Reglement ambtelijk horen Bodegraven-Reeuwijk 2016

Geldend van 01-01-2016 t/m heden

Intitulé

Reglement ambtelijk horen Bodegraven-Reeuwijk 2016

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk;

gelet op artikel 160 van de Gemeentewet, artikel 7:5 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2, derde lid, van de Verordening behandeling bezwaarschriften Bodegraven-Reeuwijk 2016;

besluit:

vast te stellen het:

Reglement ambtelijk horen Bodegraven-Reeuwijk 2016

Artikel 1: Definities

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a.

    bestuursorgaan: het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    bezwaarmaker: degene die tegen een besluit van een bestuursorgaan een bezwaarschrift heeft ingediend bij dit bestuursorgaan;

  • c.

    wet: de Algemene wet bestuursrecht;

  • d.

    ambtelijk horen: het horen door een ambtenaar namens het bestuursorgaan zoals bedoeld in artikel 7:5 van de wet;

  • e.

    commissie: een vaste commissie voor bezwaar zoals vastgelegd in de “verordening behandeling bezwaarschriften Bodegraven-Reeuwijk 2016”;

  • f.

    juridisch adviseur ambtelijk horen: een medewerker van het cluster Juridische Zaken en als zodanig door het college aangewezen;

  • g.

    belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij het door het bestuursorgaan te nemen besluit is betrokken.

Artikel 2: Toepassingsbereik

Het reglement heeft betrekking op besluiten die zijn genomen op grond van:

  • a.

    de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

  • b.

    hoofdstuk IV van het besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (Gehandicaptenparkeerkaart);

  • c.

    hoofdstuk 5 van de wet, voor zover het betreft de zaken genoemd in bijlage I van het “Uitvoeringsprogramma toezicht en handhaving Wabo”, waaraan de prioriteit “geen” of “laag” is toegekend en voor zover daarbij geen derde-belanghebbende(n) is (zijn) betrokken.

Artikel 3: Ambtelijk horen

Bezwaarmaker wordt ambtelijk gehoord in het geval hij een bezwaarschrift heeft ingediend tegen een besluit op grond van de in artikel 2 van dit reglement genoemde regelgeving.

Artikel 4: Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de wet worden uitgeoefend door de juridisch adviseur ambtelijk horen:

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid;

  • b.

    artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

  • c.

    artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • d.

    artikel 7:4, tweede lid;

  • e.

    artikel 7:6, vierde lid.

Artikel 5: Nader onderzoek

  • 1. De juridisch adviseur ambtelijk horen is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De juridisch adviseur ambtelijk horen kan bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 6: De hoorzitting

  • 1. De juridisch adviseur ambtelijk horen nodigt bezwaarmaker en een vertegenwoordiger van het college tenminste twee weken voor de hoorzitting uit.

  • 2. De juridisch adviseur ambtelijk horen bepaalt de plaats en het tijdstip van de hoorzitting, waarin de bezwaarmaker en de vertegenwoordiger van het college in de gelegenheid worden gesteld zich te laten horen.

  • 3. Het horen gebeurt door de juridisch adviseur ambtelijk horen.

  • 4. De hoorzitting is voor de in artikel 2 onder a en b genoemde besluiten niet openbaar.

  • 5. De juridisch adviseur ambtelijk horen beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

  • 6. Indien de juridisch adviseur ambtelijk horen op grond van het vijfde lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het bestuursorgaan.

Artikel 7: Uitbrengen advies en verdaging

  • 1. Door de juridisch adviseur ambtelijk horen wordt advies uitgebracht. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 2. Het advies wordt onder medezending van eventueel door de juridisch adviseur ambtelijk horen ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 3. Indien naar het oordeel van de juridisch adviseur ambtelijk horen de termijn van 6 weken, genoemd in artikel 7:10, eerste lid, van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 4. Van een besluit tot verdaging ontvangen de juridisch adviseur ambtelijk horen en de bezwaarmaker een afschrift.

Artikel 8: Inwerkingtreding en overgangsrecht

  • 1. Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2016.

  • 2. Dit reglement is van toepassing op alle op 1 januari 2016 en daarna ingekomen bezwaarschriften en op alle vóór 1 januari 2016 ingekomen bezwaarschriften waarvoor nog geen hoorzitting is gehouden.

Artikel 9: Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement ambtelijk horen Bodegraven-Reeuwijk 2016.

Ondertekening

Bodegraven, 22 december 2015.
Burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk,
de secretaris, a.i.,
drs. J.G. de Jager
de burgemeester,
mr. C. van der Kamp