EILANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 21e november 1973, no. 9, houdende regelen met betrekking tot de bezoldigingen, pensioengrondslagen, vakantie-uitkering en vrijstelling van dienst wegens ziekte van de uurleraren in dienst van het Eilandgebied Bonaire. (Regeling Uurleraren Bonaire 1971)

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

EILANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 21e november 1973, no. 9, houdende regelen met betrekking tot de bezoldigingen, pensioengrondslagen, vakantie-uitkering en vrijstelling van dienst wegens ziekte van de uurleraren in dienst van het Eilandgebied Bonaire. (Regeling Uurleraren Bonaire 1971)

Artikel 1.

  • Met in achtneming van het bepaalde in lid 2 worden in dit eilandsbesluit onder “uurleraren” verstaan de leerkrachten wier bezoldiging afhankelijk is van het aantal lesuren van 45 minuten per week dat zij onderwijs geven, ongeacht of zij al dan niet in een volledige betrekking werkzaam zijn.

  • 2. Onder "uurleraren" in de zin van dit eilandsbesluit worden echter niet verstaan, de leerkrachten voor wie het geven van bedoelde lessen als nevenbetrekking dient te worden aangemerkt:

    • a.

      hetzij omdat zij reeds uit andere hoofde voor de vervulling van een volledige dagtaak direct of indirect een bezoldiging of loon ten laste van de overheidskas genieten, danwel

    • b.

      omdat zij elders onder genot van inkomsten volledig in het arbeidsproces zijn ingeschakeld.

Artikel 2.

  • 1. In de bij dit eilandsbesluit behorende bijlagen A1 en A2 zijn de bezoldigingsschalen vermeld welke voor de gehuwde en ongehuwde uurleraren gelden, hetzij krachtens een verwijzing naar een bezoldigingsschaal voorkomende in de bijlage van de Bezoldigingsregeling Onderwijzend Personeel Bonaire 1971 danwel krachtens een verwijzing naar een in bijlagen A1 en A2 van dit besluit opgenomen bezoldigingsschalen.

  • 2. De pensioengrondslagen behorende bij de jaarlijkse bezoldigingen van de uurleraren in vaste pensioengerechtigde dienst aan wie tenminste 20 lesuren worden opgedragen,, zijn vermeld in de bij dit eilandsbesluit behorende bijlage B1 en B2.

Artikel 3.

  • 1. De jaarlijkse en maandelijkse bezoldigingen alsmede de pensioengrondslagen van de uurleraren worden vastgesteld aan de hand van de bij dit eilandsbesluit behorende bijlagen A en B, rekening houdende met het aantal wekelijkse lesuren en de volgende berekeningsformule

    voor elk wekelijks lesuur bedraagt de bezoldiging 1/32 x het schaalbedrag.

  • 2. De vergoeding aan de uurleraren voor de gewerkte uren boven de volledige betrekking wordt berekend op dezelfde wijze als voor de onderwijzers vallende onder de “Bezoldigingsregeling Onderwijzend Personeel Bonaire 1971”.

Artikel 4.

  • 1. Voor zover in dit eilandsbesluit niet anders is bepaald, is de “Bezoldigingsreling Onderwijzend Personeel Bonaire 1971” van overeenkomstige toepassing op de uurleraren met dien verstande dat artikel 8 (kinder- en kostwinnerstoelage) van laatstgemelde bezoldigingsregeling alleen toepassing vindt op de uurleraren aan wie tenminste 20 lesuren worden opgedragen.

  • 2. Artikel 134 van het “Onderwijsbesluit 1935” (P.B. 1935 no. 49) (vrije geneeskundige behandeling), zoals gewijzigd bij artikel 5 van de “Bezoldigingsregeling Onderwijzend Personeel Bonaire 1971" is van overeenkomstige toepassing op de uurleraren aan wie tenminste 20 lesuren worden opgedragen.

  • 3. De bepalingen met betrekking tot de vakantie-uitkering neergelegd in hoofdstuk IV van de “Regeling Vakantie en Vrijstelling van Dienst Ambtenaren” (P.B. 1969 no. 44) vinden overeenkomstige toepassing op de uurleraren, met dien verstande dat de vakantie-uitkering voor elke daarvoor in aanmerking komende kalendermaand vijf ten honderd van het over die maand genoten inkomen bedraagt.

  • 4. De bepalingen met betrekking tot de vrijstelling van dienst wegens ziekte neergelegd in hoofdstuk IV van de "Regeling Vakantie en Vrijstelling van Dienst Ambtenaren" vinden overeenkomstige toepassing op de uurleraren aan wie tenminste 20 lesuren worden opgedragen.

  • 5. Het bepaalde in de leden 3 en 4 van dit artikel vinden geen toepassing voorzover en voorzolang de bepalingen van het Curaçaos Verlofreglement 1946 (P.B. 1946 no. 34) van overeenkomstige toepassing zijn op de desbetreffende uurleraren.

Artikel 5.

  • 1. De bezoldiging van de uurleraar, wordt bepaald aan de hand van zijn bevoegdheid of combinatie van bevoegdheden, voorzover het desbetreffende vak of de desbetreffende vakken in het leerplan en lesrooster van de betrokken school zijn opgenomen.

  • 2. Indien de uurleraar onderwijs geeft aan verschillende scholen en zulks aanleiding geeft tot verschil in bezoldiging wordt de bezoldiging naar verhouding van het aan elke school gegeven aantal lessen bepaald.

Artikel 6.

Bezit de uurleraar meer dan één bevoegdheid voor hetzelfde vak dan komt voor vergoeding alleen de bevoegdheid in aanmerking, waarvoor de hoogste bezoldiging kan worden genoten.

Artikel 7

Het bedrag van de jaarlijkse bezoldiging wordt indien dit geen twaalfvoud is, naar boven afgerond tot het naaste bedrag in volle guldens dat een veelvoud is van (12) twaalf.

Artikel 8

Dit eilandsbesluit, dat kan worden aangehaald als "Regeling Uurleraren Bonaire 1971”, treedt in werking met ingang van de dag na die zijner afkondiging, en werkt terug voor wat betreft bijlage A1 en bijlage B1 zoals aangeduid in artikel 2 lid 1 en 2, tot en met 1 juli 1971.

In verband met stijging van het prijs indexcijfer van de gezinsconsumptie worden de Bijlagen A1 en B1 zoals aangeduid in artikel 2 lid 1 en 23 vervangen en gewijzigd door respectievelijk A2 en B2 zulks ingaande 1 juli 1972.