Eilandsverordening van 16 juli 2010 no. 1 , regelende de behoefte bepaling inzake de aanvang en beëindiging bekostiging funderend onderwijs en voortgezet onderwijs. (Regeling behoefte bepaling aanvang en beëindiging bekostiging funderend onderwijs en voortgezet onderwijs)

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

Eilandsverordening van 16 juli 2010 no. 1 , regelende de behoefte bepaling inzake de aanvang en beëindiging bekostiging funderend onderwijs en voortgezet onderwijs. (Regeling behoefte bepaling aanvang en beëindiging bekostiging funderend onderwijs en voortgezet onderwijs)

Artikel 1

In deze eilandsverordening wordt verstaan onder:

  • a.

    bevoegd gezag voor wat betreft

    1°. een openbare school:

  • a. het bestuurscollege; of

  • b. het openbaar orgaan, bedoeld in artikel 35 van de Landsverordening funderend onderwijs (P.B. 2008, no. 84), of bedoeld in artikel 40a van de Landsverordening voortgezet onderwijs (P.B. 1979, no. 29),

    2°. een bijzondere school: het schoolbestuur;

  • b.

    school voor funderend onderwijs: een school waaraan onderwijs wordt gegeven als bedoeld in de Landsverordening funderend onderwijs;

  • c.

    school voor voortgezet onderwijs: een school als bedoeld in artikel 1 van de Landsverordening voortgezet onderwijs;

  • d.

    school voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs: een school waaraan onderwijs wordt gegeven als bedoeld in artikel 7 van de Landsverordening voortgezet onderwijs;

  • e.

    school voor hoger algemeen voortgezet onderwijs: een school waaraan onderwijs wordt gegeven als bedoeld in artikel 8 van de Landsverordening voortgezet onderwijs;

  • f.

    school voor voorbereidend secundair beroepsonderwijs: een school waaraan onderwijs wordt gegeven als bedoeld in artikel 9 van de Landsverordening voortgezet onderwijs;

  • g.

    sectorprogramma: een sectorprogramma als bedoeld in artikel 11, vijfde lid, van de Landsverordening voortgezet onderwijs.

Artikel 2

  • 1. De eilandsraad kan een school voor funderend onderwijs dan wel een school voor voortgezet onderwijs voor bekostiging in aanmerking brengen indien er volgens de eilandsraad sprake is van voldoende behoefte aan die school.

  • 2. Voldoende behoefte, bedoeld in het eerste lid, aan een school voor funderend onderwijs respectievelijk een school voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs respectievelijk een school voor hoger algemeen voortgezet onderwijs respectievelijk een school voor voorbereidend secundair beroepsonderwijs wordt geacht aanwezig te zijn indien naar redelijke verwachting respectievelijk:

    • a.

      een school voor funderend onderwijs binnen de eerste periode van 8 jaar door 75 leerlingen;

    • b.

      een school voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs binnen de eerste periode van 6 jaar door 112 leerlingen;

    • c.

      een school voor hoger algemeen voortgezet onderwijs binnen de eerste periode van 5 jaar door 94 leerlingen; of

    • d.

      een school voor voorbereidend secundair beroepsonderwijs binnen de eerste periode van 4 jaar door 300 leerlingen zal worden bezocht.

Artikel 3

  • 1. Een aan de eilandsraad gerichte aanvraag om bekostiging bevat.

    • a.

      de statuten van de rechtspersoon waaronder de bijzondere school ressorteert;

    • b.

      een prognose van het te verwachten aantal leerlingen over een tijdvak van, afhankelijk van de schoolsoort, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdelen a. tot en met d., respectievelijk 8, 6, 5 of 4 jaar;

    • c.

      de aanduiding van de plaats waar het onderwijs moet worden gegeven;

    • d.

      de voorgestelde datum van aanvang;

    • e.

      de voorlopige begroting; en

    • f.

      de over het voorafgaand belastingjaar door een accountant goedgekeurde jaarrekening.

  • 2. Een prognose als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b.:

    • a.

      geeft inzicht in het te verwachten aantal leerlingen voor elk jaar van het tijdvak, waarop de prognose betrekking heeft;

    • b.

      betreft voor de school voor funderend onderwijs het gebied binnen een straal van vijf kilometer rondom de plaats waar het onderwijs zal worden gegeven;

    • c.

      is gebaseerd op statistische gegevens over een tijdvak van 10 jaar; en

    • d.

      vermeldt de berekeningen die tot de uitkomsten hebben geleid.

Artikel 4

  • 1. Het bevoegd gezag dient uiterlijk 1 februari van het begrotingsjaar voorafgaand aan de aanvangsdatum, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel d., een aanvraag om bekostiging bij het bestuurscollege in. Het bevoegd gezag zendt een kopie van de aanvraag naar de eilandsraad.

  • 2. Binnen 3 maanden na ontvangst doet het bestuurscollege de aanvraag met advies aan de eilandsraad toekomen.

  • 3. De eilandsraad beslist binnen 9 maanden na indiening, bedoeld in het eerste lid, eerste volzin.

  • 4. Bij het niet nemen van een beslissing binnen de termijn, genoemd in het derde lid, wordt de aanvraag geacht te zijn afgewezen.

Artikel 5

  • 1. De eilandsraad acht de behoefte, bedoeld in artikel 2, eerste lid, niet langer in voldoende mate aanwezig indien gedurende twee achtereenvolgende jaren:

    • a.

      in geval van een school voor funderend onderwijs, het aantal leerlingen dat in het eerste leerjaar instroomt telkens minder dan 15 heeft bedragen en tevens het totaal aantal leerlingen dat die school bezoekt, minder is dan 75; dan wel

    • b.

      in geval van een school voor voortgezet onderwijs het aantal leerlingen dat in het eerste leerjaar van de desbetreffende school instroomt telkens minder dan 60 heeft bedragen en tevens het totaal aantal leerlingen dat die school bezoekt, minder is dan het desbetreffende in artikel 2, tweede lid, genoemde minimum aantal leerlingen.

  • 2. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing zolang een school nog binnen de in artikel 2, tweede lid, genoemde eerste periode tracht te voldoen aan het daarin gestelde minimum, op grond waarvan de desbetreffende school voor bekostiging in aanmerking is gebracht. Indien die school na de eerste periode niet door het in artikel 2, tweede lid, genoemde minimum aantal leerlingen is bezocht, dan wordt de behoefte aan die school geacht niet voldoende aanwezig te zijn.

  • 3. De eilandsraad maakt uiterlijk voor 1 januari voorafgaand aan de datum van beëindiging van de bekostiging zijn beslissing bekend aan het bevoegd gezag.

Artikel 6

De artikelen 2 tot en met 5 zijn van overeenkomstige toepassing op de aanvang en beëindiging van bekostiging van een sectorprogramma met dien verstande dat er voldoende behoefte aan een sectorprogramma aanwezig wordt geacht te zijn indien er naar redelijke verwachting binnen de eerste periode van 2 jaar minimaal 150 leerlingen aan dat sectorprogramma onderwijs volgen.

Artikel 7

Deze eilandsverordening wordt aangehaald als: Regeling aanvraag en beëindiging bekostiging funderend onderwijs en voortgezet onderwijs Bonaire.

Artikel 8

De inwerkingtreding van deze eilandsverordening geschiedt met ingang van de dag, volgend op die van de afkondiging.