Beleidsregel aanleggen speelplaatsen op verzoek van bewoners

Geldend van 01-01-2020 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel aanleggen speelplaatsen op verzoek van bewoners

Deze beleidsregel omschrijft de voorwaarden waaraan een aanvraag voor het aanleggen van een speelplaats, gedaan door bewoners, moet voldoen om gehonoreerd te worden.

Deze beleidsregel moet niet worden opgevat als een ‘speelplaatsenplan’ van de gemeente Bloemendaal, de voorwaarden zijn strikt bedoeld om nieuwe aanvragen van inwoners te beoordelen. De genoemde normen en aantallen kunnen niet gelezen worden als gemeentelijke voornemens, eventuele nieuwe aanleg volgend uit Bloemendaals beleid valt hier niet uit op te maken. De gemeente kan er niet op worden aangesproken a.d.h.v. deze voorwaarden al dan niet een speelplaats aan te leggen.

Bestaande wet- en regelgeving wordt door deze beleidsregel niet vervangen bij het plaatsen van toestellen.

Doelgroepen + inrichting

  • -

    De gemeente Bloemendaal hanteert de volgende doelgroepen:

    kinderen t/m 6 jaar oud;

    kinderen t/m 12 jaar oud;

    kinderen t/m 18 jaar oud.

  • -

    Onderscheid wordt gemaakt tussen formele speelplaatsen (ingericht met speeltoestellen) en informele speelplaatsen of speelaanleidingen. Formele speelplaatsen worden zoveel als mogelijk voor meerdere doelgroepen ingericht, de gemeente streeft naar 1 formele speelplaats per doelgroep (kan ook gecombineerd worden) per dorpskern.

  • -

    Naast deze (formele) dorpskernspeelplaatsen kunnen er (bij voldoende aanwezige kinderen in de directe omgeving – zie hieronder: ‘Aantal kinderen’) ook buurtspeelplaatsen bestaan, deze zijn vooral voor de jongere en jongste leeftijdscategorie (< 12 jaar) bedoeld. De afstand tussen de 2 genoemde speelplaatsen is ten minste 400 meter, idem voor de afstand tussen 2 buurtspeelplaatsen. Buurtspeelplaatsen worden zoveel mogelijk informeel ingericht.

  • -

    Als kleinste speelplek is er de straatspeelplaats (< 6 jaar), minimale afstand tot dorpskernspeelplaats is 200 meter, idem voor onderlinge afstand of afstand tot buurtspeelplaats. Een straatspeelplaats wordt alleen informeel ingericht.

  • -

    Bij het bepalen van de afstanden tussen speelplaatsen kan ook een speelplaats buiten de Bloemendaalse gemeentegrens worden meegenomen in de afweging.

Locatie

  • -

    Een verzoek vanuit bewoners wordt alleen overwogen als in dat verzoek een specifieke locatie voor het creëren van de speelplaats is aangemerkt. Deze locatie kan alleen overwogen worden als dit beschikbare openbare ruimte is en er voor die locatie vanuit het bestemmingsplan geen belemmering bestaat voor het aanleggen van een speelplaats. Bij het beoordelen op geschiktheid van deze locatie worden belangen van verkeer, woningbouw en openbare ruimte meegewogen.

  • -

    Een nieuwe locatie zal alleen overwogen worden als deze in een gebied ligt waar te weinig (zie: doelgroepen) speelruimte (formeel, dan wel informeel) aanwezig is. Bij de beoordeling hiervan wordt ook meegewogen of een schoolplein in de buurt aanwezig is, eventueel wordt er contact met de school gezocht om te onderzoeken of het betreffende schoolplein openbaar toegankelijk kan worden gemaakt. In dat geval is het betreffende speelplein onderdeel van de afweging wel of niet een nieuwe gemeentelijke speelplaats te creëren.

  • -

    Bij een nieuwe aanvraag (en/of bij meerdere aanvragen tegelijkertijd) zal gelijke verdeling van speelplaatsen over de dorpskernen mede als overweging gelden.

Aantal kinderen

  • -

    Alleen bij voldoende in de directe omgeving woonachtige kinderen wordt het creëren van nieuwe gemeentelijke speelruimte overwogen.

    Gehanteerde norm:

    • Straatspeelplaats, 0 – 6 jaar: 20 kinderen, in een cirkel van 200 meter rond de voorgestelde locatie. Max. investering door de gemeente € 2000.

    • Buurtspeelplaats, 7 – 12 jaar: 60 kinderen, in een cirkel van 400 meter rond de voorgestelde locatie. Max. investering door de gemeente € 10.000.

    • Dorpskernspeelplaats, 13 – 18 jaar: 100 kinderen, in een cirkel van 1000 meter rond de voorgestelde locatie. Max. investering door de gemeente € 25.000.

Aantallen wordt bepaald a.d.h.v. de cijfers zoals die bij het bevolkingsregister van de gemeente Bloemendaal bekend zijn, op het moment van behandelen van de aanvraag.

Aanvraag

  • -

    Een aanvraag uit een buurt moet aantoonbaar door tenminste 51% van de buurtbewoners mede ondersteund worden. Een ‘buurt’ wordt hierin gedefinieerd a.d.h.v. de verschillende grootte van speelplaatsen, zie hierboven ‘Doelgroepen + inrichting’. In deze aanvraag moeten ook direct omwonenden van de voorgestelde locatie vertegenwoordigd zijn.

  • -

    Instemming van direct omwonenden van de voorgestelde locatie wordt door de gemeente na het nemen van een positief besluit (ter advisering) getoetst. 51% van deze direct omwonenden moet instemmen met een eventuele nieuwe speelplaats op de gevraagde locatie.

  • -

    In het geval er aan alle hiervoor geformuleerde voorwaarden is voldaan en er een positief besluit wordt genomen zal de gemeente enkele scenario’s voor de inrichting van de speelplaats aan de buurtbewoners voorleggen. De uitkomst van dit proces zal alleen adviserend zijn in de definitieve keuze.

Financiën

  • -

    Voor nieuwe speelplaatsen zal per keer de gemeenteraad om budget verzocht worden, dit gebeurt in de begrotingsbehandeling voor het opvolgende jaar. Aanleg kan alleen dan gebeuren als het budget daadwerkelijk ter beschikking wordt gesteld.

  • -

    Het onderhoudsbudget speelplaatsen voorziet in principe niet in nieuwe aanschaf, alleen als in een jaar blijkt dat er minder onderhoud gepleegd hoeft te worden kan een deel van het resterende budget aangewend worden. Dit wordt per geval beoordeeld.

  • -

    Bij financiering van een nieuwe speelplaats moet direct de consequentie van het vergroten van het arsenaal voor het onderhoudsbudget worden overzien. Als een nieuwe speelplaats naar verwachting een te grote aanspraak daarop zal doen zal worden afgezien van plaatsing.

Slot

In bijzondere gevallen behoudt het college zich het recht voor gemotiveerd af te wijken van deze beleidsregels.