Verordening commissie bezwaarschriften Bloemendaal 2020

Geldend van 01-04-2021 t/m heden

Intitulé

Verordening commissie bezwaarschriften Bloemendaal 2020

De Raad van de gemeente Bloemendaal;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 oktober 2020;

gelet op het bepaalde in de artikelen 84, 96 en 149 van de Gemeentewet;

besluit:

Vast te stellen de volgende verordening:

Verordening commissie bezwaarschriften Bloemendaal 2020

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Awb: Algemene wet bestuursrecht

    • b.

      bezwaarschrift: geschrift waarin bezwaar wordt gemaakt tegen een besluit van een bestuursorgaan van de gemeente

    • c.

      commissie: bezwaarschriftencommissie zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van deze verordening

    • d.

      orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen

Artikel 2 Instelling en taak bezwaarschriftencommissie

  • 1. Er is een commissie die adviseert over de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester. Ze wordt aangeduid als: bezwaarschriftencommissie.

  • 2. De commissie adviseert niet over bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken.

  • 3. De voorzitter van de commissie kan het advies uitbrengen, indien een bezwaarschrift kennelijk niet-ontvankelijk is.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit ten minste drie leden.

  • 2. De leden van de commissie worden door de gemeenteraad benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3. De leden kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Bloemendaal, dan wel lid zijn van een andere commissie van de gemeente.

  • 4. De commissie wijst uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aan.

  • 5. De commissie adviseert over de aan haar voorgelegde bezwaarschriften in een formatie van drie leden, waaronder de voorzitter.

  • 6. Alle leden kunnen optreden als dagvoorzitter. Zodra een zaak is geagendeerd voor een hoorzitting, neemt de dagvoorzitter van die hoorzitting alle taken en bevoegdheden met betrekking tot de geagendeerde zaken over van de voorzitter.

  • 7. Een lid van de commissie neemt niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij zijn onpartijdigheid in het geding kan zijn. In dat geval wordt een ander lid aangewezen om zijn plaats in te nemen.

Artikel 4 Vergoedingen

  • 1. De leden van de commissie ontvangen een vergoeding per commissievergadering of hoorzitting.

  • 2. De vergoeding van de (dag)voorzitter bedraagt € 200 per commissievergadering of hoorzitting, die van de overige leden €150.

  • 3. De vergoeding van de voorzitter voor het uitbrengen van een advies zoals bedoeld in artikel 2, derde lid, bedraagt €25.

  • 4. Aan de leden wordt per bijgewoonde vergadering een vergoeding voor gemaakte reiskosten toegekend, conform artikel 3.1, eerste lid van de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers.

Artikel 5 Secretaris

  • 1. De commissie wordt bijgestaan door een door het college aangewezen ambtenaar als secretaris. Het college kan meer dan één secretaris aanwijzen.

  • 2. Het college wijst, indien er slechts één secretaris is aangewezen, tevens één of meer plaatsvervangende secretarissen aan.

  • 3. De secretaris kan een externe secretaris inschakelen om op te treden als plaatsvervangend secretaris.

Artikel 6 Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een termijn van vier jaar. Het is mogelijk één keer herbenoemd te worden. De herbenoeming is eveneens voor een periode van vier jaar, tenzij de gemeenteraad aanleiding ziet voor een kortere periode te herbenoemen. Voor leden die op of voor 1-1-2016 zijn benoemd, geldt dat zij maximaal twee keer voor een periode van 4 jaar kunnen worden herbenoemd.

  • 2. Een lid kan op elk moment ontslag nemen. Het doet daarvan schriftelijk mededeling aan de gemeenteraad.

  • 3. Een ontslag nemend lid blijft zijn functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien, tenzij dit noodzakelijkerwijs niet kan.

Artikel 7 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op een ingediend bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift en de op de zaak betrekking hebbende stukken worden in het digitale zaaksysteem van de gemeente opgenomen. Deze zaak staat digitaal ter beschikking voor de indiener van het bezwaarschrift.

  • 3. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt in handen van de commissie gesteld.

Artikel 8 Waarborgen privacy/vertrouwelijkheid

De leden van de commissie gaan vertrouwelijk om met de aan hen verstrekte privacygevoelige- of vertrouwelijke informatie, zulks met het oog op de belangen van bezwaarmaker(s) en eventuele belanghebbenden. Zij dragen er zorg voor dat de aan hen verstrekte documenten welke persoonsgegevens bevatten of anderszins vertrouwelijk zijn niet in handen van derden terecht komen.

Artikel 9 Pogen in der minne te schikken

  • 1. Binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift onderzoekt een ambtenaar van de vakafdeling, die belast is met de behandeling van het bezwaarschift, of de zaak in der minne kan worden geschikt.

  • 2. Deze ambtenaar stelt de secretaris van de bezwaarschriftencommissie op de hoogte van de resultaten van zijn bemoeiingen. De secretaris informeert de voorzitter.

  • 3. De commissie kan tijdens de hoorzitting onderzoeken of de zaak alsnog in de minne kan worden geschikt.

Artikel 10 Delegatie van bevoegdheden

  • 1. De bevoegdheden van de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening, gedelegeerd aan de voorzitter. Die kan voor de uitoefening daarvan mandaat verlenen aan de secretaris:

    • a.

      artikel 2:1, tweede lid (het vragen om een schriftelijke machtiging)

    • b.

      artikel 6:6 (het stellen van een termijn voor herstel van een verzuim)

    • c.

      artikel 6:17 (toezending stukken aan gemachtigde)

    • d.

      artikel 7:4, tweede lid (ter inzage leggen van de stukken voor belanghebbenden)

    • e.

      artikel 7:10, lid 2 t/m 5 (opschorting en verdaging beslistermijn)

  • 2. De bevoegdheid, bedoeld in artikel 7:3 onder a Awb (afzien van horen) wordt voor de toepassing van deze verordening, gedelegeerd aan de voorzitter.

  • 3. De bevoegdheden bedoeld in artikel 7:6, tweede lid van de wet (het afzonderlijk horen van belanghebbenden) en artikel 7:6, vierde lid (het achterwege laten van het op de hoogte stellen van belanghebbenden van het verhandelde tijdens het horen buiten hun aanwezigheid), worden voor de toepassing van deze verordening gedelegeerd aan de commissie.

Artikel 11 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 12 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. Voor het houden van een hoorzitting is vereist dat tenminste de (dag)voorzitter en 1 lid aanwezig is.

  • 3. Indien er op grond van artikel 7:3 Awb wordt afgezien van het horen, dan wordt hiervan mededeling gedaan aan de belanghebbende(n) en het orgaan. De mededeling kan ook worden opgenomen in het uit te brengen advies.

  • 4. Het bezwaarschrift en alle verder op de zaak betrekking hebbende stukken worden uiterlijk twee weken voorafgaand aan de hoorzitting ter beschikking gesteld aan de commissie en bezwaarde.

Artikel 13 Uitnodiging hoorzitting

  • 1. De secretaris nodigt namens de voorzitter de belanghebbenden en het verwerend orgaan zo spoedig mogelijk, maar ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen drie dagen na de verzenddatum van de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de (dag)voorzitter verzoeken de hoorzitting ui te stellen.

  • 3. De voorzitter is terughoudend met het verlenen van uitstel zoals bedoeld in het tweede lid. Dit geldt temeer als de beslistermijn daarmee onder druk komt te staan of als uitstel nadelig is voor andere belanghebbenden of het verwerend bestuursorgaan. Ongemotiveerde verzoeken komen in geen geval voor verlening van uitstel in aanmerking.

  • 4. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt zo spoedig mogelijk door de secretaris van de commissie aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 5. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste en tweede lid.

  • 6. Als het verzoek om uitstel zoals bedoeld in het tweede lid wordt gedaan door bezwaarde, wordt bezwaarde geacht in te stemmen met de opschorting van de beslistermijn zoals bedoeld in artikel 7:10, vierde lid, Awb.

Artikel 14 Openbaarheid hoorzitting

  • 1. De hoorzitting van de commissie is openbaar.

  • 2. De deuren kunnen worden gesloten indien een lid van de commissie het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de hoorzitting verzetten, vindt de hoorzitting plaats achter gesloten deuren.

  • 4. De hoorzitting van de commissie vindt in ieder geval achter gesloten deuren plaats als het een bezwaarschrift betreft tegen een besluit dat betrekking heeft op een sociale zaak waarbij zeer persoonlijke gegevens zoals strafrechtelijke-, financiële- of medische gegevens betrokken zijn.

Artikel 15 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag zoals bedoeld in artikel 7:7 Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid en houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 2. Indien de hoorzitting geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 3. Het verslag kan verwijzen naar de op de hoorzitting overgelegde bescheiden. Die worden dan aan het verslag gehecht.

Artikel 16 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting, maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden. De secretaris van de commissie stelt bij toezending aan het verwerend bestuursorgaan en de belanghebbenden een termijn waarbinnen zij hun schriftelijke reactie op de informatie kunnen indienen. Daarbij verwijst de secretaris naar de mogelijkheid van een nieuwe hoorzitting zoals bedoeld in lid 3.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.

Artikel 17 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 4. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 5. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

  • 6. De voorzitter kan in ieder stadium van de behandeling van het bezwaarschrift besluiten om af te zien van het geven van een verslag en/of advies indien aan het bezwaar volledig tegemoet is gekomen en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen worden geschaad. Indien de voorzitter hiertoe besluit doet hij daarvan mededeling aan het orgaan en aan de belanghebbenden.

Artikel 18 Uitbrengen advies

  • 1. Het advies en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, wordt tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. Het advies wordt onverwijld na ontvangst door het orgaan ter kennisneming doorgestuurd aan bezwaarde.

Artikel 19 Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks vóór 1 juli aan de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.

Artikel 20 Intrekking oude regeling

De Verordening commissie bezwaarschriften Bloemendaal 2017 wordt ingetrokken.

Artikel 21 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking.

  • 2. Artikel 4 van deze verordening werkt terug tot 28 mei 2020.

Artikel 22 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening commissie bezwaarschriften Bloemendaal 2020.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Bloemendaal, gehouden op 22 maart 2021

de voorzitter,

de griffier,