Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening op de heffing en invordering van reinigingsrechten 2016

Geldend van 01-01-2016 t/m 31-12-2016

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van reinigingsrechten 2016

Besluit van de raad der gemeente Borsele tot vaststelling van de verordening op de heffing en invordering van reinigingsrechten 2016.

De raad der gemeente Borsele;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2015;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van reinigingsrechten 2016.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder grof bedrijfsafval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellingen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en tarief

  • 1. Het recht voor het periodiek verwijderen van bedrijfsafval van beperkte omvang of hoeveelheid bedraagt per belastingjaar € 420,60 per bedrijfspand. Dit betreft het standaardpakket van één GFT (groen) en één restafval (grijze) container.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in het voorgaande lid wordt het tarief genoemd in het voorgaande lid verhoogd met een bedrag van € 140,88voor een extra GFT of restafvalcontainer met een inhoud van 140 liter (alleen voor bestaande containers van deze omvang; er worden hiervan geen nieuwe meer verstrekt) en € 210,36 voor een extra GFT of restafval container met een inhoud van 240 liter voor elke op verzoek beschikbaar gestelde container boven het standaardpakket van één GFT en één restafval container.

  • 3. Onverminderd het bepaalde in de voorgaande leden bedraagt het recht voor het op verzoek beschikbaar stellen van een (blauwe) container voor het verwijderen van papier per jaar € 41,76.

  • 4. De tarieven genoemde in de voorgaande leden zijn inclusief omzetbelasting.

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De belasting als bedoeld in artikel 4, lid 1 en 2 wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2. De belasting als bedoeld in artikel 4, lid 3 wordt geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De rechten bedoeld in artikel 4, lid 1 en 2 zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de rechten bedoeld in artikel 4, lid 1 en 2 verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten bedoeld in artikel 4 lid 1 en 2 als er in dat jaar na het einde van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist.

Artikel 8 Termijn van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen drie maanden en wel in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand, volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in het geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,-- doch minder is dan € 10.000,--, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande, dat het aantal termijnen tenminste vier en ten hoogste negen bedraagt. De eerste termijn vervalt een maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in lid 1, en 2 gestelde termijnen.

Artikel 9 Vrijstellingen

De rechten bedoeld in deze verordening worden niet geheven van gebruikers van gebouwen of gedeelten van gebouwen, die uitsluitend worden gebruikt voor de publieke dienst van de gemeente Borsele.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de reinigingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsrechten.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening reinigingsrechten 2015" van 11 december 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2016.

  • 3.

    De datum van ingang van heffing is 1 januari 2016.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening reinigingsrechten 2016".

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 03 december 2015.
de griffier, de voorzitter,
Ph. de Vree E.J. Gelok