Regeling vervallen per 19-10-2017

Verordening cliëntenparticipatie Wet maatschappelijke ondersteuning

Geldend van 03-10-2013 t/m 18-10-2017 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2013

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie Wet maatschappelijke ondersteuning

De raad van de gemeente Borne;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op de artikelen 11 en 12 van de Wet maatschappelijke ondersteuning;

Besluit:

vast te stellen de

Verordening cliëntenparticipatie Wet maatschappelijke ondersteuning

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning;

  • b.

    Raad: gemeenteraad van Borne;

  • c.

    College: college van burgemeester en wethouders van Borne;

  • d.

    Wmo-raad: adviesorgaan voor college bestaande uit vertegenwoordigers van clusters van de prestatievelden uit de Wmo;

  • e.

    Cluster: een bundeling van enkele prestatievelden;

  • f.

    Prestatieveld: aandachtsgebied waarop de gemeente prestaties moet leveren in het kader van de Wmo;

  • g.

    Achterban: inwoners van Borne die door de Wmo-raad geraadpleegd kunnen worden;

  • h.

    Cliëntenparticipatie Wmo: de gestructureerde wijze waarop de gemeente belanghebbenden betrekt bij de voorbereiding, uitvoering, monitoring en evaluatie van het gemeentelijke Wmo-beleid.

Artikel 2 Doelstelling cliëntenparticipatie

  • 1. Bewerkstelligen dat belanghebbenden bij de Wmo door de gemeente vanuit een onafhankelijke positie betrokken worden bij de voorbereiding, uitvoering, monitoring en evaluatie van het gevoerde gemeentelijke Wmo-beleid.

  • 2. Bijdragen aan de totstandkoming en verbetering van het integraal gemeentelijke Wmo-beleid.

Artikel 3 Instelling Wmo-raad

De Wmo-raad wordt door het college ingesteld.

Artikel 4 Clustering prestatievelden

De prestatievelden worden als volgt geclusterd:

  • a.

    Samen leven in buurten en wijken: prestatieveld 1 en 3;

  • b.

    Opgroeien en opvoeden: prestatieveld 2 en 3;

  • c.

    Vrijwilligers en mantelzorgers: prestatieveld 4 en 3;

  • d.

    Meedoen makkelijker maken: prestatievelden 5, 6 en 3;

  • e.

    Preventie, zorg en opvang: prestatievelden 7,8, 9 en 3.

Artikel 5 Samenstelling Wmo-raad

  • 1. De Wmo-raad wordt samengesteld uit vertegenwoordigers van belangenorganisaties en/of natuurlijke personen gerelateerd aan de in artikel 4 genoemde clustering.

  • 2. De Wmo-raad bestaat uit minimaal zeven leden, die gezamenlijk de vijf in artikel 4 genoemde clusters vertegenwoordigen, waarvan één onafhankelijke voorzitter. De leden vertegenwoordigen in ieder geval de volgende doelgroepen:

    • ·

      ouderen

    • ·

      lichamelijk gehandicapten/chronisch zieken

    • ·

      verstandelijk gehandicapten

    • ·

      mantelzorgers/vrijwilligers

    • ·

      geestelijke gezondheidszorg

    • ·

      jongeren en/of ouders

  • 3. De Wmo-raad kiest een secretaris en uit zijn midden, evenals een vice-voorzitter en tevens plaatsvervangend secretaris.

  • 3. De vice-voorzitter is tevens penningmeester.

  • 4. Alle leden van de Wmo-raad hebben stemrecht, inclusief de voorzitter.

  • 5. De gemeente wijst een ambtelijk ondersteuner aan voor de Wmo-raad, die de vergaderingen bijwoont.

  • 6. De Wmo-raad kent een Dagelijks Bestuur die verantwoordelijk is voor de voorbereiding van de vergaderingen, het beheer van de financiën en het bewaken van de planning.

  • 7. Het Dagelijks Bestuur van de Wmo-raad bestaat uit:

    • a.

      de onafhankelijke voorzitter;

    • b.

      de vice-voorzitter;

    • c.

      de secretaris.

Artikel 6 Leden Wmo-raad

  • 1. De leden van de Wmo-raad en de voorzitter worden benoemd door het college.

  • 2. De leden nemen plaats in de Wmo-raad op persoonlijke titel, zonder last of ruggespraak.

  • 3. Het lidmaatschap van de Wmo-raad is onverenigbaar met:

    • a.

      het lidmaatschap van de gemeenteraad, het college en/of raadscommissies;

    • b.

      het werknemerschap van de gemeente Borne.

  • 4. Leden van de Wmo-raad wonen in de gemeente Borne.

  • 5. De voorzitter en de leden maken maximaal vier jaar deel uit van de Wmo-raad, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal vier jaar.

  • 6. De benoeming en verlenging wordt bij voorkeur zodanig geregeld dat telkens slechts maximaal de helft van het aantal leden van de Wmo-raad tegelijkertijd aftreedt..

Artikel 7 Beleidsterreinen

In het kader van de cliëntenparticipatie wordt de Wmo-raad tijdig betrokken bij:

  • a.

    het integrale gemeentelijke beleid met betrekking tot de Wmo: beleidsvoorbereiding, monitoring, uitvoering en evaluatie;

  • b.

    het integrale beleid op het terrein van de Wmo, bestaande uit:

    • ·

      voornemens, beleid of activiteiten van de gemeente gericht op het brengen van samenhang in het beleid op de verschillende terreinen van de Wmo;

    • ·

      het beleid op alle terreinen gerelateerd aan de vijf clusters:

      • ·

        Samen leven in buurten en wijken: prestatieveld 1 en 3;

      • ·

        Opgroeien en opvoeden: prestatieveld 2 en 3;

      • ·

        Vrijwilligers en mantelzorgers: prestatieveld 4 en 3;

      • ·

        Meedoen makkelijker maken: prestatievelden 5, 6 en 3;

      • ·

        Preventie, zorg en opvang: prestatievelden 7,8, 9 en 3.

Artikel 8 Taken en bevoegdheden Wmo-raad

  • 1. De Wmo-raad brengt gevraagd en ongevraagd advies uit aan het college op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, zoals beschreven in artikel 7.

  • 2. Het college vraagt de Wmo-raad in ieder geval advies over:

    • a.

      het beleidsplan Wmo (minimaal 1x in de vier jaar);

    • b.

      de volgende onderwerpen:

      • i.

        de wijze waarop de kwaliteit van maatschappelijke ondersteuning gewaarborgd wordt;

      • ii.

        de keuzevrijheid van cliënten.

  • 3. De Wmo-raad is niet bevoegd te adviseren over:

    • a.

      een privaatrechtelijke rechtshandeling die door de gemeente Borne als rechtspersoon wordt verricht;

    • b.

      zaken die betrekking hebben op individuele cliënten;

    • c.

      de Wet werk en bijstand.

  • 4. Jaarlijks maakt het Dagelijks Bestuur een inhoudelijk en financieel verslag op van de werkzaamheden over het afgelopen jaar. Dit jaarverslag wordt toegezonden aan het college.

Artikel 9 Werkwijze adviezen Wmo-raad

  • 1. De adviezen van de Wmo-raad worden schriftelijk uitgebracht.

  • 2. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het uit te brengen advies van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit door de gemeenteraad. Dit houdt in ieder geval in dat:

    • a.

      de Wmo-raad wordt betrokken bij de ontwikkeling van nieuw beleid;

    • b.

      de Wmo-raad wordt betrokken bij het formuleren en vaststellen van de vragen die ten grondslag liggen aan de evaluatie, de verantwoording van het gevoerde beleid, bij de bespreking van de evaluatie en de monitoring;

    • c.

      de Wmo-raad wordt betrokken bij het jaarlijkse tevredenheidsonderzoek.

    • d.

      de Wmo-raad binnen 4 weken advies uitbrengt aan het college.

  • 3. De wijze waarop het college met een advies van de Wmo-raad omgaat, wordt schriftelijk gecommuniceerd.

  • 4. Wanneer het college in een voorstel aan de gemeenteraad afwijkt van het advies van de Wmo-raad, dan wordt dat bij het voorstel vermeld, waarbij tevens wordt aangegeven op welke gronden van het advies van de Wmo-raad is afgeweken.

  • 5. De adviezen van de Wmo-raad zijn openbaar.

  • 6. Het college voorziet de Wmo-raad van informatie ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de Wmo-raad. Het gaat hier om alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om ontwikkelingen en wijzigingen te kunnen volgen.

Artikel 10 Evaluatie Wmo-raad

  • 1. De werking van de Wmo-raad wordt jaarlijks door de Wmo-raad zelf geëvalueerd.

  • 2. De samenwerking tussen het college en de Wmo-raad wordt jaarlijks geëvalueerd.

Artikel 11 Raadpleging achterban

  • 1. De Wmo-raad raadpleegt tenminste één keer per jaar de inwoners van de gemeente, op een door haar geschikt geachte wijze, om zo de belangen en behoeften van haar achterban te kunnen betrekken bij de advisering.

  • 2. De Wmo-raad kan specifieke delen van haar achterban raadplegen.

Artikel 12 Vergaderingen Wmo-raad

  • 1. De Wmo-raad vergadert tenminste acht keer per jaar en wanneer nodig vaker. De vergaderingen zijn openbaar en worden vooraf publiekelijk bekend gemaakt.

  • 2. Tussen het college en de Wmo-raad vindt minimaal één keer per jaar overleg plaats, waarvoor beide partijen onderwerpen kunnen agenderen.

  • 3. Tussen de portefeuillewethouder en de Wmo-raad vindt minimaal één keer per jaar overleg plaats, waarvoor beide partijen onderwerpen kunnen agenderen.

Artikel 13 Regels vergaderingen Wmo-raad

  • 1. De voorzitter bepaalt in overleg met de overige leden van het Dagelijks Bestuur de tijd en plaats van de vergaderingen.

  • 2. De secretaris stelt in overleg met het Dagelijks Bestuur de agenda voor de vergadering op.

  • 3. De secretaris roept de vergadering uiterlijk 7 dagen voorafgaand aan de vergadering bij elkaar, door middel van schriftelijke en/of digitale kennisgeving aan alle deelnemers van de Wmo-raad.

  • 4. De ambtelijk ondersteuner maakt een verslag van de vergadering en verstuurt het verslag naar alle leden van de Wmo-raad en de portefeuillewethouder.

Artikel 14 Faciliteiten Wmo-raad

  • 1. Het college stelt jaarlijks een budget beschikbaar voor de voorzieningen die nodig zijn voor de uitoefening van de werkzaamheden, zoals de administratieve kosten en kosten van deskundigheidsbevordering van de leden van de Wmo-raad. Daarnaast kan de Wmo-raad gebruik maken van voorzieningen die het college in natura aan kan bieden, zoals een vergaderruimte.

  • 2. Deze middelen worden zodanig ter beschikking gesteld dat de Wmo-raad redelijkerwijs in staat kan worden geacht gemeenschappelijke belangen te behartigen.

  • 3. De vice-voorzitter voert als penningmeester beheer over dit budget.

  • 4. Voor niet-reguliere activiteiten kan de Wmo-raad bij het college een projectsubsidie aanvragen.

  • 5. Het college kan besluiten om de leden van de raad een vergoeding te verlenen.

Artikel 15 Klachten

Natuurlijke personen alsmede rechtspersonen die een belang hebben in de gemeente kunnen gebruik maken van de regeling interne klachtenprocedure gemeente Borne indien er een klacht is in relatie tot de Wmo-raad.

Artikel 16 Reglementen

  • 1. De Wmo-raad kan in aanvulling op deze verordening één of meer reglementen opstellen.

  • 2. Een afschrift van elk reglement wordt na vaststelling door de Wmo-raad ter kennisneming gezonden aan het college.

Artikel 17 Slotbepalingen

  • 1. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet met betrekking tot de Wmo beslist het college in overleg met de Wmo-raad.

  • 2. In wederzijdse overeenstemming tussen de Wmo-raad en het college kan afgeweken worden van de bepalingen, wanneer zich daartoe situaties voordoen.

  • 3. Indien er geen Wmo-raad binnen de gemeente actief is, zal het college de totstandkoming van een Wmo-raad bevorderen.

  • 4. De “Verordening cliëntenparticipatie Wet maatschappelijke ondersteuning”, vastgesteld op 14 december 2006, is op de datum van inwerkingtreding van deze verordening ingetrokken.

  • 5. Deze verordening treedt met ingang van 1 juli 2013 in werking.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening cliëntenparticipatie Wet maatschappelijke ondersteuning”.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 27 juni 2013
De voorzitter, mr. drs. R.G. Welten
De griffier, S.F. Morsink

Toelichting Verordening cliëntenparticipatie Wet maatschappelijke ondersteuning

Toelichting algemeen

De Wet maatschappelijke ondersteuning is per 1 januari 2007 in werking getreden. ‘Meedoen’ is het uitgangspunt van de Wmo. Alle burgers, jong of oud, gehandicapt of niet, moeten mee kunnen doen aan alle facetten van de samenleving, al dan niet met hulp van familie, vrienden of bekenden. Wanneer dat niet mogelijk is, kon de burger vanaf 1 januari 2007 aankloppen bij de gemeente voor ondersteuning.

De Wmo stelt twee eisen aan de gemeenten: participatie en verantwoording. De eerste eis komt tot uitdrukking in deze verordening. De gemeente moet de burgers betrekken bij het opstellen van beleid en de uitvoering van het beleid op het gebied van de maatschappelijke ondersteuning.

In de Wmo is het college verplicht om de cliëntenparticipatie vorm te geven bij de beleidsvoorbereiding en het opstellen van het beleidsplan. In de Wmo is echter geen verplichting opgenomen voor aparte inspraak of een participatieverordening; hiervoor wordt alleen verwezen naar artikel 150 van de Gemeentewet (inspraakverordening). De gemeente heeft dus beleidsvrijheid om de inspraak naar eigen inzicht te regelen.

De belangrijkste Wmo-artikelen in het kader van de cliëntenparticipatie zijn artikel 11 en 12.

Artikel 11. 

1. Het college van burgemeester en wethouders betrekt de ingezetenen van de gemeente en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning, op de wijze voorzien in de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet vastgestelde verordening

2. Het college van burgemeester en wethouders stelt ingezetenen van de gemeente en in de gemeente belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen vroegtijdig in de gelegenheid zelfstandig voorstellen voor het beleid inzake maatschappelijke ondersteuning te doen.

3. Het college van burgemeester en wethouders verschaft informatie die nodig is ter uitvoering van het bepaalde in het eerste en tweede lid.

4. Onverminderd het eerste lid vergewist het college van burgemeester en wethouders zich bij de voorbereiding van het beleid tevens van de belangen en behoeften van ingezetenen die hun belangen en behoeften niet goed kenbaar kunnen maken.

Artikel 12. 

1. Alvorens een voordracht tot vaststelling door de gemeenteraad te doen, vraagt het college van burgemeester en wethouders over het ontwerpplan advies aan de gezamenlijke vertegenwoordigers van representatieve organisaties van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning.

2. Het college van burgemeester en wethouders voegt bij de voordracht tot vaststelling door de gemeenteraad tevens een motivering hoe het de belangen en behoeften van personen als bedoeld in artikel 11, tweede lid, heeft gewogen.

De wetgever heeft in de Wmo geen verplichting opgenomen voor de gemeenten om een raad in te stellen, maar hij heeft wel aanvullende eisen gesteld. Zo moeten de gemeenten hun best doen om de wensen en behoeften van burgers en cliënten in kaart te brengen en moeten zij alle benodigde informatie verstrekken.

In het kader hiervan en gezien artikel 12 van de Wmo heeft de gemeente Borne ervoor gekozen een Wmo-platform op te richten, die het algemeen belang dient en een adviserende rol heeft richting het college wat betreft het Wmo-beleid.

Nu enkele jaren is gewerkt met de formule van inspraak via het Wmo-platform bestaat de behoefte de verordening op onderdelen te actualiseren en aan te passen. Zo is in het verleden nauwelijks gebruik gemaakt van cliëntenpanels en is een naamsverandering wenselijk van platform naar raad. Er wordt aansluiting gezocht bij regionale en landelijke benaming. Daarnaast vindt aanpassing plaats voor wat betreft de samenstelling van de Wmo-raad door uit te gaan van vertegenwoordiging van clusters waarbij wel in acht wordt genomen dat de contacten met de doelgroepen voldoende zijn gewaarborgd.

Toelichting artikelgewijs

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 2 Doelstelling cliëntenparticipatie

In dit artikel wordt de doelstelling van cliëntenparticipatie weergegeven. De doelstelling is tweeledig. Aan de ene kant het bewerkstelligen dat belanghebbenden betrokken worden bij het Wmo-beleid en aan de andere kant kan op deze manier het gemeentelijke Wmo-beleid op een actieve manier tot stand komen en verbeterd worden.

Artikel 3 Instelling Wmo-raad

Er wordt één Wmo-raad opgericht die betrokken wordt bij het Wmo-beleid.

Artikel 4 Clustering prestievelden

De clustering is voortgekomen uit de 9 oorspronkelijke prestatievelden binnen de Wmo:

  • 1.

    het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten

  • 2.

    op preventiegerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden

  • 3.

    het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning

  • 4.

    het ondersteunen van mantelzorgers daar onder begrepen steun bij het vinden van adequate oplossingen indien zij hun taken tijdelijk niet kunnen waarnemen, alsmede het ondersteunen van vrijwilligers

  • 5.

    het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem

  • 6.

    het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en aan mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het behouden en het bevorderen van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijk verkeer

  • 7.

    het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang en het voeren van beleid ter bestrijding van geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer is gepleegd

  • 8.

    het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden van psychosociale hulp bij rampen

  • 9.

    het bevorderen van beleid om verslaving tegen te gaan

De 5 clusters zullen worden gevormd door 2 of meer leden per cluster die gezamenlijk het cluster vertegenwoordigen en de contacten met de achterban gerelateerd aan die clusters onderhouden. Een lid kan meerdere clusters vertegenwoordigen.

Artikel 5 Samenstelling Wmo-raad

De Wmo-raad wordt samengesteld uit vertegenwoordigers van belangenorganisaties en andere personen die vallen onder de Wmo,.De Wmo-raad bestaat uit minimaal zeven leden,die gezamenlijk de volgende vijf clusters vertegenwoordigen.

  • ·

    Samen leven in buurten en wijken: prestatieveld 1 en 3;

  • ·

    Opgroeien en opvoeden: prestatieveld 2 en 3;

  • ·

    Vrijwilligers en mantelzorgers: prestatieveld 4 en 3;

  • ·

    Meedoen makkelijker maken: prestatievelden 5, 6 en 3;

  • ·

    Preventie, zorg en opvang: prestatievelden 7,8 9 en 3.

Om te waarborgen dat specifieke doelgroepen die met de Wmo in aanraking kunnen komen vertegenwoordigd worden als er advies gevraagd wordt vertegenwoordigen de leden in ieder geval de volgende doelgroepen:

  • ·

    ouderen

  • ·

    lichamelijk gehandicapten/chronisch zieken

  • ·

    verstandelijk gehandicapten

  • ·

    mantelzorgers/vrijwilligers

  • ·

    geestelijke gezondheidszorg

  • ·

    jongeren en/of ouders

Er is één onafhankelijke voorzitter, die wel stemrecht heeft, maar geen cluster hoeft te vertegenwoordigen. Op deze manier is er een onafhankelijk persoon binnen de raad die het proces kan bewaken.

De mogelijkheid bestaat om nadere regels te stellen en later clustering te wijzigen of doelgroepen toe te voegen aan de Wmo-raad.

Artikel 6 Leden Wmo-raad

Alle leden van de raad worden benoemd door het college. De voorzitter is onafhankelijk; de secretaris en plaatsvervanger worden uit het midden en door de Wmo-raad gekozen.

De benoeming vindt bij voorkeur plaats tot halverwege de gemeenteraadsperiode.

Artikel 7 Beleidsterreinen

De beleidsterreinen zoals genoemd in artikel 7 komen voort uit clustering van de in de wettekst van de Wmo genoemde 9 prestatievelden.

Artikel 8 Taken en bevoegdheden Wmo-raad

In dit artikel worden de taken en bevoegdheden van de raad beschreven. De raad kan signalen vanuit de achterban gebruiken voor hun advies aan het college. De raad is niet bevoegd te adviseren over de Wwb, aangezien de cliëntenparticipatie voor die wet apart is opgezet.

Artikel 9 Werkwijze adviezen Wmo-raad

In artikel 9 wordt de werkwijze van de raad weergegeven.

Artikel 10 Evaluatie Wmo-raad

Jaarlijks vindt er een evaluatie plaats. Het betreft zowel de werkwijze van de raad op zich als de samenwerking tussen het college en de Wmo-raad.

Artikel 11 Raadpleging achterban

De Wmo-raad raadpleegt tenminste één keer per jaar de inwoners van de gemeente Borne. De wijze waarop zij dit doet wordt bepaald door de leden van de Wmo-raad. Dit kan bijvoorbeeld door het organiseren van een achterbanraadpleging maar ook door het instellen van panels. Het is de bedoeling dat de Wmo-raad op passende wijze nauw contact onderhoudt met de inwoners van de gemeente om op die wijze de achterban te betrekken bij de advisering aan de gemeente. De gemeente hecht er waarde aan dat de achterban geraadpleegd wordt alvorens er advies wordt uitgebracht en zal de raad hiervoor voldoende in de gelegenheid stellen.

Artikel 12 Vergaderingen Wmo-raad

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 13 Regels vergaderingen Wmo-raad

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 14 Faciliteiten Wmo-raad

Het college stelt budget en enkele faciliteiten beschikbaar aan de Wmo-raad.

Artikel 15 Klachten

Bij klachten over de cliëntenparticipatie kan gebruik worden gemaakt van de interne klachtenprocedure van de gemeente Borne.

Artikel 16 Reglementen

De mogelijkheid bestaat voor de Wmo-raad om nadere regels te stellen, bijvoorbeeld in een huishoudelijk reglement. Een reglement mag niet in strijd zijn met deze verordening. Het college krijgt een reglement toegezonden ter kennisname.

Artikel 17 Slotbepalingen

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening dient aangehaald te worden volgens deze citeertitel.