Regeling vervallen per 19-05-2012

Verordening toeslagen en verlagingen WWB 2010

Geldend van 19-05-2012 t/m 18-05-2012

Intitulé

Verordening toeslagen en verlagingen WWB 2010

De gemeenteraad stelt de volgende regeling vast:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving en bereik

  • 1 In deze verordening wordt verstaan onder:

    a. wet: de Wet werk en bijstand

    b. toeslag: de toeslag genoemd in artikel 25, lid 2 van de wet

    c. bijstandsnorm: de op grond van paragraaf 3.2 van de wet op de belanghebbende van toepassing zijnde norm, vermeerderd of verminderd met de op grond van paragraaf 3.3.

    van de wet, door het college vastgestelde verhoging of verlaging;

    d. norm: de normen als bedoeld in artikel 21 van de wet;

    e. woonkosten:

    1. Indien een huurwoning wordt bewoond, de per maand geldende huurprijs, bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Wet op de huurtoeslag;

    2. Indien een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand omgerekende som van de verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten en een naar omstandigheden vast te stellen bedrag voor onderhoud;

  • 2 De begripsbepalingen genoemd in de artikelen 3, 4, 28, 29, 33 en 37 van de wet zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 3 Deze verordening is van toepassing op belanghebbenden van 27 jaar of ouder, maar jonger dan 65 jaar, die niet in een inrichting verblijven.

  • 4 Als het de bijstandsverlening betreft aan een samenlevingsverband in de zin van artikel 3 van de wet, is de verordening van toepassing indien beide partners 27 jaar of ouder, maar jonger dan 65 zijn;

  • 5 Voor de toepassing van deze verordening wordt niet als "een ander" aangemerkt:

    a. een inwonend kind tot 21 jaar;

    b. een inwonend kind vanaf 21 jaar indien dit kind een inkomen heeft dat hoger is dan het normbedrag voor de kosten van levensonderhoud voor hoger onderwijs, genoemd in artikel 3.18 van de Wet studiefinanciering.

  • 6 Voor de toepassing van deze verordening wordt een gezin beschouwd als "een ander".

Hoofdstuk 2 Categorieën

Artikel 2 Categorieën

  • 1 Voor belanghebbenden ten aanzien van wie de bijstand kan worden verhoogd of verlaagd, geldt een categorieaanduiding als nader uitgewerkt in dit artikel.

  • 2 De categorieën worden aangeduid als:

    a. alleenstaande;

    b. alleenstaande ouder;

    c. gehuwde.

    d. schoolverlater

Hoofdstuk 3 Criteria voor het verhogen van de bijstandsnorm voor een alleenstaand of alleenstaande ouder

Artikel 3 Verhogingen norm alleenstaande of alleenstaande ouder

  • 1 De norm voor de alleenstaande en de alleenstaande ouder in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft, wordt verhoogd met een toeslag van 100 procent.

  • 2 De norm voor een alleenstaande of alleenstaande ouder wordt verhoogd met een toeslag van 100 procent, mits zijn noodzakelijke bestaanskosten niet kunnen worden gedeeld met een ander.

  • 3 De norm voor een alleenstaande of alleenstaande ouder wordt verhoogd met een toeslag van 50 procent indien het eerste, tweede of vierde lid van dit artikel niet op hem van toepassing is.

  • 4 De norm voor een alleenstaande of alleenstaande ouder wordt verhoogd met een toeslag van 25 procent, indien de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan kunnen worden gedeeld met twee of meer anderen.

  • 5 In afwijking van dit artikel wordt geen toeslag verleend, indien de ander een niet-rechthebbende partner is en een inkomensvoorziening op grond van de WIJ ontvangt.

Hoofdstuk 4 Criteria voor het verlagen van de bijstandsnorm of de toeslag

Artikel 4 Verlaging norm gehuwden

  • 1 De norm wordt lager vastgesteld indien de gehuwden lagere algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan hebben dan waarin de norm voorziet, als gevolg van het geheel of gedeeltelijk kunnen delen van deze kosten met een ander.

  • 2 De verlaging op grond van dit artikel bedraagt 50 procent van de toeslag als de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan kunnen worden gedeeld met één ander.

  • 3 De verlaging op grond van dit artikel bedraagt 75 procent van de toeslag als de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan kunnen worden gedeeld met twee of meer anderen.

Artikel 5 Verlaging bij ontbreken woonkosten

De norm of de toeslag wordt verlaagd met 75 procent van de toeslag als de alleenstaande, de alleenstaande ouder of de gehuwde lagere algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan heeft dan waarin de norm of de toeslag voorziet als gevolg van het bewonen van een woning waaraan geen woonkosten zijn verbonden of het niet aanhouden van een woning.

Artikel 6 Norm schoolverlaters

  • 1 De norm voor een thuisinwonende schoolverlater wordt voor de duur van zes maanden vastgesteld op het bedrag zoals genoemd in artikel 33 lid 2 onder a. van de wet.

  • 2 De norm voor een uitwonende schoolverlater wordt voor de duur van zes maanden vastgesteld op het bedrag zoals genoemd in artikel 33 lid 2 onder b. van de wet.

  • 3 Het bepaalde in de artikelen 3, 4 en 5 en 7 van deze verordening is niet van toepassing op een uitkeringsgerechtigde op wie dit artikel van toepassing is.

Hoofdstuk 5 Overige bepalingen

Artikel 7 Anticumulatie

  • 1 De bijstandsnorm van de alleenstaande of alleenstaande ouder bedraagt:

    1. minimaal de norm genoemd in artikel 21, sub a of b van de wet, tenzij er sprake is van verlaging als gevolg van verwijtbaar gedrag;

    2. maximaal de bijstandsnorm genoemd in artikel 21, sub a en b van de wet, verhoogd met de maximale toeslag van artikel 25, lid 2.

  • 2 De bijstandsnorm voor gehuwden bedraagt:

    1. minimaal de norm genoemd in artikel 21, sub c van de wet, verlaagd met de maximale verlaging, tenzij er sprake is van verlaging als gevolg van verwijtbaar gedrag;

    2. maximaal de norm genoemd in artikel 21, sub c van de wet.

Artikel 8 Uitvoering

  • 1 Burgemeester en wethouders zijn belast met de uitvoering van deze verordening.

  • 2 In gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 9 Citeerwijze

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening toeslagen en verlagingen WWB 2010".

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1 De Verordening toeslagen en verlagingen 2007 wordt met ingang van 1 januari 2010 ingetrokken.

  • 2 De Verordening toeslagen en verlagingen 2010 treedt inwerking met ingang van 1 januari 2010

Ondertekening

Besloten in de vergadering van 22 juni 2010.