Regeling vervallen per 01-01-2013

Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen gemeenten Borne, Enschede, Hengelo en Losser 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2012

Intitulé

Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen gemeenten Borne, Enschede, Hengelo en Losser 2012

Het Dagelijks Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Gemeentelijk Belastingkantoor Twente;

gelet op artikel 13 van de gemeenschappelijke regeling Gemeentelijk Belastingkantoor Twente de artikelen 6, 7, 8, 13 en 14, eerste lid van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de artikelen 29 en 31 van de Invorderingwet 1990 in verbinding met artikelen 232, vierde lid en 237 van de Gemeentewet, op artikel 160, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet en op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit

vast te stellen de volgende regeling:

Uitvoeringsregeling met betrekking tot de heffing en invordering van de gemeentelijke belastingen van de gemeenten Borne, Enschede, Hengelo en Losser 2012 (Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen 2012).

Artikel 1 Algemene bepaling

  • 1. Deze regeling geeft uitvoering aan de artikelen 6, 7, 8, 13 en 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de artikelen 29 en 31 van de Invorderingswet 1990, artikel 160, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. Voor de toepassing van deze regeling worden rechten aangemerkt als gemeentelijke belastingen.

  • 3. De op andere wijze geheven gemeentelijke belastingen bedoeld in artikel 233 van de Gemeentewet, worden voor de toepassing van deze regeling aangemerkt als bij wege van aanslag geheven belastingen, met dien verstande dat wordt verstaan onder de aanslag of de voorlopige aanslag: het gevorderde, onderscheidenlijk het voorlopig gevorderde bedrag. Artikel 2 blijft bij de op andere wijze geheven belastingen buiten toepassing.

Artikel 2 Aangifte

  • 1. De belastingplichtige voor de:

    • a.

      forensenbelasting

    • b.

      hondenbelasting;

    • c.

      onroerende-zaakbelastingen;

    • d.

      rioolheffing;

    • e.

      toeristenbelasting;

    aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar een aangiftebiljet is uitgereikt of een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen een maand na afloop van die zes maanden bij de in artikel 232, vierde lid, onderdeel a van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar ontstaat dan wel het aantal honden dat door de belastingplichtige wordt gehouden wijziging ondergaat, moet de belastingplichtige binnen veertien dagen na het tijdstip waarop de belastingplicht is ontstaan of de wijziging van het aantal honden heeft plaatsgevonden, bij de in artikel 232, vierde lid, onderdeel a van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar schriftelijk verzoeken om uitreiking van een aangiftebiljet.

  • 3. Als formulier van het aangiftebiljet forensenbelasting wordt vastgesteld het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage FB1 opgenomen model.

  • 4. Als formulier van het aangiftebiljet hondenbelasting wordt vastgesteld:

    • A.

      Voor het doen van aangifte, het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage HB1 opgenomen model.

    • B.

      Voor het afmelden van honden, het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage HB2 opgenomen model.

  • 5. Als formulier van het aangiftebiljet onroerende-zaakbelastingen wordt vastgesteld het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage OZB1 opgenomen model.

  • 6. Als formulier van het aangiftebiljet rioolheffing wordt vastgesteld het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage RR1 opgenomen model.

  • 7. Als formulier van het aangiftebiljet toeristenbelasting wordt vastgesteld het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage TB1 opgenomen model.

Artikel 3 Gebruik nachtverblijfregister toeristenbelasting

Bij de vaststelling van feiten ten behoeve van de heffing van toeristenbelasting kan de in artikel 232, vierde lid, onderdeel a, bedoelde gemeenteambtenaar het door belastingplichtige bijgehouden nachtverblijfregister raadplegen.

Artikel 4 Voorlopige aanslag

  • 1. De in artikel 232, vierde lid, onderdeel a van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar legt een voorlopige aanslag op, indien het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld, na verrekening van voorheffingen en reeds opgelegde voorlopige aanslagen, zulks naar zijn mening rechtvaardigt.

  • 2. De bepaling van het bedrag van een voorlopige aanslag die wordt vastgesteld in het tijdvak waarover de belasting wordt geheven, dan wel na het tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan kan:

    • a.

      voor de rioolheffing geschieden op grond van de gegevens die hebben gediend ter vaststelling van de meest recente belastingaanslag over het meest recente kalenderjaar;

    • b.

      voor de toeristenbelasting geschieden op grond van het gemiddelde dat voortvloeit uit de gegevens die hebben gediend ter vaststelling van de meest recente belastingaanslag over elk van de twee voorafgaande jaren;

    • c.

      voor de afvalstoffenheffing geschieden:

      • i.

        op grond van het verwachte gemiddeld aantal keren dat overige huishoudelijke afvalstoffen onderscheidenlijk groente-, fruit- en tuinafval zal worden aangeboden;

      • ii.

        op grond van het aantal keren dat overige huishoudelijke afvalstoffen onderscheidenlijk groente-, fruit- en tuinafval in het aan het belastingjaar voorafgaande belastingjaar was aangeboden.

  • 3. Bij de bepaling van het bedrag van een voorlopige aanslag op grond van het bepaalde in het vorige lid kan op benaderende wijze rekening worden gehouden met wijzigingen in de wettelijke bepalingen betreffende de heffing van de gemeentelijke belastingen alsmede met andere wijzigingen die voor de heffing van de gemeentelijke belastingen van belang kunnen zijn. Ingeval de belastingplichtige aannemelijk maakt dat de aanslag vermoedelijk lager zal worden vastgesteld, lager is dan het op voet van de vorige volzin berekende bedrag, wordt de voorlopige aanslag gesteld op dit lagere bedrag.

Artikel 4 Rente

  • 1. Het percentage van de invorderingsrente volgt het percentage dat ingevolge artikel 29 van de Invorderingswet 1990 voor het betreffende kalenderkwartaal voor de rijksbelastingen is vastgesteld.

  • 2. Bij de invordering van de gemeentelijke belastingen vindt de ministeriële regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet 1990 overeenkomstige toepassing.

  • 3. In afwijking van de in het tweede lid bedoelde regeling wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht indien deze totaal een bedrag van € 25,-- niet te boven gaat.

Artikel 5 Overgangsrecht

De Uitvoeringsregelingen gemeentelijke belastingen 2011 van de gemeenten Borne, Enschede, Hengelo en Losser worden ingetrokken met ingang van de in artikel 6 genoemde datum van ingang van inwerkingtreding, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2012.

Artikel 7 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als “Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen 2012”.

Ondertekening

Aldus besloten op 15 december 2011,
de voorzitter,
mr. drs. R.G. Welten

Formulier FB1 Aangiftebiljet Forensenbelasting

Niet opgenomen.

Formulier HB1 Aangiftebiljet Hondenbelasting

Niet opgenomen.

Formulier HB2 Afmelding Hondenbelasting

Niet opgenomen.

Formulier OZB1 Aangiftebiljet Onroerende-zaakbelastingen

Behorende bij “Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingenGBT-gemeenten 2012”.

Lees voor het invullen eerst de bijgevoegde toelichting.

Belastingjaar: ..................................................................

Datum uitreiking: ............................................................

Indienen voor: .................................................................

Ondergetekende:

Naam: ............................................................................

Adres: .............................................................................

Postcode: ........................................................................

Plaats: .............................................................................

Burger Service Nummer of Bedrijven en Instellingennummer:

Gemeente hoofdverblijf: ....................................................

Adres onroerende zaak waarover aangifte gaat:

Adres: ............................................................................

Postcode: ........................................................................

Plaats: ...........................................................................

Waarde WOZ-beschikking: ................................................

Ondergetekende is gebruiker van de onroerende zaak:

Ja/ nee* zo ja, sinds:

Ondergetekende is eigenaar van de onroerende zaak;

Ja/ nee* zo ja, sinds

Toelichting ………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………

Aldus duidelijk, stellig en zonder voorbehoud ingevuld en ondertekend,

(plaats), (handtekening),

(datum),

*Doorhalen wat niet van toepassing is.

Bijlage RR1 Aangiftebiljet Rioolheffing

AANGIFTEBILJET RIOOLHEFFING

Belastingjaar:

Datum uitreiking:

Uiterste datum inzending:

Ondergetekende:

Naam: ...................................................................................................

Adres: ...................................................................................................

Postcode: ...............................................................................................

Plaats: ...................................................................................................

Burger Service Nummer of Bedrijven en Instellingennummer:.....................

Gemeente hoofdverblijf: .........................................................................

Roerende of onroerende zaak die direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering.

Straatnaam en huisnummer: ..................................................................

Postcode en woonplaats: ........................................................................

Afvoer via:

1.

In de periode 1 januari 20.. t/m 31 december 20.. van het

waterleidingbedrijf afgenomen hoeveelheid water

:................m3

2.

Hoeveelheid water welke tijdens bovenvermelde periode door

u met gebruikmaking van een eigen pompinstallatie is verkregen:

................m3

3.

Hoeveelheid aangevoerd water:

................m3

4.

Hoeveelheid water welke niet via de gemeentelijke riolering is afgevoerd:

-

................m3

(slechts invullen indien dit kan worden aangetoond door bijvoeging bewijsstukken en eventueel toelichten onder punt 7)

5.

Totaal afgevoerde hoeveelheid water via de gemeentelijke riolering:

................m3

6.

Wijze waarop de hoeveelheid water, verkregen via een eigen watervoorziening e.d. als onder 2 is bepaald:

a. door een op de installatie geplaatste meter;

b. op andere wijze, te weten:

7.

Opmerkingen:

Aldus duidelijk, stellig en zonder voorbehoud ingevuld en ondertekend,

d.d. .........................20..

Naam:

Handtekening:

Behandeld door:

Gemeentelijk Belastingkantoor Twente

Tel:053-4818872, Fax: 053-4818755

Bijlage TB Aangiftebiljet Toeristenbelasting

Aangifte

Belastingjaar:

Datum uitreiking:

Uiterste datum inzending:

biljetnummer :

1. Naam van het bedrijf en het adres waar het bedrijf wordt uitgeoefend:

naam: ………………………………………………………………………………………………

adres: ………………………………………………………………………………………………

postcode en plaats: …………………………………………………………………………

Burger Service Nummer of Bedrijven en Instellingennummer: ……………………………………………………

telefoon: ……………………………………

2. Zijn de hierboven vermelde naam-, adres- en woonplaatsgegevens juist?

O Ja

O Nee, vul dan hier de juiste gegevens in.

………………………………………………………………………

………………………………………………………………………

………………………………………………………………………

3. Wat voor een soort bedrijf heeft u?

O een campingga verder met vraag 4

O een hotel)

O een pension)

O een kampeerboerderij) ga verder met vraag 6

O een bungalowpark)

O anderszins nl. )

4. Hoe wordt het aantal overnachtingen bepaald?

O de forfaitaire berekeningswijze is van toepassingga verder met vraag 5

O ik opteer voor het werkelijke aantal overnachtingenga verder met vraag 6

5. Wat is het aantal plaatsen dat u in het jaar 20.. heeft verhuurd met betrekking tot:

a.een jaarplaats………………………………………………………………

een seizoenplaats……………………………………………………………

een voorseizoenplaats……………………………………………………

een naseizoenplaats………………………………………………………

een gebroken seizoenplaats…………………………………………

b.arrangementen

……………………….……………………….

……………………….……………………….

……………………….……………………….

ga verder met vraag 7

6. Hoeveel bedroeg het aantal overnachtingen (personen x nachten) volgens de door u bijgehouden administratie of nachtverblijfregister?

................................................ga verder met vraag 7

7. Zal naar uw mening het aantal overnachtingen het volgende jaar sterk afwijken van het aantal dat u dit jaar heeft aangegeven?

O nee

O ja, omdat ...….………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………

8. Opmerkingen: ………………………………………………………………………………………

…………………………………………………….…………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………

Dit aangiftebiljet is door mij duidelijk, stellig en zonder voorbehoud ingevuld.

Plaats: …………………………………………………………………………………

Datum: ………………………………………………………………………………

Handtekening: ……………………………………………………………………

Dit formulier verzenden naar:

Gemeentelijk Belastingkantoor Twente

Afdeling Heffen

Postbus 845

7550 AV Hengelo