EILANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van 9 november 2001, no. 1, regelende de rechtspositionele gevolgen van de reorganisatie van het bestuursapparaat van het eilandgebied Bonaire (Sociaal protocol herstructurering bestuursapparaat eilandgebied Bonaire 2001)

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

EILANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van 9 november 2001, no. 1, regelende de rechtspositionele gevolgen van de reorganisatie van het bestuursapparaat van het eilandgebied Bonaire (Sociaal protocol herstructurering bestuursapparaat eilandgebied Bonaire 2001)

§ I. Algemene Bepalingen

Artikel 1

In dit eilandsbesluit houdende algemene maatregelen wordt verstaan onder

a. medewerker:

degene die een functie bekleedt bij het eilandgebied Bonaire;

b. reorganisatie:

een wijziging van de taken of de inrichting van de ambtelijke organisatie;

c. functie:

het geheel van werkzaamheden die door de medewerker is te verrichten;

d. passende functie:

een functie van eenzelfde werk- en denkniveau en met eenzelfde bezoldigingsniveau of loonschaal dan wel een functie met een werk- en denkniveau dat maximaal 1 bezoldigingsniveau of loonschaal lager wordt gewaardeerd en die een medewerker in verband met zijn persoonlijkheid, persoonlijke omstandigheden en de voor hem of haar bestaande vooruitzichten redelijkerwijs kan worden opgedragen;

e. geschikte functie:

een functie die geen passende functie is, doch die de medewerker bereid is te vervullen en waarvoor de medewerker aan de functie-eisen voldoet of kan gaan voldoen;

f. gewijzigde functie:

een functie waarin in overwegende mate taken worden vervuld die tot dusverre verdeeld waren over verschillende functies;

g. nieuwe functie:

een functie waarin in overwegende mate taken worden vervuld die tot dusverre niet werden vervuld;

h. opheffing functie:

het wegvallen van het samenstel van werkzaamheden, waarmee de medewerker was belast;

i. plaatsingsplan:

een overzicht van alle benoemingsbeslissingen in bestaande, gewijzigde en nieuwe functies;

j. functioneel schaalniveau:

het voor de functie van toepassing zijnde bezoldigingsniveau of loonschaal volgens de Bezoldigingsregeling Bonaire (A.B. 1969, no.3) of Algemene loonregeling Bonaire (A.B. 1970, no.5);

k. salaris­aanspraken:

opeenvolgende salarisperiodieken van de schaal waarin de ambtenaar op het moment van herplaatsing is ingedeeld, tot en met het daaraan verbonden maximum;

l. organisatorische eenheid:

een functioneel onderscheiden onderdeel binnen de gehele organisatie zoals een bureau, onderafdeling, afdeling of dienst.

Artikel 2

  • 1. Dit eilandsbesluit houdende algemene maatregelen is van toepassing, wanneer er in het kader van een reorganisatie sprake is van:

    • a.

      opheffing, inkrimping of uitbreiding door splitsing of samenvoeging van een of meer organisatorische eenheden;

    • b.

      wijziging van de taak, ontstaan door wijziging in taakverdeling van de taak, in taakinhoud, in taakomvang, en in de wijze waarop de taak uitgevoerd wordt, binnen een organisatorische eenheid.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid is dit eilandsbesluit houdende algemene maatregelen mede van toepassing, wanneer zich in het kader van een reorganisatie een van de volgende gevallen voordoet:

    • a.

      overgang van een deel van de personeelsbezetting van een organisatorische eenheid naar een andere, al dan niet nieuw in te stellen, organisatorische eenheid;

    • b.

      gehele of gedeeltelijke beëindiging van het dienstverband van de personeelsbezetting van een organisatorische eenheid door opheffing;

    • c.

      overplaatsing van medewerkers zowel binnen als buiten de dienst;

    • d.

      verandering in functie en verantwoordelijkheid.

§ II. Van de functies

Artikel 3

Wanneer een functie in het kader van reorganisatie zal worden ondergebracht in een andere organisatorische eenheid, wordt de medewerker die de functie verricht overgeplaatst, tenzij de functie een substantiële wijziging ondergaat.

Artikel 4

  • 1. De medewerker, wiens functie als gevolg van reorganisatie substantieel wordt gewijzigd, wordt in de gewijzigde functie geplaatst, tenzij na overleg met betrokkene wordt besloten, dat hij niet de geschiktheid bezit om de gewijzigde functie te vervullen. In dat geval is artikel 5 van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Indien de medewerker op grond van opleiding of ervaring niet volledig voldoet aan de functie-eisen van de gewijzigde functie, wordt de medewerker in de gelegenheid gesteld zich te bekwamen voor de op te dragen werkzaamheden. In dat geval komen de aan de cursus of opleiding verbonden kosten voor rekening van het eilandgebeid Bonaire.

  • 3. De medewerker die in een gewijzigde, passende of geschikte functie wordt geplaatst, wordt in de gelegenheid gesteld een studie, waarvoor krachtens de Regeling Studieopdrachten (A.B. 1982, no.17) vergoedingen of andere faciliteiten zijn toegekend, af te ronden, ook indien het gezien de aard van de andere functie niet meer van belang is de studie voort te zetten.

  • 4. Indien de medewerker de studie, bedoeld in het derde lid, vroegtijdig beëindigt omdat het gezien de aard van de andere functie niet meer van belang is de studie voort te zetten of omdat de medewerker een andere, meer op de andere functie afgestemde studie gaat volgen, wordt deze medewerker ontheffing verleend van de terugbetalingsverplichting zoals bedoeld in artikel 11 van de Regeling Studieopdrachten.

Artikel 5

  • 1. De medewerker wiens functie als gevolg van reorganisatie komt te vervallen, wordt zo mogelijk herplaatst in een andere passende functie dan wel in een geschikte functie, met inachtneming van het gestelde in de artikelen 7, 8 en 12.

  • 2. Onvrijwillig ontslag als gevolg van reorganisatie geschiedt eervol met een opzegtermijn van drie maanden.

  • 3. Bij onvrijwillig, eervol ontslag heeft de medewerker recht op toekenning en uitbetaling van een uitkering krachtens de Wachtgeldregeling overheidsdienaren (P.B. 1986, no. 83) zoals gewijzigd bij de Landsverordening van 22ste december 1999, PB. 1999, no. 2222 en zijn de bepalingen van de deze regeling van toepassing.

Artikel 6

  • 1. In nieuwe functies worden bij voldoende geschiktheid bij voorrang medewerkers benoemd voor wie herplaatsing in een passende functie wordt nagestreefd.

  • 2. Voor de volgens het eerste lid niet vervulde vacatures wordt een sollicitatieprocedure gevolgd waarbij bij voldoende geschiktheid aan interne kandidaten de voorkeur wordt gegeven.

Artikel 7

  • 1. Een overplaatsing als bedoeld in artikel 3, een plaatsing als bedoeld in artikel 4, een herplaatsing als bedoeld in artikel 5 en een vacaturevervulling als bedoeld in artikel 6 worden niet eerder ten uitvoer gebracht dan nadat:

    • a.

      de betreffende medewerker van het voornemen daartoe en de daaraan ten grondslag liggende motieven schriftelijk in kennis is gesteld;

    • b.

      de medewerker binnen een termijn van ten hoogste 15 dagen na ontvangst van het plaatsingsadvies de gelegenheid is geboden zijn zienswijze terzake van dit voornemen en de daaraan ten grondslag liggende motieven kenbaar te maken aan de plaatsingscommissie als bedoeld in artikel 8. Bij die gelegenheid kan de medewerker zich door een raadsman doen bijstaan.

  • 2. Herplaatsing geschiedt bij voorkeur in een functie met tenminste eenzelfde werk- en denkniveau en met eenzelfde bezoldigingsniveau of loonschaal als van toepassing voor de functie die verlaten wordt. Uitgaande van het functionele niveau mag het niveau van de aan te bieden functie nooit meer dan 1 bezoldigings-niveau of loonschaal lager zijn dan dat van de functie die verlaten wordt. Daarbij wordt rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden en vooruitzichten van de functionaris. Indien de ambtenaar daarmee instemt, mag de aangeboden functie twee niveaus of loonschalen lager zijn dan de functie die verlaten wordt.

  • 3. Indien er voor herplaatsing in een bepaalde functie meerdere gegadigden zijn, dan zijn de volgende criteria van toepassing bij de bepaling van de benoemingsvolgorde:

    • a.

      de geschiktheid van de medewerker in termen van opleiding, ervaring en overige functie-eisen;

    • b.

      het aantal dienstjaren in een soortgelijke functie binnen het eilandgebied Bonaire met dien verstande dat het onder a. genoemde criterium van hogere rangorde is dan het onder b. genoemde criterium.

  • 4. Van de medewerker wordt verwacht dat hij zijn medewerking zal verlenen aan een redelijke herplaatsing. Indien de medewerker na een redelijk aanbod de herplaatsing naar een andere functie afwijst en ook na de beslissing van het bestuurscollege op advies van de bezwarencommissie als bedoeld in artikel 10 in tweede instantie blijft afwijzen, dan kan eervol ontslag volgen.

  • 5. Op verzoek van de medewerker kan aan de overplaatsing, plaatsing of herplaatsing eenmaal een proefperiode van 3 maanden worden verbonden. Bij niet slagen van de proef, zulks naar het oordeel van de medewerker, de werkgever of beiden, is voor de dan ontstane situatie dit eilandsbesluit houdende algemene maatregelen weer onverkort van toepassing behoudens de in dit lid opgenomen mogelijkheid van een proefperiode.

§ III. Van de commissies en hun werkwijze

Artikel 8

  • 1. Omtrent een voorgenomen overplaatsing als bedoeld in artikel 3, een plaatsing als bedoeld in artikel 4, een herplaatsing als bedoeld in artikel 5 en een vacaturevervulling als bedoeld in artikel 6 wordt advies ingewonnen van de plaatsingscommissie.

  • 2. De plaatsingscommissie bestaat uit het hoofd van de afdeling Personeel, Organisatie en Informatie en het hoofd van de dienst Economische Zaken en Arbeidsaangelegenheden of een door hen aan te wijzen vertegenwoordiger, aangevuld met het betrokken dienst- of afdelingshoofd. Artikel 10, leden 3 tot en met 6, zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 3. In geval de medewerker zijn zienswijze over de voorgenomen plaatsing wil voorleggen aan de plaatsingscommissie en een patstelling wordt voorzien, wordt een onafhankelijke deskundige tijdelijk toegevoegd aan de plaatsingscommissie.

  • 4. De taken van de plaatsingscommissie zijn:

    • a.

      de advisering aan het bestuurscollege omtrent de plaatsing van medewerkers in de nieuwe organisatie of onderdelen daarvan nadat de organisatie(onderdelen) is/zijn ingesteld en de organieke functiebeschrijvingen zijn gewaardeerd

    • b.

      het samenstellen van een plaatsingsplan per organisatie onderdeel, zijnde een overzicht van alle benoemingsbeslissingen in bestaande, gewijzigde en nieuwe functies alsmede in vacatures

    • c.

      het samenstellen van een plaatsingsadvies per individuele medewerker t.b.v. het bestuurscollege, waarin opgenomen advies omtrent noodzakelijk te volgen scholing en training d. het horen van de medewerkers alvorens het plaatsingsadvies aan het bestuurscollege uit te brengen

    • e.

      het adviseren aan het bestuurscollege omtrent de uitvoering van hetgeen ter zake de plaatsing is overeengekomen in het Sociaal Protocol

    • f.

      het toepassen en bewaken van correct gebruik van de definities, opgenomen in het Sociaal Protocol

    • g.

      het bewaken van de correcte en tijdige uitvoering van de beslissingen van het bestuurscollege per individuele plaatsing.

  • 5. Het bestuurscollege stelt nadere regels omtrent de werkwijze van de commissie vast.

Artikel 9

  • 1. Indien de medewerker niet instemt met een besluit tot plaatsing of herplaatsing als bedoeld in de artikelen 4, respectievelijk 5, kan hij of zij daartegen bij het bestuurscollege binnen 15 dagen schriftelijk bezwaar aantekenen. Het bezwaarschrift moet met redenen worden omkleed.

  • 2. Gelijke bevoegdheid komt toe aan medewerker die het niet eens is met het door of namens de werkgever in het kader van een plaatsing of een herplaatsing gegeven oordeel omtrent de geschiktheid om een door hem of haar geambieerde functie te vervullen.

  • 3. Het bestuurscollege beslist niet eerder op een ingediend bezwaarschrift dan nadat de in artikel 10 bedoelde commissie, daarover schriftelijk advies heeft uitgebracht.

Artikel 10

  • 1. Er is een Bezwarencommissie herstructurering bestuursapparaat bestaande uit een voorzitter en twee leden, die het bestuurscollege van advies dient terzake van ingekomen bezwaren, als bedoeld in artikel 9.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde commissie is als volgt samengesteld:

    • a.

      voorzitter een door het bestuurscollege, de ambtenarenvakorganisaties en de overheids-werkliedenorganisaties in onderling overleg aangewezen functionaris;

    • b.

      leden: een lid, aangewezen door het bestuurscollege en een lid, aangewezen door de ambtenarenvakorganisaties en de overheidswerkliedenorganisaties.

  • 3. De commissie kan adviseurs c.q. deskundigen raadplegen.

  • 4. Het bestuurscollege draagt in overleg met de commissie zorg voor de vervulling van het secretariaat en de ambtelijke ondersteuning van de commissie.

  • 5. De commissie stelt haar adviezen vast bij meerderheid van stemmen. Stemonthouding is niet toegestaan. De betrokken medewerker ontvangt een afschrift van het advies.

  • 6. De vergaderingen van de commissie zijn niet openbaar.

Artikel 11

  • 1. De medewerker kan desgewenst na indiening van het bezwaarschrift zijn bezwaren mondeling voor de commissie toelichten. Hij kan zich daartoe bijstaan of doen vertegenwoordigen door een raadsman.

  • 2. De commissie brengt binnen 15 dagen na indiening van het bezwaarschrift een schriftelijk advies uit aan het bestuurscollege. Een afschrift hiervan wordt aan de betrokken medewerker toegezonden.

  • 3. Het bestuurscollege neemt binnen 15 dagen na ontvangst van het advies een beslissing over het ingediende bezwaar. Voornoemde termijn kan eenmalig met 15 dagen worden verlengd. De beslissing wordt schriftelijk aan de medewerker meegedeeld.

  • 4. Indien het bezwaar geheel of gedeeltelijk door het bestuurscollege wordt erkend, wordt opnieuw een onderzoek ingesteld naar de mogelijkheden tot (her)plaatsing, zo veel mogelijk met inachtneming van de overwegingen van de commissie.

  • 5. Indien het bestuurscollege niet binnen de in lid 3 genoemde termijn een beslissing neemt, valt een beslissing in het voordeel van de medewerker. Deze beslissing wordt schriftelijk aan de medewerker meegedeeld met een afschrift aan de commissie.

§ IV. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 12

  • 1. De medewerker die niet in een functie kan worden herplaatst met eenzelfde bezoldigingsniveau of loonschaal als de oorspronkelijke functie en die een functie aanvaardt met een lager bezoldigingsniveau of loonschaal, behoudt het salaris en de salarisaanspraken, verbonden aan de oorspronkelijke functie op het moment van herplaatsing.

  • 2. Indien de medewerker in zijn nieuwe functie geen aanspraak meer kan maken op hem in verband met zijn vorige functie toegekende toelagen op zijn salaris of onkostenvergoedingen, wordt hem onverminderd de normaal geldende regelingen een binnen één jaar aflopende vergoeding toegekend met dien verstande dat in de eerste zes maanden na aanvang van de nieuwe werkzaamheden de vergoeding 100% bedraagt van de laatstelijk verleende toelage(n) en vergoedingen) en in de daarop volgende zes maanden 50%.

  • 3. De in het voorgaande lid bedoelde vergoeding betreft alle aan de vorige functie verbonden toelagen op de bezoldiging alsmede aan die functie verbonden telefoonkostenvergoeding, rijwiel-, auto- of kledingtoelage.

Artikel 13

  • 1. In de gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het bestuurscollege, gehoord de ambtenarenvakorganisaties en de overheidswerkliedenorganisaties.

  • 2. Dit eilandsbesluit houdende algemene maatregelen kan worden aangehaald als Sociaal protocol herstructurering bestuursapparaat eilandgebied Bonaire 2001 en treedt in werking met ingang van de dag van na afkondiging.