Regeling vervallen per 01-01-2020

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bloemendaalgelet op het gestelde in de artikelen 3 en 4 van de Arbeidsomstandighedenwet;gelet op het gestelde in artikel 160 Gemeentewet;gehoord het Bijzonder Georganiseerd Overleg;besluit:tot vaststelling van de navolgende Regeling klachtenbehandeling ongewenst gedrag op het werkgemeente Bloemendaal 2009

Geldend van 01-01-2009 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2009

Intitulé

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bloemendaalgelet op het gestelde in de artikelen 3 en 4 van de Arbeidsomstandighedenwet;gelet op het gestelde in artikel 160 Gemeentewet;gehoord het Bijzonder Georganiseerd Overleg;besluit:tot vaststelling van de navolgende Regeling klachtenbehandeling ongewenst gedrag op het werkgemeente Bloemendaal 2009

Regeling klachtenbehandeling ongewenst gedrag op het werkgemeente Bloemendaal 2009

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

1.Ongewenst gedrag

Seksuele intimidatie, discriminatie, pesterij, agressie en geweld, wat door de medewerker als ongewenst of ongewild wordt ervaren.

2.Seksuele intimidatie

Seksueel getinte aandacht binnen of in verband met de werksituatie, wat tot uiting komt in verbaal, fysiek of ander non-verbaal gedrag, dat ongewenst of ongewild is of zo wordt ervaren door de medewerker die er persoonlijk mee wordt geconfronteerd.

3.Discriminatie

Ongewenst gedrag op basis van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of welke grond dan ook, dat van zodanige aard is, dat de waardigheid en/of lichamelijke integriteit van een medewerker wordt aangetast of zo wordt ervaren door de medewerker die er persoonlijk mee wordt geconfronteerd.

4.Pesterij, agressie en geweld

Voorvallen waarbij een medewerker psychisch of fysiek wordt lastiggevallen, bedreigd of aangevallen onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met het verrichten van de arbeid of zo wordt ervaren door de medewerker die er persoonlijk mee wordt geconfronteerd.

5.Aanklager

De medewerker die een klacht indient inzake seksuele intimidatie, discriminatie, pesterij, agressie en/of geweld.

6.Medewerker

De ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR/UWO, alsmede uitzendkrachten, detacheringkrachten, stagiaires en personen die anderszins in dienst zijn bij gemeente Bloemendaal.

7. Klacht

Het melden van ongewenst gedrag bij de personen en de klachtencommissie in de zin van deze regeling.

8. Aangeklaagde

De persoon tegen wie de klacht is ingediend.

9. Vertrouwenspersoon

De functionaris die optreedt voor medewerkers die geconfronteerd worden of zijn met seksuele intimidatie, discriminatie, pesterij, agressie en/of geweld, en hen ondersteunt en begeleidt.

10 Klachtencommissie

De klachtencommissie ongewenst gedrag voor de gemeentelijke overheid.

Artikel 2 Het indienen van een klacht

  • 1. De medewerker dient zich allereerst tot zijn direct leidinggevende te wenden met zijn klacht. De direct leidinggevende zal als bemiddelaar optreden tussen aanklager en aangeklaagde.

  • 2. Heeft de medewerker reden zich niet tot zijn direct leidinggevende te wenden, of slaagt de bemiddelingspoging van de direct leidinggevende niet, dan kan hij zich wenden tot één van de leden van de directie.

  • 3. Heeft de medewerker reden zich niet tot de directie te wenden, of slaagt de bemiddelingspoging van het directie niet, dan kan hij zich wenden tot de vertrouwenspersoon.

  • 4. De vertrouwenspersoon handelt de klacht af, tenzij de vertrouwenspersoon het noodzakelijk acht dat de klachtencommissie een advies uitbrengt.

  • 5. In afwijking van lid 3 heeft iedere medewerker het recht zich (eventueel ondersteund door de vertrouwenspersoon) met een klacht tot de klachtencommissie te wenden.

  • 6. Een klacht wordt schriftelijk en ondertekend door de aanklager bij de commissie ingediend en bevat tenminste de naam en het adres van de aanklager, de dagtekening, een omschrijving van de gedraging waartegen de klacht is gericht en de naam of namen van de aangeklaagde(n).

  • 7. De klachtencommissie stuurt een ontvangstbevestiging naar de aanklager.

  • 8. Een kopie van de klacht wordt ter kennisname aan de vertrouwenspersoon en de aangeklaagde toegezonden.

  • 9. Anonieme klachten worden niet in behandeling genomen, maar kunnen ondersteuning bieden aan (een) andere niet-anonieme klacht(en).

  • 10. Een klacht wordt niet in behandeling genomen indien meer dan 3 jaar zijn verstreken sinds het feit zich heeft voorgedaan. Deze termijn geldt niet, indien het een voorval betreft dat mogelijk tevens een strafbaar feit inhoudt.

  • 11. De aanklager kan zich bij het indienen van de klacht en wanneer hij gehoord wordt, laten bijstaan door een vertrouwenspersoon of door een zelfgekozen raadsvrouw of -man. Het laatste geldt ook voor de aangeklaagde.

Artikel 3 De vertrouwenspersoon

  • 1. Het college wijst na overleg met de Ondernemingsraad één of meer personen als vertrouwenspersoon aan.

  • 2. Iedere medewerker heeft het recht zich tot een vertrouwenspersoon te wenden.

  • 3. Vertrouwenspersonen die taken op basis van deze regeling verrichten mogen om die reden niet worden ontslagen of anderszins in hun positie binnen gemeente Bloemendaal benadeeld worden.

Artikel 4 Taken vertrouwenspersoon

Een vertrouwenspersoon heeft als taken:

  • a.

    de aanklager op te vangen met klachten over seksuele intimidatie, discriminatie, pesterij, agressie en/of geweld;

  • b.

    indien de aanklager daarin toestemt door bemiddeling te trachten tot een oplossing van de gesignaleerde problemen te komen;

  • c.

    de aanklager te ondersteunen, op zijn verzoek, bij het indienen van een klacht bij de klachtencommissie en de begeleiding in het traject dat daarop volgt;

  • d.

    voor zover nodig en gewenst, de aanklager of aangeklaagde te verwijzen naar gespecialiseerde hulpverleningsinstanties;

  • e.

    het registreren van de aard en de omvang van de klachten;

  • f.

    het gevraagd en ongevraagd adviseren van gemeente Bloemendaal over het beleid inzake seksuele intimidatie, discriminatie, pesterij, agressie en/of geweld;

  • g.

    het signaleren van de behoefte aan voorlichting over seksuele intimidatie, discriminatie, pesterij, agressie en/of geweld.

Artikel 5 Werkwijze en bevoegdheden van de vertrouwenspersoon

  • 1. De vertrouwenspersoon onderneemt met een klacht alleen actie indien de aanklager daarmee instemt.

  • 2. De vertrouwenspersoon is bevoegd informatie in te winnen bij de betrokkenen en/of getuigen (na toestemming van de aanklager). De vertrouwenspersoon neemt daartoe de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht ter bescherming van de privacy en andere belangen van de betrokkenen.

  • 3. De vertrouwenspersoon is verplicht tot geheimhouding van hetgeen in verband met de werkzaamheden in de functie van vertrouwenspersoon ter kennis wordt gebracht.

  • 4. In voorkomende gevallen kan de vertrouwenspersoon externe deskundigen raadplegen. In het geval hier kosten aan verbonden zijn, dient de algemeen directeur/gemeentesecretaris vooraf in te stemmen met een dergelijk consult.

  • 5. Personen die met betrekking tot een klacht aangaande seksuele intimidatie, discriminatie, pesterij, agressie en/of geweld door de vertrouwenspersoon worden benaderd, zijn verplicht tot geheimhouding en worden hierop gewezen door de vertrouwenspersoon.

Artikel 6 De klachtencommissie ongewenst gedrag voor de gemeentelijke overheid.

  • 1. De samenstelling, taak, werkwijze en bevoegdheden van de klachtencommissie ongewenst gedrag voor de gemeentelijke overheid is nader geregeld in de “regeling klachtencommissie ongewenst gedrag voor de gemeentelijke overheid” (bijlage 1)

Artikel 7 Besluitvorming door het bestuursorgaan

  • 1. Het college neemt op basis van het advies van de klachtencommissie binnen 6 weken na ontvangst van het advies van de klachtencommissie een besluit over de te nemen maatregelen. Deze termijn kan, indien met redenen onderbouwd, eenmaal verlengd worden met 6 weken.

  • 2. Het college kan, terwijl het onderzoek bij de klachtencommissie naar een geval van seksuele intimidatie, discriminatie, pesterij, agressie en/of geweld aanhangig is, tijdelijke maatregelen nemen.

  • 3. Het college stelt aanklager, aangeklaagde, vertrouwenspersoon en de klachtencommissie schriftelijk in kennis van het besluit.

  • 4. Het besluit wordt voorzien van een motivatie.

Artikel 8 Privacy

  • 1. Alle stukken die op de zaak betrekking hebben, worden na afhandeling opgeborgen in een vertrouwelijk dossier bij het team Personeelszaken.

  • 2. Behoudens de aangeklaagde mag geen enkele medewerker in zijn positie worden geschaad vanwege het feit dat hij op enigerlei wijze betrokken is (geweest) bij een klachtenprocedure.

  • 3. Alle betrokken personen zijn verplicht tot geheimhouding.

Artikel 9 Onvoorziene gevallen

  • 1. Als medewerkers tijdens het werk worden lastiggevallen door externen, kan men gebruik maken van deze klachtenregeling.

  • 2. In situaties waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan het college een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling klachtenbehandeling ongewenst gedrag op het werk gemeente Bloemendaal 2009”.

  • 2. Deze regeling treedt onder gelijktijdige intrekking van de regeling klachtenbehandeling ongewenst gedrag op het werk van de gemeente Bennebroek 2007, met ingang van 1 januari 2009 in werking.

    Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van 7 juli 2009.

    de gemeentesecretaris de burgemeester,

    mr. A.Ph. van der Wees drs. M.J. van Ravesteyn-Kramer

    Gepubliceerd in het Weekblad Kennemerland-Zuid d.d. 13 augustus 2009.

    In werking (met terugwerkende kracht): 1 januari 2009.