Beleidsnotitie "Horeca in het buitengebied"

1.Inleiding.

In het buitengebied van de gemeente Boxmeer zijn de laatste jaren steeds meer –kleinschalige- horeca-initiatieven ontstaan. Enerzijds is dit ontstaan door de behoefte van agrarische ondernemers om hun activiteiten te verbreden, maar anderzijds ook door ontwikkelingen vanuit de recreatieve sector (vestiging recreatiebedrijven, aanleg fiets- en wandelroutes).

Uit toeristisch-recreatief oogpunt (maar ook uit het streven naar een “vitaal platteland”) kan dit als een positieve ontwikkeling worden gezien, maar er zijn natuurlijk ook andere belangen waarmee rekening moet worden gehouden. Denk aan de belangen van de gevestigde Horecaondernemingen, maar ook aan zaken als (geluids)overlast, openbare orde, verkeersveiligheid etc.

En “last but not least” zal ook rekening moeten worden gehouden met het alcoholmatigingsbeleid.

Directe aanleiding voor deze notitie is de discussie die in de gemeenteraad gevoerd is over het al dan niet vaststellen van een nieuw bestemmingsplan voor het perceel Heide 8 in Oeffelt. De raad heeft uitgesproken graag eerst een breder kader vast te willen stellen, alvorens een besluit te nemen over een individueel verzoek tot toekenning van een Horecabestemming.

Deze notitie heeft enkel betrekking op het buitengebied, dus niet op de diverse komgebieden. Deze notitie heeft ook geen betrekking op de z.g. paracommerciële inrichtingen (sportkantines, dorpshuizen e.d.).

2.Relevante regelgeving.

Op het gebied van horeca is er zowel landelijke, provinciale als gemeentelijke regelgeving van toepassing. Landelijk gezien is de belangrijkste regeling de Drank- en Horecawet, maar hierbij kan bijvoorbeeld ook gedacht worden aan de regelgeving met betrekking tot alcoholverstrekking aan minderjarigen en het rookverbod.

Op provinciaal niveau is met name de Verordening Ruimte 2014 relevant. In deze verordening worden “spelregels” gegeven die gemeentes bij het opstellen van (wijzigingen van) bestemmingsplannen in acht moeten nemen.

Op gemeentelijk niveau is de belangrijkste regeling het bestemmingsplan. Hierin wordt bepaald (danwel kan door middel van een wijziging worden bepaald) op welke plekken horeca-activiteiten zijn toegestaan.

Daarnaast is ook de APV van belang. Hierin zijn o.a. de regels m.b.t. openbare orde en sluitingstijden opgenomen.

3.Definities.

Wat direct al opvalt, is dat in de verschillende regelgeving niet overal dezelfde definitie voor horeca is opgenomen.

In de Drank- en Horecawet staat in artikel 3 dat het verboden is zonder een daartoe strekkende vergunning van de burgemeester een horecabedrijf uit te oefenen. Onder “horecabedrijf” wordt volgens deze wet verstaan: “de activiteit in ieder geval bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse”.

Deze definitie bevat dus twee belangrijke beperkingen:

• -

  de wet is alleen van toepassing als er alcoholhoudende drank wordt verstrekt;

• -

  de wet is niet van toepassing als de drank om niet en niet bedrijfsmatig wordt verstrekt.

De provinciale Verordening Ruimte bevat de volgende definitie: “onder horeca wordt verstaan het bedrijfsmatig verstrekken van dranken of etenswaren voor gebruik ter plaatse, het bedrijfsmatig bieden van hotel- of groepsaccommodatie of het bedrijfsmatig bieden van feest-, congres- of vergaderfaciliteiten, één en ander al dan niet in combinatie met elkaar”.

Opvallendste elementen uit deze definitie:

• -

  het moet gaan om bedrijfsmatige activiteiten;

• -

  er wordt geen koppeling gemaakt met het verstrekken van alcoholhoudende dranken, dus ook een koffiehuis, snackbar of iets dergelijks waar geen alcoholhoudende dranken worden verstrekt valt onder deze definitie.

Het bestemmingsplan “Buitengebied 2008” van de gemeente Boxmeer geeft als definitie voor een horecabedrijf: “een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het verstrekken van nachtverblijf, logies en/of etenswaren en dranken voor consumptie ter plaatse, uitgezonderd een discotheek, bar, nachtclub, dancing en partycentrum”.

Dus ook hier geen koppeling met de verkoop van alcoholhoudende dranken.

4.Huidig beleid.

De Drank- en Horecawet is uiteraard in de gehele gemeente Boxmeer onverkort van toepassing. Dit betekent dat iedereen die alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse verstrekt over een vergunning dient te beschikken (hierna te noemen: DH-vergunning). Om een dergelijke vergunning te kunnen verkrijgen dient zowel de aanvrager als de lokaliteit aan bepaalde wettelijke eisen te voldoen. Verderop in deze notitie is te zien dat nog niet ieder horecabedrijf in de gemeente Boxmeer over een DH-vergunning beschikt.

De provinciale Verordening Ruimte komt alleen in beeld als de gemeente door middel van een wijziging van het bestemmingsplan wil besluiten om een nieuwe horecavestiging toe te staan of een bestaande uit te breiden. De verordening geeft mogelijkheden voor vestiging of uitbreiding van horecabedrijven in gebieden die vallen onder de “groenblauwe mantel” of onder “gemengd landelijk gebied”. Maar bijvoorbeeld in natuurgebieden is dit niet toegestaan.

Het huidige gemeentelijke beleid is hoofdzakelijk terug te vinden in het bestemmingsplan “Buitengebied 2008”.

Daarnaast is voor de meeste recreatiebedrijven per bedrijf een apart bestemmingsplan opgesteld. Dit geldt zowel voor de grotere bedrijven (zoals bungalowpark De Vers) als voor de kleinere (zoals Hoeve De Knol). De systematiek is hier dat een gedeelte van het terrein is bestemd tot “Horeca”. Binnen dit gedeelte mag dan een volledig en openbaar toegankelijk Horecabedrijf gerund worden. Z.g. harde Horeca (discotheken e.d.) is in deze plannen niet toegestaan. Hierop zijn een aantal uitzonderingen, zie het overzicht hierna in paragraaf 5.

Het bestemmingsplan “Buitengebied 2008” kent binnen verschillende bestemmingen regels m.b.t. vestiging van Horecabedrijven. Er zijn in dit bestemmingsplan vier bestemmingen waarbinnen dit voor kan komen:

• a.

  Agrarisch bedrijf of paardenhouderij.

• b.

  Sport- en recreatievoorziening.

• c.

  Niet-agrarisch bedrijf.

• d.

  Wonen.

Binnen deze vier bestemmingen komen de volgende regels m.b.t. Horeca voor:

• a.

  Agrarisch bedrijf of paardenhouderij:

  • -

    Horeca is niet rechtstreeks toegestaan.

  • -

    Met ontheffing kan ondersteunende horeca (uitsluitend in combinatie met kleinschalige verblijfsrecreatie of kleinschalig kamperen) worden toegestaan; hiervoor mag maximaal 60 m² van de bestaande bebouwing worden gebruikt (in bepaalde gebieden tot 100 m²). Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een minicamping (kamperen bij de boer) waar een kleine “kantine” t.b.v. de campinggasten wordt gemaakt. De vraag in deze is tot hoever “ondersteunende horeca” kan reiken. Mag een dergelijk “Horecabedrijfje” uitsluitend de eigen (camping)gasten toelaten of mogen deze bedrijfjes zich ook richten op passanten, m.a.w. vrij toegankelijk zijn? Hierop wordt in paragraaf 6 (te maken beleidskeuzes) teruggekomen.

• b.

  Sport- en recreatievoorziening:

• Binnen deze bestemming valt slechts één recreatiebedrijf waarvoor geen apart bestemmingsplan is vastgesteld. Dit betreft het perceel Merseloseweg 24 te Overloon. Volgens de regels is hier een groepsaccommodatie met ondersteunende horeca (met een maximale oppervlakte van 50 m²) toegestaan.

• c.

  Niet-agrarische bedrijven:

  • -

    Onder deze bestemming vallen een zestal met name genoemde Horecabedrijven (’t Veerhuis in Oeffelt, café Groothusen in Beugen, De Witte Brug in Boxmeer, Lunchroom De Meerstoel in Sambeek, café Spoorzicht in Vortum-Mullem en restaurant De Keulse Pot in Overloon).

  • -

    Dit zijn volwaardige horecabedrijven, die openbaar toegankelijk zijn; alleen harde Horeca is uitgesloten.

• d.

  Wonen:

  • -

    Horeca is niet rechtstreeks toegestaan.

  • -

    Met ontheffing kan ondersteunende daghoreca worden toegestaan (uitsluitend incombinatie met kleinschalige dagrecreatie of kleinschalige verblijfsrecreatie); hiervoor mag maximaal 60 m² van de bestaande bebouwing worden gebruikt (in bepaalde gebieden tot 100 m²). Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een klein museum of een dierenparkje bij een woning. De bezoekers van deze recreatieve activiteit kunnen dan ter plaatse ook een kopje koffie met een stuk gebak of iets dergelijks nuttigen. Ook hier dient de vraag gesteld te worden of dergelijke bedrijfjes ook vrij toegankelijk mogen zijn. Bovendien dient hierbij ook de vraag gesteld te worden of het verstrekken van alcoholhoudende drank is toegestaan. Ook hierop wordt in paragraaf 6 teruggekomen.

  • 5.

    Huidige bedrijven.

    In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de horecabedrijven die op dit moment in het buitengebied van onze gemeente zijn gevestigd. Per bedrijf wordt aangegeven hoe de situatie qua bestemmingsplan is geregeld en of het bedrijf beschikt over een DH-vergunning.

Zelfstandige horecabedrijven.

Horecabedrijven behorende bij recreatiebedrijven.

Bedrijven met een ontheffing/vrijstelling van het bestemmingsplan.

Recreatiebedrijven zonder horecabestemming.

6.Te maken beleidskeuzes.

Alvorens de keuzemogelijkheden te bespreken dient duidelijk vastgelegd te worden dat aan twee uitgangspunten niet getornd kan worden:

• a.

  Als er alcoholhoudende drank verstrekt wordt, is een vergunning op grond van de Drank en Horecawet vereist. Zowel de aanvrager als het gebouw (de inrichting) moet voldoen aan de wettelijke vereisten.

• b.

  Bestaande positieve bestemmingen c.q. verleende ontheffingen of vrijstellingen blijven van kracht.

De te maken beleidskeuzes dienen dus betrekking te hebben op de vestiging van nieuwe bedrijven, danwel op uitbreiding of wijziging van bestaande bedrijven. Ook is het wenselijk om een aantal begrippen nader te definiëren.

Keuze 1: Willen we nieuwvestiging van c.q. omschakeling naar een volledig horecabedrijf toestaan?

Toelichting: Onder volledige horeca wordt verstaan zelfstandige horecabedrijven en horecabedrijven die behoren bij een recreatieterrein. Deze bedrijven zijn (of worden) positief bestemd en hebben dezelfde rechten als horecabedrijven in centrumgebieden.

In de bestemmingsplannen voor de diverse komgebieden worden definities gegeven voor horeca in de categorieën 1, 2 en 3, waarbij in de voorschriften steeds is aangegeven dat categorie 3 (discotheken e.d.) niet is toegestaan. In deze beleidsnotitie is dit iets anders omschreven; hier staat dat volledige horeca is toegestaan, maar dat “harde horeca” niet is toegestaan. Hier wordt hetzelfde mee bedoeld.

Het is vervolgens de keuze van de exploitant of hij een café, een restaurant of een combinatie van beide exploiteert.

Het verhuren van zaalruimte voor feesten en partijen is op deze locaties toegestaan. Volgens de definities in de komplannen wordt zaalverhuur namelijk beschouwd als passend in categorie 2.

Door deze vraag met “nee” te beantwoorden zouden alle mogelijkheden geblokkeerd worden, ook al zou er nog zo’n prachtig initiatief ontstaan. Het is daarom beter om dergelijke initiatieven “van geval tot geval” te bekijken. In feite doen we dat in de huidige situatie ook al omdat in onze bestemmingsplannen nieuwvestiging niet is toegestaan. Wanneer er een initiatief komt zal dus altijd de afweging gemaakt moeten worden of er in het specifieke geval (en gelet op alle omgevingsfactoren) aanleiding is om door middel van een wijzing van het bestemmingsplan (het opstellen van een “postzegelplan”) toch medewerking te verlenen. Dit sluit ook aan bij hetgeen in de provinciale Verordening Ruimte is bepaald, namelijk dat er in bepaalde gebieden wel mogelijkheden zijn. Voor gebieden waarvoor de Verordening Ruimte geen mogelijkheden biedt, zal medewerking dus wel direct geweigerd moeten worden.

Door met “postzegelplannen” te werken kan ook per locatie in de gebruiksregels vastgelegd worden welke vorm van horeca wel of niet is toegestaan (bijvoorbeeld wel een hotel, maar geen café).

Ook wordt nu al vastgelegd dat z.g. “harde Horeca” (in onze komplannen categorie III-horeca genoemd) nimmer zal worden toegestaan.

Samengevat betekent dit:

• -

  geen algeheel verbod tot nieuwvestiging c.q. uitbreiding;

• -

  nieuwe verzoeken van geval tot geval beoordelen, via de checklist die altijd gehanteerd wordt in bestemmingsplanprocedures;

• -

  nieuwvestiging of uitbreiding alleen toestaan op daarvoor geschikte locaties

• -

  geen z.g. “harde” horeca toestaan.

Keuze 2: Willen we een soort van tussencategorie “kleinschalige horeca” toestaan?

Toelichting: Het ontwerpbestemmingsplan voor het perceel Heide 8 was in feite een eerste aanzet om een bedrijf in deze categorie toe te staan. In de doeleindenomschrijving was vastgelegd dat uitsluitend een hotel/pension/conferentieoord met ondersteunende horeca ten behoeve van de eigen gasten zou worden toegestaan, met daarnaast op kleine schaal (op maximaal 12 dagen per jaar)de mogelijkheid tot zaalverhuur voor bruiloften en partijen (volgens de komplannen is dit categorie II-horeca).

Dergelijke bedrijven bestaan nog niet in de gemeente Boxmeer en het is ook niet gewenst om deze in de toekomst toe te staan.

Zaalverhuur ten behoeve van bruiloften en partijen hoort thuis in volledige horecabedrijven. Het is niet wenselijk om het op sommige locaties af en toe wel en af en toe niet toe te staan. Dit werkt onduidelijkheid in de hand. Ook zal het problemen geven met betrekking tot de handhaving.

Samengevat betekent dit:

• -

  deze categorie niet toestaan;

• -

  feesten en partijen zijn alleen nog mogelijk in de bestaande zelfstandige horecabedrijven (genoemd in paragraaf 5) of in een nieuw te vestigen zelfstandig bedrijf; daarnaast zijn er natuurlijk ook mogelijkheden in horecabedrijven in de komgebieden.

Keuze 3: Wat zijn de maximale mogelijkheden voor de categorie “ondersteunende horeca”?

Toelichting: In het bestaande beleid werd al de mogelijkheid geboden om ontheffingen/vrijstellingen te verlenen voor ondersteunende horeca. Deze mogelijkheid is o.a. in het beleid opgenomen om de agrarische sector mogelijkheden tot verbreding te bieden. Inmiddels zijn er ook diverse van dit soort bedrijfjes gevestigd, wat zeker een bijdrage levert aan het streven om te komen tot een vitaal en toeristisch-recreatief aantrekkelijk buitengebied.

De mogelijkheid om ontheffingen/vrijstellingen te verlenen blijft bestaan.

De meest gangbare definitie van het begrip “ondersteunende horeca” is dat dit betreft “vormen van horeca die wat betreft exploitatievorm uitsluitend ten dienste staan van en ondergeschikt zijn aan een andere ter plaatse toegelaten bestemming c.q. nevenfunctie op het gebied van cultuur en ontspanning, maatschappelijke doeleinden, recreatie of sport”. Je kunt dus niet zomaar bij elk agrarisch bedrijf of burgerwoning een horecavoorziening starten, er zal altijd een koppeling moeten zijn met een andere activiteit op één van de genoemde gebieden (bijvoorbeeld een boerderijmuseum, een minicamping, een midgetgolfbaan). Dergelijke ondersteunende horecabedrijfjes worden uitsluitend toegestaan d.m.v. een ontheffing van het bestemmingsplan, dus ook hierbij kunnen de omgevingsfactoren van geval tot geval worden meegewogen.

Binnen deze categorie is het echter ook wenselijk (gebleken) om een aantal nadere uitgangspunten vast te leggen:

• -

  De voorziening voor ondersteunende horeca mag alleen geopend zijn gedurende de openingstijden van de activiteit die ondersteund wordt (dus als het museum gesloten is, dient ook de horecavoorziening gesloten te zijn).

• -

  Verhuur of het ter beschikking stellen aan derden voor feesten en partijen is niet toegestaan. Er is dan immers geen sprake van een combinatie met de overige activiteiten.

• -

  De voorziening voor ondersteunende horeca mag openbaar toegankelijk zijn voor derden, echter uitsluitend tussen 08.00 uur en 20.00 uur (deze “openbare” openingstijden dienen bij de ingang van de horecagelegenheid duidelijk aangegeven te worden).

• -

  Als de activiteit die ondersteund wordt, wordt beëindigd, dient ook de horeca-activiteit te worden beëindigd.

Samengevat betekent dit:

• -

  ondersteunende horeca alleen toestaan in combinatie met ter plaatse toegelaten bestemming of nevenfunctie en uitsluitend gedurende de openingstijden van de activiteit die ondersteund wordt;

• -

  verhuur of ter beschikking stellen aan derden voor feesten en partijen is niet toegestaan;

• -

  openbaar toegankelijk voor derden, uitsluitend gedurende de openingstijden van de activiteit die ondersteund wordt en uitsluitend overdag (tussen 08.00 en 20.00 uur)

• -

  als de activiteit die ondersteund wordt, wordt beëindigd, moet ook de ondersteunende horeca beëindigd worden; wil de exploitant de horeca-activiteiten wél doorzetten dan zal zoals beschreven onder beleidskeuze 1 een verzoek tot wijzing van het bestemmingsplan moeten worden ingediend.

Keuze 4: Mag in een bedrijf waar “ondersteunende horeca” wordt uitgeoefend alcoholhoudende drank worden verkocht?

Toelichting: Zoals hiervoor al beschreven hoeft horeca in de zin van het bestemmingsplan niet te betekenen dat er ook alcoholhoudende drank wordt verstrekt. Ook wanneer alleen maar koffie, thee, frisdrank en kleine hapjes worden verstrekt is er volgens het bestemmingsplan sprake van horeca.

Er zijn in deze 3 opties:

• -

  Of je staat alle soorten van drank (dus ook sterke drank) toe.

• -

  Of je staat alleen zwak-alcoholische drank (wijn, bier en alle andere drankjes met minder dan 15% alcohol) toe.

• -

  Of je staat geen alcoholhoudende drank toe (het bedrijf heeft dan ook geen DH-vergunning nodig).

Op basis van de Drank- en Horecawet is het niet mogelijk om het drankassortiment te beperken. Wie beschikt over een DH-vergunning mag alle soorten van alcoholhoudende dranken (dus ook sterke drank) verstrekken.

In een bestemmingsplan worden echter andere belangen geregeld dan in de Drank- en Horecawet. Daarom kunnen in een bestemmingsplan deze beperkingen wel worden opgelegd. Omdat het hier gaat om ondersteunende horeca (ondersteuning van andere activiteiten) is het opleggen van een beperking (geen alcoholische dranken of uitsluitend zwak-alcoholische dranken) mogelijk.

Door het vaststellen van deze notitie wordt vastgelegd dat in een bedrijf waar “ondersteunende horeca” wordt uitgeoefend uitsluitend zwak-alcoholische en alcoholvrije drank mag worden verstrekt.

Bij de eerstvolgende herziening van het bestemmingsplan Buitengebied zal dit ook als zodanig in de begripsbepalingen worden vastgelegd.

Keuze 5: Dienen er beperkingen te worden gesteld aan de openingstijden van horecazaken in het buitengebied?

Toelichting: De regels m.b.t. sluitingstijden staan in de gemeentelijke A.P.V.

Kort gezegd komt het er op neer dat horecabedrijven die alcoholhoudende dranken schenken op doordeweekse dagen tot 01.30 uur open mogen zijn en op vrijdag en zaterdag tot 03.00 uur. Horecabedrijven die geen alcoholhoudende dranken schenken mogen nog een uur langer open blijven.

Deze regeling is van toepassing op alle horecabedrijven in onze gemeente, dus ook op de horecabedrijven in het buitengebied.

Er zijn twee mogelijkheden om de openingstijden in het buitengebied te beperken:

• -

  Er kan een artikel toegevoegd worden aan de A.P.V. waarin de burgemeester de bevoegdheid krijgt om bepaalde delen van de gemeente (bijvoorbeeld het hele buitengebied) aan te wijzen waarvoor andere sluitingstijden gelden. Vooralsnog wordt van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt.

• -

  Bij het verlenen van een ontheffing voor ondersteunende horeca kunnen extra voorwaarden opgenomen worden. Omdat ontheffingen voor ondersteunende horeca gekoppeld worden aan andere activiteiten, die meestal in de toeristische sfeer liggen, zal als extra uitgangspunt bij het verlenen van ontheffingen voor ondersteunende horeca opgenomen worden dat de horecavoorziening uitsluitend overdag geopend mag zijn (tussen 08.00 uur en 20.00 uur). Hierdoor krijg je een duidelijke scheiding tussen reguliere horeca (die meestal ’s-avonds geopend is) en ondersteunende horeca. Ook voorkom je hiermee dat bijvoorbeeld de eigenaar van het hiervoor als voorbeeld aangehaalde museum zijn museum tot 23.00 uur open gaat houden, om zo ook zijn bijbehorende horecavoorziening open te mogen houden. In de ontheffing zal een voorwaarde worden opgenomen dat het verplicht is om de beperkte openingstijden duidelijk zichtbaar kenbaar te maken.

• -

  Deze beperkte openingstijden dienen ook te (gaan) gelden voor bedrijven die reeds over een ontheffing of vrijstelling voor “ondersteunende horeca” beschikken.

Samengevat betekent dit:

• -

  ondersteunende horeca alleen toestaan gedurende de openingstijden van de activiteit die ondersteund wordt;

• -

  ondersteunende horeca die vrij toegankelijk is, alleen overdag (tussen 08.00 en 20.00 uur) toestaan;

• -

  bij de ingang van de gelegenheid voor ondersteunende horeca duidelijk aan laten geven dat uitsluitend overdag “derden” mogen worden toegelaten.

  • 7.

    Handhaving.

Met het vaststellen van alleen beleid ben je er niet. Er zal ook toezicht moeten zijn op naleving van de regels. In ieder geval de volgende acties zullen (op redelijk korte termijn) uitgevoerd worden:

• -

  Er zal geïnventariseerd worden op welke plekken horeca in de zin van het bestemmingsplan wordt uitgeoefend. Als er situaties zijn waar dit in strijd is met het bestemmingsplan zal overwogen moeten worden of het mogelijk is de activiteiten door middel van een bestemmingsplanwijziging of het verlenen van een ontheffing te legaliseren. Is legalisatie niet mogelijk dan zal handhavend moeten worden opgetreden.

• -

  Bedrijven die alcoholhoudende drank verstrekken zullen allemaal moeten beschikken over een geldende DH-vergunning. Bedrijven die hier (nog) niet over beschikken zullen aangeschreven worden dat zij een aanvraag in moeten dienen. Als (om wat voor reden dan ook) het verlenen van een DH-vergunning niet mogelijk is, zal het verstrekken van alcoholhoudende drank gestaakt moeten worden.

• -

  Ook wanneer alles qua bestemmingsplan en DH-vergunning geregeld is zal er nog (steekproefsgewijs?) gecontroleerd moeten worden of de voorwaarden (van het bestemmingsplan, van de DH-vergunning, van de A.P.V.) worden nageleefd.

  • 8.

    Communicatie en overleg.

Een concept van deze beleidsnotitie is toegezonden aan een aantal organisaties:

• -

  Koninklijke Horeca Nederland (als vertegenwoordiger van de gevestigde horecabedrijven).

• -

  Recron (als vertegenwoordiger van de gevestigde recreatiebedrijven)

• -

  ZLTO (als vertegenwoordiger van de agrarische sector).

• -

  Alle in de gemeente gevestigde wijk- en dorpsraden.

• -

  Ondernemersvereniging Oeffelt.

• -

  Ondernemersvereniging Overloon-Vierlingsbeek.

• -

  Centrummanagement Boxmeer.

De schriftelijke reacties van deze organisaties zijn als bijlagen bij deze notitie opgenomen. Ook zijn er tijdens commissievergaderingen door diverse belanghebbenden mondelinge reacties ingediend. Alle reacties zijn door de gemeenteraad in de besluitvorming meegewogen.

Na vaststelling door de gemeenteraad wordt de beleidsnotitie openbaar bekend gemaakt en op de website van de gemeente geplaatst.

Er zullen brieven uitgaan naar de reeds gevestigde bedrijven, waarin gewezen wordt op de maximale mogelijkheden die het bestemmingsplan (of de verleende ontheffing of vrijstelling) biedt en op de verplichting om over een vergunning op basis van de Drank- en Horecawet te beschikken.

9.Checklist.

Ter verduidelijking van de beleidsnotitie is bijgaande checklist opgesteld. Ten aanzien van diverse aspecten van horecabeleid is hierop te zien wat de vaststelling van de beleidsnotitie betekent voor de diverse categorieën van horecabedrijven in de gemeente Boxmeer.

Beleidsnotitie Horeca in het buitengebied.pdf