EILANDSBESLUIT van de 7e juni 1957 no.3, houdende algemene maatregelen tot vaststelling van een buitengewoon verlofregeling voor de arbeiders in dienst van het eilandgebied

1. Tenzij de belangen van de dienst zich daartegen verzetten wordt aan de werknemer buitengewoon verlof met behoud van vol loon verleend:

• a.

  voor het voldoen aan een wettelijke verplichting, tenzij deze is ontstaan door schuld of nalatigheid van de werknemer en voorzoveel zulks niet in vrije tijd kan geschieden;

• b.

  voor het bijwonen van vergaderingen of zittingen van of het verrichten van werkzaamheden voor publiekrechtelijke colleges, waarin de werknemer is benoemd en voorzover zulks niet in vrije tijd kan geschieden;

• c.

  bij verhuizing van de werknemer die gehuwd is of voor ongehuwden die een eigen huishouding hebben, eenmaal per jaar voor een dag;

• d.

  bij het huwelijk van de werknemer voor ten hoogste 2 dagen;

• e.

  bij ernstige ziekte van echtgenote of kinderen;

• f.

  bij overlijden van echtgenote of kinderen voor de dag der begrafenis;

• g.

  bij bevalling van de echtgenote voor een dag;

• h.

  bij Eerste H. Communie of kerkelijke bevestiging van de werknemer, diens kinderen of stiefkinderen voor een dag;

2. Aan de werknemer wordt mede verlof met behoud van vol loon verleend voor de uitoefening van het kiesrecht, voorzoveel dit niet in vrije tijd kan geschieden.

1. Onder werknemers worden in dit besluit verstaan: de arbeiders in losse dienst van het eilandgebied die in geregelde dienst zijn.

2. Onder loon wordt in dit besluit verstaan: het loon verhoogd met genoten wordende kindertoelage.

1. Dit eilandsbesluit wordt geacht in werking te zijn getreden met ingang van 6 juni 1957.

2. Het kan worden aangehaald als ''BUITENGEWOONVERLOFREGELING ARBEIDERS".