Mandaat-en machtigingsbesluit bijzondere toestemming ADR gemeente Bloemendaal

Geldend van 11-07-2014 t/m heden

Intitulé

Mandaat-en machtigingsbesluit bijzondere toestemming ADR gemeente Bloemendaal

Burgemeester van gemeente Bloemendaal,

OVERWEGENDE DAT

op grond van bijlage 1 van de Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen (VLG) de bepalingen van het Europese ADR (Accord Européen relatif au transport international des marchandises Dangereuses pas route) ook in Nederland gelden. Naast ontheffing op grond van artikel 22 jo. 9 tweede tot en met vierde lid van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen indien een routering gevaarlijke stoffen is vastgesteld, zijn op grond van het ADR nog twee situaties mogelijk waarin aan de burgemeester toestemming gevraagd moet worden of kennis gegeven moet worden van het laden of lossen van gevaarlijke stoffen.

in de praktijk voorgaande voornamelijk zal voorkomen bij het laden en lossen van vuurwerk. Een verzoek zal vaak bestaan uit een verzoek tot ontheffing van de routering voor vervoer van gevaarlijke stoffen over andere dan de daarvoor aangewezen wegen, indien een routering is vastgesteld, en een verzoek om toestemming tot of een kennisgeving van het laden en lossen daartoe aangewezen stoffen. Op dit moment liggen zowel de bevoegdheid tot het nemen van een besluit op een verzoek tot bijzondere toestemming, alsmede de behandeling van kennisgevingen in dit kader bij mij;

mede gezien de ervaring die bij Milieudienst IJmond bestaat ten aanzien van ontheffingverlening in het kader van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen voor gemeenten Beverwijk, Heemskerk en Velsen en de nauwe verwevenheid daarmee van de bijzondere toestemming en kennisgeving in het kader van het ADR wij het wenselijk achten om de secretaris/directeur van Milieudienst IJmond mandaat te verlenen tot het nemen van besluiten op aanvragen voor bijzondere toestemmingen, alsmede hem op te dragen de kennisgevingen die in dat kader worden gedaan te behandelen;

BESLUIT

voorzover het zijn bevoegdheden betreft;

  • 1

    Te bepalen dat de secretaris/directeur van Milieudienst IJmond, overeenkomstig artikel 10:2, 10:3 en 10:11 eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht, bevoegd is om in onze naam en onder onze verantwoordelijkheid te besluiten op verzoeken tot bijzondere toestemming als bedoeld in het ADR, Hoofdstuk 7.5 voorschrift 7.5.11 (CV1) en Hoofdstuk 8.5 voorschrift S1 (4) en/of deze namens ons te ondertekenen;

  • 2

    De secretaris/directeur van Milieudienst IJmond op te dragen de de besluiten als bedoeld in 1. voor te bereiden en uit te voeren, alsmede kennisgevingen als bedoeld in het ADR, Hoofdstuk 7.5 voorschrift 7.5.11 (CV1) en Hoofdstuk 8.5 voorschrift S1 (4) te behandelen;

  • 3.

    Te bepalen dat de secretaris/directeur van Milieudienst IJmond kan besluiten dat de onder zijn verantwoordelijkheid werkzame teamleiders en senior medewerkers eveneens gerechtigd zijn de onder 1. en 2. genoemde besluiten te nemen en/of te ondertekenen danwel de zaken daarin genoemd te behandelen;

  • 4.

    Te bepalen dat van de machtiging besluiten te nemen geen gebruik mag worden gemaakt indien het betreft:

    • a.

      Zaken die afwijken van gevoerd en/of vastgesteld beleid;

    • b.

      Beslissingen omtrent nadeelcompensatie en schadevergoedingen ten gevolge van rechtmatige respectievelijk onrechtmatige besluitvorming of financiële compensatie anderszins;

    • c.

      Beslissingen op bezwaar-en beroepschriften;

  • 5.

    De secretaris/directeur op te dragen zorg te dragen voor het beheer van archiefbescheiden verband houdende met de uitvoering van het in dit mandaat-en machtigingsbesluit gestelde;

  • 6.

    Te bepalen dat dit besluit geldt voor onbepaalde tijd;

  • 7.

    Te bepalen dat dit besluit in werking treedt op de eerste dag volgende de dag waarop bekendmaking heeft plaatsgevonden.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 8 juli 2014,
R.Th. Nederveen, burgemeester