Regeling vervallen per 01-04-2014

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2007

Geldend van 01-11-2007 t/m 31-03-2014

Intitulé

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2007

De raad van de gemeente Borsele;

gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet, gelet het Rechtspositiebesluit wethouders en het Rechtspositiebesluit raads- en commissie-leden,

besluit vast te stellen de volgende verordening, inclusief de eerste en tweede wijziging;

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2007

 

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1 Begrispomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de Gemeentewet;

  • b.

    Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243;

  • c.

    Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244;

  • d.

    Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriële regeling van 20 februari 2001, stcrt. 41 als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders;

  • e.

    Verplaatsingskostenregeling 1989: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 20 oktober 1989, nr. AB87/74/U6DGMP/AV/FAR, stcrt. 212;

  • f.

    Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56;

  • g.

    Reisregeling buitenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 12 september 1994, nr. AD94/U1011, Stcrt. 181;

  • h.

    raadslid: lid van gemeenteraad, niet zijnde wethouder;

  • i.

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;

  • j.

    gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet.

Hoofdstuk 2 Voorzieningen voor raadsleden

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden

De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties voor gemeenteklasse 14.000 – 24.000 inwoners vastgestelde maximum.

Artikel 3 Onkostenvergoeding

  • 1 De vergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 14.000 – 24.000 inwoners, vermeld in tabel II van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. 

  • 2 Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, is in afwijking van het eerste lid de onkostenvergoe-ding gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 14.000 – 24.000 inwoners, vermeld in tabel III van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen

  • 1 Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest. 

  • 2 De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, geschiedt in maandelijkse termijnen.

Artikel 5 Reiskosten

  • 1 Aan het raadslid worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed. 

  • 2 De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:

    • a.

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b van de rechtspositie wethouders.

Artikel 6 Verblijfkosten

De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed.

Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1 De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentebelang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente. 

  • 2 Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap.

Artikel 8 Computer en internetverbinding

  • 1 Op aanvraag stelt het college het raadslid ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het raadslidmaatschap een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking.  

  • 2 Voor zover er sprake is van een belastingheffing in verband met een ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het eerste lid ontvangt het raadslid ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan raadsleden in bruikleen ter beschikking stelt.

  • 3 Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld, verleent het college een raadslid op aanvraag voor de uitoefening van het raadslidmaatschap een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde voora. aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software, of b. gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan raadsleden in bruikleen ter beschikking stelt. 

  • 4 Op aanvraag vergoedt het college het raadslid de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste of derde lid genoemde computerapparatuur. 

  • 5 Het raadslid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 6 Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 9 Spaarloonregeling/levensloopregeling

  • 1 Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f,van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentepersoneel geldende spaarloonregeling.

  • 2 Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.

  • 3 Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien het raadslid gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling.

  • 4 Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

     

Artikel 10 Fietsregeling

  • 1 Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001.

  • 2 Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 11 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid

De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, kan op verzoek van een raadslid worden verlaagd in het geval een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.

Artikel 12 Compensatie korting werkloosheidsuitkering

  • 1 In het geval een raadslid een uitkering van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting. 

  • 2 In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het besluit Werkloosheid onderwijs- onderzoekpersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

Artikel 13 Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de gemeenteraad

  • 1 Een raadslid dat op grond van artikel 77 van de Gemeentewet meer dan 30 dagen onafgebroken het voorzitterschap van de gemeenteraad waarneemt, ontvangt voor die waarneming een toeslag van 8% van de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden over de tijd van de waarneming. 

  • 2 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de onkostenvergoeding, bedoeld in artikel 3.

Artikel 13a Ziektekostenvoorziening

  • 1 De tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering als bedoeld in artikel 11 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt € 175 per jaar. 

  • 2 In het geval een raadslid gedurende een gedeelte van het kalenderjaar lid van de raad is geweest ontvangt hij de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.

  • 3 de betaling van de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, geschiedt in maandelijkse termijnen.

Artikel 13b Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte

  • 1 De artikelen 2 tot en met 4, 8, 9 tot en met 12 en 13a blijven van toepassing op het raadslid aan wie ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, met dien verstande dat de onkostenvergoeding die dit raadslid op grond van artikel 3, eerste of tweede lid, ontvangt de helft van het bedrag dat op grond van die bepalingen van toepassing is. 

  • 2 De artikelen 1 tot en met 7, 8, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, en 11 tot en met 13a van deze verordening zijn van toepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd ter vervanging van een raadslid dat ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag heeft gekregen wegens zwangerschap en bevalling of ziekte.

Hoofdstuk 3 Voorzieningen voor wethouders

Artikel 14 Onkostenvergoeding

De vergoeding voor aan de uitoefening van het wethouderschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 14.000 – 24.000 inwoners, vermeld in artikel 25 van het Rechtspositiebesluit wethouders.

Artikel 15 Reiskosten woon-werkverkeer

De tegemoetkoming voor het reizen tussen zijn woning en de plaats van tewerkstelling van de wethouder is gelijk aan de vergoeding bedoeld in artikel 3 van de Regeling rechtspositie-besluit wethouders.

Artikel 16 Zakelijke reiskosten

Aan de wethouder wordt naast de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 15, vergoeding verleend voor reiskosten ter zake van andere dan de in artikel 15 bedoelde reizen ten behoeve van de gemeente gemaakt. De vergoeding betreft:

  • a.

    bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de reiskosten;

  • b.

    bij gebruik van een eigen personenauto: de vergoeding als bedoeld in artikel 4, onderdeel b van de Regeling rechtspositie wethouders.

  • c.

    een vergoeding van noodzakelijk en redelijkerwijs gemaakte verblijfkosten.

Artikel 17 Buitenlandse dienstreis

  • 1 Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed.  

  • 2 Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist. De gemeenteraad kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.

Artikel 18 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1 De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente. 

  • 2 De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.

Artikel 19 Computer en internetverbinding

  • 1 Op aanvraag worden de wethouder ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het ambt een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld.  

  • 2 Voor zover er sprake is van een belastingheffing in verband met een ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het eerste lid ontvangt de wethouder ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan wethouders in bruikleen ter beschikking stelt.

  • 3 Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld, verleent het college de wethouder op aanvraag voor de uitoefening van het ambt voor een periode van maximaal drie jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde voor:a. aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software, of b. gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan de wethouders in bruikleen ter beschikking gesteld.

     

  • 4 Op aanvraag worden voor de wethouder de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste of derde lid genoemde computerapparatuur vergoed.

  • 5 Het raadslid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 6 Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 20 Spaarloonregeling/levensloopregeling

  • 1 De wethouder kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling. 

  • 2 De wethouder kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.

  • 3 Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien de wethouder gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling.

  • 4 Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 21 Fietsregeling

  • 1 De wethouder kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van de wethouder wordt de bezoldiging dan wel de vaste onkostenvergoeding dan wel eindejaarsuitkering verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling. 

  • 2 Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 22 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten

De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt heeft ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:

  • a.

    reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de Regeling rechtspositie wethouders;

  • b.

    verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Hoofdstuk 3 Voorzieningen voor commissieleden

Artikel 33 vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen

  • 1 De vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies bedoeld in artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commis-sieleden is gelijk aan 50% van het door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse 14.000 – 24.000 inwoners vastgestelde maximum. 

  • 2 Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die als lid van een commissie een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 96, van de Gemeentewet ontvangt. 

  • 3 Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissiea. als raadslid of wethouder;b. uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid dan wel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheids- wege wordt gesubsidieerd;c. als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of groepering, tenzij zijn lidmaatschap van de commissie tevens in belangrijke mate het gemeentelijk belang dient.

  • 4 Aan de voorzitter van de commissie bezwaarschriften wordt een vaste vergoeding van € 200,00 per vergadering toegekend en aan de overige leden van € 150,00 per lid per vergadering.

  • 5 Aan de voorzitter van de commissie bezwaarschriften P&O wordt een vaste vergoeding van € 200,00 per vergadering toegekend en aan de overige leden van € 150,00 per lid per vergadering.

Artikel 24 reis- en verblijfkosten

  • 1 Aan het lid van een commissie dat geen raadslid of wethouder is en niet in zijn hoedanigheid van ambtenaar tot lid van de commissie is benoemd worden de reiskosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie vergoed. De vergoeding betreft:

    • a.

      bij gebruik van openbare middelen van vervoeren van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 onderdeel b van de Rechtspositie wethouders;

  • 2 onverminderd het bepaalde in het eerste lid worden de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfkosten ter zake van reizen binnen en buiten het grondgebied van de gemeente vergoed overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders.

     

Artikel 25 Buitenlandse excursie of reis

  • 1 De gemeenteraad kan een commissie uit de gemeenteraad toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.

     

  • 2 De in het eerste lid bedoelde excursie of reis wordt door of vanwege de gemeente georganiseerd.

  • 3 De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente.

Artikel 26 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1 De kosten van deelname van een commissielid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangebo-den of verzorgd komen voor rekening van de gemeente. 

  • 2 Het commissielid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het commissielidmaatschap.

Hoofdstuk 4 De procedure van declaratie

Artikel 27 Betaling van kosten

Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door

  • a.

    betaling uit eigen middelen; of

  • b.

    rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente; of

  • c.

    een gemeentelijke creditcard.

Artikel 28 Declaratie van vooruit betaalde kosten

  • 1 Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 5, 6, 16, 17, 18, 22 en 25 wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald. 

  • 2 Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend. Het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder of het commissielid dient het declaratieformulier binnen 2 maanden bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar ingediend, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.

Artikel 29 Rechtstreekse facturering bij de gemeente

  • 1 De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 7, 16, 17, 18 en 22 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente. 

  • 2 Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het begeleidingsformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen.

  • 3 Het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder dient het begeleidingsformulier en de factuur worden binnen 2 maanden in de griffier, onderscheidenlijk bij de gemeentesecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar.

Hoofdstuk 4 Citeertitel, inwerkingtreding en overgangsbepaling

Artikel 30 Intrekking oude regeling

De verordening Voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 2002 wordt ingetrokken.

Artikel 31 Inwerkingtreding nieuwe verordening

Deze regeling treedt in werking op 1 november 2007 en werkt voor wat betreft de artikelen 1 tot en met 7 en 23 tot en met 26 terug tot en met 16 maart 2006 en voor wat betreft de artikelen 16 tot en met 22 ten aanzien van de op 16 maart 2006 en de op 2 november 2006 beëdigde wethouders terug tot en met de dag van hun beëdiging. De artikelen 27 tot en met 29 werken voor zover het betreft de leden van de raads- en commissieleden terug tot en met 16 maart 2006. De artikelen 27 tot en met 29 werken voor zover het de op 16 maart 2006 en 2 november 2006 beëdigde wethouders betreft terug tot en met de dag van hun beëdiging.De artikelen 8 en 19 werken terug tot en met 1 januari 2005, met dien verstande dat besluiten genomen op basis van de vigerende verordening van kracht blijven. Artikel 13a werkt terug tot 1 januari 2006 en artikel 13b werkt terug tot 11 oktober 2006. Artikel 15 werkt terug tot 1 januari 2007. 

Artikel 32 overgangsbepaling

Indien en voor zover en/of een lid dan wel meerdere leden van de commissie bezwaar-schriften P&O voor de inwerkingtreding van artikel 23 deel uitmaakten van de commissie bezwaarschriften functiewaardering en daarbij afspraken zijn gemaakt over de vergoeding, zijn die afspraken, in afwijking van artikel 23, eveneens van toepassing op de vergoeding voor het bijwonen van een vergadering van de commissie bezwaarschriften P&O.

Artikel 33 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2007.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 4 oktober 2007.
De voorzitter,    De griffier,