Regeling vervallen per 01-01-2015

Burgemeester en wethouders der gemeente Bloemendaal;gelet op artikel 4.81 van Algemene Wet Bestuursrecht; Overwegende:-dat de beleidsregels de effectiviteit van beleid, gelijkheid in behandeling en rechtszekerheid voor de inwoners bevorderen; b e s l u i t e n:vast te stellen de volgende BELEIDSREGELS GEMEENTELIJK MINIMABELEID BLOEMENDAAL 2011

Geldend van 01-07-2011 t/m 31-12-2014

Intitulé

Burgemeester en wethouders der gemeente Bloemendaal;gelet op artikel 4.81 van Algemene Wet Bestuursrecht; Overwegende:-dat de beleidsregels de effectiviteit van beleid, gelijkheid in behandeling en rechtszekerheid voor de inwoners bevorderen; b e s l u i t e n:vast te stellen de volgende BELEIDSREGELS GEMEENTELIJK MINIMABELEID BLOEMENDAAL 2011

BELEIDSREGELS GEMEENTELIJK MINIMABELEID BLOEMENDAAL 2011

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    belanghebbende: de persoon van 18 jaar of ouder die een aanvraag minimabeleid indient;

  • b.

    ouder(s)/verzorger(s): belanghebbende(n) die aanspraak kan/kunnen maken op kinderbijslag voor een eigen of aangehuwd of pleegkind jonger dan 18 jaar;

  • c.

    65-plusser: de belanghebbende vanaf de eerste van de maand waarin hij 65 jaar oud wordt;

  • d.

    Wtos: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

  • e.

    Wwb: Wet werk en bijstand;

  • f.

    schooljaar: een schooljaar is een jaar dat loopt van augustus tot en met juli van het daaropvolgende jaar;

  • g.

    toetsingsinkomen: het verzamelinkomen dat belanghebbende en eventuele partner hebben ontvangen in de maand waarin de te declareren kosten zijn gemaakt.

Artikel 2 Voorwaarden algemeen

  • 1.

    1.De voorzieningen van het gemeentelijk minimabeleid zijn toegankelijk voor de inwoners van de gemeente Bloemendaal.

  • 2.

    2.De inkomensgrens voor de voorzieningen minimabeleid bedraagt maximaal 110% van de toepasselijke bijstandsnorm exclusief vakantiegeld.

  • 3.

    Het toetsingsinkomen is het (maand)inkomen op het moment van het ontstaan van de kosten.

  • 4.

    Voor de bepaling van het vermogen en de vermogensgrenzen wordt aangesloten bij het gestelde in artikel 34 Wet werk en bijstand.

Artikel 3 Schoolkostenregeling

  • 1.

    1.Ouders/verzorgers met schoolgaande kinderen in het basis- en voortgezet onderwijs met een toetsingsinkomen van maximaal 110% van de toepasselijke bijstandsnorm exclusief vakantiegeld, kunnen in aanmerking komen voor een (school)jaarlijkse vergoeding van schoolkosten

  • 2.

    Het moet gaan om onvermijdbare kosten, dat wil zeggen noodzakelijke kosten waaraan men niet kan ontkomen.

  • 3.

    Voor kinderen in het basisonderwijs geldt een vergoeding van maximaal € 150, - per kind per schooljaar.

  • 4.

    Voor kinderen in het voortgezet onderwijs geldt een vergoeding van maximaal € 200, - per kind per schooljaar.

  • 5.

    De vergoeding wordt betaald op declaratiebasis. De vergoeding wordt verstrekt wanneer door middel van bewijsstukken is aangetoond dat de kosten daadwerkelijk zijn gemaakt.

Artikel 4 Computerregeling voor gezinnen met kinderen in het voortgezet onderwijs

  • 1.

    Ouders/verzorgers met kinderen in het voortgezet onderwijs in de leeftijd van 11 tot en met 15 jaar met een toetsingsinkomen tot maximaal 110% van de toepasselijke bijstandsnorm exclusief vakantiegeld, kunnen in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de kosten van de aanschaf van een computer met toebehoren.

  • 2.

    De tegemoetkoming in de kosten geldt per huishouden en wordt maximaal één keer in de vijf jaar wordt verstrekt.

  • 3.

    De tegemoetkoming in de kosten van de aanschaf van de computer met toebehoren bedraagt  maximaal € 400, -.

  • 4.

    De vergoeding wordt betaald op declaratiebasis. De vergoeding wordt verstrekt wanneer door middel van bewijsstukken is aangetoond dat de kosten daadwerkelijk zijn gemaakt.

Artikel 5 Declaratieregeling voor sociaal-culturele en sportieve activiteiten

  • 1.

    Personen die willen deelnemen aan sociaal-culturele en sportieve activiteiten, met een toetsingsinkomen tot maximaal 110% van de toepasselijke bijstandsnorm kunnen in aanmerking komen voor een vergoeding. De declaratieregeling is bedoeld voor alle personen die extra ondersteuning nodig hebben om voldoende te kunnen participeren in de samenleving.

  • 2.

    Kosten voor deelname aan sociaal-culturele en/of sportieve activiteiten in verenigings- en/of clubverband kunnen worden vergoed.

  • 3.

    De vergoeding bedraagt maximaal € 175, - per persoon per kalenderjaar.

  • 4.

    De vergoeding wordt betaald op declaratiebasis. De vergoeding wordt verstrekt wanneer door middel van bewijsstukken is aangetoond dat de kosten daadwerkelijk zijn gemaakt.

  • 5.

    Studenten die recht hebben op een beurs in de zin van de wet Studiefinanciering zijn uitgesloten van deze regeling.

Artikel 6 Bijdrage collectieve zorgverzekering minima, chronisch zieken, gehandicapten en ouderen

  • 1.

    Personen van 18 jaar en ouder met een toetsingsinkomen van maximaal 110% van de toepasselijke bijstandsnorm kunnen in aanmerking komen voor een bijdrage aan de kosten van een collectieve zorgverzekering. Daarnaast kunnen chronisch zieken, gehandicapten en 65-plussers met een toetsingsinkomen tot 130% van de toepasselijke bijstandsnorm in aanmerking komen voor een bijdrage.

  • 2.

    De gemeente biedt een compleet pakket van basisverzekering en aanvullende verzekeringen aan bij Zilveren Kruis Achmea met korting op de maandelijkse premie. Deelnemers aan dit pakket ontvangen van de gemeente een maandelijkse bijdrage van € 10 per polis. Voor chronische zieken, gehandicapten en 65-plussers bedraagt de maandelijkse bijdrage € 20 per polis. De bijdrage wordt maandelijks betaalbaar gesteld.

Artikel 7 Aanvraagprocedure

  • 1.

    De aanvrager moet ten tijde van het ontstaan van de kosten woonachtig zijn in de gemeente Bloemendaal.

  • 2.

    De aanvraag kan tot uiterlijk drie maanden na afloop van het schooljaar (voor de schoolkostenregeling) en/of kalenderjaar(voor de declaratieregeling) worden ingediend. Latere aanvragen worden niet meer in behandeling genomen.

  • 3.

    Indien een belanghebbende op geen enkele wijze in staat is de gedeclareerde kosten zelf vooruit te financieren, kan in het individuele geval een voorschot worden verstrekt op de uiteindelijke vergoeding uit het minimabeleid.

Artikel 8 Voorliggende voorzieningen

Er bestaat geen recht op een voorziening uit het minimabeleid als een beroep gedaan kan worden op een voorliggende voorziening in de zin van artikel 15, lid 1 Wwb.

Artikel 9 Terugvordering

Verstrekkingen die ten onrechte dan wel tot een te hoog bedrag zijn uitgekeerd, kunnen van de belanghebbende worden teruggevorderd.

Artikel 10 Inwerkingtreding en tenaamstelling

Deze beleidsregels treden in werking op 1 juli 2011.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Bloemendaal van 22 maart 2011.

Th. Nederveen ,burgemeester

Ph. van der Wees ,secretaris

Gepubliceerd in het Weekblad Kennemerland Zuid d.d. 7 april 2011.

In werking: 1 juli 2011.

Toelichting op de beleidsregels

Voorwoord

1.Wettelijk kader en beleidsvrijheid

Het gemeentelijk minimabeleid

Naast de wettelijke mogelijkheden van individuele bijzondere bijstand op grond van de Wet werk en bijstand heeft de gemeente Bloemendaal de bevoegdheid om een eigen minimabeleid te voeren om zo de leefsituatie en het toekomstperspectief van haar burgers te verbeteren. Het beleid is gericht op een volwaardige participatie van burgers in de samenleving. De gemeente mag zelf bepalen hoe zij invulling geeft aan de voorzieningen van het minimabeleid, zolang ze maar binnen de grenzen van de Wet werk en bijstand blijft. Zo mag een gemeente bijvoorbeeld door middel van het minimabeleid geen inkomenspolitiek bedrijven.

De minimaregelingen zoals die door de gemeente Bloemendaal worden aangeboden, worden beschreven in deze beleidsregels gemeentelijk minimabeleid en voldoen aan de wettelijke bepalingen. Het gemeentelijk minimabeleid wordt uitgevoerd door de Intergemeentelijke Afdeling Sociale Zaken Bloemendaal, Haarlemmerliede en Spaarnwoude en Heemstede.

2.Visie op het minimabeleid

Het minimabeleid is onderdeel van het beleid waarmee de gemeente Bloemendaal armoede wil voorkomen en bestrijden. Het uitgangspunt van de gemeente Bloemendaal is dat iedere burger recht heeft op minimale levensbehoeften als voeding, een woning en kleding maar ook dat iedere burger moet kunnen participeren in de samenleving. Bij het uitgangspunt dat iedereen mee moet kunnen doen, past een actief en stimulerend minimabeleid. Het minimabeleid heeft ten doel een bijdrage te leveren aan de participatie van burgers in de samenleving.

Toelichting

Artikel 2 Voorwaarden algemeen

lid 2, sub b

Het toetsingsinkomen is het maandinkomen dat de belanghebbende en zijn/haar eventuele partner hebben ontvangen in de maand waarin de kosten die zijn gemaakt.

Artikel 3 Schoolkostenregeling

lid 1

Het gaat om kinderen jonger dan 18 jaar.

lid 2

Onder noodzakelijke schoolkosten worden oa verstaan: de ouderbijdrage, de kosten voor een schoolactiviteit, materialen zoals schoolschriften, pennen en evt. sportkleding.

Kosten voor schoolboeken komen niet in aanmerking voor vergoeding omdat scholen met ingang van het schooljaar 2009-2010 verplicht zijn om gratis schoolboeken te verstrekken aan ouders/verzorgers met kinderen in het basis- en voortgezet onderwijs.

Artikel 4 Computerregeling voor gezinnen met kinderen in het voortgezet onderwijs

lid 2

De tegemoetkoming wordt slechts één keer per vijf jaar verstrekt. Dit betekent tevens dat wanneer de tegemoetkoming van € 400, - niet in zijn geheel wordt benut, het restant niet alsnog op een ander moment kan worden opgemaakt. Pas na vijf jaar kan men weer in aanmerking komen voor een tegemoetkoming op grond van de regeling.

lid 3

Het budget van € 400, - is voor kosten aanschaf computer en toebehoren. Onder computer en toebehoren wordt verstaan: monitor, printer, router, enz.

lid 4

De computerregeling voor gezinnen met kinderen in het voortgezet onderwijs wordt toegevoegd aan het aanvraagformulier schoolkostenregeling/declaratieregeling. Er is derhalve één aanvraagformulier voor deze drie regelingen.

Artikel 5 Declaratieregeling voor sociaal-culturele en sportieve activiteiten

lid 2

Het gaat het om vergoedingen zoals abonnementen, contributies, deelname aan een cursus,

lidmaatschap bibliotheek, volkstuinvereniging, Linnaeushof, sportkleding van de vereniging of andere benodigdheden voor de uitoefening van sport en culturele activiteiten.

lid 5

Studenten die recht hebben op studiefinanciering (WSF 2000) worden uitgesloten. De reden hiervoor is dat studenten door deelname aan een studie al voldoende participeren in de samenleving en evt. (door een bijbaantje) ook zelf in deze kosten kunnen voorzien.

Artikel 7 Aanvraagprocedure

lid 2

Er is één aanvraagformulier beschikbaar voor de schoolkosten/declaratieregeling. Declaraties kunnen door middel van dit aanvraagformulier worden ingediend.

Artikel 8 voorliggende voorzieningen

Een voorbeeld van een voorliggende voorziening als bedoeld in de zin van artikel 15, lid 1 Wwb is:

Tegemoetkoming in de zin van hoofdstuk 3 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.