Regeling vervallen per 01-01-2020

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bloemendaal; gelet op hoofdstuk 6 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling/Uitwerkingsovereenkomst CAR/UWO);gelet op het gestelde in artikel 160 Gemeentewet;gehoord het Georganiseerd Overleg;besluit:tot vaststelling van de navolgende Vakantieregeling gemeente Bloemendaal 2009.

Geldend van 01-01-2009 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2009

Intitulé

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bloemendaal; gelet op hoofdstuk 6 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling/Uitwerkingsovereenkomst CAR/UWO);gelet op het gestelde in artikel 160 Gemeentewet;gehoord het Georganiseerd Overleg;besluit:tot vaststelling van de navolgende Vakantieregeling gemeente Bloemendaal 2009.

Vakantieregeling gemeente Bloemendaal 2009.

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

1. Medewerker

De ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR/UWO en stagiaires die in dienst zijn van gemeente Bloemendaal.

2. Volledige betrekking

Een betrekking waarbij de arbeidsduur maximaal 1823,9 uur per jaar (in afwijking van artikel 1:1 lid 1 sub k van de CAR/UWO) en de formele arbeidsduur 36 uur per week bedraagt (overeenkomstig artikel 1:1 lid 1 sub k van de CAR/UWO).

Artikel 2 Basis vakantieverlof

  • 1. Het aantal vakantie verlofuren bij een 36 urige werkweek (voltijds dienstverband) bedraagt 158,4 per kalenderjaar (conform artikel 6:2 van de CAR/UWO). Voor medewerkers die tot 40 uur/week roostervrije tijd opbouwen wordt 10,6 uur bijgeschreven op de vakantiekaart (= 169 uur), voor deeltijders geldt dit pro rato.

  • 2. Voor ambtenaren met een deeltijd dienstverband gelden de verlofuren naar rato van de deeltijdfactor.

  • 3. Bij het opnemen van vakantieverlof wordt het aantal vakantie-uren afgeschreven, uitgaande van de werktijd volgens het werkrooster.

Artikel 3 Verhoging basis vakantieverlof

  • 1. Naast de mogelijkheid het basisverlof te verhogen op grond van de CAR/UWO (artikel 3:2:1 lid 3, 4a:2 lid 2, 6:2:1 lid 2 en 6:2:1 lid 4), wordt het basis vakantieverlof verhoogd afhankelijk van de bereikte leeftijd en de salarisschaal van de medewerker. De leeftijd en de schaal op 1 januari van het betreffende kalenderjaar is bepalend. Wanneer de medewerker in de loop van het jaar in dienst treedt, geldt de leeftijd en de salarisschaal op het tijdstip van indiensttreding.

  • 2. Het basis vakantieverlof (op grond van artikel 2 van deze regeling) wordt verhoogd met het aantal uren volgens onderstaande tabel:

    Leeftijd op 1 januari

    Verhoging

    18 jaar en jonger

    21,6 uur

    19 jaar

    14,4 uur

    20 jaar

    7,2 uur

    30 t/m 39 jaar

    7,2 uur

    40 t/m 44 jaar

    14,4 uur

    45 t/m 49 jaar

    21,6 uur

    50 t/m 54 jaar

    28,8 uur

    55 t/m 59 jaar

    36,0 uur

    60 jaar en ouder

    43,2 uur

  • 3. Het basis vakantieverlof (op grond van artikel 2 van deze regeling) wordt verhoogd met 7,2 uur indien een medewerker wordt bezoldigd volgens salarisschaal 9 en hoger.

  • 4. De medewerkers die gedeeltelijk gebruik maken van de FPU Gemeenten hebben geen recht op leeftijdsverlof.

Artikel 4 Verplichte verlofdagen (brugdagen).

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om maximaal vijf kalenderdagen aan te wijzen waarop verlof moet worden opgenomen. Aangewezen worden in ieder geval 5 mei en Goede Vrijdag. Beide dagen zijn voor rekening van de werkgever. In de jaren waarop 5 mei een nationale feestdag is of waarin deze dag in het weekend valt, wijst de werkgever daarvoor een andere brugdag aan. Voor de derde aan te wijzen brugdag worden de benodigde uren van het verlof afgeschreven.

De vierde aan te wijzen brugdag is wederom voor rekening van de werkgever en de uren van de laatste aan te wijzen brugdag worden ingehouden op het verlof.

Artikel 5 Niet opgenomen vakantie-uren

Indien de medewerker in een kalenderjaar zijn opgebouwde vakantie-uren geheel of gedeeltelijk niet heeft opgenomen om een reden als genoemd in artikel 6:2:6 lid 1 onder b of c van de CAR/UWO, worden deze vakantie-uren met inachtneming van artikel 6:2:6 lid 3 CAR/UWO, automatisch overgeboekt naar het volgende kalenderjaar zonder dat de medewerker een verzoek daartoe hoeft te

doen. Voor deeltijdmedewerkers geldt een aantal uren naar rato van de deeltijdfactor.

Artikel 6 Feestdagen

Voor zover de dienst dit toelaat wordt er op de landelijke feestdagen nieuwjaarsdag, 2e paasdag, Koninginnedag, Hemelvaartsdag, 2e pinksterdag, beide kerstdagen en eenmaal in de vijf jaar op 5 mei (voor het eerst op 5 mei 2010), niet gewerkt.

Artikel 7 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan het college een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 8 Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling kan worden aangehaald als “Vakantieregeling gemeente Bloemendaal 2009”.

  • 2. De regeling treedt in werking op 1 januari 2009 onder gelijktijdige intrekking van de vakantieregeling van de gemeente Bennebroek 2007 en de vigerende uitvoeringsregels met betrekking tot vakantie en verlof van de gemeente Bloemendaal op 31 december 2008.

    Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van 7 juli 2009

    de gemeentesecretaris de burgemeester

    mr. A.Ph. van der Wees R.Th.M. Nederveen

    Gepubliceerd in het Weekblad Kennemerland Zuid d.d. 13 augustus 2009.

    In werking (met terugwerkende kracht): 1 januari 2009.