Regeling vervallen per 27-10-2022

Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Borne houdende regels omtrent drugs (Beleidsregel Damoclesbeleid 2014)

Geldend van 28-11-2014 t/m 26-10-2022

Intitulé

Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Borne houdende regels omtrent drugs (Beleidsregel Damoclesbeleid 2014)

De Burgemeester van Borne

gelet op artikel 13b, eerste lid van de Opiumwet,

in overeenstemming met de in het lokale driehoeksoverleg en het districtelijk veiligheidsoverleg overeengekomen afspraken ten aanzien van drugshandel in woningen en lokalen en de daarbij behorende erven,

b e s l u i t

vast te stellen de volgende beleidsregels voor het toepassen van artikel 13b, eerste lid van de Opiumwet, onder de naam

DAMOCLESBELEID

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 definities

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • 1

    harddrugs: middelen vermeld op lijst I en lijst II behorend bij de Opiumwet, met uitzondering van softdrugs;

  • 2

    softdrugs: hasjiesj en hennep (ook stekjes) zoals omschreven in lijst II behorend bij de Opiumwet, ook wel aangeduid als hasj, marihuana, weed, wiet of stuff;

  • 3

    handel in drugs: het verkopen, afleveren of verstrekken van harddrugs of softdrugs, dan wel het daartoe aanwezig zijn daarvan; onder verkoop wordt tevens verstaan het sluiten van een mondelinge overeenkomst tot koop en verkoop van drugs, waarbij de aflevering van de drugs elders plaatsvindt;

  • 4

    horecabedrijf: een inrichting als bedoeld in artikel 2:27 lid 1 van de Algemene Plaatselijke Verordening;

  • 5

    lokaal: een pand al dan niet toegankelijk voor het publiek, zoals een winkel, café, coffeeshop, loods of bedrijfsruimte.

  • 6

    woning: een woning is een pand dat in hoofdzaak dient tot woning dan wel dienstbaar is aan het wonen. Zowel koop- als huurwoningen vallen onder deze definitie. Onder woning wordt tevens verstaan het bij een woning behorende erf;

  • 7

    coffeeshop: een voor het publiek toegankelijk lokaal ten aanzien waarvan de burgemeester de handel in softdrugs gedoogt;

  • 9

    sluiting: een sluiting met toepassing van artikel 13b, eerste lid van de Opiumwet

Artikel 2 uitgangspunten

  • 1 Handel in drugs is een strafbaar feit op grond van de Opiumwet.

  • 2 Indien in een woning, een lokaal of een daarbij behorend erf handel in drugs plaatsvindt, dan maakt de burgemeester gebruik van de bevoegdheid genoemd in artikel 13b, eerste lid van de Opiumwet.

  • 3 Indien er feitelijk tot sluiting wordt overgegaan zal de woning/lokaal voor één ieder ontoegankelijk worden gemaakt.

    • -

      Met betrekking tot de omschrijving van het “verkopen, afleveren, verstrekken dan wel daartoe aanwezig hebben” van harddrugs en softdrugs, wordt aansluiting gezocht bij het gestelde daartoe in de Aanwijzing Opiumwet. Concreet betekent dit dat er sprake is van een overtreding in de zin van dit beleid bij een aangetroffen hoeveelheid zoals die in de Aanwijzing Opiumwet is vastgelegd. De aanwijzing Opiumwet is als bijlage bij dit beleid gevoegd.

HOOFDSTUK 2 WONINGEN

Artikel 3 reacties op drugshandel in woningen

De burgemeester reageert op de hierna vermelde wijze op handel in drugs in woningen:

  • 1.

    Handel in harddrugs:

    • a.

      Bij een eerste overtreding van de Opiumwet wordt de woning gesloten voor een periode van 6 maanden.

    • b.

      Bij een tweede overtreding van de Opiumwet binnen 5 jaar na de eerste overtreding wordt de woning gesloten voor een periode van 12 maanden.

  • 2.

    Handel in softdrugs:

    • a.

      Bij een eerste overtreding van de Opiumwet wordt volstaan met een schriftelijke waarschuwing aan de overtreder.

    • b.

      Bij een tweede overtreding van de Opiumwet binnen 5 jaar na de eerste overtreding wordt de woning gesloten voor een periode van 3 maanden.

    • c.

      Bij een derde overtreding van de Opiumwet binnen 5 jaar na de tweede overtreding wordt de woning gesloten voor een periode van 6 maanden.

    • d.

      Bij een vierde overtreding van de Opiumwet binnen 5 jaar na de derde overtreding wordt de woning gesloten voor een periode van 12 maanden.

  • 3.

    In afwijking van het hiervoor gestelde wordt een huurwoning niet eerder gesloten, dan nadat de verhuurder er op is gewezen, dat de huurovereenkomst civielrechtelijk kan worden ontbonden en de verhuurder hieraan geen gevolg heeft gegeven.

HOOFDSTUK 3 LOKALEN NIET ZIJNDE COFFEESHOPS

Artikel 4 reacties op drugshandel in lokalen niet zijnde coffeeshops

De burgemeester reageert op de hierna vermelde wijze op handel in drugs in lokalen:

  • 1.

    Bij handel in harddrugs wordt het lokaal voor een periode van 12 maanden gesloten.

  • 2.

    Handel in softdrugs:

    • a.

      Indien dat geschiedt in combinatie met een feit dat voor coffeeshops géén overtreding van een of meer gedoogregels (de AHOJG-criteria als bedoeld in de Aanwijzing Opiumwet, bijlage) betekent: sluiting van het lokaal voor een periode van 4 weken;

    • b.

      Indien dat geschiedt in combinatie met een feit dat voor coffeeshops een overtreding van een of meer gedoogregels betekent (de AHOJG-criteria als bedoeld in de Aanwijzing Opiumwet, bijlage), indien het feit betreft:

      • 1.

        affichering voor softdrugs: sluiting van het lokaal voor een periode van 8 weken;

      • 2.

        overlast veroorzaken: sluiting van het lokaal voor een periode van 26 weken;

      • 3.

        verkoop van softdrugs aan jeugdigen: sluiting van het lokaal voor een periode van 1 jaar;

      • 4.

        toegang tot het lokaal voor jeugdigen: sluiting van het lokaal voor een periode van 26 weken;

      • 5.

        verkoop van meer dan vijf gram softdrugs per transactie: sluiting van het lokaal voor een periode van 26 weken;

      • 6.

        handelsvoorraad van meer dan 500 gram: sluiting van het lokaal voor een periode van 26 weken;

      • 7.

        handel tussen 00.00 en 12.00 uur: sluiting van het lokaal voor een periode van 8 weken.

  • 3.

    Indien binnen 5 jaar na de eerste overtreding waarvoor een sanctie als genoemd in lid 1 of lid 2 is opgelegd, in hetzelfde lokaal wederom een overtreding plaatsvindt, heeft dat tot gevolg dat de toepasselijke sluitingsperiode wordt verdubbeld.

  • 4.

    Met nadruk wordt erop gewezen dat een sluiting voor een periode van ten minste een maand, op grond van artikel 5, eerste lid van het Besluit eisen zedelijk gedrag Drank- en Horecawet 1999, leidt tot intrekking van de horecavergunning op grond van de Drank- en Horecawet dan wel van de gemeentelijke Drank- en Horecaverordening. Leidinggevenden (ondernemers, bedrijfsleiders, beheerders) van het betreffende horecabedrijf zijn dan gedurende de eerstvolgende 5 jaar niet meer gerechtigd op te treden als leidinggevende in een horecabedrijf.

Artikel 5 afwijkingsbevoegdheid en hardheidsclausule

De burgemeester kan gemotiveerd afwijken van het Damoclesbeleid.

Artikel 6 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als “Beleidsregel Damoclesbeleid 2014”

INWERKINGTREDING

Dit besluit treedt in werking één dag na bekendmaking in de Bornse Courant.

Ondertekening

Aldus op 11 november 2014 vastgesteld door de burgemeester van Borne,

mr. drs. R.G. Welten

Bijlage:

Aanwijzing Opiumwet, Aanwijzing van het College van procureurs generaal in het kader van de Opiumwet (artikel 130 lid 4 Wet RO). Geldend tot en met 31-12-2016, www.overheid.nl

Toelichting Damoclesbeleid

Inleiding

Op 1 november 2007 is het gewijzigde artikel 13b Opiumwet in werking getreden waarbij de burgemeester bevoegd is bestuursrechtelijk op te treden indien in woningen of lokalen dan wel in of bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst I of II wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is. Het toepassingsbereik van dit artikel is daarmee uitgebreid tot ook de niet voor het publiek toegankelijke lokalen en woningen (voorheen slechts op voor publiek toegankelijke lokalen). Op welke wijze en wanneer de burgemeester zijn discretionaire bevoegdheid op grond van artikel 13b Opiumwet zal inzetten is vastgelegd in het Damoclesbeleid.

Artikel 1 definities

Bij de definities is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de wettekst van artikel 13b Opiumwet.

Artikel 2 Uitgangspunten

Bij de beoordeling of sprake is van een overtreding van de Opiumwet wordt aansluitging gezocht bij hetgeen uit jurisprudentie blijkt en de gedoogcriteria die in de Aanwijzing Opiumwet van het Openbaar Ministerie zijn vastgelegd.

In de bijlage is een specificatie opgenomen wat er bedoeld wordt met handelshoeveelheid drugs (alles onder deze hoeveelheden wordt aangemerkt als zijnde een gebruikershoeveelheid). Die hoeveelheden zijn overgenomen uit de Aanwijzing Opiumwet daaronder wordt het volgende verstaan:

  • -

    harddrugs: meer dan 0,5 gram. Hierbij wordt het volgende onderscheid gemaakt:

    • °

      0,5 gram harddrugs (bijv. cocaïne/amfetamine)

    • °

      1 pil/ tablet (bijv. XTC)

    • °

      5 ml (bijv. 1 ampul/buisje/consumptie-eenheid GHB).

  • -

    softdrugs: meer dan 5 gram

  • -

    hennepplanten: meer dan 5 planten

Artikel 3 reacties op drugshandel in woningen

Bij overtreding van artikel 13b van de Opiumwet zal de burgemeester zijn bevoegdheid, om bestuursrechtelijk hiertegen op te treden, bij woningen als volgt inzetten (onderscheid wordt daarbij gemaakt tussen een huur- en eigen woning):

De burgemeester zal slechts tot sluiting van een huurwoning overgaan nadat de verhuurder er op is gewezen dat de huurovereenkomst civielrechtelijk kan worden ontbonden en hieraan geen gevolg is gegeven. Dit geldt voor zowel geconstateerde harddrugshandel als softdrugshandel in een woning. Bij geconstateerde softdrugshandel zal daarnaast de overtreder bij een eerste overtreding eerst schriftelijk worden gewaarschuwd.

Bij een eigen woning voor zal bij geconstateerde harddrugshandel zonder waarschuwing tot sluiting worden overgegaan. Bij geconstateerde softdrugshandel zal de overtreder bij een eerste overtreding eerst schriftelijk worden gewaarschuwd.

Indien een woning wordt gesloten op grond van artikel 13b Opiumwet waarbij niet alleen de overtreder de woning zal moeten verlaten, zal de gemeente voor de niet-overtreders bemiddelen bij het vinden van vervangende woonruimte.

Procedure

Bij de procedure tot sluiting van een woning dan wel lokaal op grond van artikel 13b Opiumwet dienen de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht in acht te worden genomen. Alvorens het daadwerkelijke besluit tot sluiting zal worden uitgereikt wordt aan belanghebbenden de gelegenheid geboden een zienswijze in te dienen op het voorgenomen besluit tot sluiting dat allereerst kenbaar wordt gemaakt aan belanghebbenden. Het overgaan tot feitelijke sluiting betekent dat een woning of lokaal voor één ieder ontoegankelijk wordt gemaakt.

Artikel 4 reacties op drugshandel in lokalen

In dit artikel wordt verwezen naar de AHOJG-gedoogcriteria voor coffeeshops. Indien een overtreding in een lokaal tevens een overtreding betekent van de genoemde gedoogcriteria voor een coffeeshop, dan zal de burgemeester hiertegen optreden zoals onder artikel 4 lid 2 onder b is aangeven. Dit betekent een langere sluitingsperiode.

De gedoogcriteria betreffen:

  • A:

    geen affichering; dit betekent geen reclame voor softdrugs, op welke wijze dan ook, met uitzondering van een summiere aanduiding (hennepblad) op de betreffende coffeeshop;

  • H:

    geen harddrugs (is al opgenomen in artikel 4 lid 1); dit betekent dat in de coffeeshop geen harddrugs voorhanden mogen zijn en/of verkocht mogen worden;

  • O:

    geen overlast; onder overlast wordt verstaan parkeeroverlast rond de coffeeshop, geluidhinder, vervuiling en/of voor of nabij de coffeeshop rondhangende klanten;

  • J:

    geen toegang en verkoop aan jeugdigen onder de 18 jaar;

  • G:

    geen grote transacties (meer dan 5 gram); van een grote hoeveelheid is sprake als deze meer bedraagt dan 5 gram; onder transactie wordt begrepen alle koop en verkoop in één coffeeshop op eenzelfde dag met betrekking tot eenzelfde koper.

Indien de overtreder een andere is dan de eigenaar/uitbater/exploitant/huurder zal de burgemeester slechts overgaan tot sluiting van het lokaal nadat de eigenaar/uitbater/exploitant/huurder er schriftelijk op is gewezen dat in zijn of haar lokaal sprake is van overtreding van de Opiumwet. Bij een tweede constatering van drugshandel zal de burgemeester tot sluiting van het lokaal overgaan.

Indien de eigenaar/uitbater/exploitant/huurder zelf als overtreder kan worden aangemerkt dan zal de burgemeester onmiddellijk tot sluiting overgaan.

Voor de procedure en het stappen plan zie het kopje “procedure en stappenplan” bij de toelichting op artikel 3.

Artikel 5 afwijkingsbevoegdheid

De bevoegdheid van de burgemeester om bij geconstateerde drugshandel in woningen en lokalen en of de daarbij behorende erven bestuursrechtelijk op te treden betreft een discretionaire bevoegdheid. De burgemeester moet niet, maar kan optreden. Op welke wijze en wanneer de burgemeester zijn bevoegdheid zal inzetten is vastgelegd in het Damoclesbeleid waarbij inherent aan deze bevoegdheid is verbonden de mogelijkheid om in een concreet geval te kunnen afwijken van het vastgestelde beleid.