Regeling vervallen per 29-11-2016

Verordening geldelijke voorzieningen raads - en commissieleden

Geldend van 09-12-1998 t/m 28-11-2016 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-1998

Intitulé

Verordening geldelijke voorzieningen raads - en commissieleden

De raad van de gemeente Borger-Odoorn;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 oktober 1998;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet en het Koninklijk Besluit van22 maart 1994;

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende :

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder :

1.

de leden van de raad:

de leden van de raad die geen lid zijn van het college van burgemeester en wethouders;

2.

commissie:

een door de raad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester ingestelde commissie;

3.

de A.M.V.B.:

het koninklijk besluit van 22 maart 1994 tot uitvoering van de artikelen 95 en 96 van de Gemeentewet;

Artikel 2

De leden van de raad ontvangen per kalenderjaar een vergoeding voor hun werkzaam- heden en een tegemoetkoming in de kosten ten bedrage van 100% van de bedragen, vermeld in de bij de A.M.V.B. behorende tabel 1, zoals die bedragen jaarlijks door de Minister van Binnenlandse Zaken, gelet op het inwonertal van deze gemeente, zijn of worden vastgesteld.Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar lid van de raad is geweest, ontvangt de vergoeding en de tegemoetkoming in de kosten, als bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij het lidmaatschap van de raad heeft bekleed.

Artikel 3

Bij overgang van de gemeente naar een lagere klasse, vermeld in de bij de A.M.V.B. behorende tabel 1, in verband met een vermindering van het aantal inwoners, behouden de zittende leden tot hun aftreden de geldende vergoeding en tegemoetkoming.

Artikel 4

De leden van een commissie die geen raadslid zijn, ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie een vergoeding ten bedrage van 100% van het bedrag, vermeld in de bij de A.M.V.B. behorende tabel II, zoals dat bedrag jaarlijks door de Minister van Binnenlandse Zaken, gelet op het inwonertal van deze gemeente, is of wordt vastgesteld.

Artikel 5

In de volgende gevallen kunnen de in artikel 4 vermelde leden van een commissie een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie ontvangen, die afwijkt van het in artikel 4 bepaalde:

de commissieleden, die op grond van hun beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelneming aan haar werkzaamheden zijn aangetrokken.

commissieleden ten aanzien waarvan de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van hun taak en omvang van de door hen te verrichten arbeid.

Artikel 6

De vergoeding voor de in het vorige artikel onder a. en b. genoemde commissieleden wordt door het college van burgemeester en wethouders bepaald.

Artikel 7

De in artikel 5 onder a en b bedoelde commissieleden ontvangen een vergoeding van reis- kosten en zo nodig verblijfkosten.

De hoogte van deze vergoeding wordt vastgesteld overeenkomstig de regels voor de vergoe- ding welke een rijksambtenaar ingevolge de Reisregeling Binnenland en de daarop gebaseer- de beschikkingen, bij de desbetreffende beschikking ingedeeld in de hoogste categorie voor dienstreizen, ontvangt.

Artikel 8

De leden van de raad en de leden van een commissie, als bedoeld in de artikelen 2 en 4 van deze verordening, ontvangen een vergoeding van reis - en verblijfkosten, gemaakt in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een besluit van het gemeentebestuur of een gemeentelijke beslissing, overeenkomstig het bepaalde in artikel 7.

Artikel 9

De in deze verordening bedoelde vergoedingen worden iedere maand aan de rechthebbende uitbetaald.

Artikel 10

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekendgemaakt en werkt terug tot en met 1 januari 1998.

Artikel 11

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening geldelijke voorzieningen raads - en commissieleden "

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Borger-Odoorn in de openbare vergadering van 29 oktober 1998.

De raad voornoemd,

de secretaris

J. Post

de voorzitter

T. Slagman-Bootsma