EILANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van 10 sep 2007, nr. 2 met betrekking tot het beoordelen van overheidsdienaren in dienst van het eilandgebied Bonaire (Eilandsbesluit beoordeling overheidsdienaren Bonaire)

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

EILANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van 10 sep 2007, nr. 2 met betrekking tot het beoordelen van overheidsdienaren in dienst van het eilandgebied Bonaire (Eilandsbesluit beoordeling overheidsdienaren Bonaire)

Artikel 1

Begripsbepalingen

a.

beoordeling:

een op grond van dit eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, vastgelegde waardering ten aanzien van het functioneren van de overheidsdienaar in een beoordelingsperiode;

b.

beoordelingsautoriteit:

de functionaris die de beoordeling namens het bestuurscollege vaststelt;

c.

beoordelingsadviseur:

de door de beoordelingsautoriteit aangewezen functionaris die zorg draagt voor de goede gang van zaken met betrekking tot de personeelsbeoordeling;

d.

beoordelaar:

de functionaris die de beoordeling afneemt;

d.

functie:

ieder samenhangend geheel van werkzaamheden en diensten dat door een overheidsdienaar wordt verricht;

e.

gedragscriteria:

aspecten van het arbeidsgedrag van belang voor het vormen van een oordeel over de functievervulling van de overheidsdienaar en toepasbaar op een veelheid van functies;

f.

functiegezichtspunten:

aspecten en afspraken met betrekking tot de functievervulling gebaseerd op de organisatiedoelstelling, functieomschrijving en de gestelde prioriteiten;

g.

informant:

de door de beoordelaars aangewezen functionaris, die feitelijke inlichtingen over het functioneren van de te beoordelen overheidsdienaar kan verstrekken;

h.

portefeuillehouder:

de gedeputeerde belast met de desbetreffende dienst of afdeling.

i.

functionaris interne aangelegenheden:

de functionaris van de afdeling interne aangelegenheden van een afdeling of dienst die belast is met de ondersteuning van de hele afdeling en of dienst.

Artikel 2 Het beoordelen

  • 1. Onverminderd het bepaalde in het tweede tot en met derde lid, wordt de overheidsdienaar beoordeeld door een eerste en een tweede beoordelaar. De eerste beoordelaar is de directe chef/hoofd van degene die wordt beoordeeld dan wel een andere door het betrokken dienst- of afdelingshoofd aangewezen functionaris. De tweede beoordelaar is de directe chef van de eerste beoordelaar. Als beoordelingsautoriteit fungeert het betrokken dienst- of afdelingshoofd.

  • 2. Ten aanzien van de functionaris interne aangelegenheden die direct onder het diensthoofd ressorteert is de eerste beoordelaar het betrokken diensthoofd en fungeert als tweede beoordelaar degene die wordt aangewezen door het betrokken diensthoofd. Als beoordelingsautoriteit fungeert het betrokken diensthoofd.

  • 3. Het (onder)afdelingshoofd dat direct ressorteert onder het dienst- of afdelingshoofd wordt beoordeeld door het betrokken dienst- of afdelingshoofd. De portefeuillehouder fungeert per dienst/afdeling als tweede beoordelaar. Als beoordelingsautoriteit fungeert het bestuurscollege van het eilandgebied Bonaire.

  • 4. Ten aanzien van het dienst- c.q. afdelingshoofd is de eerste beoordelaar de secretaris van het eilandgebied Bonaire en is de portefeuillehouder de tweede beoordelaar. Als beoordelingsautoriteit fungeert het bestuurscollege van het eilandgebied.

Artikel 3 Frequentie en tijdvak van beoordelen

  • 1. Een beoordeling vindt plaats in de gevallen, bedoeld in artikel 6 van de Bezoldigingsregeling Bonaire 2005 (A.B.2006, No. 5).

  • 2. Voorts vinden beoordelingen plaats in de volgende gevallen:

    • a.

      indien voor een overheidsdienaar met een tijdelijk dienstverband een vaste aanstelling wordt overwogen;

    • b.

      indien de beoordelaars van oordeel zijn dat het functioneren van de overheidsdienaar daartoe aanleiding geeft;

    • c.

      indien de beoordelingsautoriteit daartoe opdracht geeft;

    • d.

      indien de overheidsdienaar dit verzoekt.

  • 3. Een beoordelingsperiode beslaat een tijdvak van ten minste 6 maanden en ten hoogste 12 maanden.

  • 4. Een beoordelingsperiode kan niet een periode of een deel van een periode omvatten waarover reeds een beoordeling is vastgesteld.

Artikel 4 Criteria bij het opmaken van een beoordeling

  • 1. Een beoordeling wordt opgemaakt op grond van de functiegezichtspunten en gedragscriteria.

  • 2. De beoordeling wordt opgemaakt met inachtneming van de voor betrokkene geldende functiebeschrijving, dan wel bij afwezigheid daarvan, de door of vanwege de beoordelingsautoriteit opgedragen werkzaamheden en taken en de daaraan verbonden functie-eisen. Eisen waarvan de overheidsdienaar buiten zijn schuld geen kennis had, blijven daarbij buiten beschouwing.

  • 3. Indien de feitelijk verrichte werkzaamheden afwijken van die welke in het tweede lid zijn bedoeld, worden die vermeld op het beoordelingsformulier.

Artikel 5 Het opmaken van de beoordeling

  • 1. Een beoordeling wordt door de eerste beoordelaar in overleg met de tweede beoordelaar opgemaakt op het beoordelingsformulier zoals dat met de daarbij behorende instructie is gevoegd als bijlage bij dit eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen. Indien tussen de beoordelaars eventueel over één of meer punten geen overeenstemming kan worden bereikt, maakt de eerste beoordelaar daarvan aantekening op het beoordelingsformulier.

  • 2. De beoordelaars maken vervolgens op het in het eerste lid bedoelde formulier een beoordelingsadvies op waarna het formulier door de beoordelaars wordt ondertekend.

  • 3. In de gevallen dat een beoordelingsautoriteit als beoordelaar optreedt, zijn het eerste en tweede lid van overeenkomstige toepassing.

  • 4. De eerste beoordelaar kan, al dan niet op verzoek van de te beoordelen overheidsdienaar, bepalen dat één of meer functionarissen die uit eigen waarneming kennis hebben van het functioneren van de te beoordelen overheidsdienaar, als informant optreden voor de beoordelaars.

Artikel 6 De instemming van de beoordelingsautoriteit

  • 1. De beoordeling en het beoordelingsadvies, bedoeld in artikel 5, tweede en derde lid, worden zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vijf (5) werkdagen, nadat dit is opgemaakt ter kennis van de beoordelingsautoriteit gebracht.

  • 2. De beoordelingsautoriteit gaat na of hij zich op grond van eigen wetenschap met de beoordeling kan verenigen. De beoordelingsautoriteit kan na overleg met de beoordelaars, gemotiveerd schriftelijke wijzigingen in de beoordeling aanbrengen.

  • 3. De beoordelingsautoriteit beslist na overleg met de beoordelaars over de punten, waarop deze geen overeenstemming hebben bereikt.

  • 4. De beoordelingsautoriteit parafeert binnen vijf (5) werkdagen na ontvangst de beoordeling voor een principe akkoord en geeft de beoordeling terug aan de eerste beoordelaar.

Artikel 7 Het beoordelingsgesprek

  • 1. Zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vijftien (15) werkdagen na het opmaken van de beoordeling, wordt deze door de eerste beoordelaar besproken met de beoordeelde overheidsdienaar, waarbij hem de gelegenheid wordt geboden zijn mening daarover kenbaar te maken. De beoordeelde overheidsdienaar ontvangt daartoe uiterlijk vijf (5) werkdagen voor het gesprek een afschrift van de over hem opgemaakte beoordeling.

  • 2. De beoordelingsadviseur kan bij het gesprek aanwezig zijn indien de eerste beoordelaar dit wenselijk acht of de beoordeelde overheidsdienaar daarom verzoekt

  • 3. Van het in het eerste lid vermelde beoordelingsgesprek wordt een samenvatting gemaakt door de eerste beoordelaar. Hij geeft daarbij aan welke eventuele wijzigingen hij naar aanleiding van het gesprek voorstelt aan de beoordelingsautoriteit.

  • 4. Indien de beoordelingsadviseur ook aanwezig was bij het gesprek maakt hij een rapport op waarin zijn bevindingen zijn opgenomen. Hij doet dit rapport toekomen aan de beoordelingsautoriteit.

Artikel 8 Het indienen van bezwaar

  • 1. De overheidsdienaar kan binnen vijf (5) werkdagen na het beoordelingsgesprek schriftelijk bezwaar tegen de beoordeling indienen bij de beoordelingsautoriteit.

  • 2. De overheidsdienaar wordt in de gelegenheid gesteld het bezwaar binnen vijf (5) werkdagen na de indiening ervan mondeling bij de beoordelingsautoriteit toe te lichten. Deze kan bepalen dat andere personen bij dit gesprek aanwezig zijn.

  • 3. De beoordelingsautoriteit stelt de beoordeling vervolgens vast en deelt de overheidsdienaar binnen (vijf) 5 werkdagen, na te zijn gehoord, schriftelijk mee of en zo ja welke wijzigingen hij/zij in de beoordeling heeft aangebracht. Daarbij vermeldt hij/zij in voorkomend geval de redenen waarom niet of niet volledig aan de bezwaren is tegemoetgekomen.

  • 4. De overheidsdienaar tekent vervolgens de vastgestelde beoordeling voor gezien en ontvangt vervolgens een afschrift van de beoordeling dat door hem voor ontvangst wordt getekend.

  • 5. In de gevallen waarin een beoordelingsautoriteit als beoordelaar optreedt, zijn het eerste tot en met vierde lid van overeenkomstige toepassing.

Artikel 9 Vaststelling van de beoordeling

  • 1. Indien de overheidsdienaar geen bezwaar heeft ingediend binnen de in artikel 8, eerste lid, bedoelde termijn, stelt de beoordelingsautoriteit de beoordeling vast.

  • 2. De beoordeelde overheidsdienaar tekent vervolgens de vastgestelde beoordeling voor gezien en ontvangt vervolgens een afschrift van de beoordeling dat door hem voor ontvangst wordt getekend.

Artikel 10 Administratief beroep

  • 1. De beoordeelde overheidsdienaar kan binnen 30 dagen, nadat hij van de beslissing inzake de vaststelling van een beoordeling in kennis is gesteld of, nadat hij geacht kan worden op een andere wijze daarmee bekend te zijn geworden, schriftelijk in beroep gaan bij het bestuurscollege.

  • 2. De indiening van een beroepschrift schort de uitvoering van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld niet op.

Artikel 11 instelling van een commissie

  • 1. Tenzij het beroep, bedoeld in artikel 10, kennelijk niet-ontvankelijk of ongegrond is, wordt de overheidsdienaar binnen vijftien (15) werkdagen na de ontvangst van het beroepschrift in de gelegenheid gesteld over zijn bezwaren te worden gehoord door een door het bestuurscollege ingestelde commissie. De overheidsdienaar kan tijdens de zitting waarin hij wordt gehoord gebruik maken van de diensten van een raadsman.

  • 2. Voor alle leden van de commissie geldt, dat zij niet direct bij de totstandkoming van de beslissing of weigering waartegen het bezwaar is ingesteld betrokken zijn geweest.

  • 3. De commissie bestaat uit drie door het bestuurscollege van het eilandgebied Bonaire benoemde personen, belast met personeelszaken, waarvan een door het Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken Bonaire voorgedragen vertegenwoordiger.

  • 4. De voorzitter wordt door het bestuurscollege aangewezen uit de leden van de commissie.

  • 5. De commissie wordt bijgestaan door een beoordelingsadviseur en een secretaris aangewezen door het bestuurscollege.

Artikel 12 De beslissing op het beroep

  • 1. De commissie brengt binnen dertig (30) werkdagen na het horen van de overheidsdienaar advies uit aan het bestuurscollege.

  • 2. Het bestuurscollege bericht binnen vijftien (15) werkdagen na ontvangst van het advies van de commissie de overheidsdienaar haar beslissing op het door de overheidsdienaar ingediende beroep. Het bestuurscollege licht de overheidsdienaar daarbij schriftelijk in welke wijzigingen in de beoordeling zijn aangebracht. Daarbij vermeldt zij in voorkomend geval de redenen waarom zij niet of niet volledig aan de bezwaren is tegemoet gekomen.

  • 3. Indien met deze beslissing niet of niet geheel aan het beroep van de overheidsdienaar wordt tegemoet gekomen, wordt hem in de mededeling, bedoeld in het zesde lid, bovendien kenbaar gemaakt dat de beslissing op het beroep een beschikking is als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Regeling Ambtenarenrechtspraak 1951 (PB 1951, No. 134), en de termijn waarbinnen hij tegen deze beschikking bezwaar kan aantekenen bij het Gerecht in Ambtenarenzaken.

Artikel 13 Aanhaling eilandsbesluit

Dit eilandsbesluit kan worden aangehaald als "Eilandsbesluit beoordeling overheidsdienaren Bonaire".

Artikel 14 Inwerkingtreding

Dit eilandsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na afkondiging en werkt terug tot met 1 januari 2007.

Bijlage

afbeelding binnen de regeling

EILANDGEBIED BONAIRE

BEOORDELINGSFORMULIER

Datum beoordeling:

Datum vorige beoordeling:

Naam:

Dienst:

Voorna(a)m(en):

Afdeling:

Geboortedatum:

Functienaam:

Geboorteplaats:

Huidige schaal:

Identiteitsnr.

Sinds:

Naam en functie 1ste beoordelaar

Naam en functie 2de beoordelaar

Beoordeling over tijdvak van:

tot:

Reden beoordeling

Ingebracht door de functionaris

Ingebracht door de leidinggevende

FUNCTIEGEZICHTSPUNTEN

RESULTATEN VAN GEMAAKTE AFSPRAKEN

AFSPRAKEN M.BT. UIT TE VOREN TAKEN

OVEREENGEKOMEN NORMEN/ STANDAARDS

OVEREENGEKOMEN OPLEIDING/TRAINING & RANDVOORWAARDEN

** = SCORE

20% van de gemaakte afspraken: 10 punten.

40% van de gemaakte afspraken: 20 punten.

60% van de gemaakte afspraken: 30 punten.

80% van de gemaakte afspraken: 40 punten.

100 % van de gemaakte afspraken: 50 punten.

BEARGUMENTERING

BEOORDELINGSCRITERIA

SCORE 1-5

I. Werkattitude

Service gerichtheid

Het nastreven van doelstellingen van de organisatie

Initiatief nemen

Samenwerking met collega's

Samenwerking met externen

II. Communicatie

Mondeling communiceren

Schriftelijk communiceren

Omgang met collega's

Omgang met publiek

III. Zelfstandigheid

Durft beslissingen zelf te nemen

Overweegt voor en nadelen van het nemen van zelfstandige beslissingen

Initiatief nemen

Gaat doordacht te werk

IV. Planning

Planning werkzaamheden

Taakgericht

Kwaliteit van het werk

Kwantiteit van het werk

Inspelen op veranderde omstandigheden

Tijdbesteding

V. Kennis

Theoretische kennis

Praktische kennis

Begrip en inzicht

VI. Leidinggeven

Voorbeeld functie

Openheid voor ideeën van anderen

Effectief delegeren

Conflict oplossen

Behandeling Personeelsaangelegenheden

Coachen, instrueren, controleren,

motiveren en stimuleren medewerkers

Tijdig oplossingen nemen

Realistische vaststelling van prioriteiten

Inschatten mankracht en knowhow

Orde op zaken weten te stellen

Doeltreffend coördineren werkzaamheden

Steun zijn voor de medewerker

Gedragsscore:

Beoordelingsadvies:

Afsprakenscore:

Bevordering

Eindscore:

Salaristrede(n)

Opmerking beoordelaars

Handtekening 1ste Beoordelaar

Handtekening 2de Beoordelaar

Datum

Opmerking medewerker

Handtekening

Datum

Handtekening beoordelingsautoriteit

Datum

Score

Niet leidinggevende

Leidinggevende

A.= niet acceptabel

tussen 15 en 29 punten

tussen 16 en 31 punten

B = meer begeleiding nodig

tussen 30 en 40 punten

tussen 32 en 47 punten

C = voldoende

tussen 45 en 59 punten

tussen 48 en 63 punten

D = meer dan voldoende

tussen 60 en 74 punten

tussen 64 en 79 punten

E = uitmuntend

75 punten

80 punten