Verordening op de raadscommissies 2013

Geldend van 13-11-2013 t/m heden

Intitulé

Verordening op de raadscommissies 2013

De raad van de gemeente Borne;

gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;

gezien de modelverordening van de Vereniging Nederlandse Gemeenten;

gelet op het voorstel van de Werkgroep Bestuurlijke Vernieuwing d.d. 5 maart 2013;

besluit:

vast te stellen de

Verordening op de raadscommissies 2013

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    lid: lid of buitengewoon lid van een raadscommissie;

  • b.

    voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;

  • c.

    commissiegriffier: secretaris van een raadscommissie of diens vervanger;

  • d.

    griffier: griffier van de raad of diens vervanger;

  • e.

    vergadering: vergadering van een raadscommissie.

Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2 Instelling raadscommissies

  • 1. De raad stelt de volgende raadscommissies in:

    • a.

      Bijpraten Ruimte

    • b.

      Bijpraten Inwoners

    • c.

      Bijpraten Bestuur en Middelen

  • 2. De raadscommissie Bijpraten Ruimte adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:

    • a.

      ruimtelijke ordening

    • b.

      volkshuisvesting

    • c.

      economische zaken en werkgelegenheid

    • d.

      grondzaken

    • e.

      milieu

    • f.

      openbare werken

    • g.

      verkeer en vervoer

  • 3. De raadscommissie Bijpraten Inwoners adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:

    • a.

      sociale zaken

    • b.

      welzijn

    • c.

      onderwijs

    • d.

      cultuur

    • e.

      sport

    • f.

      volksgezondheid

    • g.

      burgerzaken

    • h.

      recreatie en toerisme

  • 4. De raadscommissie Bijpraten Bestuur en Middelen adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:

    • i.

      bestuurlijke ontwikkelingen

    • j.

      juridische zaken

    • k.

      regionale samenwerking

    • l.

      internationale samenwerking

    • m.

      personeel en organisatie

    • n.

      facilitaire zaken

    • o.

      communicatie

    • p.

      ICT

    • q.

      integrale veiligheid

    • r.

      concernfinanciën en belastingen

    • s.

      planning- en controlcyclus (Kadernota, Programmabegroting, Bestuursrapportage, Programmarekening

  • 5. Indien een onderwerp meerdere raadscommissies aangaat, wordt het onderwerp in de afzonderlijke raadscommissies besproken, tenzij het presidium beslist dat een gezamenlijke vergadering van de raadscommissies wordt belegd of de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, het onderwerp behandelt.

  • 6. Indien een gezamenlijke vergadering van raadscommissies wordt belegd, vervult de voorzitter van de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, de taken van de voorzitter.

Artikel 3 Taken

Een raadscommissie heeft de volgende taken:

  • a.

    het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de in artikel 2, tweede, derde of vierde lid, genoemde onderwerpen;

  • b.

    het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;

  • c.

    voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de in artikel 2, tweede lid, derde of vierde lid, genoemde onderwerpen.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1. De raadscommissies bestaan uit maximaal twee leden per fractie.

  • 2. De in het eerste lid genoemde leden worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd.

  • 3. Een lid kan zowel raadslid als niet-raadslid zijn met dien verstande dat per fractie maximaal drie niet-raadsleden kunnen worden benoemd in de gezamenlijke raadscommissies. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van een raadscommissie. De in het eerste lid genoemde leden dienen daarnaast tijdens de laatste verkiezingen van de raad geplaatst te zijn op de kandidatenlijst van een fractie. In afwijking daarvan kunnen per fractie per raadsperiode maximaal twee personen buiten de kandidatenlijst worden toegelaten tot de commissies.

  • 4. Het is de fracties toegestaan tijdens de vergaderingen commissieleden te vervangen.

Artikel 4a Eed of belofte

Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen leggen de leden van de commissie, voor zover geen lid van de gemeenteraad, in handen van de voorzitter van de raad, de volgende eed (verklaring en belofte) af:

“Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de commissie benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks nog middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de commissie naar eer en geweten zal vervullen. Zo waarlijk helpe mij God almachtig (dat verklaar en beloof ik).”

Artikel 5 Voorzitter

  • 1. De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2. De voorzitter is geen lid van de raadscommissie.

  • 3. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Een lid en zijn plaatsvervanger houden op lid te zijn van een raadscommissie indien zij niet meer voldoen aan de in artikel 4, vierde lid, gestelde eisen.

  • 3. De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd.

  • 4. De raad kan de voorzitter of zijn plaatsvervanger ontslaan.

  • 5. Een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6. Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 4 en 5.

  • 7. Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 7 Griffier en commissiegriffier

  • 1. De raadsgriffier fungeert tevens als commissiegriffier.

  • 2. De raadsgriffier kan zich laten vervangen door een plaatsvervangend griffier of een door de raadsgriffier aangewezen griffiemedewerker.

Hoofdstuk 3 Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

Artikel 8 Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

  • 1. De voorzitter kan de burgemeester, één of meer wethouders en de secretaris uitnodigen in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

  • 2. Indien de burgemeester of een wethouder bij een vergadering aanwezig wil zijn en wil deelnemen aan de beraadslagingen, doet hij hiertoe een verzoek aan de voorzitter.

  • 3. De voorzitter neemt zo spoedig mogelijk een voorlopige beslissing op het verzoek.

Hoofdstuk 4 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereiding

Artikel 9 Vergaderfrequentie

  • 1. De vergaderingen van de raadscommissies vinden plaats overeenkomstig het vooraf door de gemeenteraad vastgestelde vergaderschema.

  • 2. De vergaderingen van de raadscommissies vangen aan om 19.30 uur en eindigen omstreeks 22:30 uur.

  • 3. Een raadscommissie vergadert voorts indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien tenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

  • 4. De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de griffier.

Artikel 10 Agendacommissie

Vervallen.

Artikel 11 Oproep

  • 1. De griffier zendt ten minste zeven dagen voor een vergadering de leden een agenda onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.

  • 3. Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 13, tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

Artikel 12 De agenda

  • 1. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de agenda tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 2. Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 3. Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan hij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. Het presidium bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 4. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de voorlopige agenda voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd en op de gemeentelijke website gepubliceerd. Indien na het verzenden van de voorlopige agenda stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2. Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.

  • 3. Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier een lid inzage.

Artikel 14 Openbare kennisgeving

  • 1. De vergadering wordt door aankondiging in de rubriek Gemeentenieuws in de Bornse Courant en door plaatsing op de gemeentelijke website openbaar gemaakt.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats, alsmede de voorlopige agenda van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 17.

  • 3. Daarnaast worden de bij de voorlopige agenda behorende stukken, indien digitaal beschikbaar, op de website van de gemeente geplaatst.

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 15 Presentielijst

Vervallen.

Artikel 16 Opening vergadering en quorum

  • 1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.

  • 3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Artikel 17 Spreekrecht burgers

  • 1. Burgers en vertegenwoordigers van organisaties kunnen deelnemen aan het overleg.

  • 2. De commissie is bevoegd deskundigen en belanghebbenden te horen over zaken die in de commissie worden behandeld.

    3.De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend.

Artikel 18 Beknopt verslag

  • 1. Van commissievergaderingen wordt een beknopt verslag gemaakt. Het conceptverslag van de vergadering wordt, zo mogelijk, aan alle raads- en commissieleden toegezonden.

  • 2. Bij het begin van de vergadering wordt, het verslag van de vorige vergadering vastgesteld.

  • 3. De leden, de voorzitter, de burgemeester, de gemeentesecretaris en de wethouders hebben het recht, een voorstel tot wijziging van het verslag aan de raadscommissie te doen, indien het verslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeven hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de commissiegriffier te worden ingediend.

  • 4. Het verslag wordt opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de griffier.

Artikel 19 Aantal spreektermijnen

  • 1. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3. Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4. Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 20 Spreektijd

Een lid kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden.

Artikel 21 Voorstellen van orde

  • 1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 22 Handhaving orde; schorsing

  • 1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2. Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 4. De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen.

Artikel 23 Beraadslaging

  • 1. De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 24 Deelname aan de beraadslaging door anderen

Vervallen

Artikel 25 Advies

De raadscommissie kan, onder voorstel van de voorzitter unaniem adviseren dat over een nog in de raad te behandelen voorstel niet meer het woord behoeft te worden gevoerd zodat dit voorstel onder de hamerstukken op de agenda van de raadsvergadering kan worden geplaatst.

Hoofdstuk 5 Besloten vergadering

Artikel 26 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voorzover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 27 Verslag

  • 1. Het verslag van een besloten vergadering worden niet rondgedeeld, maar ligt uitsluitend voor de leden ter inzage bij de griffier.

  • 2. Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van dit verslag. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 28 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 29 Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers

Artikel 30 Toehoorders en pers

  • 1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3. De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 31 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Artikel 32 Gebruik mobiele telefoons en communicatiemiddelen

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, dient tijdens de vergadering iedere geluidsweergave van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen te worden uitgeschakeld.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 33 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 34 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 13 november 2013.

Op dat tijdstip vervalt de verordening raadscommissies 2010 van de raad van de gemeente Borne vastgesteld bij raadsbesluit van 13 april 2010.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 12 november 2013
De voorzitter, mr. drs. R.G. Welten
De griffier, S.F. Morsink