Regeling vervallen per 01-01-2021

Vaststelling Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs Bloemendaal 2016

Geldend van 29-03-2016 t/m 31-12-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Vaststelling Verordening materiele financiële gelijkstelling onderwijs Bloemendaal 2016

De raad der gemeente Bloemendaal;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 september 2015;

gelet op artikel 140 van de Wet op het primair onderwijs en artikel 96g van de Wet op het voortgezet onderwijs

besluit:

vast te stellen de

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs Bloemendaal 2016

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college:

  • het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bloemendaal;

  • b.

    schoolbestuur:

  • bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs bekostigde in de gemeente gelegen openbare of bijzondere school;

  • c.

    school:

  • school voor basisonderwijs of school voor voortgezet onderwijs;

  • d.

    voorziening:

  • een voorziening zoals opgenomen in de bijlagen van deze verordening;

  • e.

    aanvullende voorziening:

  • een door het college vastgestelde nieuwe voorziening waarmee de verordening tijdelijk wordt aangevuld;

  • f.

    indieningsdatum:

  • uiterste moment zoals opgenomen in de bijlagen van deze verordening, waarvoor een aanvraag voor een voorziening voor het eerste daaropvolgende tijdvak moet zijn ingediend;

  • g.

    toekenningscriteria:

  • de omstandigheden zoals opgenomen in de bijlagen van deze verordening, waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening of voor een aanvullende voorziening;

  • h.

    tijdvak:

  • periode zoals opgenomen in de bijlagen van deze verordening, waarvoor een voorziening wordt toegekend;

  • i.

    subsidieplafond:

  • een bedrag zoals bedoeld in artikel 4:22 van de wet, dat beschikbaar is voor een voorziening, of een aanvullende voorziening;

  • j.

    feitelijke beschikbaarheid:

  • de beschikking van het college waarbij een voorziening of aanvullende voorziening in natura beschikbaar wordt gesteld;

  • k.

    subsidievaststelling:

  • een beschikking zoals bedoeld in artikel 4:42 van de wet;

  • l.

    de wet:

  • de Algemene wet bestuursrecht

Artikel 2 Subsidieplafond en verdeelregels

  • 1. Het college kan voor een voorziening een subsidieplafond vaststellen. Hierbij bepaalt het college hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

  • 2. Het college maakt het subsidieplafond en de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag uiterlijk zes weken voor de indieningdatum aan de schoolbesturen bekend.

Artikel 3 Aanvullende voorziening

  • 1. Het college kan bepalen dat de verordening tijdelijk wordt aangevuld met een voorziening.

  • 2. Het college stelt de toekenningscriteria vast waaronder aanspraak bestaat op de aanvullende voorziening.

Artikel 4 Jaarlijks overzicht

Jaarlijks voor 15 december zendt het college aan de schoolbesturen een overzicht van de op basis van deze verordening voor het volgende kalenderjaar toegekende voorzieningen.

Hoofdstuk 2: Procedures

Paragraaf 2.1: Aanvraag voorzieningen; weigeringsgronden

Artikel 5 Toevoegen, wijzigen en intrekken

Een wijziging van de verordening die leidt tot het toevoegen, wijzigen of intrekken van een voorziening, wordt uiterlijk vier weken voor de indieningdatum bekendgemaakt door het college.

Artikel 6 Indienen aanvraag

  • 1. Het schoolbestuur dat een voorziening voor het eerste daarop volgend tijdvak wenst, dient voor de indieningdatum een aanvraag in bij het college. De indieningdatum is niet van toepassing indien voor de voorziening is bepaald dat een indieningdatum niet is voorgeschreven. Indien de aanvraag niet voor de indieningdatum is ingediend, kan het college besluiten om de aanvraag niet te behandelen.

  • 2. De aanvraag vermeldt:

    • a.

      naam en adres van het schoolbestuur;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      de gewenste voorziening;

    • d.

      de naam van de school en de onderwijssoort indien de voorziening is bestemd voor een school;

    • e.

      een motivering dat wordt voldaan aan de toekenningscriteria.

  • 3. Bij het ontbreken van een of meer gegevens deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na de datum van verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen. Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen deze termijn verstrekt, beslist het college de aanvraag niet te behandelen.

Artikel 7 Beslissingstermijn

  • 1. Het college beslist binnen twaalf weken na de indieningdatum op een aanvraag. Indien ten aanzien van een voorziening geen indieningdatum is voorgeschreven, beslist het college binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Het college kan de termijn van twaalf weken met vier weken verlengen. Bij verlenging wordt uiterlijk twee weken voor het einde van de termijn van twaalf weken hiervan door het college schriftelijk mededeling gedaan aan het schoolbestuur. Hierbij geeft het de reden voor de verlenging aan.

  • 3. Het college stelt binnen twee weken na de datum van de beschikking op de aanvraag het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 8 Weigeringsgronden

Het college weigert de voorziening in ieder geval indien:

  • a.

    de gewenste voorziening geen voorziening is in de zin van de verordening;

  • b.

    niet is voldaan aan een van de toekenningscriteria;

  • c.

    door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.

Paragraaf 2.2: Aanvraag aanvullende voorzieningen; weigeringsgronden

Artikel 9 Indiening aanvraag

  • 1. Het schoolbestuur dat een aanvullende voorziening wenst, dient een aanvraag in bij het college.

  • 2. Op de aanvraag is artikel 6, tweede en derde lid, van toepassing.

Artikel 10 Beslissingstermijn

Het college beslist binnen zes weken na ontvangst van de aanvraag of binnen zes weken na de verstrekking van de aanvullende gegevens. Binnen twee weken na de datum van de beschikking stelt het college het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 11 Weigeringsgronden

Het college weigert de aanvullende voorziening in ieder geval indien:

  • a.

    de gevraagde voorziening geen aanvullende voorziening zoals bedoeld in artikel 3 is;

  • b.

    niet voldaan is aan een van de toekenningscriteria.

Paragraaf 2.3: Toekenning; Intrekking of wijziging; verbod vervreemding

Artikel 12 Inhoud beschikking tot toekenning; betaling

  • 1. De beschikking van het college tot toekenning van een voorziening of een aanvullende voorziening kan inhouden:

    • a.

      feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening; of

    • b.

      een subsidievaststelling.

  • 2. De beschikking bevat:

    • a.

      het tijdvak en het doel waarvoor de subsidie is toegekend;

    • b.

      de wijze waarop het schoolbestuur de voorziening dient uit te voeren.

  • 3. De beschikking tot subsidievaststelling bevat voorts:

    • a.

      het bedrag van de subsidie;

    • b.

      voor zover van belang de wijze waarop rekening en verantwoording door het schoolbestuur wordt afgelegd aan het college;

    • c.

      De bepaling dat de wet van toepassing is en voor zover van belang welke afzonderlijke bepalingen of afwijkingen hierop van kracht zijn.

  • 4. De betaling van het subsidiebedrag vindt binnen zes weken na de subsidievaststelling plaats.

Artikel 13 Intrekken of wijzigen beschikking

Ten aanzien van het beleid tot intrekking, wijziging, stopzetting of verlaging van de afgegeven subsidiebeschikking dan wel terugvordering van gegeven subsidie is titel 4.2 van de wet van toepassing.

Artikel 14 Verbod tot vervreemding

Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze voorziening toegekende voorzieningen, is niet toegestaan zonder toestemming van het college tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van fusie c.q. overdracht van een school.

Hoofdstuk 3: Slotbepalingen

Artikel 15 Informatieverstrekking

Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van het college nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 16 Beslissing van het college in gevallen waarin de verordening niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van de verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 17 Citeertitel; inwerkingtreding

  • 1. De verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs Bloemendaal 2016’. Tot de verordening behoren de bijlagen A, B en C.

  • 2. De verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2016. Op deze datum vervalt de Verordening materiële financiële gelijkstelling Bloemendaal 2015, zoals vastgesteld op 18 december 2014, met dien verstande dat ten behoeve van het jaar 2015 ingediende aanvragen op grond van laatstgenoemde verordening worden afgewikkeld.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Bloemendaal, gehouden op

16 december 2015

voorzitter griffier 

Bijlage A : Faciliteiten ten behoeve van vakonderwijs

Aanduiding van de voorziening

Aan basisscholen kan een tegemoetkoming worden verleend in de kosten van door vakdocenten te verzorgen lessen gymnastiekonderwijs.

Indieningsdatum

Uiterlijk 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Tijdvak waarvoor de voorziening wordt goedgekeurd

Een kalenderjaar

Toekenningscriteria waaronder een bevoegd gezag in aanmerking komt voor een voorziening

Onder vakdocent gymnastiek wordt verstaan: een tot het geven van bewegingsonderwijs bevoegde persoon, niet zijnde groepsleerkracht of directeur van de betreffende school.

Een schriftelijke verklaring van het schoolbestuur, waaruit blijkt dat de tegemoetkoming van de gemeente volledig zal worden gebruikt voor de bekostiging van een (of meer) vakdocent(en) gymnastiek op de onder het bestuur vallende school of scholen.

Wijze van toekenning en de daarbij behorende berekeningswijze

  • a.

    De bijdrage bestaat uit een bedrag per leerling in de leeftijd van 6/12 jaar.

  • b.

    Het bedrag per leerling wordt bepaald door het per jaar beschikbare budget te delen door het totaal aantal leerlingen in de leeftijd van 6/12 jaar ingeschreven op de Bloemendaalse scholen.

  • c.

    Wat betreft het aantal leerlingen wordt uitgegaan van de teldatum 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • d.

    De vergoeding wordt per schoolbestuur uitgekeerd.

  • e.

    Een schoolbestuur dat meerdere scholen onder zich heeft mag zelf bepalen ten behoeve van welke school/scholen de bijdrage van de gemeente wordt ingezet. Deze dienen wel gelegen te zijn in de gemeente Bloemendaal.

Subsidieplafond

Voor deze faciliteit geldt een subsidieplafond. Deze bedraagt € 183.827. De verdeling van het budget vindt plaats op de wijze zoals aangegeven bij het onderdeel ‘Wijze van toekenning en de daarbij behorende berekeningswijze’.

(Eis) financiële verantwoording

Een document, bijv. de jaarrekening, waaruit blijkt dat de tegemoetkoming van de gemeente volledig is gebruikt voor de aanstelling van een (of meer) vakdocent(en) gymnastiek op de onder het bestuur vallende school of scholen;

Betalingsschema

90% van het toegekende bedrag wordt uitbetaald, als voorschot, in het eerste kwartaal van het jaar waarop de toekenning betrekking heeft.

De resterende 10% wordt betaald uiterlijk zes weken na het overleggen van het onder ‘financiële verantwoording’ genoemde document.

Bijlage B: Faciliteiten ten behoeve van bezoek Verzetsmuseum – Anne Frankhuis

Aanduiding van de voorziening

Het mogelijk maken dat elke leerling van een basisschool (voorkeur gaat uit naar de groepen 7 – 8) eenmaal in de ‘schoolcarrière’ een bezoek brengt aan het Verzetsmuseum en/of het Anne Frankhuis te Amsterdam.

Indieningsdatum

Uiterlijk 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Tijdvak waarvoor de voorziening wordt goedgekeurd

Een kalenderjaar

Toekenningscriteria waaronder een bevoegd gezag in aanmerking komt voor een voorziening

Voor de betreffende leerlingen is nog niet eerder een vergoeding toegekend.

Wijze van toekenning en de daarbij behorende berekeningswijze

Vergoed worden:

  • a.

    De entreekosten van het Anne Frankhuis resp. het Verzetsmuseum te Amsterdam.

  • b.

    De kosten van het (openbaar) vervoer van de leerlingen van en naar het Verzetsmuseum resp. het Anne Frankhuis.

  • c.

    De onder a en b genoemde uitgaven ten behoeve van begeleiders, waarbij een verhouding van 1 op 5 wordt aangehouden (begeleiders t.o.v. leerlingen).

Subsidieplafond

Voor deze voorziening geldt geen subsidieplafond.

(Eis) Financiële verantwoording

De entreebewijzen en kaartjes openbaar vervoer dienen te worden overgelegd.

Betalingsschema

Na het indienen van de declaratie wordt de gemeentelijke bijdrage binnen vier weken uitbetaald.

Bijlage C: Faciliteiten ten behoeve van basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs in het kader van het preventief jeugdbeleid

Aanduiding van de voorziening

A. Basisonderwijs:

Bijdrage in de kosten van de ondersteuning van één of meer leerlingen, dan wel één of meer groepen leerlingen, in het kader van:

  • Vergroting van de weerbaarheid

  • Angstreductie

  • Verbetering concentratie, werkhouding

  • Vergroting van de sociale vaardigheden

  • Dyslexie

  • (overige) sociaal-emotionele ontwikkeling op maat

B. Voortgezet onderwijs:

Bijdrage in de kosten van sociaal emotionele trainingen ten behoeve van leerlingen.

Indieningsdatum

Uiterlijk 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft

Tijdvak waarvoor de voorziening wordt goedgekeurd Een kalenderjaar

Toekenningscriteria waaronder een bevoegd gezag in aanmerking komt voor een voorziening

  • Voor het betreffende kalenderjaar is ten behoeve van de betreffende school nog geen budget beschikbaar gesteld.

  • De voorziening/activiteit waarvoor een vergoeding wordt gevraagd mag niet in strijd zijn met het gemeentelijk jeugdbeleid, zulks ter beoordeling van de gemeente.

  • De cursus/training dient gegeven te worden door een daartoe bevoegde persoon dan wel erkende instelling.

  • Trainingen/cursussen aan (groepen) leerlingen mogen alleen gegeven worden door personen die beschikken over een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG)

Wijze van toekenning en de daarbij behorende berekeningswijze

Per jaar is per basisschool een bedrag van maximaal € 1.000 beschikbaar.

Per school voor voortgezet onderwijs is per jaar een bedrag van maximaal € 3.000 beschikbaar.

Subsidieplafond

Basisonderwijs: Per jaar is een budget van € 16.000 beschikbaar.

Voortgezet onderwijs: Per jaar is een budget van € 9.000 beschikbaar.

(Eis) Financiële verantwoording

Overlegging van een afschrift van de factuur van de betreffende cursus/training

Betalingsschema

Binnen 4 weken na overlegging van een afschrift van de factuur