Regeling vervallen per 01-03-2018

Verordening op de WMO-raad

Geldend van 14-07-2011 t/m 28-02-2018

Intitulé

Verordening WMO-raad gemeente Bodegraven-Reeuwijk

De raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk;

gelet op artikel 12 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en artikel 84 van de Gemeentewet;

b e s I u i t:

vast te stellen de volgende

Verordening op de WMO-raad

Artikel 1. Definities

  • a. Gemeente: de gemeente Bodegraven-Reeuwijk

  • b. Raad: de gemeenteraad van de gemeente

  • c. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk

  • d. Burgemeester: de burgemeester van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk

  • e. Wethouder: de portefeuillehouder Wet maatschappelijke ondersteuning

  • f. WMO: Wet maatschappelijke ondersteuning

  • g. Vertegenwoordiger: de vertegenwoordiger van een representatieve organisatie van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning

  • h. WMO-raad: het uit vertegenwoordigers van organisaties bestaande orgaan met taken en bevoegdheden zoals in deze verordening omschreven

  • i. Adviseren: het uitbrengen van een advies

  • j. Beleidsfases: beleidsinitiëring en -voorbereiding, vaststellen verordeningen, beleidsuitvoering, ontwerpen beleidsplan, evaluatie

  • k. Contactambtenaar: de beleidsmedewerker die deskundig is op het gebied van de WMO en als aanspreekpunt voor de WMO-raad

  • l. Voorzitter : de onafhankelijke voorzitter van de WMO-raad

  • m. Vergadering: het overleg tussen de leden van de WMO-raad

  • n. Periodiek over|eg: overleg 2 keer per jaar tussen wethouder en WMO-raad

  • o. Structureel overleg: overleg tussen contactambtenaar en WMO-raad

Artikel 2. Reikwijdte van de verordening

Deze verordening is van toepassing op de organisatie van de door de gemeente ingestelde WMO-

Raad.

Artikel 3. Opdracht WMO-raad

  • 1. De WMO-raad heeft als taak de gemeente gevraagd en ongevraagd te informeren en te adviseren, alsmede ontwikkelingen te signaleren over alle zaken die van belang zijn voor vragers, zoals beschreven in de Wet maatschappelijke ondersteuning.

  • 2. Onderwerpen die ter advisering aan de WMO-raad worden voorgelegd, worden niet aan andere adviesraden ter advisering voorgelegd.

Artikel 4. Doelstelling van de WMO-raad

De doelstelling van de WMO-raad is om de inspraak en het advies als bedoeld in artikel 12 WMO zo goed mogelijk in te vullen en zo integraal mogelijk vorm te geven.

Artikel 5. Bevoegdheden

1. Initiatiefrecht

  • a.

    De WMO-raad heeft de bevoegdheid alle aangelegenheden die de uitvoering van de WMO raken, bij de gemeente in het periodiek overleg en/of het structureel overleg aan de orde te stellen. De WMO-raad evalueert het functioneren van de raad 1 keer per jaar.

  • b.

    De WMO-raad stelt jaarlijks in overleg met de gemeente, op basis van de gemeentelijke jaarplanning met betrekking tot de WMO-besluitvorming een activiteitenplan op.

  • c.

    De WMO-raad ontvangt voor haar activiteiten een door de gemeente vastgesteld activiteitenbudget.

  • d.

    De WMO-raad heeft de bevoegdheid om voor een goede invulling van zijn taakstelling in voorkomende gevallen gebruik te maken van in- en externe deskundigheid.

2. Informatierecht

  • a.

    De WMO-raad wordt geïnformeerd over de resultaten van klanttevredenheidsonderzoeken, enquêtes en klachtenreportages.

  • b.

    De WMO-raad krijgt spontaan en op verzoek tijdig alle informatie die hij voor de uitoefening van zijn taken, zoals in deze verordening omschreven, nodig heeft, tenzij enig wettelijk voorschrift de verstrekking daarvan in de weg staat. Zonodig wordt door de gemeente mondelinge toelichting gegeven over lopend beleid, de invloed van (nieuw) rijksbeleid of over ideeën en plannen van college en/of gemeenteraad op het WMO-beleidsterrein.

3. Adviesrecht

  • a.

    De WMO-raad heeft adviesrecht in de beleidsfases beleidsinitiëring en -voorbereiding, vaststellen verordeningen, beleidsuitvoering en ontwerpen beleidsplan.

  • b.

    Het college stelt de WMO-raad op een zodanig tijdstip in de gelegenheid advies uit te brengen dat er een daadwerkelijke invloed mogelijk is op de besluitvorming. Het advies wordt binnen zes weken schriftelijk aan de gemeente uitgebracht.

  • c.

    Het college geeft binnen zes weken een schriftelijke reactie op een uitgebracht advies indien zij van dat advies wil afwijken. In deze reactie worden de gronden voor het afwijkende standpunt opgenomen.

Artikel 6. Samenstelling WMO-raad

  • 1. De WMO-raad bestaat uit de gezamenlijke vertegenwoordigers van representatieve organisaties van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning. Deze organisaties dragen ieder hun eigen vertegenwoordigers voor.

  • 2. De in het eerste lid genoemde organisaties dekken voor zoveel als mogelijk en voor de gemeente Bodegraven-Reeuwijk van toepassing de negen prestatievelden van de WMO.

  • 3. De vertegenwoordigers dragen zorg voor de communicatie met de eigen achterban en andere achterbannen uit het desbetreffende prestatieveld.

  • 4. De leden bekleden geen vertegenwoordigende functie namens een politieke partij in Bodegraven-Reeuwijk en zij bekleden geen functie bij een commerciële organisatie, die direct belang heeft bij de dienstverlening aan de doelgroepen van de WMO.

  • 5. De leden van de WMO-raad kiezen uit hun midden een secretaris en een penningmeester en kunnen voor ieder hunner een plaatsvervanger aanwijzen. De functies van secretaris en penningmeester worden door 2 personen uitgeoefend. Zij kunnen elkaars werkzaamheden vervangen. Het verder aanwijzen van plaatsvervangers is niet nodig.

Artikel 7. Voordracht, benoemingen en zittingsduur

  • 1. De onafhankelijk voorzitter, en de gezamenlijke vertegenwoordigers worden respectievelijk als voorzitter en leden door het college benoemd voor een periode van vier jaar, die gelijk loopt met de raadperiode. Benoemingen kunnen één keer met eenzelfde periode worden verlengd.

  • 2. De vertegenwoordigde organisatie heeft het recht om zijn door het college als lid benoemde vertegenwoordiger tussentijds gemotiveerd te vervangen.

  • 3. De leden zijn verplicht tot het bijwonen van de bijeenkomsten ter voorbereiding van een gevraagd advies.

  • 4. Als een zittend lid op jaarbasis meer dan de helft van het aantal bijeenkomsten verzuimt, wordt door de vertegenwoordigde organisatie een nieuw lid voorgedragen. Wanneer een zittend lid om geldige redenen langdurig moet verzuimen kan de vertegenwoordigde organisatie een plaatsvervangend lid voordragen.

  • 5. Het college benoemt op voordracht van de WMO-raad een onafhankelijk voorzitter.

  • 6. Alle benoemde personen ontvangen een schriftelijke bevestiging van het college

Artikel 8. Periodiek overleg met de wethouder en structureel overleg met de contactambtenaar

  • 1. Het periodiek overleg wordt voorgezeten door de voorzitter.

  • 2. De onafhankelijk voorzitter stelt in overleg met de secretaris en de contactambtenaar de agenda samen voor het periodiek overleg met de wethouder. Ieder lid heeft het recht om via de secretaris onderwerpen aan te reiken. De definitieve agenda wordt bij aanvang van de bijeenkomst vastgesteld.

  • 3. De voorzitter bepaalt in overleg met de contactambtenaar tijd en plaats van het periodiek overleg.

  • 4. Op verzoek van tenminste twee leden van de WMO-raad of op verzoek van het college worden, naast de reguliere bijeenkomsten, extra zittingen belegd. Aan dit verzoek wordt binnen vier weken voldaan, nadat het verzoek daartoe door de onafhankelijk voorzitter is ontvangen.

  • 5. De contactambtenaar roept het periodiek overleg bijeen door middel van een schriftelijke kennisgeving en draagt er zorg voor dat deze kennisgeving, vergezeld van de agenda en de vergaderstukken, ten minste tien werkdagen van tevoren in het bezit is van alle betrokkenen.

  • 6. De contactambtenaar maakt van het periodiek overleg een verslag dat binnen twee weken aan de leden wordt verzonden.

  • 7. De WMO-raad overlegt minimaal twee keer per jaar met de wethouder en de contactambtenaar.

Artikel 9. Vergadering

  • 1. De WMO-raad kan ter voorbereiding van een advies vergaderen.

  • 2. De gemeente draagt er zorg voor dat ten behoeve van de vergaderingen van de WMO-raad vergaderruimte beschikbaar is.

  • 3. Het secretariaat bereidt de vergadering voor en zal ook zorg dragen voor de uitwerking van het advies.

Artikel 10. Openbaarheid

De vergaderingen van de WMO-raad zijn niet openbaar. De adviezen zijn wel openbaar.

Artikel 11. Jaarverslag

Jaarlijks vóór april maakt de WMO-raad een verslag van de werkzaamheden over het afgelopen jaar. Het verslag wordt verzonden naar het college van B&W alsmede de contactambtenaar.

Artikel 12. Vergoedingen

  • a. Voor de aanwezigheid bij vergaderingen ter voorbereiding van gevraagde adviezen en maximaal drie ongevraagde adviezen en bij het overleg tussen wethouder, voorzitter en maximaal twee leden, dat twee keer per jaar plaatsvindt, hebben de leden recht op een vergoeding in de vorm van presentiegeld.

  • b. De gemeente Bodegraven-Reeuwijk stelt jaarlijks financieel budget aan de WMO-raad ter beschikking voor een deugdelijk functioneren op basis van de door haar ingediende begroting.

Artikel 13. Geheimhouding

Aan de leden van de WMO-raad wordt geen geheimhouding opgelegd ten aanzien van door de gemeente verstrekte informatie. Wel dienen de leden zich te houden aan een van tevoren afgesproken embargo periode.

Artikel 14. Geschillen betreffende deze verordening

Over geschillen vondkomend uit de toepassing van deze verordening beslist het college.

Artikel 15. Slotbepalingen

1. Communicatie

De gemeente maakt het bestaan van de WMO-raad algemeen bekend. Daarnaast zorgt de gemeente voor bekendmaking van de verordening.

2. Evaluatie

  • a.

    De WMO-raad evalueert jaarlijks tezamen met het college het functioneren van het periodiek overleg. Indien er op basis van deze evaluatieronde reden is de verordening aan te passen dan wordt hiertoe aan de burgemeester, het college en de gemeenteraad een verzoek gedaan.

  • b.

    De WMO-raad kan naar aanleiding van een evaluatie het college gemotiveerd verzoeken de onafhankelijk voorzitter te vervangen, met dien verstande dat het besluit daartoe de instemming behoeft van twee derde deel van de leden van de WMO-raad.

3. Huishoudelijk reglement

Ten dienste van zijn functioneren zal de WMO-raad een huishoudelijk reglement opstellen, waarin onder andere de communicatie met de achterban wordt geregeld.

4. Nadere regels

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college in goed overleg met de WMO-raad.

Artikel 16. Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als: Verordening WMO-raad gemeente Bodegraven-Reeuwijk.

Artikel 17. Inwerkingtreding van de verordening en intrekking oude verordening en convenant

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

  • 2. Het convenant WMO-platform Bodegraven, vastgesteld op 11 oktober 2006, wordt hierbij ingetrokken.

  • 3. De verordening op de WMO-raad gemeente Reeuwijk, vastgesteld op 24 oktober 2006, wordt hierbij ingetrokken.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk, gehouden op 3 januari 2011.

De griffier,
drs. J.H. Rijs
De voorzitter,
drs. J.P.J. Lokker