Regeling vervallen per 27-02-2014

Uitvoeringsregeling wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen

Geldend van 11-04-2013 t/m 26-02-2014

Intitulé

Uitvoeringsregeling wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen

1. Aantreffen foutief geparkeerd voertuig

De procedure betreffende de wegsleepregeling start met het aantreffen van een fout geparkeerd voertuig. Veelal betreft het auto’s. Echter, onder “voertuigen” wordt mede verstaan: fietsen, bromfietsen, scooters, invalidenvoertuigen, vrachtauto’s, bussen en aanhangwagens.

De eerste afweging, die dan moet worden gemaakt, is of de aangetroffen situatie wegsleepwaardig is. Daarvoor gelden drie criteria:

  • 1.

    door de wijze van parkeren wordt de veiligheid op de weg in gevaar gebracht en/of

  • 2.

    door de wijze van parkeren wordt de vrijheid van het verkeer belemmerd en/of

  • 3.

    er wordt geparkeerd op één van de wegen of weggedeelten, die zijn aangewezen in het Besluit wegslepen van voertuigen en waarop de gemeentelijke wegsleepverordening van toepassing is.

 

Uit de woorden “en/of” blijkt dat er tegelijkertijd sprake kan zijn van meerdere criteria, die de situatie wegsleepwaardig maken. Eén van de criteria is echter voldoende om de wegsleepregeling te kunnen toepassen.

 

Ingevolge artikel 170 eerste lid sub c. van de wet, juncto artikel 2 van het Besluit, juncto artikel 2 van de Wegsleepverordening gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2003, kan in de gemeente van de volgende soorten wegen en weggedeelten worden weggesleept:

  • a.

    wegen en weggedeelten waar door middel van bord E 1 van bijlage 1 bij het RVV 1990 of door middel van een gele onderbroken streep als bedoeld in artikel 24, eerste lid, onderdeel e, van het RVV 1990 wordt aangegeven dat het verboden is te parkeren;

  • b.

    wegen en weggedeelten waar door middel van bord E 2 van bijlage 1 bij het RVV 1990 of door middel van een gele doorgetrokken streep als bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel g, van het RVV 1990 wordt aangegeven dat het verboden is stil te staan;

  • c.

    parkeergelegenheden, aangeduid door bord E4 van bijlage I bij het RVV 1990, waarbij op een onderbord wordt aangegeven:

    * de categorie of groep voertuigen waarvoor de parkeergelegenheid is bestemd, of

    * het parkeren op bepaalde dagen of uren is verboden;

    * taxistandplaatsen, aangeduid door bord E5 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

    * parkeerplaatsen voor gehandicapten, aangeduid door bord E6 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

    * gelegenheden voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen, aangeduid door bord E7 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

    * parkeergelegenheden voor een categorie of groep voertuigen, aangeduid door bord E8 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

    * parkeergelegenheden voor vergunninghouders, aangeduid door bord E9 van bijlage I bij het RVV 1990;

    * voetgangersgebieden, aangeduid door bord G7 of door bord Cl van bijlage bij het RVV 1990.

 

Noodzaak

 

Wellicht ten overvloede wordt nog vermeld, dat het aantreffen van een fout geparkeerd voertuig op een aangewezen weg of weggedeelte, als bedoeld in artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen, in beginsel voldoende is om de wegsleepregeling toe te passen. De veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer hoeft dan niet tevens in het geding te zijn.

Wel moet de noodzaak in zekere mate duidelijk zijn. Zo is bijvoorbeeld het wegslepen van een voertuig om 04.00 uur ’s nachts vanaf een parkeerterrein waarop geen bijzondere situatie van toepassing is (het houden van een weekmarkt op die dag bijvoorbeeld), niet noodzakelijk.

 

Aktie

 

  • *

    Een executieve politieambtenaar (hierna: “de bevoegde functionaris”) is bevoegd het bergingsbedrijf in te schakelen na het constateren van de overtreding.

  • *

    De gemeentelijk toezichthouder (veelal de Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA)) is is eveneens bevoegd.

  • *

    Indien er sprake is van een wegsleepwaardige situatie, wordt de wegsleep- en bewaarprocedure in gang worden gezet. Deze procedure wordt hierna beschreven.

  • *

    Bij twijfel kan één van de buurtagenten of de chef van het wijkteam worden geraadpleegd.

 

Waarnemingstijd

 

Om de overtreding nadrukkelijk te kunnen vaststellen kan allereerst een waarnemingstijd nodig zijn.

  • *

    Verbod stil te staan

    Voor constatering van een gedraging in strijd met een verbod stil te staan is geen waarnemingstijd nodig.

  • *

    Parkeerverboden

    Bij parkeerverboden lijkt een waarnemingstijd van tien minuten reëel voordat er kan worden geconstateerd dat er sprake is van parkeren.

  • *

    Parkeren op laad- en loshavens

    Bij laad- en loshavens wordt een onafgebroken waarnemingstijd van tien minuten aanbevolen, gedurende welke geen laad- en losactiviteiten worden geconstateerd. Pas daarna wordt geconstateerd dat er sprake is van parkeren.

 

2. Toepasselijke procedure

 

  • A.

    De bevoegde functionaris schakelt bij een wegsleepwaardige situatie, in geval van politie via de meldkamer, het wegsleepbedrijf in.

  • B.

    De bevoegde functionaris wacht in de nabijheid van het voertuig tot de komst van de takelwagen en vult een Mulder-transactiebon in.

  • C.

    Na de komst van de takelwagen maakt het personeel van het takel- en bergingsbedrijf een direct klaarfoto of digitale foto van de situatie. Op de foto moet de overtreding zo veel mogelijk zichtbaar zijn. Hierdoor kan het nodig zijn enkele foto’s te maken. De foto c.q. foto’s worden in het bewaringsregister opgenomen.

  • D.

    Het personeel van het wegsleepbedrijf overhandigt een formulier van het Besluit tot toepassing van bestuursdwang aan de bevoegde functionaris die het formulier vervolgens ter plaatse volledig invult. Het model daarvoor is bijgevoegd.

  • E.

    Eén doorslag neemt de bevoegde functionaris mee naar het bureau waar hij zo spoedig mogelijk na het wegslepen een mutatie maakt van hetgeen heeft plaatsgevonden.

  • F.

    De drie andere doorslagen neemt het personeel van het wegsleepbedrijf mee, waarna zij één doorslag sturen naar de gemeente en één doorslag hechten aan of opnemen in het bewaringsregister. De derde doorslag is bestemd voor de eigenaar/houder of gemachtigde van het voertuig.

  • G.

    Het personeel van het wegsleepbedrijf vult alvorens de werkzaamheden voorafgaande aan het meevoeren te starten ter plaatse het Proces-verbaal van meevoeren en opslaan in. Dit document wordt ondertekend door een medewerker van het wegsleepbedrijf (namens de directeur van dit bedrijf).

  • H.

    Na aankomst op de bewaarplaats controleert het personeel van het wegsleepbedrijf het voertuig op beschadigingen. De bevindingen worden eveneens ingevuld op het Proces-verbaal van meevoeren en opslaan.

  • I.

    Het Proces-verbaal van meevoeren en opslaan wordt gehecht aan of opgenomen in het bewaringsregister.

 

Voor het in bewaring stellen van het voertuig bij een voorlopige maatregel of buitengebruikstelling op grond van de 'wet Mulder' gelden aparte regelingen met betrekking tot de administratieve afhandeling.

 

Schade noteren 

 

In verband met de schadevergoedingsplicht van de gemeente op grond van artikel 172, lid 8, WVW 1994 moet het weg te slepen voertuig zorgvuldig worden gecontroleerd op aanwezige schade. De schade wordt genoteerd in het Proces-verbaal van meevoeren en opslaan. Ook schade, die wordt veroorzaakt tijdens het bevestigen in het juk of tijdens het overbrengen moet worden genoteerd.

 

Geen Mulder-traject na wegslepen

 

De wetgever zet in de memorie van toelichting uiteen, dat van het instellen van een strafvervolging, dan wel het opleggen van een sanctie ingevolge de Wet Mulder, kan worden afgezien, omdat de overtreder ten gevolge van het wegslepen van het voertuig al genoeg "gestraft" is. De aanhalingstekens worden hier bewust gebruikt, omdat er in feite geen sprake is van straffen. Met het wegslepen wordt beoogd een einde te maken aan een verboden gedraging, niet het bestraffen van de bestuurder. De overtreder wordt bij toepassing van deze bestuursdwang wel met hoge kosten geconfronteerd en kan dit als een straf ervaren. Hierin kan aanleiding worden gevonden van een strafrechtelijk of administratiefrechtelijk vervolg af te zien.

 

In de gemeente geldt de hoofdregel dat op het moment dat daadwerkelijk met het wegslepen wordt begonnen of indien er sprake is van een onvolledige berging, de Muldertransactie wordt ingetrokken. Dit wordt zo gedaan om rechtsongelijkheid te voorkomen. Met betrekking tot het innen voor de gemeente zijn deze afspraken ook van toepassing verklaard.

 

Sleepfasen en kosten

 

Het wegslepen van voertuigen is te verdelen in drie fasen:

 

FASE I:

Een wegsleepvoertuig is besteld. Er is sprake van een onvolledige berging indien de eigenaar/houder/bestuurder van het voertuig ter plaatse komt, voordat het wegsleepvoertuig ter plaatse is en de eigenaar/houder/bestuurder het voertuig wil verplaatsen.

 

De kosten overeenkomstig het tarief dat verbonden is aan de voorbereiding van de overbrenging van het voertuig, dienen te worden voldaan. De bevoegde functionaris dient de personalia vast te stellen. De kosten voor de onvolledige berging dienen ter plaatse te worden vergoed. Gebeurt dit niet, dan wordt het voertuig alsnog weggesleept.

 

FASE II:

De takelwagen is ter plaatse en het voertuig bevindt zich op de lepel van de takelwagen en is vastgesjord. Vanaf dat moment is er sprake van een volledige berging. De eigenaar/houder/bestuurder komt ter plaatse en wil het voertuig verplaatsen.

 

De kosten overeenkomstig het tarief dat verbonden is aan het overbrengen van het voertuig naar de bewaarplaats, dienen te worden voldaan. De bevoegde functionaris dient de personalia vast te stellen. De kosten voor de volledige berging dienen ter plaatse te worden vergoed. Gebeurt dit niet, dan wordt het voertuig weggesleept en dienen de wegsleepkosten op de bewaarplaats worden betaald.

 

In alle andere gevallen, zal eerst aan een aantal andere voorwaarden voldaan moeten worden, anders wordt de wegsleepprocedure vervolgd (bijv. een overtreding van de WAM).

 

FASE III: Het voertuig is/ wordt weggesleept en in bewaring gesteld.

Teruggave kan slechts plaatsvinden aan de eigenaar of houder of gemachtigde van het voertuig, na betaling van de volledige kosten: de wegsleepkosten en de kosten van bewaring. Ook zal in een aantal gevallen eerst aan andere voorwaarden moeten worden voldaan.

 

Ingeval een voertuig in beslag wordt genomen en daartoe wordt weggesleept zijn de kosten geheel voor de politie. In een aantal gevallen zijn geen kosten verschuldigd. Denk hierbij aan tijdelijke bewaring in het kader van hulpverlening, bij inbeslagneming en in het kader van onder toezichtstelling (Mulder).

 

Voor voertuigen die na het vrijgeven niet worden opgehaald kunnen wel bewaarkosten worden berekend. In deze gevallen zal de bewaarder per aangetekend schrijven de eigenaar /houder hiervan in kennisstellen en wordt dit vermeld in het bewaarregister.

 

Geen kosten verschuldigd 

 

De kosten van wegslepen en in bewaring stellen zijn niet verschuldigd, indien:

  • a.

    niet tot overbrenging en inbewaringstelling had mogen worden overgegaan;

  • b.

    de omstandigheden waaronder de overtreding is begaan, van dien aard waren dat de kosten redelijkerwijs niet verschuldigd zijn, of

  • c.

    aannemelijk is dat het voertuig tegen de wil van de rechthebbende is gebruikt (denk aan joyriding, diefstal etc) en hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

 

Het genoemde onder 1, 2 of 3 dient rechthebbende aan te tonen door een afschrift van het vonnis c.q. uitspraak. Een dergelijk afschrift wordt door de griffie van het rechtbank waar de zaak is behandeld ter beschikking gesteld.

 

ATTENTIE:

 

De bedragen welke aan het takelbedrijf moeten worden voldaan zijn exclusief de eventueel opgelegde of op te leggen boetes, naheffingen e.d

 

Indien niet tot overbrenging en inbewaringstelling had mogen worden overgegaan, betaalt de gemeente tevens een redelijke schadeloosstelling aan de rechthebbende die het voertuig heeft afgehaald. Indien het voertuig ten tijde van de overtreding in gebruik was bij een ander dan de rechthebbende die het voertuig heeft afgehaald, treedt die ander voor de toepassing van deze schadeloosstelling in plaats van de rechthebbende die het voertuig heeft afgehaald.

 

Indien aantoonbaar is dat tijdens de overbrenging en bewaring schade aan het voertuig is toegebracht, is het wegsleepbedrijf gehouden deze schade namens de gemeente te vergoeden.

 

3. Bewaren van voertuigen

 

Aanvang van het bewaren

 

Het is belangrijk te weten wanneer er een aanvang is gemaakt met het bewaren van een voertuig. Aan het bewaren van een voertuig zijn vaak (verhaalbare) bewaarkosten verbonden.

Het tijdstip van bewaren gaat, na het wegslepen van een voertuig in, op het moment dat het voertuig van het wegsleepvoertuig is losgekoppeld op de plaats van bewaring.

 

Plaats van het bewaren

 

Het bewaren geschiedt op de daarvoor bestemde plaats. Deze plaats staat in de Wegsleepverordening beschreven. Het beleid is er op gericht de bewaartijd van voertuigen op de aangewezen bewaarplaats te beperken. 1)

 

Procedure

 

  • 1.

    Het voertuig wordt geplaatst op de daarvoor aangewezen plaats zoals omschreven in de wegsleepregeling. Ingeval er van een motorvoertuig contactsleutels aanwezig zijn, worden deze overgedragen aan de bewaarder.

  • 2.

    Het wegsleepbedrijf draagt er zorg voor dat het voertuig op de juiste wijze wordt ingeschreven in het bewaringsregister. Daarbij dienen de omstandigheden die verwijdering noodzakelijk maakten te worden vermeld. Tevens dient in het bewaringsregister te worden vermeld onder welke voorwaarde(n) het betreffende voertuig mag worden terug gegeven.

  • 3.

    Het wegsleepbedrijf is verantwoordelijk voor het registeren van het weggesleepte voertuig (inclusief kenteken).

  • 4.

    Van het in bewaring stellen (en wegslepen) maakt het wegsleepbedrijf een proces-verbaal (overeenkomstig bijgaand model) op. 2)

 

NB: Indien ter zake het feit waardoor het voertuig in bewaring is gesteld proces-verbaal wordt opgemaakt, moet daarin de melding van de inbewaringstelling (en wegslepen) worden vermeld. In sommige gevallen dient binnen een bepaalde tijd het proces-verbaal te worden opgemaakt.

 

Het voertuig is nu overgedragen aan de bewaarder in casu het wegsleepbedrijf als gemandateerde van het college van burgemeester en wethouders. Indien in het bewaringsregister GEEN voorwaarden tot teruggave zijn vermeld, zal het voertuig zo spoedig mogelijk aan de eigenaar/ houder of gemachtigde worden teruggegeven. Een weggesleept voertuig wat met onjuiste of onvolledige informatie in het bewaringsregister is ingeschreven, blijft de verantwoordelijkheid van het wegsleepbedrijf.

1) Een inbeslaggenomen voertuig wordt, indien het niet meer nodig is voor het onderzoek, zo spoedig mogelijk overgedragen aan de Inspectie der Domeinen. Degene die het onderzoek doet zal hiertoe opdracht moeten geven (aantekenen bewaringsregister). De bewaarder draagt zorg voor de deponering.

2) Hoe en wanneer dit dient te gebeuren is beschreven in hoofdstuk 3.

 

4. Teruggave van voertuigen

 

Voorwaarden tot teruggave

 

Buiten het betalen van de kosten kunnen er andere voorwaarden zijn waaraan voldaan moet zijn, voordat een voertuig kan worden teruggegeven:

  • *

    Een in beslag genomen voertuig kan pas worden teruggegeven na toestemming van de Officier van Justitie. De opsporingsambtenaar die het onderzoek doet, zal dit laten aantekenen in het bewaringsregister

  • *

    Indien de “wet Mulder” van toepassing is wordt een voertuig pas terug gegeven na betaling van de sanctie(s) en de kosten van bewaring en indien van toepassing: het wegslepen.

 

Betaling kosten

 

Voordat een voertuig kan worden teruggegeven dienen alle kosten betaald te zijn. Een betalingsregeling is niet mogelijk.

 

Aan wie teruggeven?

 

Teruggave van een voertuig kan slechts aan degene die aantoont dat hij/zij of eigenaar, houder of gemachtigde (huren, lenen, leasen of pand) is van het voertuig. De wijze van legitimatie c.q. machtiging dient in het bewaringsregister vermeld te worden (art. 170 lid 5).

 

Teruggave weggesleept voertuig

 

Een weggesleept en in bewaring gesteld voertuig wordt teruggegeven aan de rechthebbende. Van de eigenaar of houder mag worden verwacht dan hij/zij dit aantoont door middel van een rijbewijs of geldig legitimatiebewijs.

 

Het voertuig mag slechts worden afgegeven indien alle kosten van de overbrenging en in bewaring zijn betaald. De betaling van de kosten kan niet geschorst worden omdat iemand het niet eens is met de reden van wegslepen. Wel kunnen in bepaalde omstandigheden geen kosten verschuldigd zijn.

 

Een voertuig dat op grond van de wegsleepregeling is weggesleept en in bewaring is gesteld MOET worden teruggegeven indien de kosten zijn betaald! Zie ook het kopje ‘aan wie teruggeven?’

 

Niet afgehaalde voertuigen

 

Wordt een voertuig niet binnen 48 uur afgehaald, dan laat de bewaarder, in casu het wegsleepbedrijf als gemandateerde namens het college van burgemeester en wethouders, de politie een onderzoek instellen naar de eigenaar/ houder van het voertuig. Zodra die bekend is, en de politie de zaak niet onmiddellijk kan regelen, sturen burgemeester en wethouders zelf op aangeven van het wegsleepbedrijf, aan de verantwoordelijke persoon binnen 7 dagen, per aangetekend schrijven een kennisgeving. In deze kennisgeving dient te worden vermeld de gepleegde overtreding en het in bewaring nemen van het voertuig alsmede de voorwaarden waaraan voldaan moet worden om het voertuig terug te krijgen.

 

Na een bewaartijd van 7 dagen kan het voertuig, in opdracht van de bewaarder, worden overgebracht naar een andere bewaarplaats. De kosten van dit transport zijn kosten van de bewaarder. De rechthebbende wordt conform art 5.30 Awb over deze verplaatsing geïnformeerd.

 

Het gemandateerde wegsleepbedrijf is bevoegd, ingeval:

  • *

    een voertuig niet binnen 13 weken is opgehaald, of

  • *

    de kosten van overbrenging, bewaring e.d. hoger worden dan de waarde van het voertuig, het voertuig vanaf 14 dagen na het uitgaan van de kennisgeving, verkopen, weggegeven e.d.

De bewaarder draagt namens de burgemeester en wethouders zorg voor de bewaring en eventuele verkoop van het voertuig en is bevoegd daarvoor alle handelingen, (incl. het inschakelen van een taxateur) te verrichten.

 

Betaling kosten van wegslepen, bewaren en verkoop bij voertuig met een lage taxatiewaarde

 

  • *

    Indien de totale kosten van het wegslepen, bewaren en verkopen de getaxeerde verkoopwaarde c.q. sloopwaarde van het betreffende voertuig overtreffen, vergoedt de gemeente het verschil tussen de opbrengst van het voertuig en de genoemde totale kosten aan het wegsleepbedrijf.

  • *

    Het wegsleepbedrijf signaleert tijdig wanneer het saldo van de opslag- en wegsleepkosten hoger dreigt te worden dan de verwachte opbrengst van het voertuig bij een eventuele verkoop.

 

Procedure teruggave

  • 1.

    De eigenaar/houder of gemachtigde neemt contact op met “0900-8844”. Na verbonden te zijn met de telefonist(e) op het politiebureau, wordt informatie verstrekt over de bewaarplaats.

  • 2.

    Vervolgens gaat de eigenaar/houder of gemachtigde naar de bewaarplaats en toont daar de kentekenpapieren en een geldig rijbewijs. (Denk daarbij aan het gegeven dat de eigenaar/houder of gemachtigde niet de bestuurder hoeft te zijn. Bij een aantal feiten kan het belangrijk zijn dat bekend wordt wie de bestuurder was.)

  • 3.

    De eigenaar/houder of gemachtigde moet eerst de totale kosten aan het wegsleepbedrijf voldoen alvorens het voertuig wordt teruggegeven. Hiervoor ontvangt de eigenaar/houder of gemachtigde van het wegsleepbedrijf een kwitantie (origineel van de rekening).

  • 4.

    In het bijzijn van de eigenaar/houder of gemachtigde wordt het voertuig op eventuele schade gecontroleerd welke tijdens het wegslepen of bewaren veroorzaakt zou kunnen zijn.

  • 5.

    De doorslag van de kwitantie (rekening) wordt in het bewaringsregister opgenomen, waarna van de betaling tevens aantekening wordt gemaakt in het bewaringsregister.

  • 6.

    Afgifte van een voertuig, geplaatst op een andere bewaarplaats, geschiedt na overleg met de bewaarder.

 

5. Bewaringsregister

 

Inschrijven in bewaringsregister

 

Door het college van burgemeester en wethouders wordt de directeur van het wegsleepbedrijf als bewaarder aangewezen, die het register beheert.

 

Elk voertuig dat op de bewaarplaats wordt gebracht (ook indien het niet is weggesleept) wordt ingeschreven in het bewaringsregister!

 

In het bewaringsregister worden z.s.m. na de inbewaringstelling de volgende gegevens opgenomen:

  • *

    een afschrift van het proces-verbaal (conform Algemene wet bestuursrecht);

  • *

    datum en tijdstip van inbewaringstelling;

  • *

    een nauwkeurige omschrijving van het voertuig;

  • *

    de voorwaarden tot teruggave;

    • °

      ingeval het een kentekenplichtig voertuig betreft, de tenaamstelling van het kenteken,

    • °

      ingeval het een ander voertuig betreft, de naam van de eigenaar of houder voor zover deze bekend is kunnen worden;

  • *

    bij inbeslagname de naam van de verbalisant die het onderzoek doet of de naam van de opdrachtgever tot verplaatsing.

 

Bij teruggave:

  • *

    de datum en tijdstip waarop het voertuig is afgehaald;

  • *

    de naam en het adres van degene die het voertuig heeft afgehaald alsmede de gegevens waaruit blijkt dat deze tot het afhalen van het voertuig gerechtigd was;

  • *

    het bedrag dat als kosten, verbonden aan de toepassing van bestuursdwang, is betaald.

 

Bij niet afhalen:

  • *

    Indien het voertuig binnen 48 uur na de inbewaringstelling niet is afgehaald worden in het bewaringsregister opgenomen:

    • °

      De datum van de bekendmaking;

    • °

      De naam en het adres van degene aan wie is bekendgemaakt.

 

Bij verkoop/vernietiging:

  • *

    De datum en het tijdstip van de verkoop, de afstandverklaring of de vernietiging:

    • °

      Ingeval van verkoop de opbrengst van die verkoop, de naam en het adres van de koper, het eventuele batig saldo van die verkoop, de naam en het adres van degene aan wie het eventuele batig saldo is uitgekeerd alsmede gegeven waaruit blijkt dat deze tot het in ontvangst nemen van dat eventuele batig saldo gerechtigd was;

    • °

      Ingeval van een afstandverklaring, de naam en het adres van degene aan wie het voertuig om niet is overgedragen;

    • °

      Ingeval van vernietiging de geschatte sloopwaarde van het voertuig. Een inbewaring gesteld voertuig wordt niet verkocht, om niet in eigendom overgedragen of vernietigd dan nadat een beëdigd taxateur een rapport betreffende de waarde heeft opgemaakt.

 

Indien restitutie wordt verleend:

  • *

    De datum waarop restitutie is verleend, het bedrag van de restitutie, de grond tot restitutieverlening en de naam en het adres van degene aan wie restitutie werd verleend.

 

Bewaren gegevens

 

De gegevens blijven in het bewaringsregister opgenomen gedurende vijf jaar na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de bewaarder het voertuig heeft terug gegeven, verkocht, om niet aan een derde in eigendom overgedragen dan wel vernietigd.

 

Verstrekken gegevens

 

Het college van burgemeester en wethouders verstrekt aan belanghebbenden desgevraagd de voor hen relevante gegevens uit het bewaringsregister.

 

De bewaarder

 

Het college van burgemeester en wethouders mandateert de bevoegdheid tot het bewaren aan de directeur van het wegsleepbedrijf. Deze persoon vervult dan namens het college de functie van “bewaarder”. De bewaarder beheert het bewaringsregister en ziet er op toe dat de wettelijke termijnen niet worden overschreden. Hij geeft uitvoering aan die werkzaamheden die in de regelingen, genoemd in deze uitvoeringsregeling, aan de bewaarder zijn toebedeeld. Daarnaast doet hij al het nodige om een goede en verantwoordelijke bewaring en eventuele verkoop van voertuigen te verzekeren. Hiertoe behoren in ieder geval:

  • *

    het opslaan van het voertuig;

  • *

    het doen van een mondeling verzoek aan de politie om de rechthebbende op een voertuig te achterhalen;

  • *

    het doen van een mondeling verzoek aan het college van burgemeester en wethouders om de rechthebbende aan te schrijven het voertuig op te komen halen;

  • *

    alle handelingen om te komen tot verkoop van het voertuig (inclusief ingeschakelde taxateur);

  • *

    de daadwerkelijke verkoop.

 

6. Besluit tot toepassing bestuursdwang en proces-verbaal van meevoeren en opslaan

 

Karakter bestuursdwang

 

Een beslissing tot toepassing van bestuursdwang, dat wil in dit geval zeggen het toepassen van de wegsleepregeling als bedoeld in artikel 170, lid 1, WVW 1994, wordt op schrift gesteld. Deze schriftelijke beslissing is een beschikking (art. 5:24, lid 1 Awb). Hiervoor is bijgaand model ontwikkeld.

 

Ingevolge het tweede lid van artikel 5:24 Awb moet de beschikking vermelden welk voorschrift is of wordt overtreden. Elke beschikking is een besluit, waartegen op grond van het bepaalde in de artikelen 8:1 en 7:1 Awb bezwaar en beroep openstaat. In het Besluit tot toepassing bestuursdwang, dat wordt bekendgemaakt aan de rechthebbende, staat vermeld dat iedere belanghebbende tegen het genomen besluit bezwaar kan maken. Tevens vermeldt het besluit aan welke voorwaarden het bezwaarschrift moet voldoen.

 

Karakter proces-verbaal meevoeren en opslaan

 

Van het meevoeren en opslaan van het voertuig moet proces-verbaal worden opgemaakt, waarvan een afschrift wordt verstrekt aan degene, die het voertuig onder zich had. Hiervoor is bijgaand model ontwikkeld. Het woord proces-verbaal, heeft hier de betekenis van een verklaring krachtens de Algemene wet bestuursrecht. Het opmaken van een proces-verbaal is met name voorgeschreven in het belang van de rechtszekerheid van de rechthebbenden. Met betrekking tot de wegsleepregeling zal dit proces-verbaal met name een rol kunnen spelen ingeval de belanghebbende tegen de toepassing van de wegsleepregeling bezwaar maakt bij het college van burgemeester en wethouders. Degene die het bezwaarschrift indient, moet daarbij aan afschrift van het proces-verbaal voegen.

 

Bezwaar- en beroepsmogelijkheid

 

De rechthebbende kan zijn bezwaren tegen het toepassen van de bestuursdwang - in casu de wegsleepregeling op grond van artikel 170, lid 1, WVW 1994 - voorleggen aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente. Tegen een afwijzende beschikking van het college staat beroep open op de rechtbank met de mogelijkheid van hoger beroep op de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

De gemeente heeft een bezwarencommissie, die het college over bij de heroverweging op het bezwaar adviseert. Burgemeester en wethouders zullen zich in de regel laten vertegenwoordigen door een medewerker.

 

7. Andere wegsleepgevallen en handhaving Apv

 

In de Wegenverkeerswet 1994 Wegsleepregeling zijn vier wegsleepregelingen beschreven, die geen bestuursdwang zijn. In die gevallen is geen bezwaar en beroep mogelijk op grond van de Algemene wet bestuursrecht. Wel heeft de rechthebbende dan de mogelijkheid om een klacht in te dienen tegen het bestuursorgaan ingevolge de artikelen 9:1, 9:2 en 9:3 Awb. De gemeentelijke klachtenregeling is hierop van toepassing.

 

Daarnaast hebben burgemeester en wethouders deze wegsleepregeling ook van toepassing verklaard op de uitvoering van de Algemene plaatselijke verordening. Op deze manier zijn deze uitvoeringsregeling en de tarieven uit de Wegsleepverordening ook van toepassing op bijvoorbeeld het wegslepen van bijvoorbeeld caravans en autowrakken (zie m.n. afdeling 5.1 parkeerexcessen Apv). Daarvoor is een afzonderlijk modelbesluit tot toepassing van bestuursdwang dat in voorkomende gevallen en mits toepasbaar, op de betreffende situatie, gebruikt kan worden.

Ondertekening

Bodegraven, 2 april 2013.
Burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk,
de secretaris,
H. Romeijn MSc
de burgemeester,
Mr. C. van der Kamp

Bijlage 1.

Bijlage 1 (politie)

Bijlage 1 (BOA)

Bijlage 2.

Bijlage 2.

Bijlage 3.

Bijlage 3.