EILANDBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van 6 november 1990, no. 2 ter uitvoering van artikel 3 van de Beheersverordening eilandsbedrijven (Instructie hoofd luchthavendienst)

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

EILANDBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van 6 november 1990, no. 2 ter uitvoering van artikel 3 van de Beheersverordening eilandsbedrijven (Instructie hoofd luchthavendienst)

Artikel 1

  • 1. Het hoofd is gehouden -om binnen de door het bestuurscollege gestelde of te stellen regels- alle taken, waarvan de uitvoering ingevolge verordening, besluit of gebruik tot het werkterrein van de luchthavendienst wordt of zal worden gerekend, uit te voeren en te leiden.

  • 2. Hij houdt toezicht op al het onder hem gestelde personeel en ziet toe, dat het op behoorlijke wijze zijn taak vervult.

  • 3. Hij draagt voor het onder hem dienende administratief personeel geen verantwoordelijkheid voor de inhoudelijke kant van hun werk.

Artikel 2

  • 1. Het hoofd is verplicht aan het bestuurscollege alle inlichtingen, die op de dienst betrekking hebben, zowel schriftelijk als mondeling te verstrekken.

  • 2. Hij doet aan het bestuurscollege de voorstellen, die hem voorkomen te- kunnen strekken tot verbetering en of bezuiniging in de exploitatie van de dienst.

  • 3. Van alle gewichtige bijzondere voorvallen, de belangen van de dienst betreffende geeft hij ten spoedigste kennis aan het bestuurscollege met opgave van de naar zijn oordeel te nemen maatregelen.

  • 4. Indien in zodanige voorvallen onverwijld voorzieningen dienen te worden getroffen, neemt hij de maatregelen, die hij nodig oordeelt en stelt het bestuurscollege zo spoedig mogelijk daarvan in kennis.

Artikel 3

Het bij aangaan van financiële verplichtingen ten laste van de dienst, zoals bedoeld in artikel 5, eerste lid van de Beheersverordening eilandsbedrijven (A.B. 1990, no. 14), beoordeelt het hoofd de doelmatigheid en de administrateur de rechtmatigheid.

Artikel 4

  • 1. Het hoofd is belast met en verantwoordelijk voor het voeren van de technische administratie en het verzamelen van technisch-statistische gegevens ten behoeve van het operationeel zijn van de luchthaven. Hij is verantwoordelijk voor een doelmatige en systematische bewaring van alle tot de technische administratie behorende documenten.

  • 2. Hij is gehouden en of er zorg voor te dragen, dat aan de administrateur de benodigde technische gegevens worden verstrekt.

  • 3. Hij is verplicht aan de door het bestuurscollege aan te wijzen ambtenaren te allen tijde inzage te geven in de boeken en bescheiden, de technische administratie van de dienst betreffende. Hij is gehouden, alle inlichtingen te verstrekken en volledige medewerking te verlenen aan de maatregelen die in het belang van een goede controle op de technische en financiële resultaten van de dienst zijn vereist.

Artikel 5

  • 1. Het hoofd draagt er zorg voor, dat voor de uitvoering van werken, welke naar verwacht wordt een bedrag van meer dan f.5.000,= zullen vorderen, ontwerpen worden gemaakt met de daarbij behorende begrotingen, toelichtingen en voor zoveel nodig bestekken.

  • 2. Hij zal geen opdracht geven tot het doen uitvoeren van werken, dan nadat hij daartoe schriftelijk door het bestuurscollege is gemachtigd en het voor deze werken benodigde bedrag is toegestaan.

  • 3. Hij zal tijdig aan het bestuurscollege machtiging vragen tot het besteden van een groter bedrag dan geraamd, indien bij de uitvoering van een werk blijkt, dat de werkelijke kosten het voor dat werk geraamde en toegestane bedrag zullen overschrijden.

    Deze aanvrage zal met redenen omkleed aangeven, welke oorzaken tot de overschrijding hebben geleid en welk extra bedrag benodigd is. Zo mogelijk dient te worden aangegeven, welke oorzaken tot de overschrijding hebben geleid en welk extra bedrag benodigd is. Zo mogelijk dient te worden aangegeven of en op welke wijze de uitvoering van het werk kan worden versoberd en welke bedragen daarmede kunnen worden bespaard.

  • 4. Hij zal - behoudens schriftelijke toestemming van het bestuurscollege - het voor een werk toegestane bedrag niet overschrijden en zo nodig de uitvoering daarvan stopzetten, totdat het extra-benodigde bedrag is toegestaan.

  • 5. Hij is gehouden aan het bestuurscollege mededeling te doen van de gevallen, waarin na de voltooiing van een werk blijkt, dat het daarvoor toegestane bedrag in belangrijke mate werd overschreden, zonder dat hem dit door de betrokken ambtenaar ter kennis werd gebracht en zonder dat voor die overschrijding machtiging aan het bestuurscollege werd verzocht en verkregen. Zo nodig stelt hij maatregelen voor om herhaling van dergelijke gevallen te vermijden.

Artikel 6

  • 1. Het te voeren beleid ten aanzien van het aanhouden van magazijnvoorraden behoort tot de taak van het hoofd. Hij laat zich in deze voorlichten door de administrateur.

  • 2. De beoordeling van de gebruikswaarde der aanwezige voorraden is voorbehouden aan het hoofd.

  • 3. De magazijnmeester is ten aanzien van zijn administratieve taak verantwoordelijk jegens de administrateur.

Artikel 7

  • 1. Het ontwerp van de begroting van de dienst voor het komende dienstjaar met de daarbij behorende toelichting, bedoeld in artikel 11, eerste lid van de Beheersverordening eilandsbedrijven, dienen het hoofd en de administrateur jaarlijks voor 1 februari in tweevoud bij het bestuurscollege in.

  • 2. Eventuele ontwerpen van aanvullende begrotingen van de dienst worden tijdig in tweevoud aan het bestuurscollege aangeboden.

Artikel 8

  • 1. Het hoofd en de administrateur stellen jaarlijks voor 15 februari ten behoeve van het bestuurscollege een verslag samen, waarin een getrouw en globaal beeld wordt gegeven van de technische en financiële resultaten van de dienst in het afgelopen kalenderjaar.

    Vermeldenswaardige bijzonderheden betreffende de exploitatie en uitbreiding van de dienst dienen in dit verslag te worden beschreven. Het verslag dient zodanig geredigeerd te worden, dat het geschikt is om opgenomen te worden in het jaarverslag van het eilandgebied Bonaire.

  • 2. Tegelijkertijd rapporteert het hoofd in een afzonderlijk verslag aan het bestuurscollege, welke behoeften en gebreken hem bij de exploitatie van de dienst zijn gebleken onder vermelding van de maatregelen, welke naar zijn oordeel ter voorziening daarin dienen te worden getroffen.

Artikel 9

  • 1. Bij ziekte, afwezigheid en ontstentenis wordt het hoofd vervangen door de door het bestuurscollege aangewezen waarnemer.

  • 2. Indien en zodra een aangewezen waarnemer ontbreekt, doet het hoofd aan het bestuurscollege een voordracht toekomen van de voor deze functie naar zijn oordeel geschikte ambtenaren.

  • 3. Bij voorzienbare, langdurige afwezigheid draagt het hoofd er zorg voor dat de hem opgelegde taak zodanig aan zijn waarnemer wordt overgedragen dat de continuïteit in de exploitatie van de dienst zo goed mogelijk wordt gewaarborgd.

Artikel 10

Alle bestaande verordeningen, voorschriften en besluiten ten aanzien van de luchthavendienst blijven onverminderd van kracht, tenzij daarvan in deze instructie bijzonderlijk is afgeweken.

Artikel 11

  • 1. Dit eilandsbesluit houdende algemene maatregelen treedt in werking met ingang van de dag na die van zijn afkondiging en werkt terug tot 1 januari 1990.

  • 2. Dit eilandsbesluit houdende algemene maatregelen kan worden aangehaald als "Instructie hoofd luchthavendienst" .