Regeling vervallen per 01-01-2022

Besluit van de raad der gemeente Borsele tot vaststelling van de verordening op de heffing en invordering van een forensenbelasting 2021

Geldend van 01-01-2021 t/m 31-12-2021

Intitulé

Besluit van de raad der gemeente Borsele tot vaststelling van de verordening op de heffing en invordering van een forensenbelasting 2021

De raad der gemeente Borsele;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2020;

gelet op artikel 223 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van een forensenbelasting 2021.

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. Onder de naam "forensenbelasting" wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

  • 2. Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 3 Vrijstellingen

Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een vertegenwoordigend openbaar lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1. De belasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelastingen zoals die voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld.

  • 2. Ingeval geen heffingsmaatstaf voor onroerendezaakbelastingen is vastgesteld, wordt de belasting berekend naar de waarde.

  • 3. De vaststelling van de waarde geschiedt overeenkomstig de regels voor de in de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet bedoelde belastingen.

Artikel 5 Belastingtarief

De belasting bedraagt per jaar bij een waarde in het economische verkeer van:

minder dan € 48.000,00

€ 120,00

€ 48.000,00 of meer, maar minder dan € 97.000,00

€ 163,00

€ 97.000,00 of meer, maar minder dan € 145.000,00

€ 205,00

€ 145.000,00 of meer

€ 247,00

Artikel 6 Ontheffing

Indien een belastingplichtige in het belastingjaar meer dan één gemeubileerde woning elk gedurende meer dan 90 dagen beschikbaar houdt in de gemeente, wordt ontheffing verleend van de belasting ter zake van de woning(en) met de laagste waarde(n) in het economisch verkeer.

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld

De belasting is verschuldigd op het moment dat de gemeubileerde woning meer dan 90 dagen in het belastingjaar beschikbaar is gehouden als bedoeld in artikel 2.

Artikel 10 Betalingstermijnen

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen drie maanden en wel in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand, volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in het geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan minder is dan € 10.000,00, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande, dat het aantal termijnen tenminste vier en ten hoogste negen bedraagt. De eerste termijn vervalt een maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in lid 1, en 2 gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding van belasting

Bij de invordering van de forensenbelasting als bedoeld in artikel 5 wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de forensenbelasting.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Verordening forensenbelasting 2020" van 12 december 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2021.

  • 3. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2021.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening forensenbelasting 2021".

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 3 december 2020.

de griffier,

Ph. J.M. de Vree

de voorzitter,

G.M. Dijksterhuis