Regeling vervallen per 16-05-2014

EILANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, VAN 11 OKT. 2007, nr. 4 met betrekking tot het aanvaarden van nevenbetrekkingen, het verrichten van nevenarbeid, het drijven van nering of handel en het deelnemen aan aannemingen en leveringen aan derden door overheidsdienaren van het eilandgebied Bonaire (Besluit nevenactiviteiten)

Geldend van 10-10-2010 t/m 15-05-2014

Intitulé

EILANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, VAN 11 OKT. 2007, nr. 4 met betrekking tot het aanvaarden van nevenbetrekkingen, het verrichten van nevenarbeid, het drijven van nering of handel en het deelnemen aan aannemingen en leveringen aan derden door overheidsdienaren van het eilandgebied Bonaire (Besluit nevenactiviteiten)

Artikel 1

In dit eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt verstaan onder:

a.

het bevoegd gezag:

het bestuurscollege van het eilandgebied Bonaire;

b.

nevenactiviteit:

arbeid in dienstbetrekking en verrichtingen ten behoeve van derden, ongeacht of daarvoor, in welke vorm dan ook, enige beloning wordt genoten, met uitzondering van het lidmaatschap van enig bestuurlijk college waarin de overheidsdienaar is benoemd of gekozen.

c.

overheidsdienaar:

ambtenaren, arbeidscontractanten en werklieden in dienst van de overheid.

Artikel 2

Het is de overheidsdienaar van het eilandgebied Bonaire verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het bevoegd gezag:

  • a.

    een nevenbetrekking te aanvaarden of nevenwerkzaamheden te verrichten;

  • b.

    nering of handel te drijven die met de betrokken afdeling of dienst direct of indirect te maken heeft;

  • c.

    direct of indirect deel te nemen aan aannemingen en leveringen die met de betrokken afdeling of dienst direct of indirect te maken heeft.

Artikel 3

  • 1. Aan de overheidsdienaar wordt voor de in artikel 1 onder sub a, b en c vermelde activiteiten geen toestemming verleend, indien deze activiteiten leiden tot:

    • a.

      belangenvermenging of belangenverstrengeling;

    • b.

      een ongewenst binding aan derden;

    • c.

      fraude en corruptie;

    • d.

      schade ten aanzien van het ambt;

    • e.

      schade aan de belangen van de overheid of van de afdeling of dienst waar de overheidsdienaar is tewerkgesteld.

  • 2. Toestemming voor de in artikel 1 sub a, b en c vermeldde activiteiten kan worden geweigerd, indien deze activiteiten leiden tot:

    • a.

      onduidelijkheid over de hoedanigheid van de betrokkene in zijn optreden naar derden;

    • b.

      fysieke of psychische overbelasting van de overheidsdienaar;

    • c.

      onaanvaardbare risico's met betrekking tot de gezondheid van de overheidsdienaar;

    • d.

      concurrentie tussen de overheidsdienaar en de afdeling of dienst waar hij is tewerkgesteld;

    • e.

      misbruik van vertrouwelijke gegevens;

    • f.

      misbruik van overheidseigendommen, zoals faciliteiten, gereedschappen, materialen en materieel.

Artikel 4

  • 1. Alvorens het bevoegd gezag overgaat tot het verlenen van de in artikel 1 bedoelde schriftelijke toestemming wordt de daartoe ingestelde commissie gehoord.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde commissie bestaat uit drie personen, benoemd en ontslagen door het bevoegde gezag.

  • 3. De commissie brengt binnen dertig dagen advies uit na het in het eerste lid bedoelde verzoek daartoe te hebben ontvangen.

Artikel 5

  • 1. De overheidsdienaar die op het moment van inwerkingtreding van dit eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, de in artikel 1 onder sub. a, b en c vermelde activiteiten, onderneemt, is verplicht binnen twee maanden na inwerkingtreding van dit eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, schriftelijk toestemming te verzoeken aan het bevoegd gezag.

  • 2. De in het eerste lid vermelde overheidsdienaar die de verzochte toestemming wordt geweigerd, wordt gedurende drie maanden na weigering van de toestemming in de gelegenheid gesteld de activiteiten te beëindigen.

Artikel 6

  • 1. Een overheidsdienaar welke zonder voorafgaande schriftelijk toestemming van het bevoegd gezag de in artikel 1 onder sub a, b en c vermelde werkzaamheden verricht, alsmede de overheidsdienaar die op het moment van inwerkingtreding van dit eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, de in artikel 1 onder a, b en c vermelde activiteiten onderneemt en welke verzuimt om daarvoor toestemming te vragen, kan door het bevoegde gezag disciplinair worden gestraft.

  • 2. Als disciplinaire straffen kunnen de in artikel 83 van de Landsverordening Materieel Ambtenarenrecht genoemde disciplinaire straffen worden opgelegd.

Artikel 7

Dit eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, treedt in werking met ingang van de dertigste dag na afkondiging.

Artikel 8

Dit eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt aangehaald als: "Besluit nevenactiviteiten".