Subsidieverordening duurzame energie Bloemendaal 2010

Geldend van 01-10-2010 t/m heden

Intitulé

Subsidieverordening duurzame energie Bloemendaal 2010

De raad van de gemeente Bloemendaal;gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 augustus 2010;overwegende, dat ter uitvoering van het klimaatbeleid en het streven naar duurzaamheid, het gewenst is energiebesparing te stimuleren en het toepassen van duurzame energie te bevorderen;dat een stimuleringssubsidie nodig is om het treffen van energiebesparende voorzieningen en het toepassen van duurzame energietechnieken in of aan woningen te bevorderen;gelet op de titels 4.1 en 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 149 van de Gemeentewet;BESLUIT:vast te stellen de volgende: Subsidieverordening duurzame energie Bloemendaal 2010

Subsidieverordening duurzame energie Bloemendaal 2010

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bloemendaal;

  • b.

    raad: raad van de gemeente Bloemendaal;

  • c.

    activiteiten: het treffen van energiebesparende voorzieningen en het toepassen van duurzame energietechnieken aan bestaande woningen.

  • d.

    gemeentelijke DE-lijst: lijst met voor subsidie in aanmerking komende activiteiten en daaraan gekoppelde maximale subsidiebedragen per activiteit.

  • e.

    woning; een voor permanente bewoning bestemd gebouw, woonwagen of woonboot met een vaste stand- of ligplaats, binnen de gemeente Bloemendaal.

Artikel 2. Reikwijdte verordening

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die ten doel hebben de vraag naar of het verbruik van energie te verminderen, of energie op te wekken uit hernieuwbare bronnen zoals zonlicht of zonnewarmte.

  • 2. het college maakt bekend welke activiteiten voor subsidie in aanmerking komen, en tot welk bedrag, door vaststelling en publicatie van de gemeentelijke DE-lijst.

Artikel 3. Bevoegdheid college

  • 1. Het college is bevoegd te besluiten over het verstrekken van subsidies met in achtneming van de in de gemeentebegroting opgenomen financiële middelen of het subsidieplafond.

  • 2. Het college is bevoegd om voorwaarden aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden.

  • 3. Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de te subsidiëren activiteiten, de doelgroepen en de bedragen per activiteit.

HOOFDSTUK 2. SUBSIDIEPLAFOND EN BEGROTINGSVOORBEHOUD

Artikel 4. Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

  • 1. De raad stelt jaarlijks het bedrag vast dat voor het verlenen van subsidie in het kader van deze verordening beschikbaar is.

  • 2. Het subsidieplafond is de som van het aan de gemeente toegekende bedrag ingevolge de Deelverordening duurzame energie Noord-Holland, en het door de raad vastgestelde bedrag, bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Het college kan nadere regels stellen voor de verdeling van het beschikbare bedrag.

  • 4. Bij de bekendmaking van het subsidieplafond wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.

  • 5. Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld.

HOOFDSTUK 3. AANVRAAG VAN DE SUBSIDIE

Artikel 5. Bij aanvraag in te dienen gegevens

  • 1. De aanvraag voor een subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college met een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. Bij een aanvraag om subsidie overlegt de aanvrager:

    • a.

      een beschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      een begroting en dekkingsplan van de kosten van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij andere bestuursorganen of organisaties aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan.

  • 3. Het college kan ook andere dan de in het tweede lid genoemde gegevens verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk zijn.

Artikel 6. Aanvraagtermijn

Een aanvraag om subsidie voor de in artikel 2 bedoelde activiteiten wordt ingediend voordat de voorzieningen of technieken worden getroffen.

HOOFDSTUK 4. SUBSIDIEVERLENING

Artikel 7. Toekenning

  • 1. Binnen drie weken na ontvangst van de volledige aanvraag krijgt de aanvrager bericht of de aanvraag voor inwilliging in aanmerking komt en hiervoor een reservering is gemaakt, of dat deze op een wachtlijst is geplaatst.

  • 2. De aanvragen die op een wachtlijst zijn geplaatst, worden naar volgorde van binnenkomst afgehandeld totdat het beschikbare budget volledig is benut.

  • 3. De wachtlijst vervalt aan het einde van het jaar waarvoor het budget ter beschikking is gesteld, dan wel indien de verordening wordt ingetrokken.

Artikel 8. Voorwaarden

  • 1. Het college kan bij subsidieverlening verplichtingen opleggen die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidieregeling.

  • 2. Het college kan de aanvrager verplichten om op de daarbij aan te geven wijze aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de verplichtingen bedoeld in het eerste lid.

Artikel 9. Verplichtingen van de aanvrager

  • 1. Binnen een maand nadat aanvrager bericht heeft ontvangen dat subsidie is verleend, verleent hij opdracht tot het verrichten van de activiteiten, waarvoor subsidie is gevraagd.

  • 2. De activiteiten bedoeld in het eerste lid, worden binnen zes maanden na subsidieverlening uitgevoerd.

Artikel 10. Meldingsplicht

  • 1. Zodra aannemelijk is dat de activiteiten niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de aan de verlening verbonden voorwaarden zal worden voldaan, meldt de aanvrager dat direct aan het college.

  • 2. De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk schriftelijk over ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat hij aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden voorwaarden geheel of gedeeltelijk niet kan nakomen.

HOOFDSTUK 5. WEIGERING VAN DE SUBSIDIE

Artikel 11. Weigeringgronden

Het college kan, naast de in artikel 4:25 en artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde gronden, aanvullende weigeringgronden vaststellen.

HOOFDSTUK 6. SUBSIDIEVASTSTELLING

Artikel 12. Vaststelling van subsidie en beslistermijn

Het college stelt de subsidie vast binnen 6 weken na ontvangst van de factuur, indien de activiteiten of voorzieningen waarvoor de subsidie werd verleend, zijn uitgevoerd, respectievelijk zijn geïnstalleerd.

HOOFDSTUK 7. OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 13. Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1, 2 en 3, voor zover toepassing ervan, gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger, leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad.

Artikel 14. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking. Per die datum wordt de Subsidieverordening zonnepanelen en zonnecollectoren Bloemendaal 2007 ingetrokken.

Artikel 15. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Subsidieverordening duurzame energie Bloemendaal 2010.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
van de raad van de gemeente Bloemendaal,
gehouden op 23 september 2010.
R.Th.M. Nederveen , voorzitter
K.A. van der Pas , griffier
Gepubliceerd in het Weekblad Kennemerland Zuid d.d. 30 september 2010.
In werking: 1 oktober 2010.