Het college van burgemeester en wethouders van Bloemendaal;gelet op het bepaalde in artikel 1.3, vierde lid van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 2.10 en artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening Bloemendaal 2011; besluit:vast te stellen de Beleidsregels geveltuinen en boomspiegelbeplanting Bloemendaal 2011

Artikel 1 Begripsbepaling

Deze beleidsregels verstaan onder:

• 1.

  algemene plaatselijke verordening: de Algemene plaatselijke verordening Bloemendaal 2011 en ingeval van herziening van deze verordening de Algemene plaatselijke verordening zoals deze nadien en laatstelijk door de raad van de gemeente Bloemendaal – hierna APV – is vastgesteld;

• 2.

  geveltuin: een in de openbare weg direct grenzend aan de gevel van een gebouw aange-brachte beplanting c.q. bloembakken;

• 3.

  boomspiegel: de ruimte rondom een boom waar geen (weg)verharding is aangebracht;

• 4.

  openbare weg: alle voor het wegverkeer openstaande wegen, zoals bedoeld in artikel 1.1 sub b van de APV.

Artikel 2 Geveltuin3

De bewoner c.q. gebruiker van een gebouw is bevoegd tot het inrichten van de openbare plaats als geveltuin en het daartoe opbreken, uitnemen en bewaren van de bestaande weg/trottoirverharding onder de volgende voorwaarden:

• 1.

  maximaal 45 centimeter haaks gemeten vanuit de gevel van het gebouw waartoe de geveltuin behoort;

• 2.

  maximaal ter breedte van de gevel van het gebouw waartoe de geveltuin behoort;

• 3.

  maximaal ter diepte van 30 centimeter; vergunninghouder draagt het risico van schade aan eventueel aanwezige kabels en leidingen in de grond;

• 4.

  minimaal resterende doorgang op trottoir van 1.20 meter;

• 5.

  geen schade wordt toegebracht aan de resterende weg-/trottoirverharding;

• 6.

  de beplanting dient voor eigen rekening te worden aangebracht en dient te bestaan uit een naar het oordeel van het college passende beplanting.

Artikel 3 Gebruik van bloembakken als geveltuin

De bewoner c.q. gebruiker van een gebouw is bevoegd tot het op de openbare plaats als geveltuin hebben en houden van bloembak(ken) die naar het oordeel van het college volgens gebruikelijke maatstaven als zodanig worden gekwalificeerd onder de volgende voorwaarden:

• 1.

  maximaal 45 centimeter haaks gemeten vanuit de gevel van het gebouw waartoe de geveltuin behoort;

• 2.

  maximaal ter breedte van de gevel van het gebouw waartoe de geveltuin behoort;

• 3.

  minimaal resterende doorgang op trottoir van 1.20 meter;

• 4.

  geen schade wordt toegebracht aan de weg-/trottoirverharding ter plekke van de bloembak(ken);

• 5.

  de bloembak(ken) dient(en) voor eigen rekening te worden aangebracht en dient(en) te bestaan uit een, eveneens voor eigen rekening aangebrachte, naar het oordeel van het college passende beplanting.

Artikel 4 Boomspiegelbeplanting

• 1.

  De bewoner c.q. gebruiker van een gebouw is bevoegd tot het voor eigen rekening aanbrengen in de voor de voorgevel van het gebouw gelegen boomspiegels van een naar het oordeel van het college ter plekke passende beplanting. Klim- en leiplanten zijn daarbij niet toegestaan.

• 2.

  het is niet toegestaan buiten de boomspiegel enigerlei zaken aan te brengen of te verwijderen.

• 3.

  bij het aanbrengen van de beplanting dient men zich te onthouden van bewerkingen van de boomspiegel waardoor stam en/of wortels van de boom kunnen worden beschadigd.

Artikel 5 Onderhoud

• 1.

  De eigenaar of beheerder van de beplanting is gehouden deze te onderhouden als een goed huisvader en volgt onderhoudsaanwijzingen van de gemeente op, waaronder maximale hoogte of breedte van beplanting, mede vanuit verkeerstechnisch oogpunt.

• 2.

  Het plegen van onderhoud aan de in de boomspiegel aanwezige boom is daarbij niet toege-staan en de eigenaar of beheerder accepteert al hetgeen de gemeente in dat kader nuttig en/of noodzakelijk voorkomt om te doen.

• 3.

  Voor werkzaamheden van openbaar nut aan, op of in de weg dient de weg op eerste aanzegging van het hoofd van de afdeling Gemeentewerken of een door hem aangewezen ambtenaar toegankelijk en vrij te worden gemaakt en vrij te worden gehouden zolang de werkzaamheden daartoe redelijkerwijs noodzakelijk duren.

Artikel 6 Aansprakelijkheid

• 1.

  De houder van de beplanting en/of bloembakken is aansprakelijk voor schade welke als gevolg van het gebruikmaken van de in deze beleidsregels genoemde mogelijkheden mocht worden toegebracht aan de gemeente en/of derden; de houder vrijwaart de gemeente van aanspraken van derden.

• 2.

  De gemeente is op generlei wijze aansprakelijk voor schade die aan de geveltuin, de bloem-bak(ken) en/of de beplanting mocht ontstaan, behoudens in geval van moedwil van gemeente-wege.

Artikel 7 Beëindiging

• 1.

  Bij het beëindigen van de geveltuin en/of boomspiegelbeplanting dient de weg/trottoirverhar-ding en/of boomspiegel in de oorspronkelijke staat te worden teruggebracht.

• 2.

  Handelen in strijd met of niet-nakomen van één of meerdere van voornoemde voorschriften kan leiden tot het beëindigen van het gebruik van de openbare weg. Daarbij kan bestuurs-dwang of het opleggen van een last onder dwangsom overeenkomstig de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht worden toegepast.

Artikel 8 Tenaamstelling en inwerkingtreding

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Beleidsregels geveltuinen en boomspiegelbe-planting Bloemendaal 2011” en treden in werking op de eerstvolgende dag na die van publicatie.

Aldus vastgesteld op 15 februari 2011.

Burgemeester en wethouders van Bloemendaal,

R.Th.M. Nederveen                                            , burgemeester

A.Ph. van der Wees                                          , secretaris

Gepubliceerd in het Weekblad Kennemerland Zuid d.d. 7 april 2011

In werking: 8 april 2011.