Gedragscode voor gemeenteraadsleden gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2011

Geldend van 22-03-2012 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2011

Intitulé

Gedragscode voor gemeenteraadsleden gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2011

De raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk,

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende verordening:

Gedragscode voor gemeenteraadsleden gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2011

Artikel 1 Algemene bepalingen

  • 1. Deze gedragscode geldt voor de leden van de raad.

  • 2. Deze gedragscode is van overeenkomstige toepassing op commissieleden, niet zijnde raadsleden.

  • 3. In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in de raad.

  • 4. De code is openbaar en voor derden te raadplegen.

  • 5. De leden van de raad en de commissieleden, niet zijnde raadsleden, ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

Artikel 2 Belangenverstrengeling

  • 1. Een lid van de raad doet opgave van zijn financiële belangen in ondernemingen en organisaties, waarmee de gemeente zakelijk betrekkingen onderhoudt. De opgave is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 2. Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt een raadslid (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

  • 3. Een oud-lid van de raad wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn raadsperiode uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente.

  • 4. Een lid van de raad die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over opdrachten aan die betreffende aanbieders.

  • 5. Een lid van de raad neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden.

Artikel 3 Nevenfuncties

  • 1. In aanvulling op artikel 13 Gemeentewet vervult een lid van de raad geen nevenfuncties, waarbij strijdigheid is of kan zijn met het belang van de gemeente.

  • 2. Op grond van artikel 12 Gemeentewet maakt een lid van de raad melding van al zijn nevenfuncties, waarbij tevens wordt aangegeven of de functie wel of niet bezoldigd is. De hoogte van de bezoldiging behoeft niet te worden vermeld. Deze gegevens worden openbaar gemaakt.

  • 3. De kosten die een lid van de raad maakt in verband met een nevenfunctie uit hoofde van het raadslidmaatschap (qualitate-qua-nevenfunctie) worden vergoed door de instantie waar de nevenfunctie wordt uitgeoefend.

  • 4. Een lid van de raad die een nevenfunctie wil vervullen anders dan uit hoofde van het raadslidmaatschap meldt dit voornemen aan de raad.

Artikel 4 Informatie

  • 1. Een lid van de raad gaat zorgvuldig en correct om met informatie, waarover hij uit hoofde van zijn raadslidmaatschap beschikt. Hij verstrekt geen informatie waarop geheimhouding rust.

  • 2. Een lid van de raad houdt geen informatie achter, tenzij hierop geheimhouding rust of deze vertrouwelijk is en indien op de gevraagde informatie het bepaalde in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur van toepassing is.

  • 3. Een lid van de raad maakt niet ten eigen bate of ten bate van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik in de uitoefening van zijn functie verkregen informatie.

Artikel 5 Aannemen van geschenken

  • 1. Geschenken die een lid van de raad uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden gemeld en geregistreerd en zijn eigendom van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht.

  • 2. Geschenken worden niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, wordt dit gemeld aan de raad, waar een besluit over de bestemming van het geschenk wordt genomen.

  • 3. Indien een lid van de raad geschenken ontvangt die een waarde van minder dan €50,-- vertegenwoordigen, kunnen deze, in afwijking van het eerste lid, worden behouden. Zij dienen wel gemeld en geregistreerd te worden.

  • 4. Een lid van de raad neemt geen geschenken aan van partijen, als een overleg- of onderhandelingsfase met deze partij nog niet is afgerond. Om elke schijn van bevoordeling te vermijden geldt deze regel ook voor lunchbesprekingen en etentjes.

  • 5. Een lid van de raad aanvaardt alleen dan uitnodigingen voor excursies, werkbezoeken, evenementen, etentjes, lunchbesprekingen e.d. wanneer het belang van de gemeente daarmee gediend is en de uitnodiging voortvloeit uit de functie.

Artikel 6 Declaraties

  • 1. Een lid van de raad declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

  • 2. Declaraties worden afgewikkeld volgens een daartoe vastgestelde administratieve procedure.

  • 3. Een declaratie wordt ingediend door middel van een daartoe vastgesteld formulier. Bij het formulier wordt een betalingsbewijs gevoegd en op het formulier wordt de functionaliteit van de uitgave vermeld.

  • 4. In de verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden is de declaratieprocedure geregeld.

Artikel 7 Gebruik van gemeentelijke voorzieningen

  • 1. Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privé-doeleinden is niet toegestaan.

  • 2. Leden van de raad kunnen op basis van een overeenkomst voor zakelijk gebruik ICT-apparatuur in bruikleen ter beschikking krijgen. Commissieleden, niet zijnde raadsleden, kunnen op basis van een overeenkomst voor zakelijk gebruik ICT-apparatuur in bruikleen ter beschikking krijgen.

Artikel 8

Deze gedragscode treedt in werking met ingang van 01-01-2011.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk, gehouden op 03-01-2011.
De griffier,
drs. J.H. Rijs
De voorzitter,
drs. J.P.J. Lokker