Regeling vervallen per 30-03-2023

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Borne houdende regels omtrent de rekenkamer Verordening op de rekenkamercommissie Borne

Geldend van 16-02-2019 t/m 29-03-2023

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Borne houdende regels omtrent de rekenkamer Verordening op de rekenkamercommissie Borne

De raad der gemeente Borne;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 november 2005.

besluit:

  • 1.

    tot vaststelling van onderstaande Verordening op de rekenkamercommissie Borne 2006

  • 2.

    de heren J.H.J. Kruse en W.A.M. Roetgerink te benoemen tot leden van de commissie en de heer M.J. Velten tot plaatsvervangend lid.

Verordening op de rekenkamercommissie Borne 2006

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Gemeentewet;

  • b.

    raad: raad van de gemeente Borne

  • c.

    commissie: rekenkamercommissie van de gemeente Borne;

  • d.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie van de gemeente Borne;

  • e.

    externe: een persoon die voldoet aan artikel 81f Gemeentewet.

  • f.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Borne;

  • g.

    rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Borne.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1. Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2. De rekenkamercommissie bestaat uit 7 leden waaronder een voorzitter.

Artikel 3 Samenstelling, benoeming voorzitter en leden

  • 1. De raad benoemt een externe tot voorzitter.

  • 2. De raad benoemt uit de kring van raadsleden en/of beëdigde commissieleden 6 leden.

  • 3. De voorzitter wordt benoemd voor een periode van vijf jaar; de raadsleden hebben zitting gedurende de zittingsperiode van de raad.

  • 4. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat.

  • 5. De voorzitter wordt bij afwezigheid vervangen door een door de commissie uit haar midden aan te wijzen lid.

Artikel 4 Eed

Ten aanzien van de voorzitter is artikel 81g Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

  • 1. De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2. Het lidmaatschap van een lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft gekregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • e.

      indien hij naar het oordeel van de raad ernstig nadeel toebrengt aan het in hem gestelde vertrouwen.

  • 3. De leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen.

Artikel 6 Vergoeding voor de voorzitter van de rekenkamercommissie

  • 1. De voorzitter ontvangt een vaste maandelijkse vergoeding voor zijn werkzaamheden gelijk aan de vergoeding voor de voor de gemeente Borne geldende vergoeding voor raadsleden zoals genoemd in het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2. De vergoeding genoemd in het eerste lid komt ten laste van het budget van de rekenkamercommissie.

Artikel 7 Ambtelijk secretaris

  • 1. De raad benoemt de ambtelijk secretaris in overleg met de rekenkamercommissie.

  • 2. De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht

  • 4. De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

Artikel 8 Reglement van orde

De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1. De rekenkamercommissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2. Alvorens de Rekenkamercommissie de onderwerpen voor haar onderzoek kiest, stelt zij raadsleden in staat om suggesties voor onderzoeksonderwerpen te doen.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 4. De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De commissie bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 10 Werkwijze

  • 1. De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3. De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren van de gemeente mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De Rekenkamercommissie kan de bevoegdheid tot het inwinnen van inlichtingen mandateren aan de ambtenaren en onderzoeksmedewerkers die haar bij de uitvoering van haar taak terzijde staan.De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 5. De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar vast te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. De commissie bepaalt wie als betrokkenen worden aangemerkt. In ieder geval worden degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest als betrokkenen aangemerkt.

  • 6. Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

  • 7. De rapporten van de commissie zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

Artikel 11 Vergaderingen

  • 1. De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 2. De commissie vergadert in beslotenheid.

  • 3. De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

Artikel 12 Budget

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen van de voorzitter;

    • b.

      de ambtelijk secretaris;

    • c.

      interne onderzoeksmedewerkers;

    • d.

      externe deskundigen;

    • e.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefeningen van haar taak.

  • 3. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2006.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening op de rekenkamercommissie Borne”.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 15 december 2005.

De voorzitter,

De griffier,

Algemene toelichting

De Rekenkamercommissie voert onderzoek uit naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid en naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijk beleid, van het gemeentelijke beheer en van de gemeentelijke organisatie, naar de rechtmatigheid van het gemeentelijk beheer, alsmede naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd.

Doelmatigheid of efficiëntie: het streven om met een zo beperk mogelijk inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken.

Doeltreffendheid of effectiviteit: de mate waarin een organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de gewenste maatschappelijke effecten te bereiken.

Rechtmatigheid: de lasten, de baten en balansmutaties die in overeenstemming zijn met de begroting en de van toepassing zijnde wettelijke regelgeving waaronder de gemeentelijke verordeningen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1.

Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven.

Artikel 2.

In deze verordening is gekozen voor een rekenkamercommissie met een voorzitter en 2 raadsleden.

Artikel 3.

Dit artikel regelt de samenstelling van de commissie en de benoeming van de voorzitter van en de overige leden. Verder kent dit artikel de voorzitter bepaalde bevoegdheden toe die tevens als taakstelling moeten worden gezien.

Artikel 4.

Deze eed of verklaring en belofte wordt op de voorzitter van toepassing verklaard, de overige leden hebben deze verklaring reeds afgelegd.

Artikel 5.

Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid (of soms verplichting) hen op non-activiteit te stellen in bepaalde situaties.

Artikel 6.

In dit artikel wordt bepaald dat de externe voorzitter een vergoeding voor zijn werkzaamheden ontvangt.

Artikel 7.

De rekenkamercommissie wordt bijgestaan door een secretaris.

Artikel 8.

Artikel 81i van de Gemeentewet wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de rekenkamercommissie. In het reglement van orde moeten/kunnen zaken als de vergoeding, volgorde van aftreden, verhouding secretaris – voorzitter, de procedure die wordt gevolgd bij onderzoeken, hoe wordt omgegaan met verzoeken van derden om onderzoek te verrichten, enzovoorts, geregeld.

Artikel 9.

De rekenkamercommissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. De rekenkamercommissie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Dit verzoek van de raad wordt in artikel 182, tweede lid, van de wet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid uitdrukkelijk in de wet is genoemd, wordt er een bepaald gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de rekenkamercommissie niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek van de raad zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 10.

Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek over voldoende en relevante gegevens kan beschikken is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren.

De rapporten van de rekenkamer zijn in beginsel openbaar maar op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt.

Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) ontwerp-onderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betreffende ambtenaren worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden er uit te halen en te corrigeren. Indien van toepassing wordt de verantwoordelijke portefeuillehouder of het college de gelegenheid geboden om te reageren op de conceptaanbevelingen die de rekenkamercommissie verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen. Tot slot brengt de rekenkamercommissie een definitief rapport naar buiten met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen.

Artikel 11.

Dit artikel geeft de commissie de ruimte om naar eigen inzicht de vergaderingen te plannen.

Artikel 12.

De rekenkamercommissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. Ten laste van het budget worden de in het tweede lid genoemde kosten gebracht.

Artikel 13 en 14.

Deze artikelen behoeven geen toelichting.