Beleidsregels duurzaamheidssubsidie sociale woningbouw Bloemendaal 2017

Geldend van 14-04-2017 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels duurzaamheidssubsidie sociale woningbouw Bloemendaal 2017

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 januari 2017;

Overwegende dat:

De gemeenteraad, Brederode Wonen en Pré Wonen in de prestatieafspraken 2014 hebben afgesproken dat er geld beschikbaar wordt gesteld voor het subsidiëren van energiebesparende maatregelen bij sociale huurwoningen;

het college, Brederode Wonen en Pré Wonen in de prestatieafspraken 2016 hebben afgesproken dat het college beleidsregels opstelt voor het subsidiëren van energiebesparende maatregelen bij sociale huurwoningen;

het college op 15 maart 2016 opdracht heeft gegeven om beleidsregels op te stellen voor het verlenen van subsidie voor energiebesparende maatregelen bij sociale huurwoningen;

het college heeft voorgesteld dat in de beleidsregels de voorwaarde wordt opgenomen dat corporaties de woningen die met een subsidie zijn verduurzaamd gedurende een bepaalde periode na de subsidietoekenning niet mogen verkopen, zoals is te lezen in de overwegingen bij het besluit d.d. 15 maart 2016, waarin het opdracht heeft gegeven om beleidsregels op te stellen voor het verlenen van subsidie voor energiebesparende maatregelen bij sociale huurwoningen.

besluit vast te stellen de:

Beleidsregels duurzaamheidssubsidie sociale woningbouw Bloemendaal 2017

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • 1.

    corporatie:

    een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet;

  • 2.

    sociale huurwoning:

    een zelfstandige woning, die wordt verhuurd door een corporatie en een rekenhuur heeft die niet hoger is dan de huurtoeslaggrens;

  • 3.

    onrendabele investering:

    een investering die niet wordt terugverdiend met de opbrengsten van die investering;

  • 4.

    erkende energie adviseur:

    een bedrijf dat of adviseur die door de stichting Kwaliteit voor Installaties Nederland is erkend om een energie index of energielabel vast te stellen.

Artikel 2. Doelstelling

De gemeente Bloemendaal wil dat de energieprestatie van bestaande sociale huurwoningen wordt verbeterd. Om dit te stimuleren stelt de gemeente subsidie beschikbaar voor onrendabele investeringen in energiebesparende maatregelen bij sociale huurwoningen. Het doel van deze subsidieregeling is om de energieprestatie van sociale huurwoningen te verbeteren en daarmee de energielasten van huurders te verminderen.

Artikel 3. Voorwaarden subsidieaanvraag

Om in aanmerking te komen voor een subsidie om te investeren in energiebesparende maatregelen (hierna: duurzaamheidssubsidie), dient de aanvraag aan de volgende voorwaarden te voldoen:

  • 1.

    De aanvraag dient door of namens een in de gemeente Bloemendaal toegelaten corporatie te worden ingediend.

  • 2.

    De aanvraag dient betrekking te hebben op bestaande sociale huurwoningen in de gemeente Bloemendaal die een energie index van 1,81 of hoger hebben.

  • 3.

    De te verduurzamen woningen dienen als gevolg van de energiebesparende maatregelen een energie index van 1,40 of lager te krijgen.

Artikel 4. Hoogte subsidie

De hoogte van de subsidie wordt als volgt bepaald:

  • 1.

    De duurzaamheidssubsidie bedraagt maximaal 50 % van de onrendabele investering tot een maximum bedrag van € 10.000,– per sociale huurwoning.

  • 2.

    Er wordt alleen een duurzaamheidssubsidie verleend voor zover het saldo van het duurzaamheidsbudget op het moment van de aanvraag hiervoor toereikend is.

  • 3.

    Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst.

Artikel 5. Indieningsvereisten subsidie aanvraag

Een aanvraag voor een duurzaamheidssubsidie moet aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • 1.

    De subsidieaanvraag moet worden ingediend voordat is gestart met de uitvoering van de werkzaamheden.

  • 2.

    De volgende bescheiden moeten bij de subsidieaanvraag zijn gevoegd:

    • a.

      Een aanvraagformulier met daarop vermeld de contactgegevens van de aanvrager en de adressen van de woningen waarop de aanvraag betrekking heeft.

    • b

      De energie index van de woningen in de huidige situatie, berekend door een erkende energieadviseur.

    • c.

      Een beschrijving van de energiebesparende maatregelen die worden uitgevoerd, inclusief de beoogde energie index na renovatie.

    • d.

      Een projectbegroting.

    • e.

      Bewijzen van eventuele overige toegekende subsidies.

Artikel 6. Procedure behandeling subsidie aanvraag

De behandeling van een subsidieaanvraag bestaat uit de volgende stappen:

  • 1.

    De corporatie of haar gemachtigde dient een subsidieaanvraag bij het college in.

  • 2.

    Het college beoordeelt of de subsidieaanvraag voldoet aan de voorwaarden zoals beschreven in artikel 3 en de indieningsvereisten zoals beschreven in artikel 5.

  • 3.

    Indien de aanvraag voor een duurzaamheidssubsidie in aanmerking komt, stelt het college binnen 4 weken na ontvangst van de ontvankelijke subsidieaanvraag op grond van het bepaalde in artikel 4 de subsidiebijdrage vast.

Artikel 7. Voorwaarden subsidieverlening

De duurzaamheidssubsidie wordt onder de volgende voorwaarden beschikbaar gesteld:

  • 1.

    De betreffende corporatie of zijn rechtsopvolger is verplicht om de woningen waarvoor een duurzaamheidssubsidie is verleend voor een termijn van ten minste 10 jaar als sociale huurwoning te verhuren, gerekend vanaf het moment dat de energiebesparende maatregelen zijn uitgevoerd.

  • 2.

    Indien de betreffende corporatie of zijn rechtsopvolger woningen waarvoor een duurzaamheidssubsidie is verleend binnen de in lid 1 genoemde termijn aan de sociale huurvoorraad onttrekt, dient hij voor elke onttrokken woning het volledige subsidiebedrag terug te betalen. De terugbetaalde subsidie zal worden teruggestort in het vereveningsfonds sociale woningbouw ten laste van het duurzaamheidsbudget.

  • 3.

    Het college kan aan het verlenen van de duurzaamheidssubsidie, naast de in lid 1 en 2 genoemde voorwaarden, nog andere voorwaarden stellen.

Artikel 8. Voorbehoud subsidieverlening

De duurzaamheidssubsidie wordt beschikbaar gesteld onder het voorbehoud dat de raad hiervoor budget vrijmaakt in de begroting.

Artikel 9. Voorschot subsidie

Nadat de raad het budget voor de duurzaamheidssubsidie beschikbaar heeft gesteld, kan het college een voorschot aan de corporatie uitbetalen. Het voorschot bedraagt maximaal 100 % van de hoogte van het subsidiebedrag.

Artikel 10. Indieningsvereisten subsidievaststelling

Een verzoek om de duurzaamheidssubsidie vast te stellen moet aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • 1.

    Het verzoek kan worden ingediend vanaf het moment dat de energiebesparende maatregelen zijn uitgevoerd.

  • 2.

    Het verzoek dient uiterlijk 12 maanden na de uitvoering van de energiebesparende maatregelen te worden ingediend.

  • 3.

    De volgende bescheiden moeten bij het verzoek worden gevoegd:

    • a.

      Een proces-verbaal van oplevering.

    • b.

      Een eindafrekening.

    • c.

      De energie index van de woningen na de uitvoering van de energiebesparende maatregelen, berekend door een erkende energie-adviseur.

Artikel 11. Procedure subsidievaststelling

De procedure om de subsidie vast te stellen bestaat uit de volgende stappen:

  • a.

    De corporatie dient een verzoek om de subsidie vast te stellen bij het college in.

  • b.

    Het college stelt binnen 4 weken na ontvangst van het ontvankelijke verzoek de duurzaamheidssubsidie vast.

  • c.

    Indien het uitgekeerde voorschot hoger is dan de vastgestelde subsidie, dient de corporatie het teveel betaalde voorschot terug te betalen.

Artikel 12. Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen één of meer van de voorgaande artikelen buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing naar hun mening leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 13. inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na de publicatie.

Artikel 14. citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als ‘Beleidsregels duurzaamheidssubsidie sociale woningbouw Bloemendaal 2017’.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Bloemendaal gehouden op 30 maart 2017

B.B. Schneiders,
voorzitter
M.van de Plasse,
griffier

Toelichting opbeleidsregels duurzaamheidssubsidie sociale woningbouw Bloemendaal 2017

Artikel 2. Doelstelling

De gemeente Bloemendaal, Brederode Wonen en Pré Wonen hebben in de Prestatieafspraken 2014 afgesproken dat ze beiden investeren in energiebesparende maatregelen. Afgesproken is dat de gemeente hiervoor 2 ton beschikbaar stelt uit de reserve sociale woningbouw. Met deze afspraak geven gemeente en corporaties uitvoering aan de ambitie uit het Nationale Energie-akkoord uit 2013 dat alle corporatiewoningen in 2020 gemiddeld energielabel B hebben.

Artikel 3. Voorwaarden subsidieaanvraag

De regeling is bedoeld voor woningen met een lage energieprestatie. Daarom komen alleen woningen met een energie index van 1,81 of hoger in aanmerking voor deze regeling.

Er wordt alleen subsidie verleend als de energiebesparende maatregelen in voldoende mate bijdragen aan het behalen van de ambitie uit het Nationale Energie-akkoord. Daarom dient de investering ertoe te leiden dat de woningen na de renovatie een energie index van 1,40 of lager hebben.

Er is gekozen voor een koppeling aan de energie index, omdat deze indeling medebepalend is voor het aantal punten dat een woning krijgt in het woningwaarderingsstelsel. In de onderstaande tabel staat hoeveel punten er per energieklasse wordt toegekend.

In de tabel staan zowel de energie-index als de energielabels vermeld. De systematiek van de EnergieIndex (EI) is van toepassing voor professionele woningbezitters. De systematiek van de energielabels is van toepassing voor particuliere woningeigenaren.

afbeelding binnen de regeling

Artikel 4. Hoogte subsidie

Het doel is dat woningen na een renovatie een energie index van 1,40 of lager hebben. De gemiddelde investering om een sociale huurwoning in de laagste energieklasse (een energie index van 2,70 of hoger) naar een energie index van 1,40 te krijgen is € 20.000,– (de niet-duurzame renovatiekosten zijn hierin niet meegenomen).

Uitgangspunt is dat de gemeente maximaal de helft van de onrendabele top subsidieert. Daarom is het subsidiebedrag per woning gemaximeerd op € 10.000,–. Energiebesparende maatregelen zijn overigens in de regel onrendabel voor corporaties, omdat ze meestal niet geheel kunnen worden terugverdiend via een huurverhoging.

Artikel 7. Voorwaarden subsidieverlening

Het doel van deze subsidieregeling is om de energielasten van huurders te verminderen door de energieprestatie van sociale huurwoningen te verbeteren. De gemeente wil bevorderen dat huidige en toekomstige huurders daadwerkelijk profijt hebben van de energiebesparende maatregelen. Daarom zijn corporaties verplicht om woningen waarvoor een duurzaamheidssubsidie is verleend na uitvoering van de energiebesparende maatregelen minimaal 10 jaar als sociale huurwoningen te blijven verhuren.

Indien een corporatie of zijn rechtsopvolger de woningen binnen 10 jaar verkoopt, dan dient hij de duurzaamheidssubsidie die voor die woning is verleend volledig terug te betalen. Op deze wijze wordt voorkomen dat de subsidie op indirect wijze terecht komt bij eigenaren van koopwoningen.

Er is gekozen voor terugbetaling van het volledige bedrag, in plaats van na rato van het aantal jaar dat de woning al is verhuurd. Op deze wijze wordt voorkomen dat het financieel aantrekkelijker wordt om de woning te verkopen naarmate een groter deel van de termijn is verlopen.

In lid drie van dit artikel is bepaald dat het college nog andere voorwaarden kan stellen aan het verlenen van een subsidie. Het college dient eventuele voorwaarden kenbaar te maken bij het besluit om een subsidie toe te kennen. Hierdoor kan de corporatie voor de start van de uitvoering bepalen of hij daadwerkelijk gebruik van de subsidie wil maken. Het college kan bij het besluit over de subsidievaststelling geen nieuwe voorwaarden meer stellen.

Artikel 8. Voorbehoud subsidieverlening

De uitvoering van deze subsidieregeling is een taak van het college. Het budgetrecht ligt echter bij de raad. Dit betekent dat de raad eerst budget moet vrijmaken, voordat het college een subsidie kan verlenen. Er wordt incidenteel een subsidieverzoek ingediend (gemiddeld 1 tot 2 keer per jaar) en de hoogte van het bedrag varieert per aanvraag. Er wordt daarom niet jaarlijks een budget in de begroting opgenomen. Als het college een subsidie toekent, moet de raad daarna een budget opnemen in de begroting of via een wijziging van de begroting (bij de voorjaarsnota, najaarsnota of een separaat voorstel budget) beschikbaar stellen.