Regeling vervallen per 12-05-2012

Verordening beeldbepalende bouwwerken en beeldondersteunende zaken 2009

Geldend van 12-05-2012 t/m 11-05-2012

Intitulé

Verordening beeldbepalende bouwwerken en beeldondersteunende zaken 2009

De raad van de gemeente Blaricum;

 

overwegende,

 

dat in april 2005 de onderzoeksresultaten uit het “Onderzoek naar objecten van cultuurhistorische waarde in de gemeente Blaricum” zijn opgeleverd;

 

dat het raadsprogramma 2006-2010. bescherming van het dorpskarakter en culturele waarden tot één van de aandachtspunten van het Blaricumse bestuur heeft gemaakt;

 

dat uit het voorgaande blijkt dat naast bescherming van gemeentelijke monumenten het gewenst is bescherming te bieden aan een aantal beeldbepalende bouwwerken en beeldondersteunende zaken;

 

dat het gewenst is de karakteristieke beeldkwaliteit van deze bouwwerken te behouden;

 

dat het gewenst is de bouwwerken en zaken te beschermen tegen afbraak, verstoring, ondeugdelijk herstel, verplaatsing of wijziging, althans en voor zover de karakteristieke beeldkwaliteit dientengevolge verloren gaat, en deze activiteiten vergunningplichtig te maken;

 

dat de verordening van toepassing zal zijn op bouwwerken en zaken die worden vermeld op een overeenkomstig deze verordening vastgestelde lijst;

 

dat een nadere selectie van de geïnventariseerde bouwwerken en zaken redengevend zal worden beschreven ten aanzien van de karakteristieke beeldkwaliteit en als zodanig integraal onderdeel zal gaan uitmaken van de genoemde lijst;

 

dat bovendien in de planvoorschriften van het vastgestelde bestemmingsplan Villagebieden d.d. 23 juni 2009 een wijzigingsbevoegdheid is opgenomen ten behoeve van de verankering van de karakteristieke beeldkwaliteit van de desbetreffende bouwwerken en zaken door middel van een nadere aanduiding ‘karakteristiek’ op de plankaart;

 

gelezen het voorstel d.d. 26 augustus 2009, van burgemeester en wethouders;

 

gelet op de artikelen 108, 147 en 149 van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

B E S L U I T :

 

De verordening beeldbepalende bouwwerken en beeldondersteunende zaken 2009 vast te stellen;

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

a. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is of indirect steun vindt in of op de grond;

b. zaak: een voor menselijke beheersing vatbaar stoffelijk object, die roerend of onroerend kan zijn;

c. beeldbepalend bouwwerk: een overeenkomstig deze verordening als beschermingswaardig aangewezen bouwwerk, die wegens zijn karakteristieke beeldbepalende kwaliteit van algemeen gemeentelijk belang is bevonden;

d. beeldondersteunende zaak: een overeenkomstig deze verordening als beschermingswaardig aangewezen zaak, die wegens zijn karakteristieke beeldondersteunende kwaliteit van algemeen gemeentelijk belang is bevonden;

e. lijst van beeldbepalende bouwwerken en beeldondersteunende zaken: de lijst waarop zijn vermeld de overeenkomstig deze verordening aangewezen bouwwerken en zaken met redengevende beschrijvingen;

f. welstandscommissie: de met welstandszorg belaste commissie, als bedoeld in de

welstandsnota van de gemeente Blaricum, die advies uitbrengt omtrent een bouwplan op

basis van redelijke eisen van welstand;

Hoofdstuk II Aanwijzingsprocedure

Artikel 2

  • 1 Burgemeester en wethouders kunnen, al dan niet op verzoek van belanghebbenden, besluiten bouwwerken en zaken als beeldbepalend bouwwerk of beeldondersteunende zaak op de lijst van beeldbepalende bouwwerken en beeldondersteunende zaken te plaatsen.

  • 2 Voordat burgemeester en wethouders ter zake een beschikking geven, verzoeken zij de welstandscommissie binnen een redelijke termijn van in beginsel acht weken schriftelijk een gemotiveerd advies uit te brengen.. Indien de welstandscommissie binnen deze termijn het gevraagde advies niet uitbrengt, kunnen burgemeester en wethouders een beschikking afgeven zonder het gevraagde advies.

  • 3 Burgemeester en wethouders doen mededeling van de adviesaanvraag, bedoeld in het tweede lid, aan degenen die als eigenaren en anderszins zakelijk gerechtigden in de kadastrale legger bekend staan, aan de ingeschreven hypothecaire schuldeisers en, indien om aanwijzing is verzocht, aan de verzoeker.

  • 4 Met ingang van de datum waarop de mededeling, bedoeld in het derde lid, heeft plaatsgevonden tot het moment dat plaatsing op de lijst, als bedoeld in artikel 1, sub f, plaatsvindt dan wel vaststaat dat het bouwwerk of de zaak niet wordt geplaatst op deze lijst, zijn de artikelen 3 tot en met 8 van toepassing.

  • 5 Alvorens burgemeester en wethouders een beschikking afgegeven over de aanwijzing van een beeldbepalend bouwwerk of beeldondersteunende zaak, stellen zij de eigenaar van het desbetreffende bouwwerk of de zaak gedurende zes weken na de mededeling, als bedoeld in het derde lid, in de gelegenheid een zienswijze naar voren te brengen.

  • 6 Burgemeester en wethouders geven uiterlijk acht weken nadat de welstandscommissie advies heeft uitgebracht, een beschikking af als bedoeld in het vijfde lid. Eenmalig kan deze termijn schriftelijk met acht weken worden verdaagd. De beschikking wordt bekend gemaakt aan degenen die als eigenaren en anderszins zakelijk gerechtigden in de kadastrale legger bekend staan, aan de ingeschreven hypothecaire schuldeisers en, indien om aanwijzing is verzocht, aan de verzoeker.

  • 7 Burgemeester en wethouders maken de plaatsing op de lijst van beeldbepalende bouwwerken en beeldondersteunende zaken door publicatie bekend op de binnen de gemeente gebruikelijke wijze.

  • 8 De lijst van beeldbepalende bouwwerken en beeldondersteunende zaken geeft de plaatselijke aanduiding aan, de kadastrale aanduiding, de tenaamstelling en een specifieke beschrijving van de karakteristieke beeldkwaliteit alsmede een generieke omschrijving van hetgeen daarvan niet deel uitmaakt.

  • 9 Burgemeester en wethouders kunnen ambtshalve of op verzoek van belanghebbenden in de lijst van beeldondersteunende bouwwerken en beeldondersteunende zaken wijzigingen aanbrengen. Indien de wijziging naar het oordeel van burgemeester en wethouders van ondergeschikte betekenis is dan wel wanneer de wijziging betreft het doorhalen van de

    inschrijving van een bouwwerk of zaak die is teniet gegaan, blijft overeenkomstige toepassing van het tweede, vijfde en zesde lid achterwege.

  • 10 Beeldbepalende bouwwerken of beeldondersteunende zaken die na plaatsing op de lijst van beeldbepalende bouwwerken en beeldondersteunende zaken in procedure worden gebracht voor aanwijzing als rijks- of gemeentelijk monument, worden, indien de rijks- of gemeentelijke monumentenstatus wordt vastgesteld, van de lijst van beeldbepalende bouwwerken en beeldondersteunende zaken geschrapt.

Hoofdstuk III Verbodsbepaling/Vergunning

Artikel 3

Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders:

a. een beeldbepalend bouwwerk of beeldondersteunende zaak af te breken, te verstoren, te verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen;

b. een beeldbepalend bouwwerk of beeldondersteunende zaak, te herstellen, te gebruiken of te doen gebruiken op een wijze waardoor de karakteristieke beeldkwaliteit teniet gaat of daarmee wordt bedreigd.

Artikel 4

  • 1 Een vergunning, als bedoeld in artikel 3, dient schriftelijk overeenkomstig artikel 5 te worden aangevraagd.

  • 2 Een aanvraag voor bouwvergunning die op enigerlei wijze samenhangt met het beeldbepalende bouwwerk of beeldondersteunende zaak, wordt tevens aangemerkt als een aanvraag voor een vergunning, als bedoeld in artikel 3.

Artikel 5

  • 1 Bij een aanvraag voor een vergunning, als bedoeld in artikel 3, worden de door burgemeester en wethouders gevraagde gegevens overlegd. In ieder geval wordt vermeld:

    a. een omschrijving van de werkzaamheden;

    b. de persoonsgegevens van de aanvrager;

    c. de plaatselijke en de kadastrale ligging van het bouwwerk of zaak door middel van een situatietekening met een schaal van tenminste 1:1000;

    d. de plattegronden van de bestaande en van de nieuwe situatie door middel van een tekening met een schaal van tenminste 1:100, één en ander met de van belang zijnde gevelaanzichten, doorsneden, detailleringen en relevant fotomateriaal.

  • 2 Indien niet wordt voldaan aan het gestelde in het eerste lid, alsmede aan de eisen die gelden ingevolge de artikelen 4:1 en 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht, stellenburgemeester en wethouders de aanvrager in de gelegenheid om binnen vier weken de ontbrekende gegevens te overleggen en zijn zij hem daarbij behulpzaam.

Artikel 6

  • 1 Burgemeester en wethouders besluiten omtrent een aanvraag om vergunning, als bedoeld in artikel 4 eerste lid, binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen. Eenmalig kan door schriftelijke kennisgeving aan de direct betrokkenen de beslissing met acht weken worden verdaagd.

  • 2 Alvorens te besluiten omtrent de vergunningverlening, vragen burgemeester en wethouders advies aan de welstandscommissie.

     

  • 3 De welstandscommissie adviseert zo spoedig mogelijk, met inachtneming van de wettelijke termijnen voor een aanvraag van een vergunning. Het advies aan burgemeester en wethouders wordt schriftelijk en gemotiveerd uitgebracht. Uit het advies moet blijken, dat aan de redengevende beschrijving van de lijst is getoetst en wordt gemotiveerd aangegeven waarom de vergunning kan worden verleend dan wel waarom de vergunning dient te worden geweigerd.

  • 4 Indien burgemeester en wethouders niet binnen de in het eerste lid van dit artikel gestelde termijn, dan wel na verdaging daarvan, hebben beslist op de aanvraag, als bedoeld in artikel 4, eerste lid. wordt de vergunning geacht niet te zijn verleend.

Artikel 7

Aan een vergunning, als bedoeld in artikel 6, kunnen door burgemeester en wethouders voorschriften worden verbonden ter voorkoming of beperking van schade aan het beeldbepalende bouwwerk of de beeldondersteunende zaak.

Artikel 8

  • 1 Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning, als bedoeld in artikel 6, intrekken, indien:

    a. blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

    b. blijkt dat de vergunninghouder de voorwaarden, als bedoeld in artikel 7, niet naleeft;

    c. de omstandigheden van de vergunninghouder dusdanig zijn gewijzigd, dat het behoud van de karakteristieke beeldkwaliteit zich niet langer laat verenigen met de vergunningverlening.

    d. binnen twee jaar na het verlenen van de vergunning daarvan geen gebruik is gemaakt.

  • 2 Burgemeester en wethouders stellen de vergunninghouder van het voornemen tot intrekking van de vergunning in kennis en stellen hem in de gelegenheid een zienswijze in te brengen. Het besluit tot intrekking wordt met redenen omkleed en ter kennisneming in afschrift verzonden aan de welstandscommissie.

Hoofdstuk IV Sanctiebepalingen

Artikel 9

Degene die handelt in strijd met artikel 3 kan worden gestraft met hechtenis van ten hoogste driemaanden of een geldboete van de tweede categorie. Bovendien kan na onherroepelijke veroordeling openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak plaatsvinden door publicatie in één of meer dag-,

nieuws-, of huis-aan-huisbladen.

Hoofdstuk V Slotbepalingen

Artikel 10

De verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

Hoofdstuk VI Citeertitel

Artikel 11

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening beeldbepalende bouwwerken en beeldondersteunende zaken".

Ondertekening

Vastgesteld door de raad in zijn openbare vergadering van 22 september 2009.
 
De raad van Blaricum,
 
 
P.C.M. de Groot                                                     mevrouw J.N. de Zwart-Bloch
Griffier                                                                     voorzitter

Bijlage Bijlagen

Verordening beeldbepalende bouwwerken raadsbesluit 49 II