Verordening van de raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk houdende regels voor het toewijzen van Blijversleningen (Verordening Blijverslening gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2018)

Geldend van 01-01-2019 t/m heden

Intitulé

Verordening van de raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk houdende regels voor het toewijzen van Blijversleningen (Verordening Blijverslening gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2018)

De raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 oktober 2018;

gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende:

Verordening Blijverslening gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2018

Artikel 1 Begrippen

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    aanvrager: een natuurlijk persoon zoals omschreven in artikel 2, derde lid, die een aanvraag doet voor een Blijverslening;

  • -

    Blijverslening: een lening die, na toewijzing door het college, door SVn kan worden verstrekt aan aanvrager ten behoeve van de financiering van de door het college aanvaarde werkelijke kosten van de maatregelen;

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk;

  • -

    financiële toets: de toets die door SVn wordt uitgevoerd aan de hand van de geldende NHG-regels, waarmee de hoogte van de Blijverslening wordt berekend;

  • -

    maatregelen: maatregelen en voorzieningen zoals bedoeld in artikel 3;

  • -

    NHG: Nationale Hypotheek Garantie, de publicitaire naam van de door Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen verstrekte borgtocht;

  • -

    SVn: Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten;

  • -

    toewijzing: het besluit van het college op basis waarvan de aanvrager een aanvraag kan doen voor de Blijverslening bij SVn;

  • -

    werkelijke kosten: de totale kosten van materialen en werkzaamheden voor zover noodzakelijk voor het treffen van maatregelen, eventueel vermeerderd met de bijkomende kosten voor het verkrijgen van de Blijverslening en de kosten van door een deskundig vakbedrijf ter zake van deze maatregelen in rekening gebrachte arbeidsuren en verminderd met de van derden ontvangen of nog te ontvangen tegemoetkomingen (subsidies) in deze kosten.

Artikel 2 Toepassingsbereik

  • 1.

    Deze verordening is uitsluitend van toepassing op leningaanvragen voor bestaande woningen in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk die geschikt en bestemd zijn voor permanente en niet-recreatieve bewoning en dienen als hoofdverblijf van aanvrager. De aanvrager moet tenminste drie jaar eigenaar van de woning zijn.

  • 2.

    De aanvrager is een particuliere eigenaar die zijn woning levensloopbestendig wil maken. Bij twee of meer eigenaren gelden deze gezamenlijk als aanvrager.

  • 3.

    Voor de volgende leningen kan een Blijverslening worden verstrekt:

    • a.

      een Blijverslening die consumptief wordt verstrekt. De lening wordt consumptief verstrekt indien het aan te vragen leningbedrag minimaal € 2.500,00 en maximaal € 10.000,00 is;

    • b.

      een Blijverslening die hypothecair wordt verstrekt. De lening wordt hypothecair verstrekt indien het aan te vragen leningbedrag minimaal € 2.500,00 en maximaal € 25.000,00 is.

  • 4.

    Bij een Blijverslening die consumptief wordt verstrekt, is tenminste één van de aanvragers jonger dan 76 jaar op het moment van indienen van de aanvraag voor de Blijverslening.

  • 5.

    De aanvrager moet de woning waarvoor een Blijverslening wordt verstrekt zelf bewonen.

  • 6.

    Het college is bevoegd de in het derde lid genoemde bedragen aan te passen.

Artikel 3 Maatregelen

  • 1.

    Tot de maatregelen worden gerekend:

    • a.

      maatregelen om de eigen woning van aanvrager levensloopbestendig te maken. Tot die maatregelen worden aanpassingen aan woningen gerekend die voldoen aan de betreffende basiseisen in het Handboek Woonkeur, Basispakket deel C en D of Pluspakket Zorg en die voldoen aan de Wmo-toets voor indeling en maatvoering en aan het gemeentelijk Wmo-beleid;

    • b.

      bouwkundige of domotica-aanpassingen zoals opgesomd en omschreven in de bij deze verordening behorende ‘Overzichtslijst bouwkundige en domotica-aanpassingen Blijverslening’;

    • c.

      maatregelen die mantelzorg bevorderen door inwoning van een mantelzorgverlener of mantelzorgbehoevende mogelijk te maken.

  • 2.

    Het college kan bij een Wmo-consulent van de gemeente advies inwinnen over de passendheid van de maatregelen.

  • 3.

    Het college kan de in het eerste lid onder b vermelde overzichtslijst aanpassen.

Artikel 4 Beleidsdoelen

Het college kan besluiten aanvrager een Blijverslening toe te wijzen, indien uit de aanvraag blijkt dat met het treffen van de maatregelen aantoonbaar wordt bijgedragen aan een of meer van de volgende beleidsdoelen:

  • a.

    mensen langer zelfstandig in de eigen woning laten wonen;

  • b.

    uitbreiden van de voorraad levensloopbestendige woningen in de gemeente.

Artikel 5 Budget

  • 1.

    Het college stelt jaarlijks het budget vast dat beschikbaar is voor het toewijzen van Blijversleningen.

  • 2.

    Blijversleningen worden alleen toegewezen voor zover het vastgesteld budget hiervoor toereikend is.

Artikel 6 Bevoegdheid college

Het college toetst de aanvraag aan de artikelen 2, 3, 4 en 5. Het college is bevoegd om, met inachtneming van het bepaalde in deze verordening, te bepalen of aanvrager een Blijverslening mag aanvragen bij SVn.

Artikel 7 Procedure aanvraag en toewijzing

  • 1.

    Een aanvraag voor een Blijverslening wordt bij het college ingediend op een door de gemeente beschikbaar gesteld formulier. Bij de aanvraag wordt opgave gedaan van:

    • a.

      de te treffen maatregelen;

    • b.

      een financiële onderbouwing van de te treffen maatregelen, bijvoorbeeld offertes;

    • c.

      een planning van de uitvoering van de werkzaamheden.

  • 2.

    Het college handelt aanvragen in volgorde van binnenkomst af.

  • 3.

    Alleen volledige aanvragen worden in behandeling genomen. Indien een aanvraag onvolledig is ingediend, wordt aanvrager in de gelegenheid gesteld de aanvraag binnen twee weken te completeren. Wordt binnen de termijn van twee weken de aanvraag niet gecompleteerd, dan wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

  • 4.

    Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag, dan wel na het compleet worden daarvan.

  • 5.

    Uit overschrijding van de in het vierde lid bedoelde termijn kan aanvrager niet afleiden dat zijn aanvraag is of wordt gehonoreerd.

  • 6.

    Een beslissing als bedoeld in het vierde lid geldt als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 8 Afwijzen aanvraag, intrekken en vervallen toewijzing

  • 1.

    Het college wijst een aanvraag voor een Blijverslening af indien:

    • a.

      het in artikel 5 bedoelde budget niet toereikend is om de aanvraag te honoreren;

    • b.

      niet is voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften en/of bepalingen;

    • c.

      de werkelijke kosten minder bedragen dan € 2.500,00; of

    • d.

      de aanvraag wordt ingediend na het treffen van de maatregelen.

  • 2.

    Het college trekt een toewijzing Blijverslening in, indien:

    • a.

      de Blijverslening is toegewezen of vastgesteld op grond van onjuiste gegevens; of

    • b.

      SVn de aanvraag Blijverslening afwijst op grond van artikel 9.

  • 3.

    Een toewijzing Blijverslening vervalt indien:

    • a.

      binnen twee weken na toewijzing geen aanvraag Blijverslening bij SVn is ingediend; of

    • b.

      binnen drie maanden na toewijzing geen complete aanvraag Blijverslening bij SVn is ingediend.

Artikel 9 Financiële toets, verstrekken en beheer Blijverslening door SVn

  • 1.

    Uiterlijk binnen twee weken na toewijzing kan een aanvraag voor de Blijverslening worden ingediend bij SVn.

  • 2.

    SVn stelt de definitieve hoogte van de Blijverslening vast op basis van de financiële toets. Bij een positieve financiële toets brengt SVn een offerte uit. Bij een negatieve financiële toets wijst SVn de lening af en stelt het aanvrager en de gemeente hiervan op de hoogte.

  • 3.

    SVn verstrekt en beheert een geoffreerde Blijverslening.

  • 4.

    Indien aanvrager het niet eens is met de financiële toets van SVn, kan een klachtenprocedure worden gestart bij SVn en vervolgens eventueel bij KiFiD, Stichting Klachteninstituut Financiële Dienstverlening, of kan aanvrager zich wenden tot de bevoegde burgerlijke rechter.

  • 5.

    De verordening is in overeenstemming met de productspecificaties Blijverslening van SVn en de deelnemingsovereenkomst die is gesloten tussen de gemeente Bodegraven-Reeuwijk en SVn.

Artikel 10 Nadere regels

Het college kan voor de uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Indien vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van deze verordening naar het oordeel van het college zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard, kan het college afwijken van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 12 Intrekking oude verordening

De Verordening Blijverslening Bodegraven-Reeuwijk 2017 II wordt ingetrokken.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de dag van bekendmaking.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Blijverslening Bodegraven-Reeuwijk 2018.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk, gehouden op 19 december 2018.

De griffier,

drs. J.H. Rijs

De voorzitter,

mr. C. van der Kamp