een standplaats, zal er niet snel aanleiding zijn om aan te nemen dat een standplaats leidt tot een gevaar voor een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse. Een onderzoek naar het mogelijk in gevaar komen van een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse, zal daarom eerst bij een aanvraag om het innemen van een standplaats gevraagd worden indien die aanvraag ziet op de aanwezigheid van dezelfde ondernemer op drie of meer dagen per week op dezelfde standplaats.

Beleid

Bij een aanvraag voor het hebben of innemen van een standplaats voor het verkopen van goederen op ten hoogste twee dagen per week, zal het college er vanuit gaan dat het niet waarschijnlijk is dat een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt. Als een aanvraag wordt ingediend voor een standplaats voor het verkopen van goederen op 3 of meer dagen per week, dan moet de aanvrager aannemelijk maken dat het niet waarschijnlijk is dat een redelijk voorzieningenniveau

voor de consument ter plaatse in gevaar komt.

4. Overige weigeringsgronden

Een vergunning of ontheffing kan daarnaast in ieder geval worden geweigerd in het belang van:

a. de openbare orde;

b. de openbare veiligheid;

c. de volksgezondheid;

d. de bescherming van het milieu.

Beleid

Uit ervaring gedurende meerdere jaren blijkt dat bovenstaande belangen niet worden geschaad door de bestaande standplaatsen. Het college ziet er daarom van af om voor deze weigeringsgronden beleid te formuleren en zal per aanvraag beoordelen of deze weigeringsgronden zich voordoen. Daarnaast worden, ter bescherming van deze belangen, algemene voorwaarden en maatwerkvoorschriften aan de vergunning verbonden.

Duur van de vergunning

Om in te kunnen spelen op ontwikkelingen in de openbare ruimte in de omgeving van de standplaats, en om rekening te kunnen houden met belangen van aanvragers en derden, wordt de standplaatsvergunning niet voor onbepaalde tijd verleend, maar steeds voor een jaar, vanaf 1 januari tot en met 31 december.

Intrekking

De Beleidsregels standplaatsen Blaricum, vastgesteld op 27 november 2017 en bekendgemaakt 6 december 2017 worden ingetrokken.

In werking treden

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking. Dit betekent dat aanvragen om vergunning voor het hebben en/of innemen van een standplaats waarop nog geen besluit is genomen, afgedaan worden in overeenstemming met deze beleidsregels.

Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels standplaatsen Blaricum 2019.

Ondertekening

Bijlage bij Beleidsregels standplaatsen Blaricum 2019 – Locaties en afmetingen