Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2014 (Verordening reclamebelasting 2014)

Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2014 (Verordening reclamebelasting 2014)

De raad van de gemeente Borne;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26-11-2013;

gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen

de Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2014 (Verordening Reclamebelasting 2014)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij directe of indirecte steun vindt in of op de grond;

  • b.

    vestiging: een gebouw of bouwwerk, of deel daarvan, dat door één organisatie of bedrijf wordt gebruikt;

  • c.

    openbare aankondiging: elke tot het publiek gerichte mededeling van commerciële dan wel ideële aard waarmee de aandacht wordt getrokken voor een dienst, een product of een boodschap.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam reclamebelasting wordt in de gemeente een directe belasting geheven ter zake

van een openbare aankondiging die zichtbaar is vanaf de openbare weg.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De reclamebelasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie de openbare aankondiging wordt aangetroffen.

  • 2. In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste lid wordt de reclamebelasting ter zake van een openbare aankondiging die is aangebracht door tussenkomst van een natuurlijk persoon of rechtspersoon die zijn beroep of bedrijf maakt van ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van openbare aankondigingen op daartoe beschikbaar gestelde oppervlakken, geheven van die natuurlijk persoon of rechtspersoon.

Artikel 4 Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven ter zake van openbare aankondigingen:

  • a.

    door publiekrechtelijke rechtspersonen gedaan in de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak;

  • b.

    die uitsluitend dienen ten behoeve van de regulering van het verkeer over openbare land- en waterwegen;

  • c.

    die korter dan 13 weken aanwezig zijn in de gemeente en niet kunnen worden aangemerkt als vervanging, opvolging of continuering van andere openbare aankondigingen;

  • d.

    die zonder commercieel oogmerk aanwezig zijn in het kader van en voor de duur van:

    • I.

      activiteiten van culturele, sociale of soortgelijke aard;

    • II.

      braderieën;

    • III.

      verkiezingen, gedaan door politieke partijen;

  • e.

    die onderdeel uitmaken van voor de verkoop of verhuur bestemde artikelen en producten in een etalage of in de winkel; die onderdeel uitmaken van voor de verkoop of verhuur bestemde artikelen en producten in een etalage of in de winkel;

  • f.

    op bouwterreinen voor zover deze rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden;

  • g.

    aangebracht op een voertuig of (lucht)vaartuig, tenzij deze kennelijk in hoofdzaak zijn bestemd voor openbare aankondigingen met een verkoop- of verhuur bevorderend karakter;

  • h.

    die met vermelding van een tussenpersoon zijn gedaan in verband met de verhuur of de verkoop van roerende woonruimten, roerende bedrijfsruimten of onroerende zaken;

  • i.

    op sportterreinen en daarop aanwezige opstallen, met uitzondering van openbare aankondigingen die uitdrukkelijk zijn gericht op de openbare weg, voor zover deze niet uitsluitend betrekking hebben op het terrein, de accommodatie of de daarin gevestigde vereniging of stichting.

  • j.

    aangebracht door of namens winkeliersverenigingen of wijkorganen, waarbij de openbare aankondiging uitsluitend bevat een aanduiding van de winkeliersvereniging of het wijkorgaan;

  • k.

    openbare aankondigingen aangebracht op terrasafscheidingen of parasols welke zijn geplaatst naast of op een terras bij een horecaonderneming;

  • l.

    waarvoor op grond van een privaatrechtelijke overeenkomst betaling aan de gemeente moet geschieden, dan wel onderscheidenlijk een vergoeding aan de gemeente verschuldigd is;

  • m.

    alleen bestaande uit de Nederlandse-, provinciale- of gemeentelijke vlag;

  • n.

    op, aan of in de nabijheid van een mobiele onderzoeksunit die wordt gebruikt voor het doen van bevolkingsonderzoek als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wet op het bevolkingsonderzoek, voor welk onderzoek op grond van die wet vergunning is verleend voor zover die aankondigingen een relatie hebben met het bevolkingsonderzoek.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De reclamebelasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven zoals opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening en bijbehorende tarieventabel bepaalde.

  • 2. Een openbare aankondiging of groep van openbare aankondigingen op één locatie die onafhankelijk van een vestiging wordt gedaan door een persoon of bedrijf als bedoeld in artikel 3, tweede lid, wordt belast als ware de aankondiging of aankondigingen gedaan ter zake van een vestiging.

Artikel 6 Berekening van de reclamebelasting

  • 1. De oppervlakte van een openbare aankondiging wordt bepaald op het product van de grootste lengte vermenigvuldigd met de grootste breedte van de openbare aankondiging.

  • 2. Indien de openbare aankondiging wordt gedaan op een zuil, bord, vlag, (span)doek, poster of soortgelijk aankondigingsvoorwerp, wordt de oppervlakte van de aankondiging bepaald op de oppervlakte van één zijde van het voorwerp waarop de aankondiging wordt gedaan.

  • 3. Indien het voorwerp niet rechthoekig is, wordt de oppervlakte van het voorwerp bepaald door de lengte of de hoogte en de breedte van de denkbeeldige rechthoek die het voorwerp omsluit.

  • 4. Indien de openbare aankondiging bestaat in het aankondigingsvoorwerp zelf, wordt de oppervlakte van de openbare aankondiging bepaald op de oppervlakte van het voorwerp. Indien het voorwerp niet rechthoekig is, wordt de oppervlakte van het aankondigingsvoorwerp bepaald door de lengte of de hoogte en de breedte van de denkbeeldige rechthoek die het voorwerp omsluit.

  • 5. Indien de openbare aankondiging wordt gedaan op een zuil, bord, vlag, (span)doek, poster of soortgelijk aankondigingsvoorwerp, waarop door verschillende belastingplichtigen een aankondiging wordt gedaan, wordt de oppervlakte van de aankondiging van de belastingplichtige bepaald op de aan hem voor het doen van de aankondiging ter beschikking staande oppervlakte van het aankondigingsvoorwerp.

  • 6. Voor de toepassing van dit artikel worden de op basis van dit artikel bepaalde oppervlakten van reclameobjecten, die bij één vestiging behoren, bij elkaar opgeteld. Indien een vestiging tezamen met een bouwwerk of deel daarvan wordt gebruikt door één belastingplichtige, worden de oppervlakten van alle reclameobjecten die bij de vestiging en deze bouwwerken of delen daarvan behoren voor de toepassing van dit artikel bij elkaar opgeteld.

  • 7. Reclameobjecten behoren in elk geval tot één bouwwerk en daarmee tot een vestiging indien zij daarmee fysiek zijn verbonden of daarmee tezamen worden gebruikt.

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingjaar.

  • 2. Indien de belastingplicht na het begin van het belastingjaar aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt of leidt tot een hoger belastingbedrag, is de reclamebelasting dan wel het hogere bedrag verschuldigd voor zoveel maanden als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. Het hogere bedrag wordt aan belastingplichtige opgelegd onder aftrek van het eerder over hetzelfde jaar geheven bedrag.

  • 4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt dan wel vermindert, wordt de aanslag op verzoek van belastingplichtige verminderd met zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 100 doch minder dan € 1.600, dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en de tweede een maand later.

  • 3. In gevallen bedoeld in het tweede lid geldt in afwijking in zoverre van het aldaar bepaalde, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het dagelijks bestuur van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente

Het dagelijks bestuur van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting.

Artikel 13 Overgangsrecht

  • 1. De ‘Verordening reclamebelasting 2013’ van 18 december 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Verordening reclamebelasting 2014’.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 10-12-2013.
De voorzitter,
mr. drs. R.G. Welten
De griffier,
S.F. Morsink

Tarieventabel bij de Verordening reclamebelasting 2014 van de gemeente Borne

A.

Het tarief bedraagt voor het hebben van openbare aankondigingen in de gemeente per

kalenderjaar, afhankelijk van de locatie van de aankondiging volgens de bij de verordening behorende kaart (bijlage 1):

1. - Basistarief Kernwinkelgebied

628,68

2. - Basistarief aanloopstraten Hertme ca

246,00

3. - Basistarief overige gebieden

87,60

B

Het basisbedrag in onderdeel A wordt verhoogd met een bedrag voor het

hebben van openbare aankondigingen met een oppervlakte:

a. - tot 0,1 m2

43,68

b. - 0,1 tot 10m2

131,16

c. - 10 tot 30 m2

174,96

d. - 30 tot 100m2

218,76

e. - 100m2 of meer

262,44

Behorende bij het raadsbesluit van 10 december 2013,

De griffier van de gemeente Borne,

S.F. Morsink

Bijlage 1 bij de Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2014

Als aangewezen gebied, bedoeld in de tarieventabel van de Verordening reclamebelasting2014, geldt het op bijgevoegde kaart gearceerde gedeelte.

Gebied

1

in

de

kleur

groen:

betreft gebied Kernwinkelgebied Borne

Gebied

2

in

de

kleur

roze:

betreft gebied Aanloopstraten Borne plus Zenderen en Hertme

Gebied

3:

betreft overige gebieden in de gemeente Borne, niet vallend onder gebied 1 of 2 (dit gebied is als zodanig niet op de kaart aangegeven)

Kaartblad 1

Kaartblad 2

Kaartblad 3

Behorende bij raadsbesluit van 10 december 2013,

De griffier van de gemeente Borne,

S.F. Morsink