Regeling vervallen per 01-01-2018

Financiële verordening gemeente Borne

Geldend van 23-01-2015 t/m 31-12-2017 met terugwerkende kracht vanaf 15-11-2003

Intitulé

Financiële verordening gemeente Borne

De raad van de gemeente Borne;

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet en het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten;

besluit vast te stellen:

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Borne.

Verordening artikel 212 Gemeentewet

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    productgroep: iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie die als zodanig een eigen indirecte inhoudelijke verantwoordelijkheid heeft.

  • b.

    administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Borne en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

  • c.

    financiële administratie: de financiële administratie is een onderdeel van de administratie en omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Borne, teneinde te komen tot een goed inzicht in:

    • 1.

      de financieel-economische positie;

    • 2.

      het financiële beheer;

    • 3.

      de uitvoering van de begroting;

    • 4.

      het afwikkelen van vorderingen en schulden;

    • 5.

      alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover.

  • d.

    administratieve organisatie: het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van management en bestuur.

  • e.

    financieel beheer:  

  • f.

    het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen van rechten van de gemeente Borne.

  • g.

    rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen, raadsbesluiten en collegebesluiten.

  • h.

    doelmatigheid: het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.

  • i.

    doeltreffendheid: de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.

Titel 1. Begroting en verantwoording

Kaderstellen

Artikel 2. Programmabegroting

  • 1. De raad stelt in ieder geval bij de aanvang van de nieuwe raadsperiode een programma-indeling vast.

  • 2. De raad stelt per programma vast:

    • -

      de beoogde maatschappelijke effecten;

    • -

      de te leveren goederen en diensten;

    • -

      de baten en lasten.

  • 3. Het college stelt per programma indicatoren voor met betrekking tot de beoogde maatschappelijke effecten en de te leveren goederen en diensten.

  • 4. De raad stelt de indicatoren, bedoeld in het derde lid vast.

  • 5. Het college draagt zorg voor het verzamelen en vastleggen van gegevens over de geleverde goederen en diensten en de maatschappelijke effecten, zodat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid zoals vastgesteld door de raad, kunnen worden getoetst.

Artikel 3. Producten

  • 1. Bij iedere begroting en jaarstukken wordt een overzicht gegeven van de toedeling van de producten uit de productenraming aan de programma´s. Het college is vrij in het aantal producten en de indeling daarvan.

  • 2. De onderverdeling van de programma´s in de producten staat voor de raadsperiode vast, tenzij er dringende redenen zijn tot wijzigen. Wijzigingen worden bij de begroting expliciet vermeld.

Artikel 4. Kaders begroting

  • 1. Het college biedt een nota aan over de kaders (uitgangspunten) voor het volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren. In deze nota worden de bevindingen betrokken uit de rapportage van de begrotingsuitvoering bedoeld in artikel 7 en de jaarstukken bedoeld in artikel 8.

  • 2. De raad stelt deze nota uiterlijk 1 maart vast.

Uitvoering

Artikel 5. Uitvoering begroting

  • 1. Het college stelt regels die waarborgen dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt.

  • 2. Het college draagt ten aanzien van de productenraming er zorg voor dat:

    • -

      de lasten en baten, door middel van kostentoerekening, eenduidig zijn toegewezen aan de producten van de productenraming;

    • -

      de budgetten uit de productraming en kredieten voor investeringen passen binnen de kaders zoals geautoriseerd bij de vaststelling van de uiteenzetting van de financiële positie;

    • -

      de lasten van de producten niet dusdanig worden overschreden dat de realisatie van andere producten binnen hetzelfde programma onder druk komt.

  • 3. Het college draagt er zorg voor dat de lasten van de programma´s zoals geautoriseerd in de (gewijzigde) begroting niet worden overschreden.

Beheersing en Interne controle

Artikel 6. Interne Controle

  • 1. Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel. Deze toetsing omvat niet de interne onderzoeken van het college naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur welke zijn opgenomen in de verordening artikel 213a Gemeentewet.

  • 2. Het college biedt ten minste elke vier jaar specifieke nota´s aan inzake de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de gemeentelijke regelingen ter behandeling en vaststelling door de raad.

  • 3. Het college draagt zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van een aantal bedrijfsonderdelen op juistheid, volledigheid en tijdigheid van de bestuurlijke informatievoorziening, de rechtmatigheid van beheershandelingen en op misbruik van de gemeentelijke regelingen. Hiertoe stelt het college jaarlijks een intern controleplan vast.

  • 4. Het college zorgt op basis van de resultaten van de toets bedoeld in het derde lid, indien nodig voor een plan van verbetering. Het college neemt op basis van het plan van verbetering maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.

  • 5. De resultaten van de toets en het plan van verbetering worden ter kennisgeving aan de raad aangeboden.

Rapportage en Verantwoording

Artikel 7. Tussentijdse rapportage

  • 1. Het college informeert de raad door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente over de eerste 4 maanden en de eerste 8 maanden van het lopende boekjaar.

  • 2. Voor de opleverdata van de tussenrapportages aan de raad geldt:

    • -

      de viermaands rapportage wordt vóór 1 augustus van het lopende begrotingsjaar ter verantwoording aan de raad aangeboden

    • -

      de achtmaands rapportage wordt vóór 1 december van het lopende begrotingsjaar ter verantwoording aan de raad aangeboden

  • 3. De inrichting van de tussentijdse rapportages sluit aan bij de programma-indeling van de begroting.

  • 4. De rapportages gaan in op afwijkingen, zowel wat betreft de lasten, de geleverde goederen en diensten en indien daar aanleiding voor is de maatschappelijke effecten. In de rapportages wordt in ieder geval aandacht besteed aan afwijkingen van:

    • -

      inkomsten uit de algemene uitkering;

    • -

      de rente-ontwikkeling op de kapitaalmarkt;

    • -

      resultaten uit grondexploitatie

    • -

      realisatie op begrote subsidieverwachtingen

Artikel 8. Jaarrekening

  • 1. Het college draagt zorg voor een adequate vertaling van de verantwoording van de productgroepen naar de productenrealisatie en naar de programmaverantwoording.

  • 2. Het college legt verantwoording af over de uitvoering van de programma´s. In de verantwoording geeft het college aan:

    • -

      wat is bereikt;

    • -

      welke goederen en diensten zijn geleverd;

    • -

      wat de kosten zijn;

    • -

      hoe de resultaten zich verhouden tot de in de begroting gestelde doelen.

  • 3. De raad bepaalt aan de hand van de uitvoering van de programma´s of de beleidsdoelen van de programma´s voor het lopende jaar bijstelling behoeven.

Titel 2. Financiële positie

Kaderstellen

Artikel 9. Financiële positie

  • 1. Het college draagt er zorg voor, dat al het beleid waartoe de raad heeft besloten, in de uiteenzetting van de financiële positie en de meerjarenramingen is opgenomen.

  • 2. Het totaalbedrag aan verleende garanties en waarborgen wordt bij de uiteenzetting van de financiële positie expliciet vermeld.

  • 3. De raad autoriseert met het vaststellen van de financiële positie de investeringskredieten.

Artikel 10. Waardering en afschrijving vaste activa

Het college biedt ten minste één keer per 4 jaar de (bijgestelde) nota vaste activabeleid aan ter behandeling en vaststelling door de raad.

Artikel 11. Voorzieningen voor oninbare vorderingen

  • 1. Voor openstaande vorderingen betreffende:

    • a.

      onroerende zaakbelasting gebruikers;

    • b.

      onroerende zaakbelasting eigenaren;

    • c.

      precariobelasting;

    • d.

      hondenbelasting;

    • e.

      rioolrechten;

    • f.

      en reinigingsrechten;

      wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd ter grootte van het historische percentage van oninbaarheid.

  • 2. Voor de overige vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van een beoordeling op inbaarheid van de openstaande vorderingen ouder dan drie maanden.

Artikel 12. Reserves en voorzieningen

  • 1. Het college biedt jaarlijks gelijktijdig met de in artikel 4 genoemde nota de (bijgestelde) nota reserves en voorzieningen aan ter behandeling en vaststelling door de raad.

  • 2. De nota behandelt:

    • a.

      de vorming en vrijval van reserves

    • b.

      de vorming en vrijval van voorzieningen

    • c.

      de toerekening en verwerking van rente over de reserves en het op peil brengen van voorzieningen

Artikel 13. Kostprijsberekening

  • 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de gemeente wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten meegenomen, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2. Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan reserves voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en de compensabele BTW.

Artikel 14. Financieringsfunctie

  • 1. Het college stelt in het kader van de uitoefening van de financieringsfunctie regels op. Deze regels alsmede de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening worden ten minste één keer per vier jaar vastgelegd in een treasurystatuut.

  • 2. Het college zendt het besluit treasurystatuut ter kennisgeving aan de raad.

Artikel 15. Registratie bezittingen, activa en vermogen

  • 1. Het college draagt zorg voor een actuele en volledige registratie van bezittingen. In de registratie worden ook opgenomen niet-geactiveerde kunstvoorwerpen met cultuurhistorische waarde en de niet – of netto – geactiveerde investeringen in de openbare ruimte.

  • 2. Het college draagt er zorg voor, dat de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente systematisch worden gecontroleerd volgens het interne controleplan.

  • 3. Bij afwijkingen in de registratie van bezittingen neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen. De resultaten van de controle en eventuele plannen van verbetering worden ter kennisgeving aan de raad aangeboden.

Titel 3. Paragrafen

Artikel 16. Lokale heffingen

  • 1. Voor het vaststellen van de hoogte van gemeentelijke tarieven, heffingen en prijzen door de raad verstrekt het college aan de raad per verordening waarin deze tarieven, heffingen en prijzen worden vastgelegd, de actueel geraamde hoeveelheden per door de gemeente verstrekte dienst, waarover de tarieven, heffingen en prijzen in rekening worden gebracht en per verordening het totaal van de geraamde kosten van de erin genoemde door de gemeente verstrekte diensten.

  • 2. Bij de begroting en jaarstukken doet het college in de paragraaf lokale heffingen verslag van: de opbrengsten per lokale heffing; het volume en bedrag aan kwijtscheldingen; de kostendekkendheid van de rioolrechten en de afvalstoffenheffing en de (ontwikkeling van de) lokale lastendruk.

Artikel 17. Weerstandsvermogen en risicomanagement

  • 1. Het college geeft aan in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en van de jaarstukken de risico´s van materieel belang en een inschatting van de kans dat deze risico´s zich voordoen. Het college brengt hierbij in elk geval de risico´s in beeld en actualiseert de risico´s genoemd in de nota bedoeld in het eerste lid. Hierbij wordt speciale aandacht gegeven aan bijvoorbeeld:

    • -

      tegenvallende rente-ontwikkeling op de kapitaalmarkt

    • -

      tegenvallende resultaten uit grondexploitatie

    • -

      tegenvallende realisatie op begrote subsidieverwachtingen

    • -

      lopende en te verwachten claims van derden

    • -

      nog niet getaxeerde kosten van (vermoede) milieuverontreiniging

    • -

      overschrijding openeinde regelingen en subsidies

    • -

      dreigend faillissement van verbonden partijen

    • -

      dreigend faillissement van derden bij wie borgstellingen , garanties, leningen of vorderingen uitstaan

  • 2. Het college geeft aan in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en van de jaarstukken de weerstandscapaciteit en in hoeverre schade en verliezen als gevolg van de risico´s van materieel belang met het weerstandsvermogen kunnen worden opgevangen.

Artikel 18. Onderhoud kapitaalgoederen

Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen verslag over de voortgang van het geplande onderhoud en het eventuele achterstallig onderhoud aan openbaar groen, water, wegen, kunstwerken, straatmeubilair, riolering en gebouwen.

Artikel 19. Financiering

Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf financiering in ieder geval verslag van:

  • a.

    de kasgeldlimiet;

  • b.

    de renterisiconorm;

  • c.

    de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende drie jaar;

  • d.

    de rentevisie;

  • e.

    de rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie.

Artikel 20. Bedrijfsvoering

  • 1. Het college stelt tenminste eenmaal in de vier jaar een nota bedrijfsvoering vast. De nota wordt ter kennisgeving aan de raad gezonden. In de nota wordt speciale aandacht geschonken aan de relatie tussen het gemeentelijk apparaat en de inwoners van de gemeente.

    • -

      In de bedrijfsvoeringsparagraaf in de begroting wordt ingegaan op de tijdelijke en actuele onderwerpen die aandacht behoeven. In de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag wordt gerapporteerd over de bij de begroting bepaalde onderwerpen aangaande bedrijfsvoering alsmede over nieuwe ontwikkelingen.

  • 2. Het college rapporteert in de bedrijfsvoeringsparagraaf van de begroting en jaarstukken over de voortgang van de onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid, bedoeld in artikel 213a Gemeentewet en de uitputting van de bijbehorende budgetten.

Artikel 21. Verbonden partijen

In de begroting en de jaarstukken wordt in de paragraaf verbonden partijen in elk geval ingegaan op nieuwe verbonden partijen, het beëindigen van bestaande verbonden partijen, het wijzigen van bestaande verbonden partijen en eventuele problemen bij bestaande verbonden partijen.

Artikel 22. Grondbeleid

  • 1. Het college biedt tenminste eenmaal in de vier jaar een (bijgestelde) nota grondbeleid aan ter behandeling en vaststelling door de raad. In deze nota wordt aandacht besteed aan:

    • -

      de relatie met de programma´s van de begroting,

    • -

      de strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de gemeente,

    • -

      te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten,

    • -

      de voorraadverwerving en uitgifte van gronden,

    • -

      de uitgifte van gronden in erfpacht en de bijstelling van erfpachtvergoedingen.

  • 2. In de paragraaf grondbeleid van de begroting en de jaarstukken wordt ingegaan op de uitvoering van de nota grondbeleid, met name:

    • -

      een visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de programma´s die zijn opgenomen in de begroting

    • -

      een aanduiding van de wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert

    • -

      een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie

    • -

      een onderbouwing van de geraamde winstneming

    • -

      de beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico´s van de grondzaken.

    Daarnaast kan men denken aan:

    • -

      huidige vastgoedpositie

    • -

      de aan- en verkoop van vastgoed

    • -

      de deelname in PPS-constructie

    • -

      de geraamde kosten en opbrengsten per in ontwikkeling genomen project

    • -

      in erfpacht uitgegeven gronden

    • -

      inkomsten erfpacht en bijstelling erfpachtvergoedingen.

Titel 4 Financiële organisatie en administratie

Artikel 23. Administratie

  • 1. De administratie is zodanig van opzet en werking dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

    • a.

      het sturen en beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de productgroepen;

    • b.

      het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van registergoederen, kapitaalgoederen, voorraden, vorderingen en schulden, c.a.;

    • c.

      het verschaffen van informatie aan de budgethouders en voor het maken van kostencalculaties;

    • d.

      het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

    • e.

      het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

    • f.

      de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen.

Artikel 24. Financiële administratie

Het college draagt er zorg voor dat:

  • a.

    de inrichting en de werking van de financiële administratie voldoet aan het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en andere relevante wet- en regelgeving;

  • b.

    de vereiste informatie wordt verstrekt aan het Rijk, de Provincie en de Europese Unie alsmede aan andere instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan gemeenten.

Artikel 25. Financiële organisatie

Het college draagt zorg voor en legt (in een besluit) vast:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan de productgroepen

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    de regels voor de opdrachtverlening en de verrekening van leveringen tussen de productgroepen van de gemeente;

  • e.

    de te maken afspraken met de productgroepen over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

  • f.

    de regels voor de verlening van décharge over het gevoerde beheer van de productgroepen.

Artikel 26. Aanbesteding en inkoop

Het college draagt zorg voor en legt (in een besluit) vast de interne regels (protocol) voor de inkoop en aanbesteding van werken en diensten. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels terzake van de Europese Unie.

Artikel 27. Subsidieverstrekking en steunverlening

Het college draagt zorg voor en legt (in een besluit) vast de interne regels (protocol) voor de toekenning van steunverlening aan ondernemingen en subsidies. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels terzake van de Europese Unie en de subsidieverordening van de gemeente Borne.

Titel 5. Slotbepalingen

Artikel 28. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking per 15 november 2003, met dien verstande dat de begroting, meerjarenraming, de jaarstukken, de uitvoeringsinformatie en de informatie voor derden en de daarbij behorende toelichtingen met ingang van de begroting voor het begrotingsjaar 2004 voldoen aan de bepalingen in deze verordening. Met de inwerkingtreding van deze verordening wordt de huidige “Verordening op de organisatie van de administratie en van het beheer van vermogenswaarden” ingetrokken.

Artikel 29. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Financiële verordening gemeente Borne”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad d.d. 25 september 2003,
De burgemeester C.G.A.A. Brekelmans,
De griffier G.J. Rozendom,