Regeling vervallen per 07-02-2019

Eilandsverordening van de 29ste november 1984, no. 2 tot beheer van het mariën milieu van het eilandgebied Bonaire

Geldend van 10-10-2010 t/m 06-02-2019

Intitulé

Eilandsverordening van de 29ste november 1984, no. 2 tot beheer van het mariën milieu van het eilandgebied Bonaire

Hoofdstuk I Algemeen.

Artikel 1

De Commissie natuurbeheer Bonaire als bedoeld in artikel 3 van de Eilandsverordening natuurbeheer Bonaire, adviseert het bestuurscollege desgevraagd of uit eigen beweging over maatregelen ter uitvoering van deze eilandsverordening.

Artikel 1a

  • 1. Bij de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    - onderwaterpark

    de wateren rondom het eilandgebied Bonaire vanaf de hoogwaterlijn tot aan de zestig meter dieptelijn en het eiland Klein Bonaire;

    - duiker

    hij die, voorzien van onder druk gebrachte ademhalingslucht zich te water begeeft dan wel kennelijk het voornemen daartoe heeft, zich te water bevindt, het water verlaat dan wel zich kennelijk kort tevoren in het water heeft bevonden;

    - duiksport

    de bezigheid van duiker verrichten al dan niet als vrijetijds besteding;

    - duikplaats

    de plaats of positie waar de duiksport wordt beoefend, wordt aangevangen of beëindigd;

    - vulstation

    plaats waar duikflessen gevuld worden.

Artikel 1b

  • 1. Er is een onderwaterpark Bonaire;

  • 2. Binnen het onderwaterpark zijn reservaten, deze omvatten:

    • a.

      het als zodanig gemarkeerde gedeelte van het onderwaterpark, gelegen tussen Boca Slagbaai en Playa Frans;

    • b.

      het als zodanig gemarkeerde gedeelte gelegen tussen landhuis Karpata en de ingang van het Gotomeer;

    • c.

      de nader bij eilandsbesluit houdende algemene maatregelen aangewezen gedeelten van het onderwaterpark. Deze aanwijzing kan ook geschieden voor bepaalde tijd.

Artikel 1c

  • 1. Voor het verkrijgen van een vergunning of ontheffing als bedoeld in deze verordening moet een schriftelijke aanvraag worden ingediend bij het bestuurscollege.

  • 2. Bij de aanvraag moeten zoveel mogelijk de ter beoordeling daarvan benodigde bescheiden worden overgelegd.

  • 3. Het bestuurscollege kan nadere regels stellen omtrent de over te leggen bescheiden.

  • 4. Een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing is slechts van kracht indien zij schriftelijk is gegeven.

Artikel 1d

  • 1. Aan de vergunningen verleend krachtens deze verordening kunnen voorwaarden worden gesteld in het belang van;

    • a.

      de bescherming van het marien milieu alsmede het milieu en de natuur van het eiland Klein Bonaire;

    • b.

      de naleving van deze verordening;

    • c.

      de veiligheid van de bezoekers van het onderwaterpark.

  • 2. Het bestuurscollege kan voor wetenschappelijke en educatieve doeleinden ontheffing verlenen van een of meer verbodsbepalingen van deze verordening. Aan de ontheffing kunnen voorwaarden verbonden worden.

  • 3. Een verzoek om ontheffing wordt om advies voorgelegd aan de commissie marien milieu, die ten spoedigste haar advies uitbrengt.

  • 4. Voor de vergunningen worden leges geheven, de hoogte ervan wordt vastgesteld bij eilandsbesluit houdende algemene maatregelen.

Artikel 1e

  • 1. De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:

    • a.

      indien ter verkrijging daarvan onjuiste danwel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      indien op grond van verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning of ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging gevorderd wordt door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist.

    • c.

      indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen.

  • 2. Een besluit tot intrekking of wijziging van een vergunning of ontheffing is met redenen omkleed. Dit besluit wordt niet genomen dan nadat de houder van de vergunning of de ontheffing in de gelegenheid is gesteld binnen een door het bestuurscollege te stellen termijn zijn oordeel kenbaar te maken omtrent het voornemen tot het nemen van dit besluit.

Artikel 1f

De houder van een vergunning of ontheffing is verlicht deze op eerste vordering van een ambtenaar belast met de zorg voor de naleving van een of meer bepalingen van deze verordening ter inzage af te geven aan deze ambtenaar.

Artikel 2

  • 1. Het is verboden in het onderwaterpark handelingen te verrichten waardoor schade kan worden toegebracht aan het marien milieu alsmede het milieu en de natuur van het eiland Klein Bonaire.

  • 2. Het is verboden om het marien milieu van de wateren rondom Bonaire te vernielen.

Artikel 2a

  • 1. Het is verboden om het onderwaterpark te gebruiken zonder dat de daarvoor verschuldigde gebruikersvergoeding is voldaan.

  • 2. Bij eilandsbesluit houdende algemene maatregelen worden voor duikers en andere gebruikers van het onderwaterpark gebruikersvergoedingen vastgesteld.

  • 3. Bij eilandsbesluit houdende algemene maatregelen worden nadere regels gesteld omtrent de inning, afdracht en registratie van de gebruikersvergoedingen.

  • 4. De opbrengst van de gebruikersvergoeding wordt uitsluitend besteed aan het beheer van de natuurparken op Bonaire. Onder beheer wordt mede begrepen het onderhoud, de wetshandhaving, informatieverschaffing en onderzoek. De opbrengst wordt hiertoe ter beschikking gesteld aan de instantie die door het bestuurscollege met het beheer van de natuurparken is belast.

  • 5. De beheersinstantie legt hiertoe voor 1 juli rekening en verantwoording af aan het bestuurscollege over het beheer van de natuurparken en de besteding van de gelden in het afgelopen jaar.

Artikel 2b

  • 1. Het is verboden om zonder vergunning van het bestuurscollege een vulstation in gebruik te hebben of een compressor voor het vullen van duikflessen in bezit te hebben.

  • 2. Het is verboden om zonder vergunning van het bestuurscollege bedrijfsmatig of tegen betaling personen te vervoeren in het onderwaterpark met het doel een duikplaats te bereiken dan wel personen te begeleiden tijdens het uitoefenen van de duiksport,

  • 3. De vergunninghouders bedoeld in dit artikel zijn verplicht bij het afgeven van gevulde flessen, bij het vervoeren van personen dan wel het begeleiden bij de duiksport, te controleren of doen controleren dat de cliënt over een geldig toegangsbewijs beschikt. De vergunning kan, al dan niet tijdelijk, worden ingetrokken indien wordt vastgesteld dat geen of onvoldoende controle plaatsvindt.

    Bij eilandsbesluit houdende algemene maatregelen kunnen hierover nadere regels worden gesteld.

  • 4. De vergunning als bedoeld in dit artikel kan worden afgegeven met onder andere als voorwaarde dat de vergunninghouder toegangsbewijzen voor het onderwaterpark in voorraad heeft en verkoopt.

  • 5. Het bepaalde in de voorgaande leden is eveneens van toepassing op vaartuigen die duikers naar Bonaire vervoeren en die de passagiers in de gelegenheid stellen in de wateren van Bonaire te duiken. Bij eilandsbesluit houdende algemene maatregelen kunnen terzake deze vaartuigen, de kapitein en de reder nadere regels worden gesteld, die kunnen afwijken van de eerste vier leden van dit artikel.

  • 6. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor opvarenden van bezoekende jachten, voorzover het vullen van flessen voor eigen gebruik geschiedt en geen commercieel doel dient.

Artikel 3

  • 1. Het is verboden om zonder vergunning van het bestuurscollege levende of dode dieren en planten van het Onderwater Park Bonaire te verzamelen.

  • 2. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor het verzamelen met de hand of met traditioneel visgerei van vissen, schaaldieren, weekdieren en zeeschildpadden, voorzover de artikelen 14, 15 en 16 dat toelaten.

  • 3. Onder traditioneel visgerei wordt begrepen vislijnen (linja), hengels, werpnetten (trai), treknetten (reda), en fuiken (kanaster).

Artikel 4

  • 1. Het is verboden om in de wateren van het eilandgebied Bonaire biologische en chemische middelen die schade kunnen toebrengen aan het marien milieu, te gebruiken en te lozen.

  • 2. Bij eilandsbesluit houdende algemene maatregelen kunnen biologische en chemische middelen of soorten van deze middelen worden aangewezen die schadelijk zijn voor het marien milieu.

Artikel 5

Het is verboden om zich zonder ontheffing, door het bestuurscollege gegeven, te bevinden in de reservaten van het onderwaterpark, met dien verstande dat de doorvaart door en het vissen met traditioneel visgerei met uitzondering van kanasters in de mariene reservaten onbelemmerd blijven.

Artikel 6

  • 1. Het is verboden in het onderwaterpark te ankeren. Dit verbod kan bij eilandsbesluit houdende algemene maatregelen, voor daarin bepaalde plaatsen, niet van toepassing worden verklaard.

  • 2. Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op boten met een lengte over alles van ten hoogste 12 voet, voorzover deze gebruik maken van een steen als anker.

Artikel 7

Het is verboden om zonder vergunning van het bestuurscollege in of aan de bodem of bodembegroeiing vastzittende voorwerpen ter verwijderen of te bergen.

Artikel 8

  • 1. Het is verboden zonder vergunning, afgegeven door of vanwege het bestuurscollege in het onderwaterpark, bouwwerken, wegen, meerboeien, pieren en dergelijke voorzieningen op te trekken of aan te leggen.

  • 2. Het is aan anderen dan de beheersinstantie verboden de door of vanwege het bestuurscollege aangelegde meerboeien te verwijderen dan wel opzettelijk te beschadigen.

Artikel 9

Gebruikers van het onderwaterpark moeten de aanwijzingen, die in het belang van het (marien) milieu en de natuur van het onderwaterpark worden gegeven door de of namens de beheersinstantie, stipt opvolgen.

Hoofdstuk III. Visserijvoorschriften.

Artikel 10

  • 1. Het is verboden in het onderwaterpark een of meer mechanische onderwaterjachtmiddelen bij zich te hebben of met handsperen te jagen op zeedieren of deze daarmee te vangen.

  • 2. Het is verboden om zeedieren die met mechanische onderwaterjachtmiddelen en met handsperen zijn gevangen in het bezit te hebben, onder zich te hebben, te koop aan te bieden, te vervreemden, af te leveren of te vervoeren.

  • 3. Het is verboden mechanische onderwaterjachtmiddelen te vervoeren over openbare grond of openbaar water.

  • 4. Het is verboden mechanische onderwaterjachtmiddelen in het geheel of onderdelen daarvan te verkopen, ter verkoop aanwezig te hebben of in een winkel of bijbehorende ruimte aanwezig te hebben.

  • 5. Onder mechanische onderwaterjachtmiddelen wordt verstaan geweren en pistolen die onder de werking van de vuurwapen verordening 1930 (P.B. 1930, no. 2), zoals gewijzigd vallen alsmede geweren en pistolen waarmee projectielen door middel van samengeperste lucht of gas of op enige andere wijze onder water kunnen worden afgeschoten.

Artikel 11.

  • 1. Het is verboden om in de gebieden aangewezen bij eilandsbesluit houdende algemene maatregelen kanasters te gebruiken voor het verzamelen van zeedieren.

  • 2. Het is verboden bij het verzamelen van zeedieren kanasters te gebruiken die niet voldoen aan de eisen bij eilandsbesluit houden algemene maatregelen gesteld.

  • 3. Het is verboden bij het verzamelen van zeedieren meer kanasters te gebruiken dan aangegeven bij eilandsbesluit houdende algemene maatregelen.

Artikel 12

  • 1. Het is verboden zeedieren te verzamelen in wateren van het eilandgebied Bonaire met treknetten (redas) waarvan de mazen van het bovenste tweevijfde deel van het net kleiner zijn dan 3 cm., of van de zogenaamde zak, kleiner zijn dan 2 cm.

  • 2. De bovengenoemde maten worden bepaald door de afstand te meten tussen de twee diagonaal tegenover elkaar liggende knopen van een maas, nadat deze knopen zover uit elkaar zijn getrokken dat de maaszijden naast elkaar liggen.

  • 3. Het is verboden met treknetten zeedieren te verzamelen in het water onder de pieren van Kralendijk alsmede binnen een straal van 20 meter van de buitenranden van deze pieren.

Artikel 13

(vervallen)

Artikel 14

  • 1. Het is verboden de eieren en nesten van zeeschildpadden uit te halen, te vernielen, te verstoren, onder zich te hebben, ten verkoop of ter aflevering voorhanden te hebben, te koop aan te bieden, te verkopen, te kopen, te verhandelen, ten geschenke te geven of te vervoeren.

  • 2. Het is verboden om zeeschildpadden te doden, te vangen of onder zich te hebben.

  • 3. Het is verboden om zeeschildpadden, vlees of andere onderdelen van zeeschildpadden te koop aan te bieden, te verkopen, te kopen, te verhandelen, ten geschenke te geven of als gerecht op enigerlei wijze in het openbaar aan te bieden.

  • 4. Onder zeeschildpadden worden verstaan de volgende soorten: Chelonia mydas (Tortuga Blanku), Caretta caretta (Kawama), Eretmochelys imbricata (Karet), Dermochelys Coriacea (Drikil) en Lepidochelys kempi.

  • 5. Bij eilandsbesluit houdende algemene maatregelen kan, gehoord de Commissie Marien Milieu, het gestelde in het tweede lid voor telkens hooguit een jaar worden opgeschort indien de toestand van de zeeschildpadden dit toelaat. Dit eilandsbesluit dient dan voorschriften te geven betreffende de vangst van zeeschilpadden, de soorten, de periode, de aantallen en een minimum en een maximum maat.

Artikel 15

Het is verboden kreeften kleiner dan 25 cm., gemeten van kop tot staart, alsmede eidragende kreeften te vangen, te doden, onder zich te hebben, ten verkoop of ter aflevering voorhanden te hebben, te koop aan te bieden, te verkopen, te kopen, te verhandelen, ten geschenke te geven of te vervoeren.

Artikel 16

  • 1. Het is verboden karko's te verzamelen, behoudens vergunning van het Bestuurscollege na de commissie te hebben gehoord. De vergunning wordt verleend onder de voorwaarden zoals door de commissie gesteld.

  • 2. Het maximum aantal vergunningen wordt op advies van de Commissie Marien Milieu bij eilandsbesluit houdende algemene maatregelen vastgesteld.

  • 3. Bij eilandsbesluit houdende algemene maatregelen zullen nadere regelen worden gesteld ten aanzien van de verlening van een vergunning voor de karko-visserij.

Artikel 17

Bij eilandsbesluit houdende algemene maatregelen kan het bestuurscollege een al dan niet tijdelijk verbod afkondigen op de vangst van in dat besluit genoemde zeedieren, dan wel voorwaarden stellen aan de vangst van zeedieren.

Hoofdstuk IV, Bijzondere voorschriften voor het gebruik van het Lac.

Artikel 18

Onverminderd de bepalingen in de voorgaande artikelen van deze eilandsverordening zijn in het Lac de artikelen van dit hoofdstuk van toepassing.

Artikel 19

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van het bestuurscollege mangroven te verwijderen, te vernielen of te kappen, tenzij wordt gekapt voor traditioneel gebruik, waarbij noch de gehele boom gerooid mag worden, noch blijvende schade aan de mangroven mag worden toegebracht.

  • 2. Onder traditioneel gebruik van mangroven wordt slechts verstaan het gebruik voor botenbouw, voor het maken van houtskool en voor het looien.

  • 3. Onder mangroven wordt verstaan planten of bomen van "Rhizophora mangle" (mangel tan), "Avicennia germinans" (mangel blanku), "Conocarpus erecta" (mangel, mangel blanku) en "Laguncularia racemosa".

Artikel 20

Het is verboden zonder vergunning van het bestuurscollege de bodemvegetatie van het Lac te beschadigen, te verwijderen of te vernietigen.

Artikel 21

Het is verboden met motorboten met een motorvermogen groter dan 6 pk aan de schroef en met een grotere snelheid dan 2 zeemijlen per uur te varen buiten het met boeien aangegeven kanaal dat loopt van Cai tot Sorobon dan wel in voornoemd kanaal te varen met "een snelheid groter dan 4 zeemijlen per uur.

Artikel 22

  • 1. Het is verboden om zonder vergunning van het Bestuurscollege kanalen te graven of te laten graven, zand te verwijderen of te laten verwijderen of dammen te bouwen of te laten bouwen.

  • 2. De vergunning wordt niet verleend dan na schriftelijke advies en onder de voorwaarden door de Commissie Marien Milieu gesteld.

Artikel 23

  • 1. Het is verboden om zonder vergunning van het Bestuurscollege afvalstoffen te lozen in het water. Artikel 22 tweede lid is van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Het is verboden om insecticides, herbicides, e.d. te gebruiken in de mangrove begroeiingen rondom het Lac-Meer.

Artikel 24

  • 1. Het is verboden om de door of vanwege het bestuurscollege aangewezen broedgebieden te betreden of in deze broedgebieden te varen.

  • 2. Onder broedgebieden wordt verstaan afgesloten en duidelijk aangegeven plaatsen, in en aan het water, waarbinnen zeedieren worden gekweekt.

Artikel 25

Gebruikers van het Lac moeten de aanwijzingen welke in het belang van het marien milieu van het Lac worden gegeven door of namens de beheersinstantie, stipt opvolgen.

Artikel 26

Bij eilandsbesluit houdende algemene maatregelen kunnen nadere voorschriften voor het gebruik van het Lac worden gegeven, indien de ondervinding de noodzakelijkheid ervan aantoont.

Hoofdstuk V, Slotartikelen, strafbepalingen.

Artikel 27

  • 1. Het bestuurscollege kan, al dan niet op verzoek van de beheerder, op kosten van de overtreder doen wegnemen, beletten, verrichten of in de vorige toestand herstellen hetgeen is of wordt gehouden, gemaakt, gesteld, ondernomen, nagelaten, beschadigd of" weggenomen in strijd met een bij of krachtens deze Eilandsverordening vastgestelde regeling of gegeven bevel dan wel met een voorschrift, verbonden aan een krachtens deze Eilandsverordening verleende vergunning.

  • 2. Behoudens in spoedeisende gevallen maakt het bestuurscollege van de in het eerste lid gegeven bevoegdheid geen gebruik zonder de belanghebbende schriftelijk te hebben gewaarschuwd en hem in de gelegenheid te hebben gesteld binnen een daartoe te bepalen termijn alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen.

Artikel 28

  • 1. De bestuurder van een rechtspersoon is verplicht te zorgen dat de door hem bestuurde rechtspersoon niet handelt in strijd met een of meer bepalingen van deze eilandsverordening.

  • 2. De bestuurder die aan voornoemde zorgplicht niet voldoet wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand.

Artikel 29

Overtreding van de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of een geldboete van ten hoogste vijfduizend gulden.

Artikel 30

De bij deze verordening strafbaar gestelde feiten worden beschouwd als overtredingen.

Artikel 31

Met het opsporen van de bij deze verordening strafbaar gestelde feiten zijn, behalve de in het Wetboek van Strafverordening aangewezen personen, belast:

  • a.

    de boswachters en opzieners;

  • b.

    de personen belast met de uitoefening van het beheer over de parken;

  • c.

    andere daartoe bij eilandsbesluit aan te wijzen personen.

Artikel 32

De voorwerpen, door overtreding van een of meer der verbodsbepalingen in deze verordening verkregen, of waarmee de overtreding is gepleegd, kunnen in beslag worden genomen en door de rechter verbeurd worden verklaard.

Artikel 33

Deze verordening, welke kan worden aangehaald als de "Verordening marien milieu", treedt in werking met ingang van een nader bij eilandsbesluit houdende algemene maatregelen te bepalen tijdstip.