Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening parkeerbelasting Bodegraven-Reeuwijk 2016

Geldend van 01-07-2016 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening parkeerbelasting Bodegraven-Reeuwijk 2016

De raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 mei 2016;

gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening Bodegraven-Reeuwijk 2013;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelasting 2016

(Verordening parkeerbelasting Bodegraven-Reeuwijk 2016)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    jaar: een kalenderjaar;

  • b.

    motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • c.

    parkeren: het gedurende een aangesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • d.

    vergunning: een door het college verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren of een aanhangwagen te plaatsen op daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'parkeerbelasting' wordt de volgende belasting geheven: een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting bedoeld in artikel 2 wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 5 Wijze van heffing

De belasting bedoeld in artikel 2 wordt geheven door voldoening op aangifte.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld

De belasting bedoeld in artikel 2 is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 7 Termijnen van betaling

De belasting bedoeld in artikel 2 moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2 mag worden geparkeerd, geschiedt in alle gevallen door het college bij openbaar te maken besluit, overeenkomstig het bepaalde in de Parkeerverordening Bodegraven-Reeuwijk 2013.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de parkeerbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college kan nadere regels vaststellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelasting.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2016.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 juli 2016.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening parkeerbelasting Bodegraven-Reeuwijk 2016.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk, gehouden op woensdag 22 juni 2016.
De griffier,
Drs. J.H. Rijs
De voorzitter,
Mr. C. van der Kamp

Tarieventabel 2016

behorende bij de Verordening parkeerbelasting Bodegraven-Reeuwijk 2016

Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2 bedraagt per voertuig per jaar:

a.

voor een eerste bewonersvergunning van een woning voor het parkeren van een personenauto (categorie I)

€ 0,00

b.

voor een extra bewonersvergunning van een woning voor het parkeren van een personenauto (categorie I)

€ 425,00

c.

voor een ondernemersvergunning voor het parkeren van een personenauto (categorie II)

€ 425,00

d.

voor een ondernemersvergunning voor het parkeren van een vrachtauto of autobus (categorie II)

€ 1.200,00

e.

voor een ondernemersvergunning voor het parkeren van een vrachtauto of autobus op een parkeerplaats welke op werkdagen tussen 6.00 en 19.00 uur fungeert als wachtplaats (categorie II)

€ 600,00

f.

voor een werknemersvergunning voor het parkeren van een personenauto (categorie III)

€ 450,00

g.

voor een inwonersvergunning voor het parkeren van een vrachtauto of autobus (categorie IV)

€ 1.200,00

h.

voor een inwonersvergunning voor het parkeren van een vrachtauto of autobus op een parkeerplaats welke op werkdagen tussen 6.00 en 19.00 uur fungeert als wachtplaats (categorie IV)

€ 600,00

Voor de onderdelen b. c en f kunnen ook parkeervergunningen afgegeven worden voor een kortere periode dan een jaar (minimaal 1 week). De tarieven hiervoor zijn € 275,00 voor een half jaar, € 150,00 voor een kwartaal, € 65,00 voor een maand en € 20,00 per week.