Regeling vervallen per 31-12-2010

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2010

Geldend van 31-12-2009 t/m 30-12-2010

Intitulé

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RECLAMEBELASTING 2010

De raad der gemeente Borne;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 01 december 2009;

gelet op artikel 227 van de Gemeentewet

besluit:

vast te stellen de:

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RECLAMEBELASTING 2010

(Verordening Reclamebelasting 2010)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij directe of indirecte steun vindt in of op de grond;

  • b.

    vestiging: een gebouw of bouwwerk, of deel daarvan, dat door één organisatie of bedrijf wordt gebruikt.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam reclamebelasting wordt in de gemeente een directe belasting geheven ter zake

van een openbare aankondiging die zichtbaar is vanaf de openbare weg.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De reclamebelasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie de openbare aankondiging wordt aangetroffen.

  • 2. In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste lid wordt de reclamebelasting ter zake van een openbare aankondiging die is aangebracht door tussenkomst van een natuurlijk persoon of rechtspersoon die zijn beroep of bedrijf maakt van ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van openbare aankondigingen op daartoe beschikbaar gestelde oppervlakken, geheven van die natuurlijk persoon of rechtspersoon.

Artikel 4 Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven ter zake van:

  • a.

    openbare aankondigingen door publiekrechtelijke rechtspersonen gedaan in de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak;

  • b.

    openbare aankondigingen die uitsluitend dienen ten behoeve van de regulering van het verkeer over openbare land- en waterwegen;

  • c.

    openbare aankondigingen die korter dan 13 weken aanwezig zijn in de gemeente;

  • d.

    openbare aankondigingen die zonder commercieel oogmerk aanwezig zijn in het kader van en voor de duur van:

    • I.

      activiteiten van culturele, sociale of soortgelijke aard;

    • II.

      braderieën;

    • III.

      verkiezingen, gedaan door politieke partijen;

  • e.

    e. openbare aankondigingen die onderdeel uitmaken van voor de verkoop of verhuur bestemde artikelen en producten in een etalage of in de winkel; die onderdeel uitmaken van voor de verkoop of verhuur bestemde artikelen en producten in een etalage of in de winkel;

  • f.

    openbare aankondigingen op bouwterreinen voor zover deze rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden;

  • g.

    openbare aankondigingen aangebracht op een voertuig of (lucht)vaartuig, tenzij deze kennelijk in hoofdzaak zijn bestemd voor openbare aankondigingen met een verkoop- of verhuur bevorderend karakter;

  • h.

    openbare aankondigingen die met vermelding van een tussenpersoon zijn gedaan in verband met de verhuur of de verkoop van roerende woonruimten, roerende bedrijfsruimten of onroerende zaken;

  • i.

    openbare aankondigingen op sportvelden, met uitzondering van openbare aankondigingen die uitdrukkelijk zijn gericht op de openbare weg;

  • j.

    openbare aankondigingen aangebracht door of namens winkeliersverenigingen of wijkorganen, waarbij de openbare aankondiging uitsluitend bevat een aanduiding van de winkeliersvereniging of het wijkorgaan;

  • k.

    openbare aankondigingen aangebracht op terrasafscheidingen of parasols welke zijn geplaatst naast of op een terras bij een horecaonderneming;

  • l.

    openbare aankondigingen waarvoor op grond van een privaatrechtelijke overeenkomst betaling aan de gemeente moet geschieden, dan wel onderscheidenlijk een vergoeding aan de gemeente verschuldigd is;

  • m.

    openbare aankondigingen alleen bestaande uit de Nederlandse-, provinciale- of gemeentelijke vlag.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. in deze verordening en bijbehorende tarieventabel bepaalde. in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens De reclamebelasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven zoals opgenomen

  • 2. Een openbare aankondiging of groep van openbare aankondigingen op één locatie die onaf-hankelijk van een vestiging wordt gedaan door een persoon of bedrijf als bedoeld in artikel 3, tweede lid, wordt belast als ware de aankondiging of aankondigingen gedaan ter zake van een vestiging.

Artikel 6 Berekening van de reclamebelasting

  • 1.

    grootste lengte vermenigvuldigd met de grootste breedte van de openbare aankondiging. De oppervlakte van een openbare aankondiging wordt bepaald op het product van de

  • 2.

    Indien de openbare aankondiging wordt gedaan op een zuil, bord, vlag, (span)doek, poster of soortgelijk aankondigingsvoorwerp, wordt de oppervlakte van de openbare aankondiging bepaald op de oppervlakte van het voorwerp waarop de openbare aankondiging wordt gedaan.

  • 3.

    Indien het voorwerp niet rechthoekig is, wordt de oppervlakte van het voorwerp bepaald door de lengte of de hoogte en de breedte van de denkbeeldige rechthoek die het voorwerp omsluit.

  • 4.

    Indien de openbare aankondiging bestaat in het aankondigingsvoorwerp zelf, wordt de oppervlakte van de openbare aankondiging bepaald op de oppervlakte van het voorwerp. Indien het voorwerp niet rechthoekig is, wordt de oppervlakte van het aankondigingsvoorwerp bepaald door de lengte of de hoogte en de breedte van de denkbeeldige rechthoek die het voorwerp omsluit.

  • 5.

    Voor de toepassing van dit artikel worden de op basis van dit artikel bepaalde oppervlakten van reclameobjecten, die bij één vestiging behoren, bij elkaar opgeteld. Indien een vestiging tezamen met een bouwwerk of deel daarvan wordt gebruikt door één belastingplichtige, worden de oppervlakten van alle reclameobjecten die bij de vestiging en deze bouwwerken of delen daarvan behoren voor de toepassing van dit artikel bij elkaar opgeteld.

  • 6.

    Reclameobjecten behoren in elk geval tot één bouwwerk en daarmee tot een vestiging indien zij daarmee fysiek zijn verbonden of daarmee tezamen worden gebruikt.

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingjaar.

  • 2. Indien de belastingplicht na het begin van het belastingjaar aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt of leidt tot een hoger belastingbedrag, is de reclamebelasting dan wel het hogere bedrag verschuldigd voor zoveel maanden als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. Het hogere bedrag wordt aan belastingplichtige opgelegd onder aftrek van het eerder over hetzelfde jaar geheven bedrag.

  • 4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt dan wel vermindert, wordt de aanslag op verzoek van belastingplichtige verminderd met zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 100 doch minder dan € 1.600, dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en de tweede een maand later.

  • 3. In gevallen bedoeld in het tweede lid geldt in afwijking in zoverre van het aldaar bepaalde, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking

tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ” verordening reclamebelasting 2009” van 9 december 2008 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als `Verordening reclamebelasting 2010’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 8 december 2009.
De griffier,
De voorzitter,

Tarieventabel bij de verordening reclamebelasting 2010 van de gemeente Borne

  • A.

    Het tarief bedraagt voor het hebben van openbare aankondigingen in de gemeente per kalenderjaar, afhankelijk van de locatie van de aankondiging volgens de bij de verordening behorende kaart (bijlage 1):

    • 1.

      Basistarief Gebied Kernwinkelgebied € 583,68

    • 2.

      Basistarief Gebied Aanloopstraten plus Zenderen en Hertme € 228,36

    • 3.

      Basistarief overige gebieden, niet vallend onder gebied 1 of 2 € 81,24

  • B.

    Het basisbedrag in onderdeel A wordt verhoogd met een bedrag voor het hebben van openbare aankondigingen met een oppervlakte:

    • a.

      tot 0,1 m² € 40,56

    • b.

      vanaf 0,1 tot 10 m² € 121,80

    • c.

      vanaf 10 tot 30 m² € 162,36

    • d.

      vanaf 30 tot 100 m2 € 203,04

    • e.

      vanaf 100 m2 en meer € 243,60

Bijlage 1 bij de Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2010

Als aangewezen gebied, bedoeld in de tarieventabel van de Verordening reclamebelasting2010, geldt het op onderstaande kaart gearceerde gedeelte.

kaart Borne

Kaart Hertme

Kaart Zenderen

Gebied 1 in de kleur groen: betreft gebied Kernwinkelgebied Borne

Gebied 2 in de kleur roze: betreft gebied Aanloopstraten Borne plus Zenderen en Hertme

Gebied 3: betreft overige gebieden in de gemeente Borne, niet vallend

onder gebied 1 of 2 (dit gebied is als zodanig niet op de kaart

aangegeven)