Regeling vervallen per 01-01-2015

Algemene subsidieverordening Bloemendaal 2009

Geldend van 01-01-2009 t/m 31-12-2014 met terugwerkende kracht vanaf 17-09-2009

Intitulé

Algemene subsidieverordening Bloemendaal 2009

De raad der gemeente Bloemendaal;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 juni 2009 ;

gelet op de tekst van Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t:

vast te stellen de

Algemene subsidieverordening Bloemendaal 2009

Hoofdstuk 1 Algemeen gedeelte

algemene bepalingen

artikel 1 begripsomschrijvingen

  • A. de gemeente : de gemeente Bloemendaal;

  • B. de raad : de raad van de gemeente;

  • C. het college : het college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

  • D. een instelling : een organisatie die rechtspersoonlijkheid bezit en die zich ten doelstelt om activiteiten te verrichten in het belang van de gemeente en haar inwoners;

  • E. begroting : de door de raad vast te stellen begroting;

  • F. een incidentele subsidie : een subsidie die de gemeente ten behoeve van een incidentele gebeurtenis of activiteit verstrekt;

  • G. meerjarige subsidie : een subsidie in de vorm van een periodieke aanspraak op financiële middelen;

  • H. de Awb : de Algemene wet bestuursrecht.

artikel 2 reikwijdte

  • 1. Deze verordening is van toepassing op aan instellingen te verstrekken subsidies voor activiteiten:

    • a.

      die de belangen van de gemeente en haar inwoners dienen; en

    • b.

      voor zover niet bij een andere door de raad vastgestelde verordening afwijkende wettelijke voorschriften met betrekking tot het verstrekken van subsidies zijn gesteld of de toepassing van deze verordening is uitgesloten; en

    • c.

      die gelegen zijn op een of meer van de volgende beleidsterreinen:

      • -

        internationale samenwerking

      • -

        ontwikkelingswerk

      • -

        openbare orde en veiligheid

      • -

        onderwijs

      • -

        kunst en cultuur

      • -

        sport

      • -

        recreatie

      • -

        jeugd

      • -

        ouderen

      • -

        volksgezondheid

      • -

        maatschappelijke dienstverlening

  • 2. In voorkomende gevallen kan het college bepalen, dat het in het eerste lid van dit artikel gestelde ook van toepassing is op natuurlijke personen, groepen van natuurlijke personen en instellingen zonder rechtspersoonlijkheid.

artikel 3 evaluatieverslag

Jaarlijks doet het college in het kader van de gemeenterekening verslag van de met de verstrekte subsidies bereikte resultaten.

Hoofdstuk 2 Subsidieverstrekking

aanvraag tot subsidieverlening

artikel 4 indieningstermijn

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie wordt bij het college ingediend vóór 1 juli van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar ten behoeve waarvan subsidie wordt aangevraagd of het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarin de activiteiten zullen plaatsvinden.

  • 2.

    Het college kan in uitzonderlijke gevallen bepalen dat later ingediende aanvragen toch in behandeling worden genomen.

  • 3.

    Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op incidentele subsidies als bedoeld in artikel 19 van deze verordening.

artikel 5 de te verstrekken gegevens

  • 1.

    De in artikel 4 bedoelde aanvraag bevat in ieder geval:

    • a.

      de in artikel 4:2 van de Awb genoemde gegevens, te weten:

      • -

        de naam en het adres van de aanvrager;

      • -

        de dagtekening;

      • -

        een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd;

    • b.

      een overzicht van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd of een activiteitenplan;

    • c.

      een overzicht van de aan de activiteiten verbonden inkomsten en uitgaven of een begroting.

  • 2.

    Het college kan van een instelling die voor de eerste maal subsidie aanvraagt, het overleggen verlangen van:

    • a.

      de oprichtings- of stichtingsakte;

    • b.

      de statuten zoals deze laatstelijk zijn gewijzigd;

    • c.

      het huishoudelijk reglement; en

    • d.

      een beschrijving van de organisatiestructuur, een omschrijving van de werkwijze en het programma van werkzaamheden van de instelling;

    • e.

      de inschrijving bij de Kamer van Koophandel.

  • 3.

    Het college kan binnen een door hem te bepalen termijn overlegging van andere stukken of anderszins nadere informatie verlangen, indien hij dit voor de beoordeling van de subsidieaanvraag noodzakelijk acht.

  • 4.

    Voor de aanvraag kan gebruik worden gemaakt van het door het college vastgestelde formulier.

beschikking tot subsidieverlening

artikel 6 beslistermijn

  • 1. Het college beslist uiterlijk zes weken na vaststelling van de begroting.

  • 2. Een meerjarige subsidie wordt verleend voor een bepaald tijdvak, dat in de beschikking tot subsidieverlening wordt vermeld.

artikel 7 aanvullende weigeringsgronden

Het college kan, naast de in artikel 4:35 van de Awb genoemde gronden, de subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren voor zover:

  • a.

    de aanvrager naar het oordeel van het college ook zonder de aangevraagde subsidieverstrekking over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden, kan beschikken om de kosten van de activiteit(en) te bestrijden;

  • b.

    de subsidieverstrekking betrekking heeft op activiteiten die naar het oordeel van het college niet de belangen van de gemeente en haar inwoners dienen;

  • c.

    de activiteit niet voor iedere inwoner toegankelijk is en/of de activiteit geen neutraal karakter heeft;

  • d.

    de activiteit niet in een kennelijke behoefte voorziet;

  • e.

    de subsidieverstrekking niet past binnen het vastgestelde beleid van de gemeente, en/of;

  • f.

    de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet of de openbare orde;

  • g.

    er onvoldoende gelden beschikbaar zijn.

artikel 8 uitvoeringsovereenkomst

  • 1. Ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening kan een uitvoeringsovereenkomst worden gesloten.

  • 2. In deze overeenkomst kan worden bepaald dat de subsidieontvanger verplicht is de activiteiten te verrichten waarvoor de subsidie is verleend.

artikel 9 verplichtingen

  • 1. Het college kan de subsidieontvanger verplichtingen opleggen met betrekking tot:

  • a. aard en omvang van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend;

  • b. de administratie van aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten;

  • c. het vóór de subsidievaststelling verstrekken van gegevens en bescheiden die nodig zijn voor een beslissing omtrent de subsidie;

  • d. de te verzekeren risico’s;

  • e. het stellen van zekerheid voor verleende voorschotten;

  • f. het afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn;

  • g. het beperken of wegnemen van de nadelige gevolgen van de subsidie voor derden;

  • h. het uitoefenen van controle door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek op het door het bestuursorgaan gevoerde financiële beheer en de financiële verantwoording daarover.

  • 2. Het college kan de subsidieontvanger ook andere verplichtingen opleggen die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

  • 3. Het college kan niet-doelgebonden verplichtingen als bedoeld in artikel 4:39 van de Awb aan de subsidieverstrekking verbinden.

artikel 10 voorschotten

  • 1. Het college kan de subsidieontvanger bij de beschikking tot subsidieverlening een voorschot verlenen.

  • 2. Het voorschot wordt uiterlijk tien weken na de beschikking, bedoeld in het eerste lid, uitbetaald.

artikel 11 intrekken en wijziging beschikking tot subsidieverlening

  • 1.

    Het college kan op grond van artikel 4:48 van de Awb zolang de subsidie nog niet is vastgesteld de subsidieverlening intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen, indien:

    • a.

      de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of zullen vinden;

    • b.

      de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;

    • c.

      de subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of onvolledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid;

    • d.

      de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten, of

    • e.

      met toepassing van artikel 4:34, vijfde lid, van de Awb een beroep wordt gedaan op de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

  • 2.

    Het college kan verder zolang de subsidie nog niet is vastgesteld de subsidieverlening op grond van artikel 4:50 van de Awb met inachtneming van een redelijke termijn intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen:

    • a.

      voor zover de subsidieverlening onjuist is;

    • b.

      voor zover veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten zich in overwegende mate tegen voortzetting of ongewijzigde voortzetting van de subsidie verzetten.

aanvraag tot subsidievaststelling

artikel 12 indieningstermijn

  • 1. Uiterlijk zes maanden na afloop van de activiteiten of het tijdvak waarvoor subsidie is verleend dient de subsidieontvanger bij het college een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

  • 2. Het college kan in uitzonderlijke gevallen bepalen dat later ingediende aanvragen toch in behandeling worden genomen.

artikel 13 de te verstrekken gegevens

  • 1.

    De in artikel 12 bedoelde aanvraag bevat in ieder geval:

    • a.

      de in artikel 4:2 van de Awb bedoelde gegevens, te weten:

      • -

        de naam en het adres van de aanvrager;

      • -

        de dagtekening;

      • -

        een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd.

    • b.

      een activiteitenverslag ex artikel 4:45, lid 1, van de Awb;

    • c.

      de rekening en verantwoording ex artikel 4:45, lid 2, van de Awb.

  • 2.

    Het college kan binnen een door hem te bepalen termijn overlegging van andere stukken of anderszins nadere informatie verlangen, indien hij dit voor de beoordeling van de aanvraag tot subsidievaststelling noodzakelijk acht.

  • 3.

    Indien geen beschikking tot subsidieverlening is gegeven, bevat de beschikking tot subsidievaststelling een aanduiding van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt.

  • 4.

    Voor de aanvraag kan gebruik worden gemaakt van het door het college vastgestelde formulier.

beschikking tot subsidievaststelling

artikel 14 beslistermijn

  • 1. Het college beschikt op de aanvraag tot subsidievaststelling binnen drie maanden na ontvangst van deze aanvraag.

  • 2. Het college stelt de subsidie overeenkomstig de subsidieverlening vast indien de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, zijn uitgevoerd en indien aan de eventueel opgelegde verplichtingen als bedoeld in artikel 9 van deze verordening is voldaan.

  • 3. het college kan op grond van het bepaalde in artikel 4:46, tweede lid, van de Awb de subsidie lager vaststellen.

artikel 15 ambtshalve vaststelling of vaststelling van rechtswege

  • 1. Indien de subsidieontvanger niet binnen de in artikel 12, lid 1, van deze verordening bedoelde termijn een aanvraag tot subsidievaststelling heeft ingediend, kan het college binnen drie maanden, gerekend vanaf het verstrijken van deze indieningstermijn, de subsidie ambtshalve vaststellen.

  • 2. Indien het college niet binnen de op grond van deze verordening gestelde termijnen gebruik gemaakt heeft van haar bevoegdheid tot het op aanvraag of ambtshalve vaststellen van een verleende subsidie, wordt deze subsidie geacht van rechtswege overeenkomstig de beschikking tot subsidieverlening te zijn vastgesteld.

artikel 16 termijn betaling

Het subsidiebedrag wordt binnen acht weken na de beschikking tot subsidievaststelling betaald onder verrekening van de reeds betaalde voorschotten.

artikel 17 intrekking en wijziging van de beschikking tot subsidievaststelling

Het college kan op grond van artikel 4:49 van de Awb de subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen:

  • a.

    op grond van feiten of omstandigheden waarvan het bij de subsidievaststelling redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de subsidie lager dan overeenkomstig de subsidieverlening zou zijn vastgesteld;

  • b.

    indien de subsidievaststelling onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten, of;

  • c.

    indien de subsidieontvanger na de subsidievaststelling niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

artikel 18 vermogensvorming

  • 1. In de gevallen bedoeld in artikel 4:41, tweede lid, onderdelen a t/m e, van de Awb, is de subsidieontvanger aan het college een vergoeding van de vermogenswaarden verschuldigd.

  • 2. De wijze waarop de hoogte van de vergoeding wordt bepaald, wordt vermeld in de beschikking tot subsidievaststelling.

  • 3. Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de waarde van de goederen en andere vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt, met dien verstande dat in geval van ontvangst van schadevergoeding voor verlies of beschadiging van zaken wordt uitgegaan van het bedrag dat als schadevergoeding door de subsidieontvanger wordt ontvangen.

  • 4. Indien het onroerende zaken betreft, geschiedt de waardebepaling door een onafhankelijke deskundige.

Hoofdstuk 3 Incidentele subsidies

artikel 19 incidentele subsidies

  • 1. De raad stelt jaarlijks een bedrag vast voor incidenteel te verstrekken subsidies. Het college is bevoegd tot besteding van dit bedrag.

  • 2.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

artikel 20 citeertitel

Deze verordening wordt aangeduid als de ‘Algemene subsidieverordening Bloemendaal 2009’

artikel 21 inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2009 en is van toepassing op de voor het jaar 2009 ingediende aanvragen.

  • 2.

    Met ingang van het in het vorige lid genoemde tijdstip vervalt de Algemene subsidieverordening Bloemendaal 2008 en de Algemene subsidieverordening Bennebroek 2004.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
van de raad der gemeente Bloemendaal,
gehouden op 17 september 2009.
R.Th.M. Nederveen , voorzitter
K.A. van der Pas , griffier
Gepubliceerd in het Weekblad Kennemerland Zuid d.d. 24 september 2009.
In werking: 1 januari 2009 (met terugwerkende kracht).