EILANDSVERORDENING van 8 november, no. 2, tot het vaststellen van een nieuw reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de eilandsraad van het openbaar lichaam Bonaire (Reglement van orde voor de eilandsraad van Bonaire)

Geldend van 23-11-2011 t/m heden

Intitulé

EILANDSVERORDENING van 8 november, no. 2, tot het vaststellen van een nieuw reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de eilandsraad van het openbaar lichaam Bonaire (AB 2011, no. 15) (Reglement van orde voor de eilandsraad van Bonaire).

DE EILANDSRAAD VAN HET OPENBAAR LICHAAM BONAIRE;

Overwegende:

dat in het kader van de staatkundige hervorming het dualistische bestuursmodel is ingevoerd in het openbaar lichaam Bonaire;

dat het derhalve noodzakelijk is een nieuw reglement van orde voor de vergaderingen en werkzaamheden van de eilandsraad vast te stellen;

Gelet op:

Artikel 17, Wet openbare lichamen Bonaire Sint Eustatius en Saba;

HEEFT BESLOTEN:

vast te stellen de volgende eilandsverordening:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a.

    eilandsraad of raad: de eilandsraad van het openbaar lichaam Bonaire als bedoeld in Hoofdstuk III, Afdeling II, WolBES;

  • b.

    eilandsraadslid of lid: een lid van de eilandsraad;

  • c.

    eilandsraadvergadering of vergadering: de meningvormende en de besluitvormende vergadering van de eilandsraad;

  • d.

    centrale commissie of 'komishon sentral': de meningvormende vergadering van de eilandsraad;

  • e.

    voorzitter: de gezaghebber of diens vervanger, als bedoeld in de artikelen 10 en 90, WolBES;

  • f.

    commissie: een door de eilandsraad ingestelde commissie bedoeld in de artikelen 117, eerste lid, en 118, eerste lid, WolBES;

  • g.

    bestuurscollege: het college van eilandgedeputeerden tezamen met de gezaghebber alsbedoeld in Hoofdstuk III, Afdeling III, WolBES;

  • h.

    gedeputeerde: eilandgedeputeerde als bedoeld in artikel 37, eerste lid, WolBES;

  • i.

    gezaghebber: de gezaghebber als bedoeld in Hoofdstuk III, Afdeling IV, WolBES;

  • j.

    eilandsecretaris: de eilandsecretaris of diens vervanger als bedoeld in Hoofdstuk III, Afdeling IX, paragraaf 1 en 2, WolBES;

  • k.

    griffier: de eilandgriffier of diens vervanger, als bedoeld in Hoofdstuk III, Afdeling IX, paragraaf 1 en 3, WolBES;

  • l.

    initiatiefvoorstel: een voorstel voor een verordening of een ander voorstel;

  • m.

    motie: korte en gemotiveerde verklaring over een onderwerp waardoor een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken;

  • n.

    amendement: voorstel tot wijziging van een ontwerpverordening of ontwerpbesluit, naar de vorm geschikt om direct in het ontwerp te worden opgenomen;

  • o.

    subamendement: voorstel tot wijziging van een aanhangig amendement, naar de vorm geschikt om direct te worden opgenomen in het amendement, waarop het betrekking heeft;

  • p.

    voorstel van orde: voorstel betreffende de orde van de vergadering;

  • q.

    reglement of reglement van orde: reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de eilandsraad van het openbaar lichaam Bonaire;

  • r.

    openbaar lichaam of Bonaire: openbaar lichaam Bonaire, genoemd in artikel 2, WolBES;

  • s.

    gebouw van de eilandsraad: het gebouw waarin de vergaderingen van de eilandsraad in hoofdzaak plaatsvinden;

  • t.

    WolBES; Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Artikel 2 De voorzitter

  • 1. De gezaghebber is voorzitter van de eilandsraad en heeft het recht in de raadsvergadering aan de beraadslaging deel te nemen. De gezaghebber heeft geen stemrecht.

  • 2. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het geven van het woord;

    • c.

      het mededelen van de uitslag van stemmingen;

    • d.

      het handhaven van de orde;

    • e.

      het doen naleven van het reglement van orde;

    • f.

      hetgeen de WolBES of dit reglement hem verder opdraagt.

Artikel 3 Vervanging voorzitter

Bij verhindering of ontstentenis van de voorzitter treedt het langst zittende eilandraadslid op als voorzitter van de raad. De eilandsraad kan een ander lid van de eilandsraad met de waarneming belasten.

Artikel 4 De eilandgriffier

  • 1.

    De eilandsraad benoemt de eilandgriffier. Hij is tevens bevoegd de eilandgriffier te schorsen en te ontslaan.

  • 2.

    De eilandgriffier staat de eilandsraad en de door de raad ingestelde commissies bij de uitoefening van hun taak terzijde.

  • 3.

    De eilandsraad stelt in een instructie nadere regels over de taak en de bevoegdheden van de eilandgriffier.

  • 4.

    De eilandsraad stelt regels over de organisatie van de griffie en is bevoegd de op de griffie werkzame ambtenaren te benoemen, te schorsen of te ontslaan.

  • 5.

    De eilandgriffier is in elke vergadering van de eilandsraad aanwezig.

  • 6.

    Bij verhindering of afwezigheid wordt de eilandgriffier vervangen door een door de eilandsraad aangewezen plaatsvervangend griffier.

  • 7.

    Schriftelijke stukken worden in de originele versie met de originele ondertekening van debetrokkenen, bij de griffie ingediend.

  • 8.

    De eilandgriffier kan, indien daartoe door de eilandsraad uitgenodigd, aan de beraadslagingen als bedoeld in dit reglement deelnemen.

Artikel 5 Goedkeuring benoemingen griffie

Een besluit houdende de benoeming, bevordering, schorsing of ontslag van de eilandgriffier en de op de griffie werkzame ambtenaren behoeft de goedkeuring van de rijksvertegenwoordiger. De goedkeuring kan slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang.

Artikel 6 De eilandsecretaris

De eilandsraad kan het bestuurscollege verzoeken om de eilandsecretaris uit te nodigen om in de vergadering aanwezig te zijn en deel te nemen aan de beraadslagingen als bedoeld in dit reglement.

Artikel 7 Het presidium

  • 1.

    De eilandsraad heeft een presidium, met als voorzitter de gezaghebber genoemd in artikel 2.

  • 2.

    Het presidium bestaat uit de voorzitter en de fractieleiders. De eilandgriffier is in elke vergadering van het presidium aanwezig.

  • 3.

    Het presidium stelt de voorlopige agenda op.

  • 4.

    Het presidium stelt een vergaderschema op voor de vergaderingen van de eilandsraad.

  • 5.

    De voorzitter kan voorstellen de eilandsecretaris uit te nodigen voor het presidium.

  • 6.

    Elke fractieleider wijst een lid van de eilandsraad aan, dat hem bij zijn afwezigheid in hetpresidium kan vervangen.

  • 7.

    Het presidium heeft, naast de taken vermeld in de vorige leden en de artikelen 12, 15, 19, 24, 46, 51 en 52 van dit reglement, als taak aanbevelingen te doen aan de eilandsraad inzake de organisatie van de werkzaamheden van de eilandsraad en van zijn commissies.

  • 8.

    Het presidium doet in de eerste vergadering van de eilandsraad in nieuwe samenstelling na een eilandsraadverkiezing een aanbeveling aan de eilandsraad in nieuwe samenstelling in zake een vaste dag en uur voor de vergaderingen van de raad.

  • 9.

    Het presidium voert ten minste twee maal per jaar overleg met de voorzitters van de commissies.

Hoofdstuk 2 Toelating van nieuwe leden; benoeming gedeputeerden; fracties

Artikel 8 Onderzoek geloofsbrieven; beëdiging; benoeming gedeputeerden

  • 1. Bij elke benoeming van nieuwe leden stelt de eilandsraad een commissie in, bestaande uit drie leden van de raad.

  • 2. De commissie onderzoekt:

    • a.

      de mededeling van de benoemde, onderscheidenlijk diens gemachtigde, als bedoeld inartikel 9, dat hij de benoeming aanneemt, en

    • b.

      de in artikel 10, genoemde documenten, zijnde de geloofsbrieven.

    • c.

      De artikel V2 en V3, Kieswet zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 3. De commissie brengt na zijn onderzoek van de geloofsbrieven, waarbij is nagegaan of de benoemde voldoet aan de vereisten voor het lidmaatschap, verslag uit aan de eilandsraad en doet daarbij een voorstel voor een besluit. In het verslag wordt melding gemaakt van een minderheidsstandpunt.

  • 4. Overeenkomstig het bepaalde in artikel V 4, Kieswet beslist de eilandsraad of de benoemde als lid van de eilandsraad wordt toegelaten.

  • 5. Het onderzoek van het proces-verbaal van het centraal stembureau gebeurt in de laatste samenkomst van de eilandsraad in oude samenstelling na de verkiezingen.

  • 6. Na een eilandsraadverkiezing roept de voorzitter de toegelaten leden van de eilandsraad op om in de eerste vergadering van de eilandsraad in nieuwe samenstelling, bedoeld in artikel 19, WolBES, de voorgeschreven eed of belofte en verklaring af te leggen.

  • 7. In geval van een tussentijdse vacaturevervulling roept de voorzitter een nieuw benoemd lid van de eilandsraad op voor de vergadering van de eilandsraad waarin over diens toelating wordt beslist om de voorgeschreven eed of belofte en verklaring af te leggen.

  • 8. Bij de benoeming van een gedeputeerde wordt overeenkomstig het eerste lid een commissie ingesteld die onderzoekt of de kandidaat voldoet aan de in de WolBES neergelegde eisen. De commissie past de in het tweede lid omschreven werkwijze toe.

Artikel 9 Mededeling aannemen benoeming

  • 1. De benoemde draagt er zorg voor dat uiterlijk op de tiende dag of, bij een benoeming in een ná de eerste samenkomst van de nieuw gekozen eilandsraad opengevallen plaats de achtentwintigste dag na de dagtekening van de kennisgeving van benoeming, de eilandsraad van hem, onderscheidenlijk van zijn gemachtigde, bij door hem of zijn gemachtigde ondertekende brief, mededeling ontvangt dat hij de benoeming aanneemt.

  • 2. Is binnen die tijd de mededeling niet ontvangen, dan wordt hij geacht de benoeming niet aan te nemen.

  • 3. De voorzitter deelt aan de voorzitter van het centraal stembureau onverwijld mee dat de benoemde de benoeming heeft aangenomen, dan wel dat hij geacht wordt de benoeming niet aan te nemen.

  • 4. Indien de benoemde de benoeming niet aanneemt, doet hij of zijn gemachtigde daarvan binnen de in het eerste lid bedoelde termijn bij brief mededeling aan de voorzitter van het centraal stembureau. Deze geeft hiervan kennis aan de eilandsraad.

  • 5. Zolang nog niet tot toelating van de benoemde is besloten, kan deze, onderscheidenlijk zijn gemachtigde, bij door de benoemde of diens gemachtigde ondertekende brief aan de eilandsraad meedelen dat hij op de aanneming van de benoeming terugkomt. Hij wordt dan geacht de benoeming niet te hebben aangenomen. De voorzitter geeft van de ontvangst van deze mededeling onverwijld kennis aan de voorzitter van het centraal stembureau.

Artikel 10 Geloofsbrieven, verklaring openbare betrekkingen en nevenfuncties

  • 1. Tegelijk met de mededeling dat hij zijn benoeming aanneemt, legt de benoemde, onderscheidenlijk zijn gemachtigde, aan de eilandsraad een door de benoemde of zijn gemachtigde, ondertekende verklaring over, vermeldende alle openbare betrekkingen, functies en nevenfuncties die hij bekleedt, naast het lidmaatschap van de eilandsraad.

  • 2. Tenzij de benoemde op het tijdstip van benoeming reeds lid van de eilandsraad was, legt hij tevens een gewaarmerkt afschrift over van gegevens van zijn inschrijving als ingezetene in de basisadministratie persoonsgegevens van Bonaire. Uit dit afschrift dient zijn nationaliteit, woonplaats, datum en plaats van geboorte te blijken, alsmede dat de benoemde niet is uitgesloten van het kiesrecht, overeenkomstig artikel 11, eerste lid, WolBES.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde verklaring wordt openbaar gemaakt. De openbaarmaking vindt plaats terstond na benoeming tot lid van de eilandsraad of, steeds na aanvaarding van een andere functie en geschiedt door het ter inzage leggen van een opgave van de functies bij de griffie van de eilandsraad.

Artikel 11 Fractie

  • 1. De leden van de eilandsraad die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij de aanvang van de zitting als een fractie beschouwd. Is onder een lijstnummer slechts één lid verkozen, dan wordt dit lid als een afzonderlijke fractie beschouwd.

  • 2. Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de eilandsraad deze aanduiding als naam. lndien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de eilandsraad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de eilandsraad wil voeren.

  • 3. De namen van degenen die als leider van de fractie en als diens plaatsvervanger optreden worden zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de voorzitter.

  • 4. Indien één of meer leden van één of meer fracties als zelfstandige fractie gaan optreden of indien één of meer leden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie wordt hiervan onverwijld, in ieder geval voor de eerstvolgende eilandsraadvergadering, een schriftelijke door hen ondertekende mededeling ingediend bij de voorzitter. Voor het splitsen dan wel het vormen van nieuwe fracties is geen toestemming vereist van de eilandsraad.

  • 5. Indien een zelfstandige fractie is gevormd, wordt in de eerstvolgende vergadering van de eilandsraad aan de voorzitter meegedeeld welke naam deze fractie in de raad wil voeren.

Hoofdstuk 3 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen; voorbereidingen

Artikel 12 Vergaderfrequentie

  • 1. De eilandsraad vergadert zo vaak als de voorzitter of de raad het nodig oordeelt.

  • 2. De centrale commissie of ‘komishon sentral' genoemde meningsvormende vergaderingen en de besluitvormende vergaderingen van de raad vinden plaats met in achtneming van Hoofdstuk III, afdeling II, WolBES en van de in de Gedragscode eilandsraadsleden vastgelegde voorschriften.

  • 3. De centrale commissie en de besluitvormende vergaderingen van de eilandsraad vinden in de regel plaats op een, op aanbeveling van het presidium, door de eilandsraad bepaalde vaste dag en uur en worden gehouden in het gebouw van de eilandsraad.

  • 4. De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag en aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg in het presidium, tenzij er sprake is van een calamiteit.

Artikel 13 Extra vergadering

  • 1. Indien ten minste een vijfde van het aantal leden waaruit de raad bestaat schriftelijk met opgave van redenen daarom verzoekt, roept de voorzitter de vergadering bijeen.

  • 2. Indien de vergadering is aangevraagd door het in het eerste lid genoemde aantal leden, wordt zij binnen zeven dagen gehouden. Artikel 21, is van overeenkomstige toepassing.

  • 3. De schriftelijke oproep wordt, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste tweemaal 48 uur voor het houden van de vergadering aan de leden bezorgd. Artikel 14, eerste lid is niet van toepassing.

  • 4. De vergadering vindt plaats met in achtneming van de bepalingen van dit reglement.

Artikel 14 Oproep en voorlopige agenda

  • 1. De voorzitter zendt ten minste 7 dagen voor een vergadering de leden van de eilandsraad een schriftelijke oproep onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de vergadering.

  • 2. De door het presidium opgestelde voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 26, eerste en tweede lid, van de WolBES bedoelde geheime stukken worden, tegelijkertijd met de schriftelijke oproep, aan de leden van de eilandsraad verzonden.

  • 3. De in het tweede lid genoemde stukken waarvoor geheimhouding geldt worden ten minste 7 dagen voor een vergadering voor de leden bij de eilandgriffier ter inzage gelegd.

Artikel 15 Agenda

  • 1. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep, tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering, een aanvullende agenda opstellen. Deze wordt met de daarbij behorende stukken aan de leden van de eilandsraad verzonden en openbaar gemaakt.

  • 2. Bij aanvang van de vergadering stelt de eilandsraad de agenda vast. Op voorstel van een lid van de eilandsraad of de voorzitter kan de eilandsraad bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 3. Wanneer het presidium een onderwerp onvoldoende voor de openbare beraadslaging voorbereid acht, kan hij het onderwerp verwijzen naar een commissie of aan het bestuurscollege nadere inlichtingen of advies vragen. Het onderwerp wordt opnieuw geagendeerd voor de eerstvolgende presidiumvergadering.

  • 4. Op voorstel van een lid van de eilandsraad of van de voorzitter kan de eilandsraad de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 16 Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep, voor het publiek bij de griffie ter inzage gelegd. Indien stukken na het verzenden van de schriftelijke oproep ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de eilandsraad en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid kunnen stukken ook op elektronische wijze aan een ieder ter beschikking worden gesteld.

  • 3. Indien voor stukken op grond van artikel 26, eerste of tweede lid, WolBES geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de eilandgriffier de leden van de eilandsraad inzage.

Artikel 17 Openbare kennisgeving

  • 1. De vergadering wordt door aankondiging in één of meer nieuwsbladen, op de voor afkondigingen in het openbaar lichaam gebruikelijke wijze en door plaatsing op de website van Bonaire openbaar gemaakt.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats, alsmede de voorlopige agenda van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de bij de vergadering behorende stukken kan inzien.

  • 3. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken worden, indien elektronisch beschikbaar, op de website van Bonaire geplaatst.

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 18 Presentielijst

  • 1. De eilandgriffier draagt zorg voor het bijhouden van een presentielijst.

  • 2. Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid van de eilandsraad de presentielijst, vóór hij de vergadering opent tekent de voorzitter de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de eilandgriffier door ondertekening vastgesteld.

  • 3. Leden die ter vergadering komen nadat de vergadering geopend is tekenen hun naam onder die van de voorzitter.

  • 4. Indien een lid aanwezig is bij de raadsvergadering maar de presentielijst niet heeft getekend, mag hij pas ná ondertekening van de presentielijst deelnemen aan de beraadslaging en stemming.

Artikel 19 Zitplaatsen

  • 1. De voorzitter, de fracties en de eilandgriffier hebben vaste zitplaatsen, door de voorzitter na overleg in het presidium, bij aanvang van iedere nieuwe zittingsperiode van de eilandsraad aangewezen.

  • 2. Indien daartoe aanleiding bestaat, kan de voorzitter de indeling herzien na overleg in het presidium.

  • 3. De voorzitter draagt zorg voor een zitplaats voor de gedeputeerden, eilandsecretaris en voor overige personen die voor de vergadering zijn uitgenodigd.

Artikel 20 Presentie vergadering

  • 1. Indien een lid verhinderd is de vergadering bij te wonen stelt hij de voorzitter, voor zover mogelijk voor aanvang van de vergadering, daarvan in kennis.

  • 2. Raadsleden die de vergadering voor deze is beëindigd verlaten, stellen de voorzitter daarvan in kennis.

Artikel 21 Opening vergadering; quorum

  • 1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur indien volgens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.

  • 2. Indien 30 minuten na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter na het voorlezen van de namen der afwezige leden, met inachtneming van artikel 21, WolBES, opnieuw een vergadering tegen een tijdstip dat ten minste 24 uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.

  • 3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De eilandsraad kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd slechts beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.

Artikel 22 Primus bij hoofdelijke stemming

Alvorens de aangekondigde onderwerpen aan de orde te stellen deelt de voorzitter mede in welke volgorde gestemd zal worden. De leden stemmen op basis van de volgorde waarop is ingetekend op de presentielijst.

Artikel 23 Verslag en besluitenlijst

  • 1. De eilandgriffier draagt zorg voor een kort verslag en het bijhouden van de besluitenlijst van de vergadering.

  • 2. De in het eerste lid genoemde documenten worden toegezonden aan de leden en overige aanwezige personen die het woord gevoerd hebben in de betreffende vergadering, waarna in de eerstvolgende vergadering de in het eerste lid genoemde documenten worden vastgesteld en ondertekend door de voorzitter en de eilandgriffier.

  • 3. De leden en de voorzitter, kunnen een voorstel tot wijziging van het conceptverslag doen door indiening van dit voorstel bij de eilandgriffier. De gedeputeerden, de eilandgriffier en de eilandsecretaris kunnen, voor zover zij aan de beraadslaging hebben deelgenomen een voorstel tot wijziging van het conceptverslag van die beraadslaging doen door indiening van dit voorstel bij de griffier.

  • 4. Het verslag bevat ten minste:

    • a.

      de namen van de bij de vergadering aanwezige leden en niet-leden en de afwezige leden;

    • b.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest en een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen en hoedanigheid van de aanwezigen die het woord voerden;

    • c.

      een overzicht van het verloop van elke stemming, waaronder begrepen vermelding van de namen van de leden die voor of tegen stemden, zich van stemming hebben onthouden, zich bij het uitbrengen van de stem hebben vergist en vermelding van de aantekening als bedoeld in artikel 33, tweede lid van dit reglement;

    • d.

      de tekst van de ter vergadering ingediende initiatiefvoorstellen, voorstellen van orde, moties, amendementen en subamendementen;

  • 5. Voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzetten wordt de besluitenlijst, na vaststelling in de eerstvolgende vergadering, openbaar gemaakt op de in het openbaar lichaam gebruikelijke wijze.

Artikel 24 Ingekomen stukken

  • 1. Bij de eilandsraad ingekomen stukken, waaronder schriftelijke mededelingen van het bestuurscollege aan de eilandsraad, worden op een lijst geplaatst. Deze lijst wordt aan de leden van de eilandsraad toegezonden en ter inzage gelegd.

  • 2. Na de vaststelling van het verslag stelt de eilandsraad, op voorstel van het presidium, de wijze van afdoening van de ingekomen stukken vast. De leden van de eilandsraad kunnen eveneens een voorstel voor de wijze van afdoening doen.

Artikel 25 Aantal spreektermijnen

  • 1.

    De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de eilandsraad anders beslist.

  • 2.

    Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3.

    Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4.

    Het derde lid is niet van toepassing op:

    de rapporteur van een commissie;

    het lid dat een (sub)amendement, een motie of een initiatiefvoorstel heeft ingediend, voor wat betreft dat amendement, die motie of dat voorstel.

  • 5.

    Bij de bepaling van het aantal malen dat een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

  • 6.

    De voorzitter geeft in de tweede sprekersronde het woord slechts aan de leden die in de eerste sprekersronde het woord hebben gevoerd.

  • 7.

    De raad kan in bijzondere gevallen toestaan dat een lid in afwijking van het bepaalde in het derde en zesde lid het woord voert.

Artikel 26 Voeren van het woord, volgorde spreekbeurten

  • 1. Geen lid voert het woord dan na het aan de voorzitter verzocht en van deze verkregen te hebben.

  • 2. De voorzitter geeft, met in achtneming van artikel 29, het woord in de volgorde waarin het is gevraagd. Die volgorde zal blijken uit de inschrijving op de sprekerslijst, welke per te behandelen onderwerp ter ondertekening bij de eilandgriffier ligt.

  • 3. De volgorde der spreekbeurten bedoeld in het tweede lid, kan worden verbroken wanneer een lid het woord vraagt over een persoonlijk feit, om een voorstel van orde te doen of, voor het stellen van een vraag. Een voorstel van orde kan ook door de voorzitter worden gedaan. De voorzitter geeft het woord over een persoonlijk feit niet dan na een voorlopige aanduiding van het feit. De beslissing of iets een persoonlijk feit is, berust bij de voorzitter.

Artikel 27 Spreektijd

De voorzitter kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden en de overige aanwezigen.

Artikel 28 Handhaving orde; schorsing

  • 1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het in acht nemen van dit reglement te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2. Indien een spreker zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaat, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin zulks plaats heeft over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 4. De voorzitter kan de eilandsraad voorstellen om een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan de voorzitter de eilandsraad voorstellen het lid voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen.

Artikel 29 Beraadslaging

  • 1. De eilandsraad kan op voorstel van de voorzitter of een lid van de eilandsraad beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2. Indien hij dit wenst geeft de voorzitter als eerste zijn mening over in beraadslaging gebrachte onderwerpen. De indieners van een motie voeren desgewenst en ter toelichting op de motie of het voorstel het eerst het woord. Over voorstellen van het bestuurscollege wordt desgewenst eerst het woord gevoerd door een of meer gedeputeerden.

  • 3. Op verzoek van een lid van de eilandsraad of op voorstel van de voorzitter kan de eilandsraad besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het bestuurscollege of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 30 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1. De eilandsraad kan bepalen dat behalve de in de vergadering aanwezige leden van de eilandsraad, een gedeputeerde, de voorzitter, de eilandsecretaris of de eilandgriffier, ook anderen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Een beslissing op het gestelde in het eerste lid, wordt op voorstel van de voorzitter of één der leden van de eilandsraad genomen alvorens wordt aangevangen met de beraadslaging van het aan de orde zijnde agendapunt.

Artikel 31 Stemverklaring

Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de eilandsraad tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn stemgedrag te motiveren.

Artikel 32 Sluiting beraadslaging

  • 1. Wanneer de voorzitter vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de eilandsraad anders beslist.

  • 2. Sluiting van de beraadslaging kan ook door één van de leden worden voorgesteld. Dit voorstel moet door ten minste een ander lid worden ondersteund.

  • 3. Nadat de beraadslaging is gesloten vindt, na een stemming over eventuele amendementen, de stemming plaats over het voorstel, zoals het dan luidt, in zijn geheel, tenzij geen stemming wordt gevraagd.

  • 4. Indien over een voorstel geen stemming wordt gevraagd is het aangenomen.

  • 5. Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel over de te nemen eindbeslissing.

Paragraaf 3. Procedures bij stemmingen

Artikel 33 Algemene bepalingen over stemming

  • 1. De voorzitter vraagt of stemming wordt verlangd. Indien geen stemming wordt gevraagd en ook de voorzitter dit niet verlangt, stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder hoofdelijke stemming is aangenomen.

  • 2. In de vergadering aanwezige leden kunnen aantekening in het verslag vragen van het feit dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of zich op grond van artikel 39, van dit Reglement, overeenkomstig artikel 29, WolBES, van stemming hebben onthouden.

  • 3. Indien door een of meer leden stemming wordt gevraagd, doet de voorzitter daarvan mededeling.

  • 4. De voorzitter of de eilandgriffier roept de leden van de eilandsraad bij naam op hun stem uit te brengen. De stemming geschiedt overeenkomstig de procedure als vermeld in artikel 22 van dit Reglement.

  • 5. leder lid is verplicht zijn stem uit te brengen vanaf de vaste zitplaats die hem op grond van artikel 19, eerste lid is toegewezen.

  • 6. Bij hoofdelijke stemming is ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet op grond van de artikelen 18, derde lid of 39, van dit Reglement, of op grond van de WolBES , van deelneming aan de stemming dient te onthouden, verplicht zijn stem uit te brengen.

  • 7. De leden brengen hun stem uit door het woord ‘voor’ of ‘tegen’ dan wel het woord ‘pro’ of ‘kontra’ uit te spreken zonder enige toevoeging.

  • 8. Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen van het feit dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.

  • 9. De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mee, met vermelding van het aantal voor en tegen uitgebrachte stemmen. Hij doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit.

Artikel 34 Nietigheid van stemmen

  • 1. Een stemming is alleen geldig, indien meer dan de helft van het aantal leden dat zitting heeft en zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden, daaraan heeft deelgenomen.

  • 2. Indien de voorzitter na hoofdelijke afroeping vaststelt dat het aantal leden dat vereist is voor het houden van een geldige vergadering niet meer aanwezig is, verdaagt hij de vergadering.

  • 3. Indien een lid hierover een voorstel van orde indient, gaat de voorzitter over tot het houden van de in het tweede lid genoemde hoofdelijke afroeping.

Artikel 35 Stemming over amendementen en moties

  • 1. Indien een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd.

  • 2. Indien op een amendement een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement.

  • 3. Indien twee of meer amendementen of subamendementen op een aanhangig voorstel zijn ingediend, bepaalt de voorzitter de volgorde waarin hierover zal worden gestemd. Daarbij geldt de regel dat het meest verstrekkende amendement of subamendement het eerst in stemming wordt gebracht.

  • 4. Indien aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over het voorstel gestemd en vervolgens over de motie.

Artikel 36 Procedure stemming over personen

  • 1. Bij stemming over personen voor het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingen benoemt de voorzitter drie leden tot stembureau.

  • 2. Ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet op grond van de artikelen 18, of 39, van dit Reglement of op grond van de WolBES van stemming moet onthouden is verplicht een stembriefje in te leveren. De stembriefjes dienen identiek te zijn.

  • 3. Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De eilandsraad kan op voorstel van de voorzitter beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje.

  • 4. Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn, worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.

  • 5. Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 31, eerste lid, WolBES worden die leden die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd geacht geen stem te hebben uitgebracht.

  • 6. In geval van twijfel omtrent de beantwoording van de vraag of een stembriefje al dan niet behoorlijk is ingeleverd, beslist de eilandsraad, op voorstel van de voorzitter.

  • 7. Onder toezicht van de eilandgriffier worden de stembriefjes onmiddellijk na vaststelling van de uitslag vernietigd.

Artikel 37 Behoorlijk stembriefje

  • 1. Voor het tot stand komen van een beslissing bij stemming wordt de volstrekte meerderheid vereist van hen die een stem hebben uitgebracht.

  • 2. Bij een schriftelijke stemming wordt onder het uitbrengen van een stem verstaan het inleveren van een behoorlijk ingevuld stembriefje.

  • 3. Met in achtneming van artikel 36, vijfde lid, wordt onder een niet behoorlijk ingevuld stembriefje onder meer verstaan:

    • -

      een blanco stembriefje;

    • -

      een ondertekend stembriefje;

    • -

      een stembriefje waarop meer dan één naam is vermeld, tenzij de stemming verschillende vacatures betreft;

    • -

      een stembriefje waarbij, indien het een benoeming op voordracht betreft, op een persoon wordt gestemd die niet is voorgedragen;

    • -

      een stembriefje waarbij op een andere persoon wordt gestemd dan die waartoe de stemming is beperkt.

Artikel 38 Herstemming over personen

  • 1. De stemming over personen voor het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingen is geheim.

  • 2. Wanneer bij een eerste stemming over personen voor het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingen geen volstrekte meerderheid is verkregen, wordt tot een tweede stemming overgegaan.

  • 3. Wanneer ook bij een tweede stemming over personen voor het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingen geen volstrekte meerderheid is verkregen, dan heeft een derde stemming plaats over de twee personen die bij de tweede stemming de meeste stemmen hebben verkregen. Zijn bij de tweede stemming de stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt door middel van een tussenstemming uitgemaakt over welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.

  • 4. Indien in geval van een tussenstemming zoals bedoeld in het vorige lid of bij de derde stemming de stemmen staken, beslist terstond het lot overeenkomstig de wijze zoals beschreven in het vijfde lid van dit artikel.

  • 5. Beslissing door het lot geschiedt op de volgende wijze:

    • a.

      de namen van de personen over wie de beslissing dient te worden genomen, worden door de voorzitter op afzonderlijke, geheel gelijke, briefjes geschreven;

    • b.

      deze briefjes worden, nadat zij door het stembureau zijn gecontroleerd, op gelijke wijze gevouwen, in een stembokaal gedeponeerd en omgeschud;

    • c.

      de voorzitter neemt één van de briefjes uit de stembokaal. Degene wiens naam op dit briefje voorkomt, is gekozen.

Artikel 39 Onthouden van stemming

  • 1. Een lid van de eilandsraad neemt niet deel aan de stemming over:

    • a.

      een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken;

    • b.

      De vaststelling of goedkeuring der rekening van een lichaam waaraan hij rekenplichtig is of tot welks bestuur hij behoort.

  • 2. Bij een schriftelijke stemming wordt onder het deelnemen aan de stemming verstaan het inleveren van een stembriefje.

  • 3. Een benoeming gaat iemand persoonlijk aan, wanneer hij behoort tot de personen tot wie de keuze door een voordracht of bij een herstemming is beperkt.

  • 4. Het eerste lid is niet van toepassing bij het besluit betreffende de toelating van de na periodieke verkiezing benoemde leden.

Hoofdstuk 4 Rechten van leden

Artikel 40 Amendementen

  • 1. Ieder lid van de eilandsraad kan tot het sluiten van de beraadslaging amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Er kan alleen beraadslaagd worden over amendementen die ingediend zijn door leden van de eilandsraad die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.

  • 2. Ieder lid dat in de vergadering aanwezig is, is bevoegd op het amendement dat door een lid is ingediend, een wijziging voor te stellen door het indienen van een subamendement.

  • 3. Elk amendement of subamendement en elk voorstel wordt, om in behandeling te kunnen worden genomen, schriftelijk en ondertekend bij de voorzitter ingediend, tenzij de voorzitter met het oog op het eenvoudige karakter van het voorgestelde - oordeelt, dat met een mondelinge indiening kan worden volstaan.

  • 4. Intrekking, door de indiener of indieners, van het amendement of subamendement is mogelijk, totdat de besluitvorming door de eilandsraad heeft plaatsgevonden.

Artikel 41 Moties

  • 1. Ieder lid van de eilandsraad kan ter vergadering een motie indienen.

  • 2. Een motie wordt om in behandeling te kunnen worden genomen schriftelijk en ondertekend bij de voorzitter ingediend.

  • 3. De behandeling van een motie over een aanhangig onderwerp of voorstel vindt tegelijk met de beraadslaging over dat onderwerp of voorstel plaats.

  • 4. De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende onderwerpen zijn behandeld.

  • 5. Intrekking, door de indiener of indieners, van de motie is mogelijk totdat de besluitvorming door de eilandsraad heeft plaatsgevonden.

Artikel 42 Voorstellen van orde

  • 1. De voorzitter en ieder lid van de eilandsraad kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde afkomstig van een lid komt alleen in behandeling wanneer het door ten minste een ander lid wordt ondersteund.

  • 3. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 4. Over een voorstel van orde beslist de eilandsraad terstond, uitgezonderd in geval artikel 34, derde lid van toepassing is waarbij een beslissing van de eilandsraad niet is vereist.

Artikel 43 Initiatiefvoorstel

  • 1. Een initiatiefvoorstel wordt, om in behandeling genomen te kunnen worden, schriftelijk en ondertekend bij de voorzitter ingediend.

  • 2. De voorzitter plaatst het voorstel op de agenda van de eerstvolgende vergadering, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor reeds is verzonden. In dit laatste geval wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende vergadering geplaatst.

  • 3. De behandeling van het voorstel vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende voorstellen en onderwerpen zijn behandeld, tenzij de eilandsraad oordeelt dat:

    • a.

      het voorstel met het oog op de orde van de vergadering tezamen met een ander geagendeerd voorstel of onderwerp wordt behandeld;

    • b.

      het voorstel eerst wordt behandeld in een eilandsraadscommissie als bedoeld in artikel 117, eerste lid, van de WolBES;

    • c.

      het voorstel voor advies naar het bestuurscollege wordt gezonden. In dit geval bepaalt de eilandsraad in welke vergadering het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 4. De eilandsraad kan voorwaarden stellen aan de indiening en behandeling van een voorstel, niet zijnde een voorstel voor een verordening.

Artikel 44 Interpellatie

  • 1. Een lid van de eilandsraad kan de raad verlof vragen tot het houden van een interpellatie over een onderwerp dat niet vermeld staat op de agenda bedoeld in artikel 14, tweede lid, teneinde het bestuurscollege of de gezaghebber inlichtingen te vragen.

  • 2. Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd en de te stellen vragen.

  • 3. De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de eilandsraad en de gedeputeerden. Bij de vaststelling van de agenda van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek, wordt het verzoek in stemming gebracht. De eilandsraad bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie wordt gehouden.

  • 4. De interpellant voert niet meer dan tweemaal het woord, de overige leden van de eilandsraad, de gezaghebber en de gedeputeerden niet meer dan eenmaal, tenzij de eilandsraad hen hiertoe verlof geeft.

Artikel 45 Schriftelijke vragen

  • 1. Schriftelijke vragen worden kort en duidelijk geformuleerd. De vragen kunnen van een toelichting worden voorzien. Bij de vragen wordt aangegeven of schriftelijke of mondelinge beantwoording wordt verlangd. Vragen die niet voldoen aan het hiervoor gestelde worden per omgaande door de eilandgriffier aan de indiener teruggestuurd.

  • 2. De vragen worden bij de eilandgriffier ingediend. Deze draagt er zorg voor dat de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de eilandsraad en het bestuurscollege of de gezaghebber worden gebracht.

  • 3. Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagen nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende eilandsraadvergadering. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijk lid van het bestuurscollege of de gezaghebber de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.

  • 4. De antwoorden van het bestuurscollege of de gezaghebber worden door tussenkomst van de griffier aan de leden van de eilandsraad toegezonden.

  • 5. De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording, in de eerstvolgende eilandsraadvergadering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde eilandsraadvergadering, na de behandeling van de op de agenda voorkomende onderwerpen nadere inlichtingen vragen omtrent het door de gezaghebber of door het bestuurscollege gegeven antwoord, tenzij de eilandsraad anders beslist.

Artikel 46 Vragenuur

  • 1. Bij aanvang van de vergadering wordt er een vragenuur gehouden, tenzij er geen vragen zijn ingediend. De voorzitter bepaalt op welk tijdstip het vragenuur eindigt.

  • 2. Het lid van de eilandsraad dat tijdens het vragenuur vragen wil stellen, meldt dit onder vermelding van het onderwerp ten minste 24 uur voor aanvang van het vragenuur bij de voorzitter. De voorzitter kan ná overleg met het presidium weigeren een onderwerp tijdens het vragenuur aan de orde te stellen indien hij het onderwerp niet voldoende nauwkeurig acht aangegeven of indien het onderwerp in de vergadering van de eilandsraad op diezelfde dag aan de orde komt.

  • 3. De voorzitter bepaalt de volgorde waarin aangemelde onderwerpen tijdens het vragenuur aan de orde worden gesteld.

  • 4. De voorzitter bepaalt per onderwerp de spreektijd voor de vragensteller, voor het bestuurscollege, voor de gezaghebber en voor de overige leden van de eilandsraad.

  • 5. Per onderwerp wordt aan de vragensteller het woord verleend om één of meer vragen aan het bestuurscollege of de gezaghebber te stellen en een toelichting daarop te geven.

  • 6. Na de beantwoording door het bestuurscollege of de gezaghebber krijgt de vragensteller desgewenst het woord om aanvullende vragen te stellen.

  • 7. Vervolgens kan de voorzitter aan andere leden van de eilandsraad het woord verlenen om hetzij aan de vragensteller, hetzij aan het bestuurscollege of de gezaghebber vragen te stellen over helzelfde onderwerp.

  • 8. Tijdens het vragenuur kunnen geen moties worden ingediend en worden geen interrupties toegelaten.

Artikel 47 Vragenuur bevolking

  • 1. Het inspreekrecht van burgers concentreert zich in de commissievergaderingen. In de vergadering van de eilandsraad kan slechts worden ingesproken over een onderwerp dat niet eerder in een commissievergadering is behandeld, tenzij de eilandsraad anders beslist

  • 2. Na de opening van de vergadering van de eilandsraad of van een eilandsraadcommissie kunnen andere aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over geagendeerde onderwerpen.

  • 3. Het woord kan niet worden gevoerd over:

    • a.

      een besluit van de eilandsraad waartegen bezwaar of beroep op de rechter openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzes, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht krachtens artikel 9, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend;

    • d.

      onderwerpen die niet op de agenda staan;

    • e.

      de reguliere agendapunten: 1) opening, 2) vragenuur, 3) vaststelling agenda, 4) spreekrecht publiek, 5) vaststelling besluitenlijst en 6) ingekomen stukken en mededelingen;

    • f.

      het conceptverslag van de eilandsraad.

  • 4. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken meldt dit ten minste 24 uur voor aanvang van de vergadering bij de griffie, hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren.

  • 5. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 6. Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd van maximaal 30 minuten evenredig over de sprekers als er meer dan vier sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 7. De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter of een lid van de raad doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

  • 8. Bij vaststelling van de agenda wordt de volgorde van de agenda aangepast aan de hand van het aantal insprekers per voorstel. Als eerste wordt het agendapunt behandeld waarvoor zich de meeste insprekers hebben aangemeld.

  • 9. Artikel 28, is voor de handhaving van de orde van overeenkomstige toepassing.

Artikel 48 Inlichtingen

  • 1. Indien een lid van de eilandsraad over een onderwerp inlichtingen als bedoeld in de artikelen 49 en 50 van dit Reglement verlangt, overeenkomstig de artikelen 171 en 182, WolBES, wordt een verzoek daartoe door tussenkomst van de griffier schriftelijk ingediend bij het bestuurscollege respectievelijk de gezaghebber.

  • 2. De eilandgriffier draagt er zorg voor dat de overige leden van de eilandsraad een afschrift van dit verzoek krijgen.

  • 3. De verlangde inlichtingen worden mondeling of schriftelijk in de eerstvolgende of in de daarop volgende vergadering gegeven.

  • 4. De gestelde vragen en het antwoord vormen een agendapunt voor de vergadering, waarin de antwoorden zullen worden gegeven.

Artikel 49 Verantwoording bestuurscollege

  • 1. Het bestuurscollege en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de eilandsraad verantwoording schuldig over het door het bestuurscollege gevoerde bestuur.

  • 2. Zij geven de eilandsraad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft.

  • 3. Zij geven de eilandsraad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang.

  • 4. Zij geven de eilandsraad vooraf inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 168, eerste lid, onderdeel e, f, g en h, WolBES, indien de eilandsraad daarom verzoekt of indien de uitoefening ingrijpende gevolgen kan hebben voor het openbaar lichaam. In het laatste geval neemt het bestuurscollege geen besluit dan nadat de eilandsraad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het bestuurscollege te brengen.

  • 5. Indien de uitoefening van de bevoegdheid bedoeld in artikel 168, eerste lid, onderdeel f, WolBES geen uitstel kan lijden, geven zij in afwijking van het vierde lid, de eilandsraad zo spoedig mogelijk inlichtingen over de uitoefening van deze bevoegdheid en het terzake genomen besluit.

Artikel 50 Verantwoording gezaghebber

  • 1. De gezaghebber is aan de eilandsraad verantwoording schuldig over het door hem gevoerde bestuur.

  • 2. Hij geeft de eilandsraad alle inlichtingen die de raad voor het uitoefenen van zijn taak nodig heeft.

  • 3. Hij geeft de eilandsraad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang.

Hoofdstuk 5 Begroting en rekening

Artikel 51 Procedure begroting

Onverminderd het bepaalde in de WolBES en de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, geschiedt de voorbereiding, het onderzoek, de behandeling en de vaststelling van de begroting volgens een procedure die de eilandsraad, op voorstel van het presidium, vaststelt.

Artikel 52 Procedure jaarrekening

Onverminderd het bepaalde in de WolBES en de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, geschiedt de voorbereiding en het onderzoek van de jaarrekening en het jaarverslag, alsmede de vaststelling van de jaarrekening en van een eventueel indemniteitsbesluit volgens een procedure die de eilandsraad, op voorstel van het presidium, vaststelt.

Hoofdstuk 6 Lidmaatschap van andere organisaties

Artikel 53 Verslag en verantwoording

  • 1. Een lid van de eilandsraad, een gedeputeerde, de gezaghebber of de eilandsecretaris, die door de eilandsraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een samenwerkingslichaam als bedoeld in artikel 125 van de Wet gemeenschappelijke regelingen of in een andere organisatie of institutie, heeft het recht om in aansluiting op de behandeling van de lijst van ingekomen stukken òf voor het sluiten van de vergadering verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur of gemeenschappelijk orgaan aan de orde zijn. In geval van een door de eilandsraad gewenste bespreking van dit verslag kan de voorzitter verwijzen naar de desbetreffende commissie.

  • 2. Ieder lid van de eilandsraad kan aan een persoon als bedoeld in het eerste lid, schriftelijke vragen stellen. Artikel 45 van dit Reglement waarin de procedure voor schriftelijke vragen is neergelegd is van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Wanneer een lid van de eilandsraad een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de eilandsraad over het toestaan daarvan. Artikel 48 van dit Reglement is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 7 Toehoorders en pers; kledingvoorschriften

Artikel 54 Toehoorders en pers

  • 1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

Artikel 55 Ordeverstoring door toehoorders

  • 1. De voorzitter zorgt voor de handhaving van de orde in de vergadering en is bevoegd, wanneer die orde op enigerlei wijze door een toehoorder wordt verstoord, deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.

  • 2. Hij is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen.

  • 3. Van de door de voorzitter genomen beslissing ingevolge het eerste en tweede lid, kan geen beroep op de eilandsraad worden ingesteld.

Artikel 56 Kledingvoorschrift

  • 1.

    Tijdens de openbare vergaderingen van de eilandsraad is voor de eilandsraadsleden, genodigden en toehoorders, gepaste kleding en schoeisel vereist.

  • 2.

    De beslissing of kleding of schoeisel gepast zijn berust bij de voorzitter.

Artikel 57 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens een openbare eilandsraadvergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Artikel 58 Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, worden tijdens de vergadering mobiele telefoons op “standby” gesteld en is tijdens de vergadering telefoneren niet toegestaan. Voor de publieke tribune is het gebruik van andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering, zonder toestemming van de voorzitter, niet toegestaan.

Hoofdstuk 8 Slotbepalingen

Artikel 59 Evaluatie na 1 jaar

Uiterlijk een jaar na zijn inwerkingtreding wordt dit reglement door de eilandsraad geëvalueerd en zo nodig op basis van de evaluatie gewijzigd.

Artikel 60 Inwerkingtreding

  • 1. Het Reglement van orde voor de vergaderingen van de eilandsraad van het eilandgebied Bonaire (AB. 2000, no. 6) wordt ingetrokken.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de dag na die van haar afkondiging.

Artikel 61 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Reglement van orde voor de eilandsraad van Bonaire.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 8 november 2011.
De voorzitter, de eilandgriffier,